Zeror
(Ze̱ror) [van een grondwoord dat „vuursteen” betekent].
Een voorvader van koning Saul; hij wordt als de zoon van Bechorath en de vader van Abiël vermeld; uit de stam Benjamin. — 1Sa 9:1.
(Ze̱ror) [van een grondwoord dat „vuursteen” betekent].
Een voorvader van koning Saul; hij wordt als de zoon van Bechorath en de vader van Abiël vermeld; uit de stam Benjamin. — 1Sa 9:1.