Volgens de Griekse en Romeinse mythologie waren Castor en Pollux de tweelingzonen van Leda en nakomelingen van de  god Zeus (Jupiter), en daarom werden zij Dioscuren of „Zonen van Zeus” genoemd. Zij werden onder meer beschouwd als beschermers van zeelieden, die bij machte waren in nood verkerende zeevaarders te redden. Men geloofde dat deze godheden zich tijdens stormen manifesteerden in de vorm van het sint-elmusvuur. De Alexandrijnse boot waarmee Paulus als gevangene op zijn reis naar Rome van Malta naar Puteoli voer, droeg het schegbeeld „Zonen van Zeus”. Misschien was op de ene zijde van de boeg de beeltenis of het symbool met de naam van Castor aangebracht en op de andere zijde de overeenkomstige afbeelding en naam van Pollux. — Han 28:11.