Zoba
(Zo̱ba).
Een Syrisch (Aramees) koninkrijk, ook bekend als Aram-Zoba (Ps 60, Ops.). Een van de koningen van Zoba was Hadadezer (1Kon 11:23). De samengestelde vorm „Hamath-Zoba” kan betrekking hebben op aangrenzende koninkrijken met de naam Hamath en Zoba (2Kr 8:3). Zoba schijnt ten N van Damaskus gelegen te hebben en beheerste een gebied dat zich van Hamath in het N tot aan de Eufraat in het O uitstrekte. — 2Sa 8:3.
Koning Saul voerde oorlog tegen de koningen van Zoba (1Sa 14:47). De Ammonieten huurden later Syriërs van Zoba en andere soldaten om strijd te voeren tegen David, maar zij werden allen door zijn leger verslagen (2Sa 10:6-19; 1Kr 19:6-19). Waarschijnlijk versloeg David in deze oorlog Hadadezer, de koning van Zoba, en voerde hij buit van hem mee, waaronder veel koper (dat uiteindelijk bij de tempelbouw werd gebruikt) uit de steden Betach (kennelijk ook Tibhath genoemd) en Berothai (Kun?) (2Sa 8:3-12; 1Kr 18:3-9). Een van de sterke mannen in Davids strijdkrachten was Jigal, de zoon van Nathan uit Zoba. — 2Sa 23:8, 36; zie ARAM nr. 5; HADADEZER.