Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een brief van het Besturende Lichaam

Een brief van het Besturende Lichaam

Een brief van het Besturende Lichaam

TOEN de zeventig ’vreugdevol terugkeerden’ om aan Jezus verslag uit te brengen over het succes van hun predikingsveldtocht, werd hijzelf „verrukt in de heilige geest”. Hij dankte Jehovah en zei: „Ik loof u in het openbaar, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat gij deze dingen voor wijzen en intellectuelen zorgvuldig hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard.” — Luk. 10:17, 21.

Zijn wij niet net als Jezus verrukt over het jaarbericht van 1996? Ook wij zijn net als kleine kinderen die door Jehovah’s geest worden gevoed, maar de wijzen en intellectuelen van deze wereld kunnen in de verste verte niet tot stand brengen wat Jehovah via zijn volk heeft gedaan. Het afgelopen dienstjaar hebben wij ons ingespannen om ’daders van het woord te worden’ (Jak. 1:22). Het resultaat was dat Jehovah ’de sluizen van de hemel heeft geopend’ en ons overvloedig heeft gezegend. — Mal. 3:10.

Nog een reden voor deze zegen is dat wij ’ons met liefde, de volmaakte band van eenheid, hebben bekleed’ (Kol. 3:14). Dit wordt weerspiegeld in de opmerkelijke eenheid in handelen van Jehovah’s Getuigen over de hele wereld. Net als de sprinkhanenhorde in Joëls profetie blijft het indrukwekkende leger van Jehovah’s Getuigen, nu 5.413.769 man sterk, de aarde met zijn prediking vervullen. — Joël 1:1-4; 2:7, 9-11.

Ja, het jaar 1996 heeft aan Koninkrijksvruchten een enorme oogst opgeleverd — ruim een miljard uur in de velddienst, een nieuw hoogtepunt van 366.579 nieuwe broeders en zusters gedoopt en het verbazingwekkende aantal van 543.667.923 verspreide tijdschriften. Maar deze getallen zijn alleen maar een weerspiegeling van wat er plaatsvindt in het hart en het leven van miljoenen die naar Jehovah’s wereldomvattende organisatie stromen (Jes. 2:2-4; 60:8-11). Nooit zijn Jezus’ woorden sterker van toepassing geweest: „Ziet! Ik zeg u: Slaat uw ogen op en ziet de velden, dat ze wit zijn om geoogst te worden.” — Joh. 4:35.

Bij het oogsten van die Koninkrijksvruchten in deze tijd is de Heer Jezus erin geïnteresseerd een rein volk bijeen te vergaderen dat het patroon zal volgen dat zijn gezalfde broeders in hun streven naar ware heiligheid op aarde verschaffen (Jes. 35:8-10; Rom. 6:19, 22, 23). Al deze mensen dragen niet alleen hun leven aan Jehovah op maar kweken ook „de vrucht van de geest” aan en ontwikkelen „de nieuwe persoonlijkheid”. Zij ’wassen hun lange gewaden en maken ze wit in het bloed van het Lam’. — Gal. 5:22, 23; Ef. 4:23, 24; Openb. 7:9, 14; 14:15, 16.

Jezus is dus bij het oogsten van Koninkrijksvruchten niet alleen geïnteresseerd in kwantiteit — het aantal van die bijeenvergaderden — maar ook in kwaliteit. Hij zoekt loyale dienstknechten die aan Jehovah’s maatstaven van rechtvaardigheid willen voldoen en de Koninkrijksbelangen de eerste plaats in hun leven toekennen. Wanneer je je velddienst en je vergaderingsbezoek aan een persoonlijk onderzoek onderwerpt, blijkt dan dat in jouw leven de Koninkrijksbelangen op de eerste plaats komen? David beklemtoonde in gebed tot Jehovah: „Jegens iemand die loyaal is, zult gij loyaal handelen.” — Ps. 18:25; Matth. 6:31-33.

Jezus maakte duidelijk: „Nauw is de poort en smal de weg die naar het leven voert, en weinigen zijn er die hem vinden” (Matth. 7:13, 14). Wij moeten acht slaan op die waarschuwing! Als wij voor eeuwig leven in aanmerking willen komen, moeten wij Gods Woord van ganser harte in ons leven toepassen (Joh. 17:3). Dit zal onder meer inhouden dat wij nauwlettend aandacht schenken aan onze jaartekst voor 1997, die luidt: „Leer mij uw wil te doen” (Ps. 143:10). Ja, wij moeten ons geregeld — dagelijks en wekelijks — alle voorzieningen en hulpmiddelen ten nutte maken die Jehovah beschikbaar heeft gesteld om ons te onderwijzen. Ze zijn tot onze bescherming. — Jes. 50:4, 5; 54:13, 14.

Satans wereld zinkt steeds dieper weg in het moeras van vuiligheid, van door demonen geïnspireerde wetteloosheid en gewelddadigheid, alsook van aversie tegen autoriteit en van onderlinge haat. Deze wereld tracht de hele mensheid met zich mee te slepen. Daarin schuilt een groot gevaar voor Gods volk. Het amusement van de wereld is een en al obsceniteit, immoraliteit, rauwe „melodieën” en verderfelijke teksten. Wij moeten deze satanische propaganda vermijden, deze „onreine . . . door demonen geïnspireerde uitingen”, die niet alleen heersers maar ook alle anderen die zich tot „een deel van de wereld” maken, naar Armageddon zullen leiden om verdelgd te worden. — Openb. 16:13-16; Joh. 15:19; 17:14, 16; 18:36.

Ja, de afleidingen van de wereld — de omgang die ze biedt, de druk om zich daaraan te conformeren, haar trots, haar materialistische begeerten — zullen allemaal in de nabije toekomst uitgeroeid worden (1 Kor. 15:33; 1 Tim. 6:9, 10). De bejaarde apostel Johannes gaf de wijze raad: „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld. Indien iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem; want alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld. De wereld gaat bovendien voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” — 1 Joh. 2:15-17.

Terwijl wij als „daders van het woord” verheugd terugblikken op 1996, hopen wij dat onze gebeden en daden in overeenstemming zullen zijn met onze jaartekst voor 1997: „Leer mij uw wil te doen.” — Ps. 143:10.

Met hartelijke christelijke groeten aan onze internationale medewerkers,

Jullie broeders,

Het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen