Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Waarom deze vraag u aangaat

Waarom deze vraag u aangaat

Hoofdstuk 1

Waarom deze vraag u aangaat

IS HET LEVEN kostbaar in uw ogen? Wenst u leven in een goede gezondheid voor uzelf en uw geliefden? De meeste mensen zullen deze vragen bevestigend beantwoorden.

Maar veel dingen herinneren ons er thans voortdurend aan hoe onzeker het leven is — voor onszelf, onze huwelijkspartner en onze kinderen. Miljoenen mensen worden in de bloei van hun leven weggerukt door ongelukken, misdaden, relletjes, oorlogen en hongersnoden. Ziekte eist ondanks de vooruitgang op medisch gebied een verschrikkelijke tol. Vervuiling vormt een zeer ernstige bedreiging.

Het is dan ook niet vreemd dat veel mensen in deze tijd zich afvragen: ’Is dit leven alles wat er is? Of is onze dierbaarste hoop misschien gelegen in een leven na de dood? Wat gebeurt er eigenlijk wanneer een persoon sterft? Blijft er iets van hem voortleven? Is hij nog bij bewustzijn; kan hij zien, horen, spreken — ja, kan hij dingen doen? Bestaat er zo iets als pijniging na de dood? Is de dood eigenlijk een vriend of een vijand?’ Het is beslist tot ons nut het antwoord op deze vragen te weten.

BEÏNVLOEDT DE DOOD ONS LEVEN?

Misschien hebt u er nog nooit bij stilgestaan, maar het leven van ons allemaal wordt ten zeerste beïnvloed door onze opvatting omtrent de dood. Ze heeft een veel krachtiger uitwerking op de vreugde die wij uit het leven putten en op de wijze waarop wij ons leven gebruiken, dan de meeste mensen beseffen. Daarom moeten wij de waarheid omtrent de dood weten.

Beseft u bijvoorbeeld dat de meeste religies van de wereld hoofdzakelijk op de dood in plaats van op het leven georiënteerd zijn? Honderden miljoenen mensen hebben geleerd dat zij door de dood in een andere wereld komen, „de wereld der doden”, waar hun hetzij gelukzaligheid of pijniging wacht. Gebeden voor de doden, kostbare ceremoniën ten behoeve van hen en offers om hen gunstig te stemmen, vormen een essentieel onderdeel van heel wat belangrijke religies met veel aanhangers.

Misschien zal iemand zeggen: ’Dat kan wel waar zijn, maar ik verspil mijn tijd niet met piekeren over de dood of over wat na de dood komt. Ik wil leven en zoveel mogelijk van het leven genieten zolang ik kan.’ Maar zelfs uit dat antwoord blijkt dat het leven van de mensen door de opvatting omtrent de dood wordt beïnvloed. Is het per slot van rekening niet de dood waardoor wordt bepaald hoe lang iemand nog van het leven zal kunnen genieten?

Dus ook al trachten wij de gedachte aan de dood misschien uit onze geest te bannen, het besef dat onze levensduur in het gunstigste geval toch nog kort is, blijft druk op ons uitoefenen. Het kan iemand ertoe brengen zich hevig in te spannen om op jeugdige leeftijd — ’terwijl hij er nog van kan genieten’ — rijk te worden. De kortheid van het leven maakt veel mensen ongeduldig, hard en ongevoelig jegens anderen. Ze beweegt hen ertoe zich van oneerlijke middelen te bedienen om hun doeleinden te bereiken. Zij menen eenvoudig dat er geen tijd is om het op eerlijke wijze te doen. Toch beweren zij misschien aldoor dat hun leven niet door hun opvatting omtrent de dood wordt beïnvloed.

Wat is úw opvatting omtrent de dood? In hoeverre is ze van invloed op uw gedachten met betrekking tot de toekomst, of, wat dat aangaat, op de wijze waarop u uw leven thans leidt?

DE NOODZAAK VOOR ZEKERHEID

Het probleem is dat de opvattingen die de mensen er met betrekking tot leven en dood op na houden, zo sterk van elkaar verschillen. Dikwijls zijn hun opvattingen tegenstrijdig, ja, lijnrecht tegenovergesteld aan elkaar.

Veel mensen geloven dat de dood een eind aan alles maakt, of op zijn minst, dat de mens werd gemaakt om te sterven. Vindt u dat aanvaardbaar? Lijkt het u redelijk dat bepaalde bomen duizenden jaren ouder worden dan de met verstand begaafde mens? Bent u van mening dat zeventig of tachtig jaar lang genoeg voor u is om alles te doen wat u wilt doen, alles te leren wat u wilt leren, alles te zien wat u wilt zien en uw talenten en bekwaamheden te ontwikkelen in de mate dat u dit wenst?

Dan is er het ontzaglijke aantal mensen die geloven dat met de dood niet alles ten einde is omdat bij de dood van het lichaam iets — ziel of geest — voortleeft. Maar ook hun opvattingen lopen sterk uiteen. En natuurlijk zijn hun respectieve geloofsovertuigingen in strijd met het denkbeeld van degenen die menen dat met de dood alles voorbij is. Tegenstrijdige meningen kunnen niet allemaal waar zijn. Welke is waar? Maakt dit iets uit? Ja, heel veel. Beschouw eens waarom.

Stel dat gebeden en ceremoniën de doden werkelijk van nut zouden zijn, zou het dan niet harteloos zijn als wij nalieten dit voor hen te doen? Maar als de doden nu eens werkelijk dood zijn en de nabestaanden hen niet kunnen helpen? Dat zou noodzakelijkerwijs betekenen dat honderden miljoenen mensen het slachtoffer zijn van een verschrikkelijk bedrog. Het zou betekenen dat vele grote religieuze stelsels zich hebben verrijkt door bedrog, doordat ze leugens omtrent de toestand van de doden gebruiken om de levenden uit te buiten in plaats van iets nuttigs voor hen te doen.

Wat voor troost kunnen wij bieden wanneer vroeg of laat ons gezin of dat van een vriend door de dood wordt getroffen? Is de opvatting dat het „noodlot” onze ervaringen en de lengte van ons leven beheerst, redelijk? Stel dat een klein kind sterft. Heeft God ’het kind dan tot zich genomen’, zoals sommigen zullen zeggen?

Er zijn beslist heel veel dingen die wij omtrent de dood moeten weten, en hoe meer wij van het leven houden, des te meer dienen wij er zeker van te willen zijn de juiste antwoorden te krijgen. Maar waar zijn zulke antwoorden te vinden — vooral als men bedenkt dat er zoveel verwarring en tegenstrijdigheid op dit gebied bestaat?

Er zijn veel religieuze boeken waarin over leven en dood wordt gesproken. Sommige van deze boeken zijn al behoorlijk oud. Er is echter één heel oud boek waarin een zienswijze wordt geboden die van alle andere verschilt. De daarin geboden zienswijze is zelfs verrassend anders dan wat de meerderheid der mensen denkt dat daarin staat. Dat boek is de bijbel.

Het handelt over mensen die werkelijk hebben geleefd, mensen die in wezen met dezelfde problemen werden geconfronteerd als wij in deze tijd. Ook zij dachten over de zin van het leven na en wierpen vragen op als: „Wat krijgt een mens voor al zijn harde werk en voor het streven van zijn hart waarmee hij hard werkt onder de zon?” „Veronderstel zelfs eens dat hij al twee maal duizend jaar heeft geleefd en hij toch het goede niet heeft gezien — gaat niet iedereen naar slechts één plaats?” (Prediker 2:22; 6:6) Ook zij stelden de vraag: „Kan een fysiek sterke man als hij sterft opnieuw leven?” (Job 14:14) Weet u het antwoord op deze vragen?

In de publikatie die u nu in uw handen hebt, zult u niet alleen een bespreking aantreffen van de vele pogingen die algemeen worden gedaan om zulke vragen te beantwoorden, maar ook van de uiterst belangrijke wijze waarop de bijbel elk van deze vragen beantwoordt. U kunt te weten komen welke unieke hoop de bijbel biedt voor degenen die de dood onder de ogen moeten zien of die reeds aan de dood ten prooi zijn gevallen. Het begrip dat deze inlichtingen kunnen verschaffen, kan ten zeerste tot uw huidige en toekomstige geluk en vrede des geestes bijdragen.

[Illustratie op blz. 4]

Zal de mens ooit voor eeuwig kunnen leven? Er zijn thans bomen die vele eeuwen oud zijn