Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jehovah’s Getuigen — Jaarboekbericht 1996

Jehovah’s Getuigen — Jaarboekbericht 1996

Jehovah’s Getuigen — Jaarboekbericht 1996

BIJ monde van de profeet Jesaja sprak Jehovah God zijn geliefde organisatie toe met de woorden: „Al uw zonen zullen door Jehovah onderwezen personen zijn, en de vrede van uw zonen zal overvloedig zijn” (Jes. 54:10, 13). Jezus Christus citeerde deze woorden toen hij het werk uiteenzette dat zijn Vader door bemiddeling van hem als onderwijzer deed (Joh. 6:45). Dat onderwijzingswerk heeft gedurende een periode van meer dan 1960 jaar voortgang gevonden, waardoor een kleine kudde, bestaande uit mensen uit „elke stam en taal en elk volk en elke natie”, werd voorbereid om met Christus in zijn hemelse koninkrijk te dienen (Openb. 5:9, 10; Luk. 12:32). Maar het programma van goddelijk onderwijs is niet tot de kleine kudde beperkt gebleven.

Jehovah gaf Jesaja ook een visioen van een grote menigte mensen uit alle natiën — toekomstige kinderen van God — die opgaan naar de berg van Jehovah om onderricht te worden in Zijn wegen (Jes. 2:2-4). In overeenstemming met dat visioen gaf Jezus zijn volgelingen het gebod om ’discipelen [of leerlingen] te maken van mensen uit alle natiën, en hun alles te leren onderhouden’ wat hij van zijn Vader had gehoord en hun had geleerd (Matth. 28:19, 20). In deze tijd vindt dat onderwijzingswerk voortgang in een adembenemend tempo.

Het afgelopen dienstjaar waren er gemiddeld 4.950.344 personen die elke maand een openbaar getuigenis omtrent Jehovah’s koninkrijk gaven. Het hoogtepunt aan Getuigen dat jaar was in totaal 5.199.895. Onder hen waren mensen van alle rassen, uit bijna elke natie. Sommige van deze verkondigers van het goede nieuws zijn 80, 90 of zelfs 100 jaar oud — met inbegrip van een getrouwe gezalfde broeder in Pennsylvania (VS), die ruim 102 jaar is en de afgelopen 46 jaar heeft gepionierd. Er zijn ook veel jongeren, zoals het 13-jarige meisje in Duitsland dat haar school als haar persoonlijke gebied beschouwt en de jonge verkondigster in Italië die ervoor zorgde dat haar onderwijzer en al haar klasgenoten een exemplaar van Koninkrijksnieuws no. 34 kregen.

Uit het jaarbericht blijkt dat het programma van goddelijk onderwijs nu in 232 landen, eilandengroepen en gebieden voortgang vindt. En degenen die aan dit werk deelnemen, hebben heel hard gewerkt. Tijdens het dienstjaar 1995 hebben zij 1.150.353.444 uur aan de velddienst besteed, 421.827.907 nabezoeken gebracht en gemiddeld 4.865.060 huisbijbelstudies geleid. Velen hebben het gegeven onderricht ter harte genomen; als gevolg daarvan zijn 338.491 personen als symbool van hun opdracht aan Jehovah gedoopt. Zij hebben verschillende achtergronden. Polen bericht dat de dopelingen „meest jonge mensen” waren. Het kantoor in Albanië zegt dat een Getuige die vroeger in Italië een katholieke non is geweest, een Albanese vrouw die een atheïste en een actieve communiste was, heeft geholpen een gedoopte aanbidster van Jehovah te worden. Deze twee leiden nu in totaal meer dan vijftig bijbelstudies met anderen in Albanië en putten daar veel vreugde uit.

Al vele jaren zijn De Wachttoren en Ontwaakt! doeltreffende instrumenten in het wereldomvattende onderwijsprogramma dat Jehovah’s Getuigen ten uitvoer brengen. Deze tijdschriften leggen vooral nadruk op de bijbel en op de schitterende dingen die dit boek omtrent Gods voornemen met de mensheid onthult. Deze tijdschriften zijn werkelijk internationaal; ze maken de lezers attent op belangwekkende gebeurtenissen over de hele wereld en op manieren waarop mensen, ongeacht waar zij wonen, met succes het hoofd kunnen bieden aan de spanningen in het leven. Dit jaar werden er 456.995.181 tijdschriften daadwerkelijk aan geïnteresseerde mensen verspreid. Op 1 september 1995 werd De Wachttoren in 120 talen gedrukt; Ontwaakt! in 75 talen. Begin april gaven sommige gemeenten de tijdschriftenverspreiding een extra stimulans door regelingen te treffen voor een zeer speciale tijdschriftendag. Een gemeente in Piraeus (Griekenland), die ongeveer 90 verkondigers telt, plande op hun dag vier velddienstbijeenkomsten. Als gevolg van hun vereende krachtsinspanningen werden er op die ene dag 700 tijdschriften verspreid. In april verspreidden de 538 verkondigers in Albanië 56.049 tijdschriften — 104 per verkondiger! De bijkantoren van Guatemala, Chili, Trinidad en Fiji berichtten ook een uitstekende reactie op de regelingen voor zo’n speciale tijdschriftendag.

Het gebruik van video’s voor onderwijs

De laatste jaren hebben Jehovah’s Getuigen ook gebruik gemaakt van video’s als onderwijsinstrumenten. Tot dusver zijn er bijna vier miljoen videobanden in meer dan dertig talen geproduceerd. De nieuwe video’s die het afgelopen dienstjaar (in het Engels) zijn vrijgegeven, waren getiteld Verenigd door Goddelijk onderwijs (gebaseerd op de serie internationale congressen van 1993/94), Tot de einden der aarde (over de Gileadschool en het werk dat door de daar opgeleide zendelingen wordt gedaan), De Nieuwe-Wereldmaatschappij in actie (met historische beelden van de hedendaagse organisatie toen deze ongeveer een tiende van de huidige omvang had), en de eerste drie hoofdstukken van het boek Kennis die tot eeuwig leven leidt in Amerikaanse gebarentaal.

Vakkundig gemaakte video’s worden door ontwikkelde mensen op prijs gesteld. Ze kunnen ook worden gebruikt om analfabeten, jonge kinderen die nog niet kunnen lezen en mensen die slechts een beperkt concentratievermogen hebben, alsook doven te onderwijzen. Een tiener die de video Verenigd door Goddelijk onderwijs cadeau kreeg van een familielid dat een Getuige is, was er zo door geroerd dat zij prompt haar stiefvader vroeg haar naar de Koninkrijkszaal te brengen. In Libanon streven de ouderlingen ernaar om met de verkondigers naar al hun progressieve huisbijbelstudies mee te gaan, en zo mogelijk vertonen zij dan de video Jehovah’s Getuigen — De organisatie achter de naam. De resultaten zijn uitstekend.

Wereldomvattende verspreiding van Koninkrijksnieuws

Een van de bijzondere aspecten van het getuigenis dat in 1995 is gegeven, had te maken met de verspreiding van het traktaat Koninkrijksnieuws no. 34. Al maanden van tevoren was er vol verwachting naar uitgezien. Toen werd op zondag 23 april, na de openbare lezing „Het einde van valse religie is nabij”, het Koninkrijksnieuws-traktaat vrijgegeven en begon er een gelijktijdige verspreiding in 111 talen. Later in het jaar werd het in nog eens 25 talen verspreid. In veel landen werden er in de periode die voor de verspreiding ervan was opzijgezet, nieuwe hoogtepunten aan verkondigers en uren bereikt.

Een pionierster in Mexico had haar voet gebroken en was bang dat zij geen aandeel aan het werk kon hebben. Maar zij wist de beschikking te krijgen over een rolstoel, ging van half acht tot elf uur ’s morgens voor haar huis zitten en sprak de mensen aan die voorbijkwamen. In drie dagen had zij alle exemplaren van het traktaat die zij had, verspreid en vroeg om meer.

In Napels (Italië) stelden de broeders speciale krachtsinspanningen in het werk om het Koninkrijksnieuws-traktaat aan scholieren te verspreiden. Een speciale pionier vertelt dat één hoofdonderwijzeres hem onmiddellijk als een van Jehovah’s Getuigen herkende. Nadat zij het traktaat had gelezen, zei ze: ’Ik kan er niets verwerpelijks in vinden. Geef me maar 841 exemplaren. Al mijn leerlingen moeten er een hebben!’ Toen de leerlingen later uit school kwamen, hadden honderden van hen het traktaat in de hand. De Getuigen in Napels bezochten ook een school die onder leiding staat van benedictijnse nonnen. De „moeder-overste” was verbaasd te lezen dat een blijvende oplossing voor de problemen van de mensheid werkelijk bestaat. Zij vroeg om 350 exemplaren van het Koninkrijksnieuws-traktaat om aan de ouders van de kinderen te verspreiden, en zij heeft ze inderdaad, kennelijk met veel genoegen, tijdens een van de toneelopvoeringen op school uitgedeeld.

De reacties op de boodschap verschilden. Veel mensen waren onverschillig, sommigen waren kwaad, maar anderen reageerden positief. In Alaska nam een student met een boeddhistische achtergrond dankbaar een exemplaar van het traktaat aan en stemde toe in een bijbelstudie, en hij woonde twee maanden later een deel van het districtscongres bij. In Australië schreef een „afgedwaalde anglicaan” dat hij had „gezocht naar de waarheid — de werkelijke betekenis van het leven”. Hij was ertoe bewogen om meer informatie te vragen. Een echtpaar aan wie het Koninkrijksnieuws-traktaat op een strand in Belize was aangeboden, nam het ten slotte aan toen het hun opnieuw werd aangeboden in een hut in een afgelegen gedeelte van Alaska. Een Getuige in Rwanda stuurde een exemplaar in het Kinyarwanda naar haar zus in België en drong er bij haar op aan naar de Getuigen te zoeken. Dat deed zij; en die waren dezelfde publikatie aan het verspreiden. Diezelfde week nog kreeg zij haar eerste bijbelstudie.

De verenigde krachtsinspanningen van de verkondigers in Kameroen brachten sommige buitenstaanders ertoe te vragen: „Wat is er aan de hand? Waarom zijn de Getuigen in zulke grote aantallen aan het prediken?” Sommigen concludeerden dat Armageddon wel dichtbij moest zijn. Een pionier die het traktaat in een zeer katholiek dorp had verspreid, kwam daar één week later terug en trof een groep aan die vol verwachting naar hem uitkeek. Ze zeiden: „Nu weten wij het verschil tussen Jehovah’s Getuigen en katholieken.” Er werden dertien bijbelstudies opgericht, en zij vroegen of er een Koninkrijkszaal gebouwd mocht worden.

In Denemarken nam een jonge vrouw een exemplaar van het Koninkrijksnieuws-traktaat aan en ging naar binnen. Onmiddellijk deed zij de deur echter weer open en vroeg: „Kunt u uit de bijbel bewijzen wat er in deze folder wordt gezegd?” Dat deed de verkondigster, en zij gebruikte daarbij de Nieuwe-Wereldvertaling. Daarop vroeg de vrouw: „Kunt u mij hetzelfde laten zien in mijn eigen bijbel?” Dat deed de Getuige. Bij het volgende bezoek werd er een geregelde studie afgesproken.

In Ethiopië werd het traktaat op het mededelingenbord van een universiteit gehangen. In de Dominicaanse Republiek werd de verspreiding ervan via de radio aangekondigd. Een van de vele brieven die in Rusland als reactie op de verspreiding werden ontvangen, luidde: ’Dit pamflet doet de aanbeveling een actieve studie van de bijbel te beginnen. Wij hebben veel mensen die willen studeren, onder wie veel jongeren.’ Zij vroegen dringend om hulp.

In Zuid-Afrika belde een bejaarde man die het Koninkrijksnieuws-traktaat had gelezen, de verkondiger op die het bij hem had achtergelaten en riep uit: „Ik heb de waarheid gevonden!” Diezelfde dag liep hij drie kilometer naar de Koninkrijkszaal, en sindsdien heeft hij geen enkele vergadering overgeslagen.

IJverige volle-tijddienaren

In de voorste gelederen van het getuigeniswerk staan velen die hun aangelegenheden zo hebben geregeld dat zij kunnen pionieren. Gemiddeld 663.521 personen dienden elke maand als pionier. Wat hebben zij een voortreffelijk werk verricht! Velen van hen waren gewone pioniers, die als doel hebben 90 uur per maand aan de velddienst te besteden; meer dan 15.000 waren speciale pioniers, die 140 uur velddienst per maand op hun schema hebben staan; velen meer waren hulppioniers, die er per maand 60 uur of meer aan besteden Gods koninkrijk als de enige hoop voor de mensheid te verkondigen. Bent u dit jaar in staat geweest aan die dienst deel te nemen?

Tot degenen die in de volle-tijddienst zijn, behoren ook de 16.468 leden van de Bethelfamilie over de hele wereld. Van dit aantal dienen er 5709 op het internationale hoofdbureau; zij allemaal zijn leden van de Orde van speciale volle-tijddienaren. Bovendien zijn er 4374 volle-tijddienaren die de toewijzing hebben in een bepaald district van de ene kringvergadering naar de andere te reizen, of in een kring van de ene gemeente naar de andere. Een van de belangrijkste werkzaamheden van al die reizende opzieners is de leiding nemen in de velddienst.

Onze belangrijkste vergadering

De Gedachtenisviering van Christus’ dood, die op 14 april na zonsondergang werd gehouden, was het geestelijke hoogtepunt van het jaar. Deze viering vestigde de aandacht op de liefdevolle voorziening die Jehovah door bemiddeling van Jezus Christus heeft getroffen voor de redding van allen die geloof oefenen (Matth. 26:26-30; Hand. 4:12). Het aantal aanwezigen over de hele wereld bedroeg 13.147.201. Op sommige plaatsen was het aantal aanwezigen werkelijk heel bijzonder. Een gemeente van ongeveer 150 verkondigers in Lilongwe (Malawi) rapporteerde 1202 aanwezigen. De 25 verkondigers in Užur (Rusland) hadden 247 personen op de Gedachtenisviering, en een gemeente van 103 verkondigers in Ašchabad (Toerkmenistan) meldde dat er 1053 aanwezig waren. In Benin (West-Afrika) had een gemeente van 45 verkondigers 901 aanwezigen bij deze belangrijke gebeurtenis. In Buchanan (Liberia), binnen gehoorsafstand van de burgeroorlog die daar gaande was, had de gemeente van 50 verkondigers 705 aanwezigen.

Twee speciale pioniers in Sivia (Peru) huurden een zaal voor de Gedachtenisviering en nodigden oprechte, religieuze mensen uit, met inbegrip van degenen die plaatselijke bestuursfuncties bekleedden. De pioniers waren opgetogen dat er 93 aanwezigen waren, meest vooraanstaande mannen. De plaatselijke katholieke kerk had een religieuze processie voor die avond gepland maar moest die annuleren omdat de mannen die de „heilige” moesten dragen, met Jehovah’s Getuigen op de Gedachtenisviering waren. Uit frustratie bekogelden de aanhangers van de kerk het gebouw waar de Getuigen vergaderden met stenen.

Hoewel de Gedachtenisviering de allerbelangrijkste gebeurtenis op de theocratische kalender is, vormt die beslist niet de enige gelegenheid dat wij voor goddelijk onderricht bijeenkomen. Elke week komen wij bij elkaar om de bijbel te bestuderen aan de hand van De Wachttoren. Per 1 september 1995 verscheen dat tijdschrift simultaan in 100 talen, hetgeen bijdraagt tot de eenheid van geest onder Jehovah’s Getuigen. Al 116 jaar wordt De Wachttoren door de getrouwe en beleidvolle slaaf gebruikt als het voornaamste middel om Jehovah’s dienstknechten van geestelijk voedsel te voorzien. En wat een overvloedig onderwijsprogramma heeft het tijdschrift ons het afgelopen jaar verschaft! Behalve dit hebben wij nog vier andere wekelijkse vergaderingen. Ook hebben wij elk jaar een kringvergadering en een speciale dagvergadering. Bovendien zien wij vol verwachting uit naar het jaarlijkse districtscongres.

Congressen over de hele aarde

De serie „Godvruchtige vrees”-districtscongressen die in 1994 van start ging, heeft zich tot in het begin van het dienstjaar 1995 voortgezet. In Zambia bijvoorbeeld werden 49 van zulke congressen gehouden, met een gezamenlijk hoogtepunt van 327.856 aanwezigen. Openbaar vervoer over een grote afstand is voor grote gezinnen vaak te duur, dus werden de congressen over het hele land verspreid gehouden. Toch moesten degenen die van ezels of van ossewagens afhankelijk waren soms nog wel acht dagen reizen om op het congres te komen. Velen liepen met een vracht op hun hoofd; anderen gebruikten een fiets; sommigen klommen achter op een zwaarbeladen vrachtwagen; weer anderen maakten gebruik van bussen, treinen of welke vorm van openbaar vervoer er maar beschikbaar was. Hun verenigde krachtsinspanning om het congres bij te wonen, vormde een opmerkelijke uiting van geloof.

In het tweede deel van het dienstjaar 1995 begon de serie congressen met het thema „Vreugdevolle lofprijzers”. Een van de broeders die het congres in Denemarken bezochten, maakte de volgende opmerking: „Dit deed opnieuw een liefdevol beroep op ons om ons leven in overeenstemming te brengen met de richtlijnen die Jehovah verschaft en een leven te leiden dat de waarheid waard is. De druk van de zijde van Satan neemt toe, maar het was goed om te worden herinnerd aan de vele redenen die wij hebben om vreugdevol te blijven ondanks beproevingen of ziekte. Wat was het ontroerend om persoonlijke ervaringen van broeders en zusters te horen! Na dit congresprogramma voelen wij ons nog meer bevoorrecht dat wij tot Jehovah’s organisatie behoren.”

Het kantoor in Rusland bericht dat in de provincie Wolgograd, ongeveer 500 kilometer van Tsjetsjenië, alle grote publieke evenementen officieel geannuleerd werden wegens de oorlog die er destijds woedde. Maar het „Vreugdevolle lofprijzers”-districtscongres van Jehovah’s Getuigen werd niet geannuleerd. Op de eerste dag waren er vijftig of zestig politiemannen aanwezig. Op zondag waren er nog maar tien of vijftien, en de meesten van hen wilden lectuur en meer inlichtingen uit de bijbel.

In Zweden werden in de ruime congreshal in Strängnäs tien districtscongressen gehouden. Er was dit jaar geen internationaal congres gepland, maar de bevolking van Zweden omvat mensen uit vele landen. Als gevolg daarvan bevonden zich onder de 1102 personen die het Engelstalige congres bijwoonden, mensen van minstens zestig nationaliteiten.

Een van de hoogtepunten van het programma was de vrijgave van het nieuwe boek Kennis die tot eeuwig leven leidt. Het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven, uitgegeven in 1982, is in 126 talen verschenen. Het is in al die talen een waardevol onderwijsinstrument gebleken. De congresgangers toonden echter intense belangstelling toen er in verband met het Kennis-boek een versneld programma om discipelen te maken werd uiteengezet. Zij beseften hoezeer deze voorziening te rechter tijd komt. Er is reeds goedkeuring gegeven om het boek in 131 talen te vertalen; 86 hiervan, plus de Engelse uitgave, zijn al vrijgegeven of worden gedrukt en zullen tijdens de nog resterende „Vreugdevolle lofprijzers”-districtscongressen worden vrijgegeven. Een man in Engeland nam het Kennis-boek mee naar bed. De volgende morgen om acht uur vertelde hij zijn vrouw dat hij wilde studeren. Een andere man, in Albanië, las het boek in één keer uit en omdat hij de belangrijkheid van de inhoud besefte, vroeg hij om drie keer studie per week. Het lijkt erop dat dit nieuwe boek een waardevol instrument zal zijn in de laatste fase van het programma van goddelijk onderwijs dat ten uitvoer wordt gebracht voordat de grote dag van Jehovah aanbreekt.

Bij monde van de profeet Jesaja voorzei Jehovah lang geleden de geestelijke overvloed die Zijn dienstknechten in tegenstelling tot andere mensen zouden genieten (Jes. 65:13, 14). Jehovah’s Getuigen zijn inderdaad een geestelijk goed gevoed en gelukkig volk! En zij delen hun geestelijke overvloed graag met mensen die hongeren en dorsten naar waarheid.

Voortdurende nadruk op de bijbel zelf

Ons belangrijkste leerboek voor goddelijk onderwijs is de bijbel zelf. Jehovah’s Getuigen hebben veel werk verzet om de bijbel te verspreiden. Hierbij hebben zij vaak gebruik gemaakt van elke vertaling die er maar in een bepaalde taal beschikbaar was. In 1950 begon echter de verspreiding van de New World Translation. Deze uitmuntende vertaling is nu verkrijgbaar in 25 talen. In 13 hiervan (plus braille-uitgaven in het Engels en Portugees) is de complete bijbel uitgegeven. In de andere 12 zijn de christelijke Griekse Geschriften gedrukt. Tot nu toe zijn er 84.400.000 exemplaren vervaardigd.

Na zestien jaar hard werken werd de complete Finse uitgave van de Nieuwe-Wereldvertaling voltooid. Bij de vrijgave ervan dit jaar klonk er een daverend applaus op de zes districtscongressen in Finland. Toen bovendien werd bekendgemaakt dat er een grote-letteruitgave verkrijgbaar was, vergoten vele ouderen tranen van vreugde. In augustus waren de Chinese Getuigen op de congressen in Hong Kong en Taiwan eveneens opgetogen om de Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften in hun taal te ontvangen. Die werd in één band uitgegeven met de gangbare Chinese vertaling van de Hebreeuwse Geschriften. Er zijn twee uitgaven in Afrikaanse talen gereed om gedrukt en gebonden te worden. Momenteel wordt de bijbel in nog vijf andere talen vertaald.

Het Wachttoren-Onderwijscentrum in Patterson

In 1988 begon het werk aan de bouw van het Wachttoren-Onderwijscentrum, op een schilderachtige plaats te midden van beboste heuvels en valleien in Patterson (New York), zo’n 110 kilometer ten noorden van Brooklyn-Bethel. De voornaamste woongebouwen zullen, wanneer ze voltooid zijn, huisvesting bieden aan 1200 personen.

In het voorjaar van 1995 waren er voldoende faciliteiten gereedgekomen om de 99ste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead op deze nieuwe plaats te kunnen houden. De lessen begonnen op 17 april met een lezing over kenmerken van de Nieuwe-Wereldvertaling, gehouden door Albert Schroeder, die een lid is van het Onderwijscomité van het Besturende Lichaam en als leraar op Gilead diende toen de school in 1943 werd opgericht.

In de weken nadat de 99ste klas van start was gegaan, werd een aantal afdelingen van het hoofdbureau van het Genootschap verhuisd naar de faciliteiten in Patterson. Enkele afdelingen waren al eerder overgebracht. Per 1 september waren de volgende afdelingen in Patterson gehuisvest: de dienstafdeling, correspondentie van de schrijversafdeling, vertaalservice, teken- en ontwerpstudio, fotografie, videoservice en enkele aspecten van het werk in verband met de juridische, de constructie- en de brailleafdeling.

De Koninkrijksbedieningsschool bevordert godvruchtige vooruitgang

De apostel Paulus spoorde zijn medewerker Timotheüs ertoe aan om diep na te denken over de geïnspireerde raad die hem was gegeven en deze toe te passen, opdat zijn vooruitgang openbaar zou zijn. Paulus drong er bij hem op aan om voortdurend aandacht te schenken aan zijn onderwijs (1 Tim. 4:15, 16). De Koninkrijksbedieningsschool, die deel uitmaakt van het internationale programma voor theocratisch onderwijs, heeft ouderlingen en dienaren in de bediening overal ter wereld geholpen om dat nu juist te doen! De school heeft er de nadruk op gelegd dat theocratie, of godsregering, een bestuur van liefde is, want God is liefde. — 1 Joh. 4:8.

Alleen al in de Verenigde Staten werden het afgelopen dienstjaar 71 klassen gehouden, en deze werden door in totaal 136.480 broeders bijgewoond (69.771 ouderlingen en 66.709 dienaren in de bediening). Er waren 35 vertegenwoordigers van Bethel en meer dan 500 reizende opzieners die het onderricht verzorgden voor de klassen die in de Verenigde Staten werden gehouden. In Zambia werd er voorafgaande aan de Koninkrijksbedieningsschool een speciale bijeenkomst gehouden voor 76 reizende opzieners. Daarna werden er in heel Zambia 57 klassen van de school gehouden, die werden bijgewoond door in totaal 6418 ouderlingen en 4349 dienaren in de bediening. Ook de broeders in Malawi trokken voordeel van de school; daar ontvingen 28 reizende opzieners, 1573 andere ouderlingen en 1424 dienaren in de bediening het waardevolle onderricht. Tijdens het dienstjaar 1995 werd deze school in de meeste landen van de wereld gehouden.

De verwachtingen in verband met de school waren hooggespannen, en de vele duizenden die de lessen bijwoonden, werden niet teleurgesteld. Alle gegeven onderricht en raad was op de bijbel gebaseerd. Van de eerste tot de laatste lesperiode demonstreerden de ouderlingen en dienaren in de bediening een Bereaanse bereidwilligheid des geestes om het onderricht en de leiding te ontvangen die via de ’getrouwe slaaf’ werden verschaft. — Matth. 24:45-47; Hand. 17:11.

Van over de hele wereld zijn er uitingen van waardering voor de school ontvangen. Broeders in het Caribisch gebied zeiden: „Al vanaf het openingsgebed was duidelijk dat Jehovah zich werkelijk om zijn schapen bekommert, en hij wil dat wij als onderherders hun in een geest van liefde de grootst mogelijke steun en aanmoediging geven.” Van eilanden in de Grote Oceaan kwam de volgende spontane opmerking: „Het was gewoonweg verbazend wat wij hebben opgestoken van materiaal dat wij al kenden. Of dat wij dachten te kennen!” Veel pas aangestelde dienaren trokken voordeel van de school. Op één plaats bijvoorbeeld was de waarneming dat 85 procent van de aanwezige dienaren in de bediening de Koninkrijksbedieningsschool voor het eerst bezocht. Ja, de Koninkrijksbedieningsschool is een zegen voor de hele organisatie geweest, en de positieve uitwerking ervan zal ongetwijfeld een overvloed van goede vruchten voortbrengen.

Positieve uitwerking van de Bedienarenopleidingsschool

In de loop van het jaar werden ook telkens klassen van de Bedienarenopleidingsschool gehouden. Deze school, met haar eigen acht weken durende cursus, doet dienst als een verlengstuk van de Gileadschool, die nu gevestigd is in het Wachttoren-Onderwijscentrum in Patterson (New York). De Bedienarenopleidingsschool werd door meer studenten bezocht dan in enig ander dienstjaar.

In de eerste vijf maanden van 1995 werd de school geïntroduceerd in de Centraalafrikaanse Republiek, de Dominicaanse Republiek, India, Nieuw-Caledonië, Peru, Portugal en Zaïre. Daardoor komt het totale aantal landen waar de school is gehouden, op 34. Alleen al gedurende het afgelopen dienstjaar werden er 79 klassen gehouden en zijn er 1836 studenten afgestudeerd. Congreshallen, bijkantoorgebouwen en Koninkrijkszalen vormden geschikte faciliteiten voor het houden van de school.

Een leraar zei over de klas in de Dominicaanse Republiek: „De studenten vormden een fijne groep, . . . jonge mannen vol ijver, diepe waardering, en leergierig. . . . Het was merkbaar aan hun gedrag, spraak, manieren en kleding. Je kunt Jehovah en de getrouwe slaaf alleen maar dankbaar zijn dat zij dit onderwijs voor deze jonge mannen hebben verschaft.” Een student uit de eerste klas in Portugal dacht aanvankelijk dat het niet mogelijk was al het materiaal te behandelen. Later zei hij echter dat hij er baat bij had gehad doordat hij had geleerd te studeren en te werken, niet zoals hij dat gewend was, maar op de manier die door de getrouwe en beleidvolle slaaf werd aanbevolen.

Hoezeer de studenten de inspanningen van de leraren hebben gewaardeerd, blijkt uit de volgende uitingen. Een brief van de negentiende klas in de Verenigde Staten luidde: „Hartelijk dank voor de geestelijk gezinde mannen die jullie hebben toegewezen om ons te onderrichten. Hun vele jaren ervaring, hun geduld, hun ijver en hun loyale toewijding aan Jehovah zullen een blijvende uitwerking op ons hebben. Een ware zegen.” En de twintigste klas voegde eraan toe: „De leraren hebben hun hart in hun onderwijs gelegd, zodat onze liefde voor onze Grootse Onderwijzer en zijn organisatie is toegenomen.” Van de studenten kan werkelijk worden gezegd dat hun ogen ’ogen zijn geworden die hun Grootse Onderwijzer zien’. — Jes. 30:20.

Behalve de 34 landen waar de school gehouden is, dienen afgestudeerden van deze school in 67 andere landen en gebieden. Zij zijn toegewezen aan de meeste gebieden in Oost-Europa en de landen van het voormalige Joegoslavië, alsook aan Malawi en Mozambique, waar het werk vele jaren verboden is geweest. Het theocratische onderwijs dat door middel van deze school wordt verschaft, heeft verreikende resultaten.

Brochures die in speciale behoeften voorzien

De afgelopen jaren hebben wij een verscheidenheid van brochures als onderwijshulpmiddel gebruikt. Op onze laatste districtsvergadering ontvingen wij nog een actuele brochure — Jehovah’s Getuigen en het onderwijs. Deze brochure heeft een benadering die internationaler is dan die van de vorige School-brochure. In plaats van vragen te beantwoorden die onze eigen jonge mensen over schoolactiviteiten hebben, is de nieuwe brochure rechtstreeks tot onderwijskrachten gericht. Ze is bedoeld om hen te helpen de morele beginselen die wij hoog houden alsook onze kijk op werelds onderwijs te begrijpen en een idee te krijgen van het uitgebreide programma van voortdurend onderwijs waarvan wij als Jehovah’s Getuigen voordeel trekken. Ongetwijfeld hebben veel van onze jongeren al exemplaren aan hun leerkrachten en schooldecanen gegeven.

Op het Chinese congres in New York werd een nieuwe brochure vrijgegeven, getiteld „Blijvende vrede en blijvend geluk — Hoe ze te vinden”. Ze werd zowel in traditioneel als in vereenvoudigd Chinees verkrijgbaar gesteld. Deze brochure is bedoeld voor het Chinese veld en zal waar maar mogelijk op grote schaal verspreid worden. Momenteel zijn er geen plannen om ze in het Engels te vertalen.

Andere speciale brochures zijn de afgelopen paar jaar vervaardigd met het doel een tegenwicht te vormen tegen de totaal verkeerde voorstelling van Jehovah’s Getuigen die geestelijken en afvalligen aan gezagdragers en aan de media hebben gegeven. Deze brochures zijn in Hongarije, Tsjechië, Oostenrijk en Bulgarije aan regeringsfunctionarissen, juristen en anderen die uit hoofde van hun beroep met ons te maken hebben, overhandigd. In Griekenland is dergelijk materiaal niet alleen aan gezagdragers overhandigd maar ook verkrijgbaar gesteld voor het publiek in het algemeen.

In Duitsland zijn religieuze tegenstanders bijzonder actief geweest in het gebruik van de media om Jehovah te lasteren en zijn volk in diskrediet te brengen. (Vergelijk Romeinen 2:24.) Met toestemming van het Besturende Lichaam werd er een brochure uitgegeven die getiteld is „Jehovah’s Getuigen — uw buren. Wie zijn zij?” De brochure is in het Duits. Bij de eerste verspreiding ervan hebben de broeders en zusters ze aan iedereen gegeven die zij maar in de velddienst tegenkwamen en die er kennelijk zijn voordeel mee zou doen. Deze brochure is ook heel nuttig voor gezagdragers, rechters, advocaten, leerkrachten en andere personen die speciaal door de geestelijken van de christenheid onder druk worden gezet om een negatieve kijk op Jehovah’s Getuigen te hebben. Veel mensen zijn blij de feiten te kennen. Een broeder vertelt: „Toen wij een bezoek brachten aan het hoofd van de school waar onze dochter les krijgt, vroeg hij twintig extra brochures zodat zij die op hun volgende vergadering konden bespreken.”

Het is nuttig om contact te houden met regeringsfunctionarissen zodat zij ons en het werk dat wij doen, kennen. Onze broeders in Mexico hebben dat gedaan. Erop vertrouwend dat Jehovah hun schreden zou richten, hebben zij lectuur achtergelaten bij mensen in verschillende regeringsfuncties. De resultaten zijn constructief geweest.

Onderwijs voor medisch personeel, rechters, maatschappelijk werkers

Toen in 1988 de Ziekenhuisinformatiedienst (ZID) werd georganiseerd, was deze dienst tevens bedoeld om onderwijs te verschaffen, ja, om een programma van zeer gespecialiseerd onderwijs uit te voeren. Eerst werden zorgvuldig uitgekozen ouderlingen opgeleid om ziekenhuizen in grote steden te bezoeken teneinde met artsen en de directie te spreken over het behandelen van Jehovah’s Getuigen met methoden waarbij geen bloedtransfusie betrokken is. De ouderlingen werd ook geleerd hoe zij mede-Getuigen kunnen bijstaan wanneer die worden geconfronteerd met medische situaties die een beproeving op hun geloof vormen. Zij doen dit door met artsen over uitvoerbare alternatieven te redeneren of door de betrokken Getuige uitleg te geven omtrent verscheidene medische procedures en produkten zodat hij op grond van deze informatie beslissingen kan nemen. Momenteel dienen over de hele wereld 6465 daartoe opgeleide ouderlingen als lid van een Ziekenhuiscontactcomité (ZCC).

Deze ZCC’s hebben presentaties verzorgd in de toonaangevende medische centra van de wereld. De meeste artsen en ziekenhuisdirecties hebben oprechte waardering uitgesproken voor deze poging tot communicatie en samenwerking. Voorheen waren er soms onaangename confrontaties geweest. Veel artsen waren niet op de hoogte van alle medische alternatieven voor bloedtransfusie.

Om geneeskundigen vertrouwd te maken met deze alternatieven en ter ondersteuning van de feiten die tijdens de presentaties naar voren worden gebracht, hebben de comités veel materiaal uit medische literatuur aangeboden om aan te tonen wat kundige artsen al jaren met succes doen zonder donorbloed te gebruiken. In veel grote medische bibliotheken zijn deze artikelen nu in een verzamelband aanwezig. Bovendien wordt er door de Ziekenhuisinformatiedienst in Brooklyn een archief bijgehouden van artikelen die gebruikt kunnen worden om te reageren op verzoeken vanuit de hele wereld om hulp in verband met een noodsituatie.

Wat zijn de resultaten van dit onderwijsprogramma? Pogingen om volwassenen bloedtransfusie op te dringen komen in veel landen praktisch niet meer voor. In de meeste medische centra heerst nu een geest van vriendelijkheid en medewerking. Een medisch directeur van de gezondheidsdienst in Chili zei: „Ook al is het waar dat uw standpunt enkele jaren geleden slechts dogmatisch leek, de tijd heeft bewezen dat uw zienswijze wetenschappelijke ondersteuning heeft. . . . Uw internationale netwerk werkt veel beter dan het onze.”

Meer dan 58.900 artsen/chirurgen over de hele wereld zijn nu zo vriendelijk Jehovah’s Getuigen te behandelen, zonder bloed tot een geschilpunt te maken. In 102 ziekenhuizen over de hele wereld zijn zelfs binnen hun bestaande systeem speciale programma’s voor bloedvrije geneeskunde en chirurgie opgezet om zorg te dragen voor Jehovah’s Getuigen alsook voor anderen die geen bloedtransfusie wensen. Deze twee ontwikkelingen maken het mogelijk dat de ZCC’s de medische wereld nog een dienst verlenen: onbeperkt consult met deze ervaren specialisten en/of ziekenhuizen, zodat onze medische problemen behandeld kunnen worden.

Bij de problemen die nog overblijven, gaat het voor het merendeel om kinderen, vooral pasgeborenen. Daarom werd er een tweede serie seminars voorbereid teneinde ZCC-leden op te leiden om presentaties te houden voor jeugd- of kinderrechters, welzijnswerkers en alle anderen die erbij betrokken zijn wanneer een kind bij zijn ouders wordt weggehaald om een bloedtransfusie op te dringen. Deze mensen moesten geholpen worden er niet zonder meer van uit te gaan dat bloed de enige beschikbare behandeling is. Seminars over dit onderwerp zijn nu gehouden in de Verenigde Staten, West-Europa en het gebied van de Grote Oceaan.

Tijdens presentaties voor rechters en anderen die bij deze gevallen betrokken zijn, wordt hun een exemplaar overhandigd van een speciaal vervaardigde handleiding, getiteld Family Care and Medical Management for Jehovah’s Witnesses. Dit geïndexeerde handboek bevat details over ons ondersteunende netwerk van gemeenteouderlingen, ZCC’s, de Ziekenhuisinformatiedienst op de bijkantoren en die in Brooklyn. Het bevat ook juridisch/ethische onderwerpen alsmede artikelen uit gerespecteerde medische tijdschriften waarin wordt uiteengezet wat er op het gebied van de behandeling van ziekten en medische problemen bij kinderen zonder gebruik van bloed wordt gedaan. Rechters, welzijnswerkers en anderen worden geholpen te begrijpen dat Jehovah’s Getuigen geen religieuze fanatici zijn die hun kinderen tot martelaren willen maken door elke medische behandeling te weigeren. Zij leren dat het werkelijke geschilpunt is of liefdevolle ouders het recht hebben te beslissen welke medische behandeling toegepast zal worden.

Een Amerikaanse hoogleraar in de rechten zei: „Ziekenhuiscontactcomités en advocaten van Jehovah’s Getuigen hebben reusachtig veel werk verzet om de denkwijze van de rechtscolleges en de medische wereld te veranderen. De meeste vroege uitspraken tegen de rechten van Jehovah’s Getuigen waren gebaseerd op vooroordeel tegen de geloofsovertuiging van Jehovah’s Getuigen en ten gunste van de onfeilbaarheid van de medische wereld in de Verenigde Staten. De trend in de rechtspleging is door Jehovah’s Getuigen omgekeerd doordat zij artsen en rechters duidelijk hebben kunnen maken dat de overtuiging van Jehovah’s Getuigen geloofwaardig is en dat de medische wereld een veel te overvloedig gebruik heeft gemaakt van bloedtransfusies.”

Natuurlijk zijn wij niet in de eerste plaats onderwijzers op het gebied van geneeskunde of wettelijke rechten. Maar dit onderwijsprogramma heeft er veel toe bijgedragen de positie van Jehovah’s Getuigen te versterken ten aanzien van hun vaste besluit om het goddelijke verbod op het gebruik van bloed te gehoorzamen. — Hand. 15:28, 29.

Nieuwe faciliteiten voorzien in dringende behoeften

Naarmate het bijbelse onderwijzingswerk steeds sneller voortgang vindt en het aantal Koninkrijksverkondigers toeneemt, zijn er meer gebouwen nodig als accommodatie voor nieuwe gemeenten, alsook voor grote vergaderingen, scholen en bijkantoren.

Gedurende het dienstjaar 1995 werden er over de hele wereld honderden nieuwe Koninkrijkszalen gebouwd, waarvan vele zijn gefinancierd door liefdevolle „bijdragen voor het wereldomvattende werk” (2 Kor. 8:14, 15). Hier volgen er slechts enkele. In Oekraïne zijn 30 Koninkrijkszalen gebouwd. In Tsjechië, waar zes jaar geleden geen Koninkrijkszalen waren, zijn er nu 35. In Duitsland zijn het afgelopen jaar 58 nieuwe Koninkrijkszalen gebouwd, waarvan 15 in het oostelijke deel van het land. In Griekenland werd een Koninkrijkszaal gebouwd in een dorp dat een bevolking heeft van slechts 600 mensen, maar waar twee gemeenten van Jehovah’s Getuigen zijn met in totaal 128 verkondigers. In Polen werden in een periode van 18 maanden 81 nieuwe Koninkrijkszalen gebouwd en ingewijd. Maar er zijn er nog meer nodig. In sommige delen van Polen pachten de broeders velden, kweken er gewassen op en verkopen die, of zij plukken bessen om aan geld te komen zodat zij na verloop van tijd een Koninkrijkszaal kunnen bouwen. In Zuid-Afrika werden binnen een jaar 40 Koninkrijkszalen gebouwd. In plattelandsgebieden in Zuid-Afrika, waar men weinig geld heeft, is het wel voorgekomen dat enkele broeders in de gemeente wat van hun vee verkochten om het cement te kopen, anderen schaften de stenen of de dakbedekking aan, enzovoort. Op deze manier en met hulp van het Regionale bouwcomité kon er toch snel een Koninkrijkszaal gerealiseerd worden.

De veertig verkondigers in Brewerville in Liberia hadden dringend een geschikte zaal nodig. Op hun vergaderingen, die werden gehouden in een „conferentiehut” met open wanden, stonden de meeste van de 150 aanwezigen buiten, blootgesteld aan het weer. Met financiële hulp van liefdevolle broeders in andere landen verkregen zij de benodigde materialen, maakten vervolgens zelf de betonblokken en bouwden een prachtige Koninkrijkszaal die een getuigenis vormt voor iedereen in die omgeving. In Engeland werd een complex van drie Koninkrijkszalen in Edgware zo ontworpen dat er wanden geopend kunnen worden en er een congreshal met 800 zitplaatsen ontstaat, geschikt voor anderstalige congressen.

Het aantal congreshallen is zich ook blijven vermeerderen. Na tien jaar onderhandelen en werken werd er in Engeland een congreshal ingewijd. In Italië werden er twee ingewijd en eveneens twee in Zuid-Korea. In Spanje werd de vijfde congreshal ingewijd; in Brazilië de vijftiende. Andere werden gebouwd in Ivoorkust en op Sri Lanka. En over de hele wereld zijn er nog meer in aanbouw.

Behalve de bouwwerkzaamheden op het internationale hoofdbureau werd er het afgelopen jaar in 54 landen aan nieuwe of uitgebreide bijkantoorfaciliteiten gewerkt. Voor een deel was het werk nog in een beginstadium. Andere projecten werden voltooid. Het afgelopen dienstjaar smaakten onze broeders in de volgende zes landen de vreugde dat er bijkantoorfaciliteiten werden ingewijd:

ZUID-KOREA. Het bijkantoor van Zuid-Korea staat in Kongdo, 67 kilometer ten zuiden van Seoel. Sinds het bijkantoor in 1982 naar Kongdo is verhuisd, is het vier keer noodzakelijk geweest de faciliteiten uit te breiden. Bij de laatste uitbreiding werd het bijkantoor bijna verdubbeld in grootte. De nieuwe gebouwen werden ingewijd op 8 oktober 1994, waarbij Lloyd Barry van het Besturende Lichaam de lezing hield: „Verheug je voor het aangezicht van de Meesterbouwer!” En Jehovah’s Getuigen in Zuid-Korea verheugen zich inderdaad over de blijken van goddelijke zegen op hun bediening.

De eerste zaden van bijbelse waarheid bereikten Korea al voor de Eerste Wereldoorlog. Dertien jaar geleden, toen het bijkantoor naar Kongdo verhuisde, was het hoogtepunt in het aantal verkondigers 30.237. In augustus 1994 bedroeg het hoogtepunt 77.542, en veertig procent van dat aantal was in de pioniersdienst!

De bijkantoorfaciliteiten moesten vergroot worden. Wat is er bijgekomen? Het hele kantoorgebouw is nieuw en biedt volop ruimte aan de dienstafdeling, de Ziekenhuisinformatiedienst, de afdeling correspondentie, de boekhouding en de vertaalafdeling. Het kantoor van de drukkerij, alsook de elektronica-, de computer- en de MEPS-afdeling en de afdeling voorbereiding zijn in een nieuwe omgeving gehuisvest, en andere drukkerijwerkzaamheden worden nu op een groter vloeroppervlak verricht. Het Bethelhuis heeft 56 nieuwe kamers, een nieuwe keuken, een fijne eetzaal, een nieuwe ziekenafdeling, een nieuwe bibliotheek en een nieuwe wasserij. Er is ook een mooie, comfortabele, nieuwe Koninkrijkszaal.

De dag na de inwijding werd er in de sporthal van Suwŏn een speciale vergadering gehouden waar broeder Barry opnieuw een lezing hield. Dertien andere plaatsen waren met de hal verbonden, met een totaal aantal aanwezigen van 95.883! Het is duidelijk dat er nog veel mensen in Zuid-Korea zijn die graag Jehovah’s wegen willen leren kennen zodat zij zijn paden kunnen bewandelen.

TAIWAN. Het weekend daarna, op 15 oktober, werden er nieuwe bijkantoorgebouwen ingewijd op Taiwan, een eiland dat 145 kilometer uit de kust van China ligt. Broeder Barry hield ook voor deze faciliteiten de inwijdingstoespraak. Hij had 42 jaar daarvoor Taiwan voor het eerst bezocht, toen daar nog maar een handjevol getuigen van Jehovah was — voornamelijk van de Amis-stam.

Het bijkantoor werd door broeders uit het buitenland en door plaatselijke Getuigen gebouwd. Ja, op sommige tijdstippen was vijftig procent van de plaatselijke verkondigers op de bouw aan het werk. Sommigen reisden wel negen uur met de bus om mee te komen werken. Van een groep van acht Amis-vrouwen die buiten de eetzaal graszoden hielpen leggen, was de jongste 60 jaar en de oudste 84! Deze groep begon om 4.30 uur ’s morgens met het werk. Zij hadden om 4.00 uur willen beginnen, maar het was te donker buiten. Deze zelfde ijver tonen zij in hun prediking.

Tijdens het inwijdingsprogramma haalde Cyril Charles, een afgestudeerde van Gilead die nu in Hong Kong woont, herinneringen op aan zijn dienst op Taiwan in 1949, toen hij 28 jaar was. Hij woonde te midden van de Amis, hij had geen elektriciteit, geen stromend water en geen matras. Maar de Amis toonden liefde voor de bijbelse waarheid. Toen broeder Charles enkelen van hen in het van-huis-tot-huiswerk zou opleiden, wilde iedereen mee. Op weg naar het gebied kwamen er zeventig uit zuidelijke richting en nog eens zeventig uit noordelijke richting naar broeder Charles toe. Al gauw kwamen er nog eens honderd bij. Zij wilden allemaal met hem van huis tot huis werken. Sindsdien is er veel opleiding gegeven aan degenen die een oprecht verlangen tonen om Jehovah te dienen.

De volgende zendelingen, die zes jaar later begonnen te arriveren, hebben een begin gegeven aan het werk onder de Chinezen, die een groot deel van de bevolking uitmaken. Zesentwintig broeders en zusters die vroeger als zendeling op Taiwan hadden gediend, kwamen terug voor het inwijdingsweekend. Wat waren zij gelukkig, niet alleen met de prachtige nieuwe bijkantoorfaciliteiten maar ook met het bewijs dat degenen die zij hadden onderwezen, vele anderen hebben geholpen om lofprijzers van Jehovah te worden!

Harvey Logan, de coördinator van het bijkantoorcomité, en zijn vrouw Kathleen, beiden afgestudeerden van Gilead, dienen daar sinds 1962. Alleen al in de afgelopen tien jaar hebben zij een toename van 150 procent gezien.

ECUADOR. De daaropvolgende maand, november, werden de vergrote bijkantoorfaciliteiten in Ecuador ingewijd. Die liggen 23 kilometer van de havenstad Guayaquil.

Nog maar zeven jaar daarvoor, in 1987, was op hetzelfde stuk grond een nieuw bijkantoorgebouw ingewijd. Sindsdien was het gemiddelde aantal verkondigers echter met 130 procent toegenomen. In diezelfde periode was het aantal bijbelstudies met 120 procent gestegen. In 1987 had Daniel Sydlik in een voetbalstadion hier een lezing gehouden voor een gehoor van 14.322 personen. In datzelfde stadion hield broeder Henschel op 19 november 1994 een bezielende toespraak voor 35.992 personen! De ware aanbidding gaat voorwaarts in Ecuador, en het vergrote bijkantoor zal een prachtig centrum vormen van waar uit onderwijs in Jehovah’s wil tot in de verste hoeken van het land kan worden verbreid.

SRI LANKA. In januari 1995 was het bijkantoor op Sri Lanka ook gereed voor de inwijding van twee prachtige nieuwe gebouwen. Wat een verandering nadat het bijkantoor sinds de oprichting in 1953 in huurhuizen van de ene slaapkamer naar de andere was verhuisd! Dit waren eindelijk faciliteiten die onze God tot eer zouden strekken, met een tuin die zo is aangelegd dat hij een weerspiegeling vormt van ons geloof in Jehovah’s voornemen om de hele aarde in een paradijs te veranderen.

Onder de aanwezigen voor het programma waren Claude Goodman, die hier in 1930/31 heeft gediend; Matilda Rajapakse (geboren Chapman), die nu in de negentig is en al minstens tachtig jaar met de plaatselijke gemeenten verbonden is, en als gewone pionierster dient; Douglas King, die de tweede bijkantoordienaar was (zoals die toen genoemd werd); David Mercante, als zoneopziener uitgezonden door het internationale hoofdbureau, die de inwijdingstoespraak hield; en velen meer.

Sri Lanka is een groot eiland aan de zuidoostpunt van India, waar zo’n 18.000.000 mensen wonen. Voor velen van hen is „Ayubowan!” een algemene begroeting; het betekent „Moge u lang leven!” Onder Jehovah’s volk is dat niet slechts een gangbare begroeting; het is hun hartewens. In overeenstemming daarmee willen zij alle mensen op Sri Lanka in hun eigen taal met de Koninkrijksboodschap bereiken. Deze nieuwe faciliteiten zullen daarbij een hulp zijn.

Het bouwen van het bijkantoor is op zichzelf al een opleiding gebleken — niet alleen in bouwmethoden maar ook in geestelijke zaken. Het project heeft de broeders op Sri Lanka dichter bij Jehovah’s wereldomvattende familie van dienstknechten gebracht. De vakkennis op bouwkundig gebied werd geleverd door broeders in Amerika en Australië. De buitenlandse broeders oefenden bereidwillig supervisie uit over de bouwwerkzaamheden en deden ijverig hun best om plaatselijke Getuigen te leren hoe het werk moest worden gedaan. De benodigde materialen en geldmiddelen kwamen van andere bijkantoren. De vrijwilligers overwonnen geduldig taalverschillen om samen te kunnen werken. Allen hebben meer waardering gekregen voor het wereldomvattende aspect van Jehovah’s organisatie en de geestelijke banden waardoor ze soepel functioneert.

SURINAME. De inwijding van het bijkantoor in Suriname vond plaats op 12 februari 1995. Maar het werk dat eraan voorafging, was verbazingwekkend om te zien en het was een vreugde er een aandeel aan te hebben. Er was zestien kilometer ten westen van Paramaribo grond gekocht voor een nieuw bijkantoor. Broeders uit vele landen kwamen met de bouw helpen. Mensen uit heel Paramaribo kwamen naar dit bewijs van liefdevolle internationale samenwerking kijken, en zij zagen met verbazing hoe onze zusters bulldozers en ander zwaar materieel bedienden. Onderwijzers brachten zelfs hun klassen mee om hun te laten zien wat er mogelijk is wanneer mensen eensgezind samenwerken. Toen het werk klaar was, werd er op beide televisiestations in Suriname een programma over uitgezonden.

Voor het inwijdingsprogramma waren onze broeders uit Nederland, Duitsland, Frans Guyana, Guyana, Curaçao en andere landen aanwezig. Dominick Piccone hield als zoneopziener de inwijdingstoespraak. Het kantoor in deze faciliteiten zal de prediking van het goede nieuws helpen coördineren in dit land met 400.000 mensen.

KAMEROEN. Getuigen in vele landen zijn hevig geïnteresseerd in wat er in Kameroen plaatsvindt. Sommigen van hen uit Benin, Canada, Frankrijk, Gabon, Nigeria en de Verenigde Staten waren zelfs aanwezig voor de inwijding op 1 april 1995 van de vier gebouwen van twee verdiepingen die het nieuwe bijkantoorcomplex in Bonaberi (Douala) vormen. Onder de gasten waren zeven personen die eind jaren vijftig en begin jaren zestig als zendelingen in Kameroen hadden gediend. Jean-Marie Bockaert uit Frankrijk hield de inwijdingstoespraak.

In 1948 waren er slechts 81 Getuigen actief in Kameroen. Nu zijn er meer dan 24.000 die God heerlijkheid geven, ondanks de zware verbodsbepalingen waaronder de Getuigen 23 jaar lang hebben moeten werken. Deze nieuwe Bethelfaciliteiten zullen beslist van grote waarde voor de broeders zijn bij het uitoefenen van supervisie over de activiteiten van Jehovah’s dienstknechten terwijl zij aan iedereen in Kameroen de edelmoedige uitnodiging doen toekomen om op te gaan naar Jehovah’s huis, zijn wegen te leren kennen en zijn paden te bewandelen, teneinde in zijn nieuwe wereld voor eeuwig heilige dienst voor hem te verrichten.

Het is inderdaad een jaar geweest waarin wereldomvattend een gigantisch programma van bijbels onderwijs ten uitvoer is gebracht, en dit zal in een steeds sneller tempo blijven voortgaan tot aan het einde van het huidige samenstel van dingen. Na Armageddon zullen er nieuwe aspecten aan worden toegevoegd wanneer miljarden personen uit de dood worden opgewekt en in Jehovah’s wegen worden onderwezen. Dan zal de aarde als nooit tevoren werkelijk vervuld zijn van de kennis van Jehovah.

[Illustraties op blz. 12]

Boven: De vrijgave in Duitsland van het boek „Kennis die tot eeuwig leven leidt”

Links: De nieuwe brochure over onderwijs wordt bekeken in Japan

[Illustratie op blz. 13]

Dit jaar werden 338.491 nieuwe discipelen gedoopt

[Illustratie op blz. 13]

Een congresdrama ging over de zorg voor getrouwe ouderen

[Illustraties op blz. 20, 21]

Het Wachttoren-Onderwijscentrum in Patterson (New York)

[Illustraties op blz. 28, 29]

Bijkantoorfaciliteiten ingewijd in

1. Taiwan

2. Suriname

3. Sri Lanka

4. Ecuador

5. Zuid-Korea

6. Kameroen