Zeus
De oppergod van de polytheïstische Grieken, die overeenkomt met Jupiter van de Romeinen. Zeus gold als hemelgod en heerser over de wind, de wolken, de regen en de donder. Men meende dat hij zijn macht over deze natuurkrachten zowel voor verwoestende als voor heilzame doeleinden aanwendde. Bij de dichter Homerus uit de oudheid (Ilias, VIII, 1-25) is Zeus sterker dan alle andere goden samen. Zeus werd echter niet in absolute zin als de opperste der goden beschouwd, maar wordt soms afgebeeld als iemand die zich laat bedriegen en zich moet voegen naar de wil van de Schikgodinnen en het Noodlot.
Afgezien van de verhalen over zijn geboorte, zijn kinderjaren en de manier waarop hij de troon bemachtigt, gaan de legenden voornamelijk over de vele liefdesaffaires van Zeus. De mythologische verslagen vertellen dat hij godinnen en aardse vrouwen verleidde en een menigte onwettige kinderen verwekte. Paradoxaal genoeg wordt verhaald dat Zeus Jason (een sterveling) doodde omdat deze immoraliteit met de godin Demeter had bedreven. Zijn huwelijk met Hera werd niet alleen door zijn veelvuldige daden van ontrouw ontsierd, maar had ook onder andere problemen te lijden. Naar verluidt werd hij door het voortdurende gekijf van zijn vrouw Hera zo gekweld, dat hij zich daarover eens voor de bijeengekomen goden bitter beklaagde.
Soms kwam de zuivere aanbidding van Jehovah rechtstreeks in conflict met de aanbidding van de valse god Zeus. Koning Antiochus IV (Epiphanes), die de joodse religie wilde uitroeien, gebood de tempel in Jeruzalem te ontwijden en opnieuw op te dragen, ditmaal aan Zeus Olympios. — Zie het apocriefe boek 2 Makkabeeën 6:1, 2.
In de 1ste eeuw G.T. beschouwden de inwoners van de stad Lystra Paulus en Barnabas als goden — Paulus vereenzelvigden zij met Hermes en Barnabas met Zeus — omdat Paulus daar een kreupele man had genezen. De priester van Zeus bracht zelfs stieren en kransen om samen met de schare slachtoffers te brengen (Han 14:8-13). Twee oude inscripties die in 1909 in de omgeving van Lystra zijn ontdekt, getuigen ervan dat deze twee goden in die stad werden vereerd. In een van de inscripties wordt over de „priesters van Zeus” gesproken en in de andere worden de „Allergrootste Hermes” en „de zonnegod Zeus” vermeld. — The International Standard Bible Encyclopaedia, onder redactie van J. Orr, 1960, Deel III, blz. 1944.
Het schip waarop Paulus zich als gevangene bevond en dat van het eiland Malta zee koos, droeg het schegbeeld „Zonen van Zeus”, dat wil zeggen, de tweelingbroers Castor en Pollux. — Han 28:11.