Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een brief van het Besturende Lichaam

Een brief van het Besturende Lichaam

Een brief van het Besturende Lichaam

WAT zijn we als Jehovah’s Getuigen begunstigd! We genieten niet alleen het voorrecht Jehovah, de enige ware en levende God, de Schepper van het universum, te kennen, maar ook zijn naam te dragen en hem te dienen. Is er een grotere zegen denkbaar? — Jes. 43:12; Hebr. 8:11.

We hebben de hoop op redding en de opdracht om het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken zodat ook anderen Jehovah kunnen gaan dienen en onze hoop kunnen delen (Matth. 24:14; Rom. 10:13, 14; 1 Thess. 5:8). Bovendien smaken we de vreugde een internationale broederschap van aanbidders te zijn die elkaar liefhebben en daadwerkelijk helpen. Dit alles schenkt beslist voldoening!

De bijbel nodigt ons terecht uit: „Dient Jehovah met verheuging. . . . Gaat zijn poorten binnen met dankzegging, zijn voorhoven met lofgezang. Brengt hem dank, zegent zijn naam. Want Jehovah is goed; zijn liefderijke goedheid duurt tot onbepaalde tijd, en zijn getrouwheid van geslacht tot geslacht” (Ps. 100:2-5). Jehovah met verheuging dienen, houdt rechtstreeks verband met het hebben van een sterke persoonlijke band met hem. Hij maakt zo’n band mogelijk, en wij hebben het voorrecht die aan te kweken. Wanneer we een dergelijke band hebben, weten we dat Jehovah in tijden van nood altijd beschikbaar is om ons te helpen en te sterken. We hebben het vaste vertrouwen dat hij in de geestelijke kracht en leiding zal voorzien die nodig zijn om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van het leven in de laatste dagen van dit samenstel van dingen. Ongeacht de vormen van druk waarmee we geconfronteerd worden, we putten vreugde uit onze bediening en danken Jehovah elke dag omdat hij, zoals zijn Woord ons te bedenken geeft, ’voor ons zorgt’. — 1 Petr. 5:7.

Gedurende het afgelopen jaar heeft Jehovah ons werkelijk overvloedig gezegend. Op het „Daders van Gods woord”-districtscongres waren we opgetogen om samen te zijn met vele duizenden anderen die hetzelfde kostbare geloof hebben, gezamenlijk te zingen en een feestmaal te genieten aan Jehovah’s geestelijke tafel. Op onze gemeenteboekstudies hebben we ons verheugd in de geloofversterkende ervaring om samen het boek Schenk aandacht aan Daniëls profetie! te bestuderen. En wat was het bezielend voor ons om als de kroon op dit alles Deel I van de nieuwe publicatie Jesaja’s profetie — Licht voor de hele mensheid te ontvangen! ’Onze beker is welgevuld.’ — Ps. 23:5.

Wat een vreugde is het te weten dat we met miljoenen geestelijke broeders en zusters verenigd zijn in het dienen van Jehovah! Hoe aanmoedigend is het te lezen over nieuwe hoogtepunten die in verband met de velddienst zijn bereikt! We verheugen ons over de vele miljoenen die de Gedachtenisviering van de dood van onze Heer hebben bijgewoond — en dat hebben gedaan ondanks de toestanden in de wereld. Als we het wereldwijde veld overzien, is het duidelijk dat ’de oogst werkelijk groot is’ (Luk. 10:2). Het afgelopen jaar zijn iedere week gemiddeld 5555 bijbelstudenten gevorderd tot het punt dat ze hun opdracht door de waterdoop hebben gesymboliseerd. Hoewel de oogst in sommige delen der aarde groter is dan in andere, zijn we allemaal opgetogen over hetgeen Jehovah aan het doen is. We zien onmiskenbare bewijzen van zijn zegen op de verenigde inspanningen van zijn dienstknechten.

De bouw van nieuwe Koninkrijkszalen is nog een reden tot grote vreugde! Het doet ons heel veel genoegen de van ganser harte geschonken ondersteuning van dit werk door onze broeders en zusters in ontwikkelingslanden te zien. Er zijn al honderden Koninkrijkszalen gebouwd met de hulp van Koninkrijkszalenbouwploegen, die de benodigde opleiding hebben gekregen. Deze broeders gaan van de ene gemeente naar de andere in hun eigen land om de leiding te nemen in bouwprojecten voor Koninkrijkszalen. Aangezien er nog duizenden Koninkrijkszalen moeten worden gebouwd, wordt er een oproep gedaan voor meer vrijwilligers in de ontwikkelingslanden om bij dit noodzakelijke werk te assisteren. Kun jij, als je in zo’n land woont, je beschikbaar stellen? O, hoezeer waarderen onze geliefde broeders en zusters het hun eigen Koninkrijkszaal te hebben om bijeen te komen voor aanbidding! En wat zijn ze de wereldomvattende broederschap dankbaar voor de financiële hulp die dat mogelijk maakt!

Het nieuws over juridische overwinningen verheugt ons. Toch zijn er op veel plaatsen ook invloedrijke personen die de aanbidding van Jehovah graag zouden verbieden. Terwijl we ons met deze situaties bezighouden, hebben we het volste vertrouwen dat wanneer het op helpen aankomt, het voor Jehovah niets uitmaakt hoeveel tegenstanders er zijn of hoe kwetsbaar zijn dienstknechten schijnen (2 Kron. 14:11). Met heel ons hart prijzen wij jullie allen, broeders en zusters, die pal blijven staan voor de ware aanbidding.

Blijf je geloof versterken en voor leiding intens op Jehovah vertrouwen terwijl je vol vreugde je christelijke verantwoordelijkheden nakomt (Spr. 3:5, 6). Er is geen reden om ontmoedigd te raken, ongeacht wat de vijand wordt toegestaan te doen. Denk aan de aanmoediging die Elisa zijn angstige bediende gaf: „Wees niet bevreesd, want er zijn er meer die met ons zijn dan die met hen zijn” (2 Kon. 6:15-17). In deze tijd is Jehovah’s hemelse leger evenzeer gereed om de belangen van de zuivere aanbidding te beschermen als in Elisa’s dagen. We zien de toekomst vol vertrouwen tegemoet. Jehovah heeft het heft in handen. De natiën zijn niet tegen hem opgewassen. Hij heeft zijn Zoon op de troon geplaatst met volledige regeringsautoriteit. „Gelukkig zijn allen die hun toevlucht tot hem nemen.” — Ps. 2:1-6, 12.

Bedenk alsjeblieft dat wij jullie allen, geliefde broeders en zusters, een warm hart toedragen. Wij bidden van harte dat elk van jullie „in volkomenheid en met een vaste overtuiging [mag] staan in de gehele wil van God”. — Kol. 4:12.

Jullie broeders,

Het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen