Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De geschiedenis van Jehovah’s Getuigen in deze tijd

De geschiedenis van Jehovah’s Getuigen in deze tijd

De geschiedenis van Jehovah’s Getuigen in deze tijd

Wat kan een groter voorrecht zijn dan te dienen als een getuige van de ware God, Jehovah! Jezus Christus was zo’n getuige (Openb. 3:14; Joh. 18:37). Jehovah’s Getuigen in deze tijd zien naar hem op als hun voorbeeld. In meer dan 200 landen verkondigen zij het goede nieuws dat Gods koninkrijk in handen van Christus nu regeert, dat het huidige goddeloze samenstel spoedig zal eindigen en dat deze aarde een paradijs zal worden waar zij die rechtvaardigheid liefhebben, voor eeuwig kunnen leven.

Op de volgende bladzijden wordt van een paar delen van de aarde verhaald hoe dit werk van prediken en onderwijzen er een aanvang nam en onder welke omstandigheden het er wordt verricht, verslagen die waarlijk geloofversterkend zijn.

BOLIVIA: Toen twee zendelingen hier in 1945 arriveerden, waren er nog geen andere getuigen van Jehovah in dit land. Hun kennis van het Spaans was zeer beperkt. Hoe legden zij het aan om de Koninkrijksboodschap snel naar alle grote steden te verbreiden? Welke obstakels moesten overwonnen worden om verafgelegen dorpjes in de Andes te bereiken? Wie verwelkomden hun boodschap?

NEDERLAND: Tachtig jaar geleden begonnen hier personen die liefde hadden voor de waarheid, duidelijk het verschil te zien tussen de ware en de valse religie. Moedig deelden zij met anderen wat zij leerden. Intense tegenstand was het gevolg. Ondanks brute nazi-vervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog groeiden hun aantallen snel. Velen zijn in Jehovah’s organisatie gekomen. Niet allen zijn gebleven. Maar het onderscheid is duidelijk geworden „tussen iemand die God dient en iemand die hem niet heeft gediend”. — Mal. 3:18.

NIGERIA: Een natie met een buitengewone verscheidenheid binnen haar grenzen, honderden stamgroepen, ongeveer de helft van de bevolking moslem, velen die belijden christenen te zijn, niet weinigen die offeren aan fetisjgoden. Hoe reageren zulke mensen als religie ter discussie wordt gesteld? Wat verklaart de toename in Koninkrijksverkondigers van die ene in 1921 tot de meer dan 120.000 nu?

Mogen deze verslagen ertoe aanmoedigen volledig voordeel te trekken van de mogelijkheden om Jehovah te dienen, en mogen ze ertoe bijdragen steeds sterk te blijven in het geloof.