Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De geschiedenis van Jehovah’s Getuigen in deze tijd

De geschiedenis van Jehovah’s Getuigen in deze tijd

De geschiedenis van Jehovah’s Getuigen in deze tijd

Nog geen dertig jaar nadat Jezus had geprofeteerd: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt”, berichtte de apostel Paulus aan het begin van de jaren zestig van onze gewone tijdrekening dat het „goede nieuws . . . in heel de schepping die onder de hemel is, werd gepredikt” (Matth. 24:14; Kol. 1:23). Het predikingswerk was over heel de aarde uitgebreid.

Dit werk dat bestond in het verkondigen van het goede nieuws vereiste van Gods dienstknechten toewijding en moed, want zij stuitten op vele moeilijkheden en grote tegenstand. Jezus Christus had voorzegd dat zijn volgelingen om zijns naams wil vervolgd zouden worden. Maar hij voegde er ook aan toe: „Door volharding van uw zijde zult gij uw ziel verwerven.” — Luk. 21:12-19.

Jehovah God ondersteunde die eerste-eeuwse christenen. Hij maakte hun predikingswerk voorspoedig. Zo lezen wij bijvoorbeeld: „Zij dan die verstrooid waren ten gevolge van de verdrukking die in verband met Stéfanus [de eerste christelijke martelaar] was ontstaan, trokken verder tot Fenicië en Cyprus en Antiochië, maar spraken het woord tot niemand dan alleen tot joden. Er waren onder hen echter enige mannen van Cyprus en Cyrene, die, toen zij te Antiochië waren gekomen, tot de Grieks-sprekende mensen spraken en het goede nieuws van de Heer Jezus bekendmaakten. Bovendien was de hand van Jehovah met hen en een groot aantal werd gelovig en keerde zich tot de Heer” (Hand. 11:19-21). Ja, „de hand van Jehovah” was met deze verkondigers van het goede nieuws.

Thans is het precies zo. Christenen stuiten op tegenstand. Maar ’de hand van Jehovah is met hen’. Zij volharden en zij beseffen Paulus’ woorden: „Gij hebt volharding nodig, om, na de wil van God gedaan te hebben, de vervulling van de belofte te ontvangen.” — Hebr. 10:36.

Terwijl Paulus en andere eerste-eeuwse christenen volhardden en bleven prediken, hadden zij beslist reden om tevreden en dankbaar te zijn, want God zegende hun activiteit. Evenzo kunnen christenen in deze tijd tevreden en dankbaar op de jaren van hun dienst terugblikken. Jehovah’s hand is met hen geweest. Dit blijkt heel duidelijk uit de geschiedenisberichten die u op de volgende bladzijden kunt lezen! Religieuze druk in India, vroege vervolging in Liberia, gevaren tijdens de nazi-heerschappij in Noorwegen en moeilijkheden in Panama hebben de verbreiding van het ware christendom niet kunnen verhinderen. En terwijl u nu de geschiedenis van Jehovah’s Getuigen in deze landen leest, zult u er ongetwijfeld mee instemmen dat ’de hand van Jehovah met hen is’.