Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1984

Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1984

Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1984

Verkondigers van het goede nieuws!

JEHOVAH’S GETUIGEN maken „eeuwig goed nieuws” bekend en miljoenen mensen geven gehoor aan de boodschap. — Openb. 14:6.

Hoewel men kan zien dat de wereldtoestanden kritiek zijn, wordt de betekenis ervan vaak niet begrepen. Jehovah’s Getuigen verkondigen dat deze gebeurtenissen een teken zijn van de tijd van het einde voor dit samenstel van dingen en dat Gods dag van bevrijding nabij is. Dat is inderdaad „goed nieuws”!

De Getuigen geloven dat de mensheid sedert het jaar 1914 in de laatste dagen van dit goddeloze stelsel leeft. Doordat de onverbeterlijk goddelozen in Gods oorlog op het slagveld van Armageddon worden verdelgd, zal de mensheid van Satans stelsel worden bevrijd en zal Jehovah’s rechtvaardige Nieuwe Ordening onder Christus’ Koninkrijksheerschappij beginnen. — Openb. 16:16.

Zij geloven ook dat miljoenen mensen Armageddon zullen overleven en zich in het door God beloofde aardse Paradijs zullen verheugen, waar als gevolg van een opstanding uit de doden nog vele miljoenen mensen meer zich bij hen zullen voegen. De uiteindelijk goedgekeurden zullen voor eeuwig in volmaaktheid op een aarde leven die geschapen is om voor altijd te blijven bestaan. Dat is het goede nieuws van het Koninkrijk dat Jehovah’s Getuigen overal ter wereld „tot een getuigenis voor alle natiën” bekendmaken. — Matth. 24:14.

De brengers van dit goede nieuws hebben van Jehovah de opdracht gekregen niet alleen „het jaar van goede wil van de zijde van Jehovah” te verkondigen maar ook „de dag der wraak van de zijde van onze God” (Jes. 61:1, 2). Met betrekking tot deze tijd vroegen Jezus’ discipelen hem: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” (Matth. 24:3) Jezus somde als onderdeel van het teken de volgende gebeurtenissen op: grote oorlogen, hongersnood, pestilenties, aardbevingen, vervolging van zijn volgelingen, toenemende wetteloosheid en in radeloze angst verkerende natiën die geen uitweg uit hun dilemma weten. — Matth. 24; Mark. 13; Luk. 21.

Sinds 1914 zijn in twee wereldoorlogen 69 miljoen personen omgekomen. Kleinere oorlogen hebben de aantallen op de verlieslijst met nog miljoenen meer doen toenemen. Hongersnood is wijdverbreid. Een miljard mensen lijden nu honger of zijn wanhopig ondervoed. Sedert de Eerste Wereldoorlog is de aarde geteisterd door pestilenties. Ook eisen hartverlamming, kanker en andere degeneratieziekten een snel stijgende tol aan doden.

Ruim 1.600.000 mensen zijn sedert 1914 bij aardbevingen omgekomen, en het afgelopen jaar hebben verdere grote aardbevingen nog eens duizenden slachtoffers geëist.

De morele maatstaven brokkelen af. Immoraliteit slaat als een vloedgolf over de samenleving maar heeft het eufemistische etiket „nieuwe moraal” opgeplakt gekregen. Overspel wordt door velen als normaal beschouwd en huwelijkstrouw als preuts. Nu jeugdcriminaliteit en misdadigheid door volwassenen welig tieren, hebben gezinsbanden en maatschappelijke betrekkingen steeds minder te betekenen. Er heerst misdaad in het getto, misdaad in de villawijken, misdaad in de hoogste regionen van de zakenwereld en de regering.

Veel hiervan is ook vroeger gebeurd, maar nooit allemaal tegelijk of op zo grote schaal als thans. Eén facet is echter uniek voor de tijd waarin wij leven — ’het verderven van de aarde’ (Openb. 11:18). Wereldwijde vervuiling bederft de lucht die wij inademen, het water dat wij drinken en de grond waarop ons voedsel groeit. Geleerden waarschuwen dat als de vervuilers geen eind maken aan hun verontreinigen van de aarde, deze planeet nog vóór het einde van deze eeuw onbewoonbaar zal zijn. Maar in plaats daarvan zal Jehovah een eind aan de vervuilers maken om de aarde voor zijn goddelijk voornemen te sparen. Dit is inderdaad goed nieuws voor het mensdom!

HOE HET GOEDE NIEUWS WORDT GEPREDIKT

Een in het oog springend onderdeel van het teken van het besluit van dit samenstel van dingen is de vervulling van Jezus’ gebod: „En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Matth. 24:14). Jezus voorzei dat deze Koninkrijksverkondigers in alle landen gehaat en vervolgd zouden worden. Dit is iets wat Jehovah’s Getuigen inderdaad hebben ondervonden! — Matth. 24:9; Luk. 21:12-19.

Niettegenstaande dat hebben de Getuigen hun prediking uitgebreid, zodat ze nu overal op aarde plaatsvindt — in 205 landen en door 2.501.722 actieve verkondigers, die met 46.235 gemeenten verbonden zijn. Jaarlijks worden honderden miljoenen boeken, bijbels en tijdschriften verspreid, aangezien de verkondigers van het goede nieuws van huis tot huis gaan en bij belangstellenden nabezoeken brengen. Zij leiden ook gratis bijbelstudies bij personen thuis die graag Gods voornemen leren kennen.

EEN NEDERIG BEGIN

Ruim honderd jaar geleden, omstreeks 1870, begonnen enkele oprechte christenen in de stad Allegheny in de Amerikaanse staat Pennsylvania bijeen te komen om de bijbel te bestuderen. Dit kleine groepje is uitgegroeid tot de wereldomvattende organisatie van Jehovah’s Getuigen. Deze mannen en vrouwen zijn afkomstig uit alle rangen en standen, alle godsdiensten, alle nationaliteiten en alle talen, en zij hebben het blijmoedig op zich genomen Jezus’ gebod om het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken en discipelen van mensen uit alle natiën te maken, te volbrengen. — Openb. 7:9; Matth. 24:14; 28:19, 20.

Om het prediken en onderwijzen beter te organiseren, vormden deze volgelingen van Jezus Christus in 1881 Zion’s Watch Tower Tract Society. Dit genootschap werd in 1884 een corporatie, waarvan de naam later werd veranderd in Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania. Het doel waarvoor de corporatie werd gevormd, zo zei het charter, was een groot bijbels onderwijzingswerk mogelijk te maken. Dit had te maken met de Koninkrijksboodschap.

Met het verstrijken van de tijd werden er soortgelijke wettelijke, religieuze corporaties zonder winstoogmerk in andere landen georganiseerd. Al deze religieuze corporaties werken harmonieus samen om één werk tot stand te brengen: de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk in heel de wereld. Het is dus precies zoals Jezus zijn volgelingen leerde — hij gebruikt zijn „getrouwe en beleidvolle slaaf”-organisatie om mensen te onderwijzen in de waarheden van Gods Woord (Matth. 24:45-47). In overeenstemming met Matthéüs 24:14 moet het goede nieuws gepredikt worden tot een getuigenis aan alle natiën voordat het einde komt. Daarom gaan Jehovah’s Getuigen door met hun georganiseerde prediking en onderwijzen zij personen die gehoor geven aan de Koninkrijksboodschap en leiden hen op. Zij koesteren de wens dat allen die rechtvaardigheid liefhebben, zich bij hen zullen aansluiten in dit uiterst dringende werk. En zij hopen dat miljoenen mensen die nu leven, nooit zullen sterven maar met hen als een onderscheiden volk de oorlog van de grote dag van God de Almachtige zullen overleven om zich voor eeuwig in het aardse Paradijs te verheugen.

BIJKANTOREN

Om de religieuze activiteit van Jehovah’s Getuigen zo soepel mogelijk te laten verlopen, heeft de Watch Tower Society in veel landen waar het goede nieuws nu wordt verkondigd, bijkantoren gevestigd. Een aantal van deze bijkantoren beschikken over een drukkerij waar bijbels, boeken, tijdschriften en andere religieuze publikaties worden vervaardigd die door Jehovah’s Getuigen worden gebruikt en wereldwijd ten behoeve van personen die de waarheid zoeken, worden verspreid. Het vervaardigen en verspreiden van deze publikaties, waaronder Mijn boek met bijbelverhalen, U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven en de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt!, vormt een integrerend onderdeel van hun religieuze activiteit.

Het afgelopen dienstjaar hebben de 2.501.722 verkondigers 436.720.991 uren besteed aan de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk. Zij hebben bijbels, boeken, tijdschriften en traktaten verspreid aan mensen van alle belangrijke natiën. Tot dusver is deze lectuur in zo’n 190 talen verschenen.

De Watch Tower Society heeft bedienaren van het evangelie en andere vertegenwoordigers naar de verste uithoeken van de wereld gezonden. Zij dienen daar als zendelingen, speciale pioniers, kring- en districtsopzieners, en de kosten van deze activiteit alleen al bedroegen het afgelopen jaar $20.084.360,82. Jehovah’s Getuigen overal ter wereld hebben dit werk van harte gesteund met vrijwillige bijdragen.

BETHELFAMILIES

Op het hoofdbureau en andere drukkerijen, kantoren en boerderijen van het Genootschap werken 6582 leden van Bethelfamilies. Bethel betekent „Huis van God” en is een passende aanduiding voor de woning van toegewijde mannen en vrouwen die de diverse activiteiten op de 94 bijkantoren behartigen. De leden van elke Bethelfamilie hebben het voorrecht een unieke vorm van heilige dienst te verrichten. Zij kunnen al hun tijd besteden aan de diverse hun toegewezen taken waarmee de belangen van het Koninkrijk in alle delen van de aarde gediend zijn. Door nauwe samenwerking zijn de leden van de Bethelfamilie in staat een reusachtige hoeveelheid werk te verzetten om de Koninkrijksboodschap in gedrukte vorm in vele talen uit te geven. Het afgelopen jaar hebben zij bijvoorbeeld met elkaar in totaal 53.517.808 bijbels, boeken en brochures, en 460.072.255 exemplaren van De Wachttoren en Ontwaakt! gedrukt, naast traktaten, programma’s, strooibiljetten en miljoenen stuks ander drukwerk. Zij hebben ook aan de prediking deelgenomen in samenwerking met veel gemeenten waaraan zij toegewezen zijn.

HET WERELDBERICHT

Een snelle blik over de cijfers in het wereldbericht geeft te kennen dat in verreweg de meeste landen een toename in het aantal verkondigers en in veel facetten van het Koninkrijkswerk te zien was. Voor de 205 vermelde landen is er een toename van 6,8 procent geweest in het aantal Koninkrijksverkondigers dat velddienstactiviteiten rapporteerde. Het hoogtepunt aan verkondigers was 2.652.323, wat een groei betekent van 309.689 over het gemiddelde van vorig jaar. De aan het predikingswerk bestede uren vertoonden ook een stijging tot het aantal van 436.720.991. Er was een toename van 9,8 procent in het aantal nabezoeken en van 13,3 procent in het aantal bijbelstudies. Het was opwindend het aantal dopelingen te zien, 161.896, wat een toename van 16,9 procent over 1982 vertegenwoordigt.

Heel bijzonder was het aantal aanwezigen op de Gedachtenisviering voor 1983. Op 29 maart, na zonsondergang, het begin van de bijbelse 14de Nisan, kwam het grootste aantal mensen bijeen dat ooit de Gedachtenisviering van Christus’ dood heeft bijgewoond — 6.767.707. Dat was een toename van 8,2 procent over het recordaantal van het jaar ervoor. Dit betekent dat er 514.920 mensen meer aanwezig waren, een teken dat de broeders en zusters een fijne ondersteuning hebben gegeven aan de regelingen om veel nieuwelingen te helpen aanwezig te zijn bij deze belangrijkste christelijke gebeurtenis van het jaar. Wat een indrukwekkend potentieel voor een toename in het aantal verkondigers van het goede nieuws!

TOENAME IN HET ENE LAND NA HET ANDERE

In het ene land na het andere zien wij een levend geloof, want Jehovah’s Getuigen prediken het goede nieuws. Wij zijn blij dat er in Noorwegen een toename van 5 procent is in verkondigers en dat er meer bijbelstudies worden geleid dan ooit. In de maand juni werd er bijna 9500 uur meer aan de velddienst besteed dan in juni 1982. Het aantal bezoekers op de Gedachtenisviering bedroeg 14.135, ofte wel 1071 meer dan vorig jaar.

Finland bereikte een nieuw hoogtepunt aan verkondigers toen in april 14.365 personen een aandeel hadden aan de Koninkrijksbediening. De toestanden in de wereld baren veel mensen in Finland zorgen; zij vragen zich af waar het met deze wereld heen gaat. Velen van deze zelfde mensen schenken nu aandacht aan de boodschap van het Koninkrijk. Duizenden van hen aanvaarden een huisbijbelstudie.

Zo ontmoetten in november 1982 twee zusters die met de Koninkrijksboodschap van huis tot huis gingen, een jongeman die belangstelling toonde. Zij boden hem het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven aan, dat hij grif nam. Hij vroeg hun of zij hem later een bijbel wilden brengen. Binnen een week kwamen zij terug met de bijbel. Hij verraste hen toen hij vroeg: „Hoe kan ik een getuige van Jehovah worden?” Deze jongeman was onderwijzer en tevens een topatleet en een zeer gerespecteerde trainer. Een huisbijbelstudie maakte hem geestelijk sterk zodat hij het hoofd kon bieden aan veel tegenstand en allerlei verleidingen die op zijn weg kwamen. Afgelopen zomer heeft hij op het „Koninkrijkseenheid”-districtscongres in Helsinki zijn opdracht gesymboliseerd en thans is hij een actieve getuige van Jehovah.

India, met een gemiddelde van 5574 verkondigers, rapporteerde een toename van 9 procent. Bangladesh en Nepal geven beide een toename in verkondigers te zien. Het bijkantoor in India heeft het ontwerp voor het toetsenbord alsook de lettertekens voor het Devanagarischrift naar de Watch Tower Society gezonden. Wanneer dit schrift in de MEPS computer is ingevoerd, zal het bijkantoor in staat zijn lectuur in het Hindi, Marathi en Nepali te zetten, zodat de deur wijder opengaat en nog miljoenen mensen meer het goede nieuws kunnen horen.

De 81.098 bezoekers op de Gedachtenisviering in Venezuela vertegenwoordigden viermaal het aantal verkondigers in dat land! Het aantal aanwezigen in Zimbabwe was bijna het drievoudige van het aantal verkondigers. Het hoogtepunt aan gewone en hulppioniers betekende een toename van 63 procent. Korea vertoonde een voortreffelijke toename in het pionierswerk. Het aantal gewone pioniers heeft de 3200 overschreden, met een gemiddelde toename van 39 procent. De hulppioniers bereikten een nieuw hoogtepunt van 5669 en hadden een gemiddelde toename van 34 procent. Deze activiteit heeft bijgedragen tot nieuwe absolute hoogtepunten aan verkondigers (voor het eerst boven de 33.000) en in de verspreiding. De tijdschriftenverspreiding is met 36 procent omhooggegaan, terwijl er 55 procent meer abonnementen zijn afgesloten! Een broeder sloot in één maand 164 abonnementen af en dit aantal liep in negen maanden op tot 656.

In Denemarken werd het afgelopen jaar een toename van 9 procent in het aantal bijbelstudies behaald. Het gemiddelde aantal pioniers steeg met 9 procent en het aantal hulppioniers met bijna 30 procent. Een jong meisje dat aan drugs verslaafd was, begon de bijbel te bestuderen; zij bracht een opmerkelijke verandering in haar levenswijze aan. In vijf maanden tijd werd zij gedoopt. Haar ijver spoorde haar tot de hulppioniersdienst aan; toen ging zij in de gewone pioniersdienst. Momenteel heeft zij een aantal bijbelstudies met personen uit haar vroegere vriendenkring.

Oostenrijk was zeer verheugd toen het aantal verkondigers voor het eerst boven de 15.000 kwam. Ook in België was men blij toen het voorgaande hoogtepunt werd overschreden zodat er nu meer dan 20.000 verkondigers zijn. Het aantal pioniers is vergeleken bij het voorgaande jaar met 30 procent toegenomen.

Uit Griekenland komt het bericht dat nu „alle broeders en zusters ijverig van deur tot deur prediken alsook een aandeel hebben aan het straatwerk en het informeel getuigenisgeven. Hun ijver voor het predikingswerk is buitengewoon groot”. Het aantal gewone pioniers is in een jaar toegenomen van 397 tot 636. Het hoogtepunt in het aantal hulppioniers is in april meer dan verdubbeld tot 2456. Het aantal bijbelstudies in april bereikte een hoogtepunt van 7811. En het aantal verkondigers dat in augustus werd bereikt, namelijk 21.143, was het 20ste opeenvolgende hoogtepunt.

STORMEN DIE GEEN KANS ZAGEN DE GETUIGEN TOT STAAN TE BRENGEN

In maart 1983 raasde de cycloon Oscar over de Fidji Eilanden en liet 10.000 mensen dakloos achter, onder wie vijftig getuigen van Jehovah. Eén Koninkrijkszaal werd totaal verwoest, een andere ernstig beschadigd. Ongeveer 100.000 personen kregen voedselrantsoenen uitgereikt. Een ouderling schreef: ’Wat schoten de broeders snel te hulp toen wij door die ramp getroffen werden!’ Het Besturend Lichaam trof financiële regelingen om de broeders te helpen noodbehuizingen te bouwen en aan voedsel te komen. Broeders uit minder zwaar getroffen gebieden trotseerden gezwollen rivieren en aardverschuivingen om met het wederopbouwprogramma te kunnen helpen. Bij het zien hiervan zei een man uit de wereld: „Dit is onvervalst christendom!” Ondanks twee tyfoons in maart bereikten de broeders in die maand een nieuw absoluut hoogtepunt aan verkondigers, namelijk 806. In juni werd met het aantal van 819 opnieuw een hoogtepunt bereikt.

VEEL OPMERKELIJKE ERVARINGEN

De over de gehele wereld toegenomen Koninkrijksactiviteit heeft de broeders veel vreugde geschonken en talloze voortreffelijke ervaringen opgeleverd. Een pionier uit een stad op Kreta had het volgende te vertellen: „Wij verspreidden 800 traktaten, alsmede zes tijdschriften en twee boeken. Wij waren razend enthousiast. Wij ondervonden wat tegenstand van een persoon die bevooroordeeld was. Hij probeerde de mensen tegen ons op te zetten, maar zij reageerden niet. Toen er dus een priester langs kwam, dacht hij dat hij wel steun zou krijgen van de priester. Maar tot zijn verbazing antwoordde de priester: ’Zij doen niets verkeerds. Het is alleen maar een aankondiging, en dat is niet onwettig.’ Toen kwam er een onderwijzer naar ons toe, die een traktaat nam en tijdschriften. Hij zei dat hij de Getuigen beter wilde leren kennen. Een zuster gaf hem het adres van een Koninkrijkszaal en de volgende dag woonde hij de vergadering bij. Hij maakt nu goede vorderingen in de waarheid.”

Frankrijk schrijft: „Vol vreugde zagen wij in april 77.867 verkondigers in het veld — een vijfde hoogtepunt en een toename van 10 procent ten opzichte van vorig jaar. Onder de immigrantenbevolking, van wie de meesten moslims uit Algerije en Tunesië zijn, begint het goede nieuws de weg naar het hart van mensen te vinden. Dikwijls krijgen deze mensen, die op religieus gebied en als gezin hecht aaneengesmeed zijn, met ernstige problemen te kampen wanneer zij hun standpunt voor de waarheid innemen.”

In 1979 waren verscheidene Getuigen door een bepaalde moslim aangevallen. Een broeder bericht: „Toen ik op een dag onderweg was naar een vergadering, zag ik hem op zijn stoep staan. ’Ik wil niet meer hebben dat je langs mijn huis loopt’, zei de man. Om de vrede te bewaren nam ik een paadje dat ergens anders langs liep, maar nu kwam hij me steeds achterna om mij uit te schelden. Toen trok hij een mes en sloeg me op mijn neus. Ik bad tot Jehovah om hulp. Juist op dat moment kwamen er twee honden te voorschijn en begonnen tegen hem te blaffen. Dat maakte hem bang en hij ging ervandoor.

Al die haat kwam doordat ik getuigenis had gegeven aan zijn zoon, die een collega van mij was. Eerst dacht de zoon dat ik katholiek was, en wilde hij niet luisteren. Maar ik bleef met hem praten en vertelde hem wat ik uit de bijbel had geleerd. Hij lette scherp op hoe ik de arbeiders op het werk behandelde, om te zien of ik in praktijk bracht wat de bijbel te zeggen had. Om mij een plezier te doen, nam hij een paar tijdschriften aan. Toen ik hem over verschillende artikelen vragen stelde, voelde hij zich verplicht ze te lezen. Geleidelijk aan begon hij zelf vragen te stellen. Toen kwam hij uit nieuwsgierigheid naar een vergadering in de Koninkrijkszaal. Uiteindelijk informeerde hij naar de mogelijkheid van een bijbelstudie om meer te kunnen leren. Beetje bij beetje begon de waarheid uit Gods Woord door te dringen. Hij begon veranderingen in zijn persoonlijkheid aan te brengen en hij liet zijn haar knippen. Hij schafte nieuwe kleren aan, tot grote verbazing van zijn vrienden. Ook begon hij te praten over de dingen die hij leerde, maar zijn vrienden lachten hem uit. In 1979 symboliseerde hij zijn opdracht aan Jehovah door de waterdoop. Het resultaat van dit informele getuigenisgeven is dat vijftien collega’s, zeven moslims onder wie twee vleselijke broers van deze man, ondanks hevige vervolging van de zijde van hun familie hun standpunt voor de waarheid hebben ingenomen. Een van hen heeft zelfs het voorrecht van de gewone en speciale pioniersdienst gesmaakt.”

MEER NIEUWE HOOGTEPUNTEN

El Salvador met zijn 12.008 verkondigers heeft een reeks nieuwe hoogtepunten beleefd. Het aantal aanwezigen op hun Gedachtenisviering bedroeg 44.967.

In mei bereikten de verkondigers in Ierland een nieuw hoogtepunt van 2215. Het aantal van 127 dopelingen is het hoogste sinds jaren, en dat cijfer betekent een toename van 16,5 procent ten opzichte van het aantal dopelingen van vorig jaar.

Senegal heeft een speciale poging gedaan om in het binnenland te prediken, met goede resultaten. Het berichtte een nieuw hoogtepunt van 389 verkondigers in mei, en tevens 688 bijbelstudies in diezelfde maand.

De Färöer hadden een toename in verkondigers van 15 procent. Het gemiddelde aantal gewone pioniers steeg met 75 procent! In april stond 34 procent van alle verkondigers in de hulp- of gewone pioniersdienst.

In Ecuador bezocht het uitzonderlijke aantal van 36.827 personen de Gedachtenisviering. Zij hebben in de loop van het dienstjaar 1983 negen hoogtepunten gehad in verkondigers, terwijl in augustus 7504 bericht inleverden — een toename van 27 procent ten opzichte van het gemiddelde van vorig jaar. Het aantal bijbelstudies is met sprongen vooruitgegaan en gaf in de loop van het jaar acht nieuwe hoogtepunten te zien, waarvan het laatste, in juli, 11.047 bedroeg, een toename van 43 procent. Voor de allereerste keer hebben de broeders in Ecuador gemiddeld één studie per verkondiger. De vooruitzichten voor toekomstige groei in dat land zijn dus werkelijk schitterend!

Natuurlijk zijn er landen die al vele jaren lang een fantastische groei hebben. Japan bijvoorbeeld heeft 56 opeenvolgende hoogtepunten beleefd. Gemiddeld 35 procent van zijn 77.577 verkondigers waren in de pioniersdienst! In augustus liep het aantal verkondigers op tot 82.160, een toename van 21 procent ten opzichte van het gemiddelde over het vorige dienstjaar. Japan heeft nu 1504 gemeenten, en er is een gemiddelde van meer dan tien gewone pioniers per gemeente!

Ook Mexico heeft een uitzonderlijke toename in verkondigers te zien gegeven, met een hoogtepunt van 133.852. Zij hebben bijna 160.000 huisbijbelstudies geleid, een toename van 44 procent vergeleken met het gemiddelde van 1982. Een gezin van vier personen leidt achttien studies.

De Verenigde Staten hebben eveneens een jaar van uitzonderlijke toename gehad. Het was opwindend een hoogtepunt van 643.170 verkondigers actief aan de bediening deel te zien nemen. Bijzonder aanmoedigend is de pioniersgeest, met een gemiddeld maandelijks aantal opgaven voor de hulppioniersdienst van 29.197. En het aantal van 1.574.212 aanwezigen op de Gedachtenisviering, 74.928 meer dan vorig jaar, laat zien wat voor mogelijkheden er nog in het verschiet liggen.

HET EEUWIG LEVEN-BOEK EN HET BIJBELVERHALEN-BOEK

Het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven is werkelijk een geschenk van Jehovah. Het heeft velen geholpen de waarheid te leren kennen. In Costa Rica dacht men een voorraad voor twee jaar te hebben, maar die raakte binnen enkele maanden al uitgeput. Met behulp van dit boek zijn duizenden nieuwe huisbijbelstudies opgericht.

In Ierland werd een studie opgericht in een katholiek gezin. De echtgenoot was een heftige tegenstander en dreigde met echtscheiding. De vrouw zette echter haar studie voort. Op een dag gaf zij haar man het Eeuwig leven-​boek. Het had een geweldige uitwerking op hem. De illustraties, en ook de duidelijke, onomwonden tekst spraken hem aan. De volgende keer dat de Getuigen bij zijn vrouw kwamen, waren zij zeer verbaasd over zijn mildere houding. Dit jonge katholieke echtpaar was onder de indruk toen zij vernamen dat Gods naam Jehovah is en dat religieuze titels voor mensen in strijd zijn met de leringen van Jezus. Kort nadat de man zijn studie met behulp van dit boek was begonnen, hield hij op met roken. Niet lang daarna bedankten beiden als lid van de Katholieke Kerk en vernietigden al hun zogenaamde heiligenprenten. De vrouw is onlangs gedoopt en heeft een aandeel aan het hulppionierswerk. Ook de echtgenoot maakt voortreffelijke vorderingen in de bediening.

Mijn boek met bijbelverhalen is nog steeds een erg populair boek en helpt jong en oud de bijbel te leren kennen en hun leven te hervormen in navolging van enigen van de voortreffelijke bijbelse figuren die in deze publikatie worden besproken. Een jongeman op Jamaica bijvoorbeeld had de reputatie het met de eerlijkheid niet zo nauw te nemen. Hij werd tweemaal gearresteerd wegens diefstal en hij rookte marihuana. Hij kreeg een exemplaar van het Bijbelverhalen-boek en las het. Nu is hij een ander mens. Hij hield op met stelen, gaf het roken helemaal op en liet zijn haar knippen. Hij is nu begonnen anderen het goede nieuws te vertellen. In de hele buurt zijn de veranderingen die zich in deze jongeman hebben voltrokken het onderwerp van gesprek geworden.

Niet zo lang geleden kreeg een predikant in Kenia het Bijbelverhalen-boek in handen. Hij moest zijn preek houden, maar hij raakte zo verdiept in het boek dat hij vergat dat hij een religieuze dienst in de kerk zou leiden. De parochianen zaten maar te wachten tot hij zou komen opdagen. Toen stuurden zij twee diakenen om uit te zoeken waar hij bleef. Toen het tweetal bij de pastorie aankwam, bleek hij in het Bijbelverhalen-boek te zitten lezen. Hij was volslagen vergeten naar de kerk te gaan! Maar het tweetal dat de predikant was komen zoeken, raakte ook verdiept in het boek, en wel zozeer dat zij niet meer naar de kerk teruggingen. Vervolgens kwam de hele gemeente naar de pastorie. Wie schetst hun verbazing toen de drie daar in een gesprek over het Bijbelverhalen-boek gewikkeld bleken te zijn! Die ochtend werd de kerkdienst afgelast. De hele gemeente kwam bij de predikant thuis zitten en praatte over Mijn boek met bijbelverhalen. Als gevolg van die afleiding te rechter tijd kwamen er verzoeken om meer informatie.

„KONINKRIJKSEENHEID”-DISTRICTSCONGRESSEN

Op de „Koninkrijkseenheid”-districtscongressen van 1983 bleek eens te meer de internationale eenheid onder Jehovah’s Getuigen. De 104 districtscongressen overal in de Verenigde Staten gaven een absoluut hoogtepunt van 1.124.070 aanwezigen te zien. Het aantal dopelingen op deze congressen bedroeg 10.530.

Het was schitterend om in een zo verdeelde wereld de vrede en eenheid van Gods volk waar te nemen. De congresgangers hadden waardering voor alle rechtstreekse en actuele raad die werd gegeven. Bijbelse drama’s legden de nadruk op de noodzaak om getrouw, loyaal en integer jegens Jehovah en zijn organisatie te blijven. De Verklaring van Eenheid bevestigde hun vaste wil om de grootse eenheid te bewaren waarin Jehovah hen als een kudde in zijn kooi heeft vergaderd. „Wie zijn verenigd te midden van deze door strijd verscheurde wereld?” was de titel van de openbare lezing op zondag. Terecht werden daarin de schriftuurlijke redenen uiteengezet voor de internationale eenheid die Jehovah’s Getuigen genieten. Er werd op gewezen dat de Getuigen tot een „machtige natie” op aarde zijn geworden, die kracht put uit haar eenheid onder Gods koninkrijk, een werkelijke regering voor hen die rechtvaardigheid liefhebben.

Een uniek aspect van de „Koninkrijkseenheid”-districtscongressen vormden de telefoonverbindingen waarmee veel steden werden aangesloten op een congres-sleutelstad. Op 8 en 9 juli was er een draadverbinding tussen 48 steden. Zevenentwintig van deze congressteden lagen in de Verenigde Staten, zeventien in Canada, drie op Hawaii en één op Bermuda. Het totaalaantal aanwezigen op deze 48 congressen was ruim 400.000. Het schonk de broeders een waar gevoel van eenheid om op deze manier met elkaar verbonden te zijn.

BOUWACTIVITEITEN

De expansie in het veld betekende dat de faciliteiten van een aantal bijkantoren moesten worden uitgebreid. Op de volgende bijkantoren heeft men zich bezig moeten houden met de aankoop van onroerend goed en bouwprojecten: Argentinië, Australië, de Bahama’s, Brazilië, Canada, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Chili, Colombia, Costa Rica, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Ecuador, El Salvador, de Filippijnen, Finland, Frankrijk, Ghana, Groot-Brittannië, Guyana, Haïti, Hawaii, India, Israël, Italië, Libanon, Martinique, Mexico, Nederland, Nieuw-Zeeland, Nigeria, Noorwegen, Oostenrijk, Panama, Papoea Nieuw-Guinea, Peru, Portugal, Spanje, Tahiti, Trinidad, Venezuela, Zaïre, Zambia, Zimbabwe en Zuid-Afrika. In sommige landen moesten zendelingenhuizen worden gekocht.

Verder waren er bouwprojecten in verband met de Mountain Farm en de Watchtower Farms in de staat New York. In Brooklyn werden de gebouwen aan 360 Furman Street en 175 Pearl Street gekocht om ruimte te maken voor de huidige expansie. Er werden nieuwe „high speed” rotatie-offsetpersen geïnstalleerd, alsmede „burst”-binderij-apparatuur, om de vraag naar lectuur in het veld te kunnen bijhouden.

TOENEMEND GEWELD IN DE WERELD

Jezus verklaarde: „Wegens het toenemen der wetteloosheid zal de liefde van de meesten verkoelen” (Matth. 24:12). In veel gebieden van de wereld vereist het moed om door te gaan met de predikingsactiviteit en naar congressen te reizen. Denk eens aan onze broeders in El Salvador. Door de oorlog kostte het een groepje van zeven volwassenen en hun kinderen anderhalve dag om een kringvergadering te bereiken. Onder normale omstandigheden zou die reis hun zes uur hebben gekost. Ondanks de tijd en het geld die het hun had gekost, keerden zij gelukkig huiswaarts omdat zij de vergadering hadden bijgewoond.

Ten gevolge van uitbarstingen van geweld in dat land hebben sommige Getuigen huis en haard moeten verlaten. Dikwijls is er gebrek aan water en elektriciteit. Broeders hebben zich bereid getoond hun leven te wagen om geïnteresseerden te helpen die er de voorkeur aan gaven te blijven. In één geval liepen de broeders 23 km om te zien of zij de broeders die waren gebleven en gedupeerd waren, konden aanmoedigen. Zij werden door de strijdkrachten aangehouden, gefouilleerd en ondervraagd. Het resultaat? De soldaten kregen een goed getuigenis en er werd lectuur bij hen verspreid. Toen de broeders op hun bestemming aankwamen, werden zij gefouilleerd en ondervraagd door de guerrilla-autoriteiten, die de stad in handen hadden. Weer werd een goed getuigenis gegeven. De broeders boden de brochure Geniet voor eeuwig van het leven op aarde! aan en vertelden hun dat deze hun samen met de bijbel zou laten zien hoe zij geluk konden vinden. De mannen toonden zo veel belangstelling dat de broeders hun uitlegden hoe zij de brochure konden gebruiken om anderen in het kamp te helpen. Toen de verkondigers ten slotte bij de pasgeïnteresseerden en enige broeders die inactief waren geworden aankwamen, werden zij met veel waardering verwelkomd omdat zij zich zo veel moeite hadden getroost en zo veel gevaar hadden getrotseerd om de groep te bezoeken.

„Hoe kunt u bewijzen dat u neutraal bent?” vroeg een soldaat aan een Getuige, een zuster. „Door geen partij te kiezen. Ik sta niet aan uw kant en ik sta niet aan de kant van de anderen”, was het antwoord. „Hoe hebt u zo duidelijk en overtuigend leren spreken?” vroeg de soldaat verder. De Getuige antwoordde: „Uit de bijbel. Jezus heeft ons geleerd met vrijmoedigheid te spreken.”

Nu ontdekte een andere soldaat haar bandrecorder en zei: „Vrouw, geef mij die bandrecorder!” Zij antwoordde: „Ik geef ’m u niet, ook al weet ik dat u ’m mij zult afnemen.” Een vrouw in het gezelschap van de soldaten vroeg: „Kunt u mij vertellen hoe ik kan leren mijn ideeën zo aan anderen uit te leggen als u het doet?” Het antwoord: „Jawel, dan moet u de bijbel lezen.” De vrouw legde uit dat zij niet veel tijd hadden om te lezen. Toen zei de zuster: „In die bandrecorder zit een band. Luister daar maar naar.” De soldaten vertrokken en namen de recorder mee.

Die middag kwamen er een paar vissers bij het huis van de zuster. Een van hen vroeg: „Mevrouw Catalina, hebben de soldaten uw bandrecorder afgepakt?” „Hoe weet je dat?” vroeg zij. „Nu, we kwamen langs het guerrillakamp toen wij een stem hoorden zeggen: ’Het goede nieuws volgens Johannes.’” Deze zuster is een voortreffelijk voorbeeld van moed in weerwil van gevaar.

TEGENSTAND OVERWINNEN

In een Afrikaans land waar het Koninkrijkswerk verboden is, spreken onze broeders en zusters nog steeds over de waarheid, maar zij gaan hierbij omzichtig te werk. Bij een benzinestation waar een broeder werkt, kwam een non tanken. De broeder sprak met haar. Hij stelde haar vragen, en dit leidde tot een bijbelstudie. De non was een prominente figuur in het klooster en men deed al het mogelijke om haar ervan af te brengen haar bijbelstudie voort te zetten. Brieven van „moeder-oversten” zetten haar onder druk om de studie te staken. Eén „moeder-overste” kwam zelfs overgevlogen om de non te bezoeken. Zij redeneerde aldus met haar: „Als je doorgaat met je studie, zul je alles verliezen en uiteindelijk niets meer hebben — geen geld, geen meubilair, geen werkkring en geen plaats om naar toe te gaan, want al je familieleden zullen je verstoten. Een ellendig leven staat je te wachten.”

„God zal me helpen”, zei de non. De „moeder-overste” antwoordde: „God doet dergelijke dingen niet meer.” Hierop zei de non: „Misschien doet de katholieke god dergelijke dingen niet meer.” Maar zij was er zeker van dat de ware God, Jehovah, haar zou helpen.

De non vertrouwde haar zorgen aan Jehovah toe en zette haar studie voort. Zij bedankte als lid van de Katholieke Kerk. Wie schetst haar verbazing toen een van haar familieleden haar in huis nam! Kort daarna kreeg zij een baan als kleuteronderwijzeres, ofschoon zij niet aan de vereisten voor de betrekking scheen te voldoen. Zij mocht haar meubilair uit het klooster meenemen en kreeg bij wijze van minnelijke schikking een grote som geld. Dus had zij uiteindelijk geld, meubilair, onderdak en werk. Bovenal had zij haar geloof in Jehovah, een God die zorgt. Zij maakt nog steeds fijne vorderingen als een predikster van het goede nieuws die op Jehovah vertrouwt. — Spr. 3:5, 6.

Een jonge broeder in Senegal vertelt hoe het gebed hem geholpen heeft. Hij kreeg tegenstand zodra hij met Jehovah’s Getuigen begon om te gaan. Hij schrijft: „Iedereen was tegen me. Mijn ouders bedreigden me. Mijn vader zei dat ik nooit meer thuis mocht komen. Mijn moeder weigerde niet alleen met me te praten, maar huilde constant. Zij dacht dat ik onder een ban stond. Gebed tot Jehovah heeft me geholpen. Ik bad dag en nacht. Nu, na mijn doop, zijn mijn ouders wat milder geworden. Wat ben ik blij dat ik mijn familie kan helpen en in staat ben Jehovah te dienen, de Hoorder van mijn gebeden!” — Ps. 65:2.

DE BEWERKING VAN HET PLATTELAND

Uit Noord-Ierland komt de volgende ervaring: „Wij probeerden mensen op het platteland te bereiken, maar mijn auto deed het niet al te best. Dus besloot ik dat als hij niet direct de eerste keer wilde starten, ik in plaats daarvan plaatselijk gebied zou bewerken. De auto startte meteen, dus gingen wij naar het landgebied. Wij hadden een gesprek met een aardige vrouw die zei dat wij niet naar de boerderij aan het eind van het weggetje hoefden te gaan omdat daar niemand was. Ik besloot om toch te gaan en een traktaat achter te laten. Bij de deur aangekomen, dacht ik: ’Ik kan net zo goed even kloppen.’ Tot mijn verbazing kwam er een bedroefd uitziende vrouw aan de deur. Haar eerste woorden waren: ’Bent u een van Jehovah’s Getuigen?’ Toen ik hier bevestigend op antwoordde, nodigde zij me binnen. Ik moet zeggen dat zij gewoon in de wolken was een van de Getuigen te ontmoeten.

Het geval wilde dat zij drie jaar voordien, toen zij in Australië woonde, een bijbelstudie met een van de Getuigen had. Zij dacht dat zij niet de moed had om haar standpunt voor de waarheid in te nemen. Zij kreeg zo veel tegenstand van haar familie dat zij ophield met de studie. Zij wist niet dat er Getuigen in Noord-Ierland waren en dacht dat Jehovah haar verlaten had. Terwijl ik er was, bracht de postbesteller haar een brief met aanmoedigingen van de zuster die in Australië met haar had gestudeerd. De volgende zondag bezocht zij de vergadering in de Koninkrijkszaal. Sindsdien gaat het in geestelijk opzicht heel goed met haar. De reeks van omstandigheden gaf ons het gevoel dat de engelen die dag sterk aan het werk waren.”

DE GERINGEN NOOIT OVER HET HOOFD ZIEN

In een Afrikaans land waar het werk verboden is, werd een bijbelstudie opgericht bij een onderwijzer. Maar aan de dienstbode van de onderwijzer werd door de Getuige niet meer aandacht geschonken dan dat hij haar beleefd groette. De dienstbode dacht dat zij niet ontwikkeld genoeg was om voor dergelijke studies in aanmerking te komen. Kort daarna gaf zij deze betrekking op voor een beter betaalde baan en spaarde zo veel mogelijk geld. Toen zij meende genoeg geld te hebben, ging zij naar het huis van de broeder en vroeg hem of hij haar bijbelles wilde geven. Nu kon zij hem ervoor betalen. Het geld werd natuurlijk niet aangenomen. De broeder wees op het beginsel in Matthéüs 10:8: „Gij hebt om niet ontvangen, geeft om niet.” Er werd een bijbelstudie met haar begonnen. Al gauw besefte zij dat zij veranderingen in haar leven moest aanbrengen. Zij had een immorele verhouding gehad met de onderwijzer voor wie zij gewerkt had. De twee traden in het huwelijk en zijn nu actief in de christelijke bediening.

VRIENDELIJKHEID WERPT VRUCHTEN AF

Een vrouw die met een heel jonge baby op een veerboot van Engeland naar Ierland reisde, werd zeeziek en voelde zich erg naar. Een van de Getuigen-zusters bood aan voor de baby te zorgen totdat de vrouw zich beter voelde. Na een reis van drie en een half uur bedankte de vrouw de zuster voor haar hulp. „Ik weet werkelijk niet hoe ik u moet bedanken voor uw vriendelijke hulp met de baby”, zei de vrouw. De zuster antwoordde: „Ik ben een van Jehovah’s Getuigen. Als er weer een Getuige bij u aan de deur komt, luistert u dan alstublieft naar wat hij te zeggen heeft.” Er gingen een paar jaren voorbij en toen ontmoetten zij elkaar weer. Waar? Op een districtscongres in Dublin! Zij omhelsden elkaar als zusters die elkaar lang niet hadden gezien. Deze vrouw had inderdaad geluisterd toen er weer een Getuige bij haar aan de deur kwam. Nu zijn zij en haar man opgedragen dienstknechten van Jehovah.

JONGEREN DIE HET GOEDE NIEUWS VERKONDIGEN

Judy woont in Nairobi. Zij is vijf jaar. Zij gaat geregeld met haar moeder mee in de velddienst en kan een eenvoudige tijdschriftenaanbieding doen. Op een keer verspreidde zij in een maand zelf meer dan vijftig tijdschriften.

Judy’s zusje, Mary, is dertien jaar. Ook zij is een goede Getuige. Op een dag moest zij op school bij een schriftelijk examen de vraag beantwoorden: „Waar zijn de doden?” Mary antwoordde volgens de bijbel dat de doden zich in het graf bevinden. Haar antwoord werd door de meester fout gerekend. Mary ging naar de meester om te weten te komen waarom haar antwoord fout was. De meester zei dat ’iedereen weet dat men bij de dood naar de hemel gaat’. Mary sloeg haar bijbel open bij Johannes 5:28, 29 en liet de meester zien dat de doden zich in het graf bevinden in afwachting van een opstanding. Toen de meester zag wat er in de bijbel stond, werd Mary’s antwoord goed gerekend en alle andere antwoorden fout. Vanzelfsprekend volgde er een hele discussie. Het resultaat was dat Mary twintig exemplaren van de brochure Een zekere toekomst aan haar klasgenoten verspreidde. Met een van hen begon zij zelfs een bijbelstudie. Wat een vreugde was het dit klasgenootje op de volgende kringvergadering te zien!

Wanneer wij terugblikken op de activiteiten van het afgelopen dienstjaar en zien wat er allemaal tot stand is gebracht, kunnen wij met de psalmist nederig zeggen: „[Jehovah,] gij hebt het jaar gekroond met uw goedheid” (Ps. 65:11). Hoe? Vanwege het grote getuigenis dat met behulp van zijn geest is gegeven.

[Tabel op blz. 24-31]

BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 1983 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE HELE WERELD

(Zie publicatie)