Jaartekst voor 1975
Jaartekst voor 1975
„Ik wil tot Jehovah zeggen: ’Gij zijt mijn toevlucht en mijn vesting.’” — Ps. 91:2.
Hoe dikwijls zegt u dit als christen tot Jehovah? Wij dienen dit werkelijk aldoor in onze geest te hebben omdat wij weten dat wij ons in de goddeloze wereld bevinden, maar er geen deel van zijn. Wij leven dus in Satans wereld en hebben daarom beslist een toevluchtsoord nodig.
Toevlucht heeft betrekking op een plaats van beschutting of bescherming tegen gevaar of moeilijkheden, en de god van deze wereld, Satan de Duivel, heeft alleen maar moeilijkheden over deze wereld gebracht sinds hij in de Hof van Eden de moeilijkheden deed ontstaan. Jobs criticus Elifaz zei: „Want de mens zelf wordt tot moeite geboren” (Job 5:7). Jezus zei echter tot zijn getrouwe volgelingen: „Laat uw hart niet verontrust worden. Oefent geloof in God, oefent ook geloof in mij” (Joh. 14:1). Een verstandig persoon zal dus tot Jehovah zeggen: „Gij zijt mijn toevlucht en mijn vesting.” Hij zal bescherming tegen gevaar zoeken door „geloof in God” te oefenen.
Een christen zal geestelijke zekerheid willen en moeten hebben, en deze kan hij verkrijgen door samen met Gods volk Gods Woord te bestuderen. Jehovah heeft zijn volk sinds 1919 in het geestelijke paradijs gebracht en heeft op een wonderbaarlijke wijze voor hen gezorgd. Dit wil echter beslist niet zeggen dat zij gevrijwaard zijn tegen moeilijkheden of gevaar. Maar wanneer zij daardoor getroffen worden, begrijpen zij waarom dit zo is, terwijl Gods Woord hun de uitweg toont. — 1 Kor. 10:13; 2 Kor. 4:8, 9.
Wij kunnen er zeker van zijn dat wij, indien wij dicht bij Jehovah’s organisatie blijven, zijn Woord bestuderen en ernaar leven, te zamen met Gods naamvolk, Jehovah’s getuigen, toevlucht in Jehovah zullen vinden, want „de naam van Jehovah is een sterke toren. Hier snelt de rechtvaardige binnen en ontvangt bescherming” (Spr. 18:10). Een rechtvaardig man is een verstandig man, want hij heeft Jehovah’s Woord lief. Indien wij in Gods vesting blijven, dan blijven wij daar omdat wij willen leven, en als wij leven, kunnen wij Jehovah voortdurend loven. Jehovah’s getuigen willen alleen Jehovah’s wil doen en dat doen zij met een gevoel van zekerheid, zeggend: „Omdat gij hebt gezegd: ’Jehovah is mijn toevlucht’, hebt gij de Allerhoogste zelf tot uw woning gemaakt; geen rampspoed zal u treffen, en nog geen plaag zal uw tent naderen.” — Ps. 91:9, 10.
Is het niet geweldig te weten dat u de Allerhoogste God tot „uw woning” kunt maken, en dat u dit aan anderen kunt blijven bekendmaken? U kunt dit omdat u zich aan het doen van Jehovah’s wil hebt opgedragen, en door het te doen, bent u een van Jehovah’s getuigen. Jezus zei dat al zijn discipelen moesten prediken en onderwijzen. Dit doen wij vol vreugde ten einde anderen te helpen de door God geschonken geestelijke zekerheid te verkrijgen. Ga er door uw prediking van het goede nieuws van Zijn koninkrijk mee voort de mensheid te laten weten waar zij kunnen wonen ten einde Jehovah aldus tot hun toevlucht en vesting te maken.