Zur
[Rots].
1. Een van de vijf koningen van Midian in de tijd dat Israël het Beloofde Land naderde. Zur wordt ook een overste en „een hoofd van de clans van een vaderlijk huis”, alsook een ’hertog van Sihon’ genoemd. Zijn dochter Kozbi was de Midianitische die door Zimri werd meegenomen om immorele betrekkingen met haar te hebben en die door Pinehas werd gedood. Zur zelf werd gedood toen de Israëlieten de Midianieten straften omdat zij sommige mannen van Israël tot immorele gemeenschap en valse aanbidding hadden verlokt. — Nu 25:14-18; 31:1, 2, 7, 8; Joz 13:21.
2. Een Benjaminiet, zoon van Jeïël en blijkbaar een broer van Ner, de grootvader van Saul. — 1Kr 8:29, 30; 9:35, 36, 39.