Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoogtepunten van het afgelopen jaar

Hoogtepunten van het afgelopen jaar

Hoogtepunten van het afgelopen jaar

TERWIJL de wereld van de ene crisis in de andere belandt, bevindt Gods volk zich in een geestelijk land dat voortdurend mooier wordt en steeds meer overvloed kent (Mal. 3:12, 18). Deze gestage groei doet denken aan wat Jezus zijn discipelen beloofde kort voordat hij naar de hemel opsteeg: „Ziet! ik ben met u alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.” — Matth. 28:20.

Ook uit de activiteiten van het afgelopen jaar blijkt weer dat Jezus’ vertroostende belofte uitkomt. Laten we eerst eens terugblikken op het geestelijke feestmaal waarvan Jehovah’s aanbidders op de „Wandel met God”-districtscongressen genoten hebben.

„Wandel met God”-congressen

De profeet Micha liet uitkomen wat het verschil is tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen toen hij voorzei: „Alle volken, van hun kant, zullen elk in de naam van hun god wandelen; maar wij, van onze kant, zullen wandelen in de naam van Jehovah, onze God, tot onbepaalde tijd, ja voor eeuwig” (Micha 4:5). Zoals de spreker in de thematoespraak uitlegde, was dat de houding van getrouwe mannen uit de oudheid zoals Henoch en Noach, die in bijzonder roerige tijden met God wandelden (Gen. 5:22-24; 6:9, 22). Wat een voorrecht is het om in hun voetstappen te treden!

Heeft het districtscongres jou gesterkt in je besluit om in de naam van Jehovah te blijven wandelen? Het zou goed zijn je aantekeningen van het congres nog eens door te nemen. Op die manier kun je je geheugen opfrissen, zodat je nog langer iets aan het programma hebt.

Nieuwe publicaties

Spreken de mensen in jullie gebied verschillende talen? Dan heb je vast de nieuwe brochure Goed nieuws voor mensen uit alle landen al gebruikt. Er zijn drie edities gemaakt (32, 64 of 96 bladzijden), waardoor de brochure kon worden aangepast aan de individuele behoefte van elk land. Zorg er dus voor dat je dit prachtige nieuwe hulpmiddel in je velddiensttas hebt. En als je iemand tegenkomt die een taal spreekt die je niet kent, volg dan de drie stappen op bladzijde 2 van de brochure. Er staan mensenlevens op het spel!

Aan het eind van de tweede congresdag werd de brochure Blijf waakzaam! vrijgegeven. De titel is gebaseerd op de jaartekst van 2004: ’Waak voortdurend . . . Toon u gereed’ (Matth. 24:42, 44). Wij hopen dat deze publicatie nog veel mensen zal helpen in te zien hoe dringend deze tijd is en serieus na te denken over de toekomst en de ingrijpende veranderingen die zullen plaatsvinden. En zoals de spreker zei, hopen we dat deze brochure ook onszelf zal helpen om goed om te gaan met de vele spanningen en zorgen van het leven en ons geestelijke evenwicht te bewaren als we met beproevingen geconfronteerd worden.

School voor Reizende Opzieners

De afgelopen zes jaar zijn er in het Wachttoren-Onderwijscentrum in Patterson (New York, VS) dertien klassen van de School voor Reizende Opzieners gehouden, die zijn bijgewoond door meer dan zeshonderd kring- en districtsopzieners uit Canada en de Verenigde Staten, met inbegrip van Alaska en Hawaii. In het dienstjaar 2004 hebben nog 87 bijkantoren de school georganiseerd. Op 23 van deze scholen kwam een deel van de leerlingen uit een ander land dan het gastland. Zo had Duitsland broeders uit Israël, Macedonië, Oostenrijk, Turkije en Zwitserland uitgenodigd. Portugal was gastland voor leerlingen uit Luxemburg en van een aantal eilanden, namelijk de Azoren, Kaapverdië, Madeira en São Tomé e Príncipe. Naar Kenia kwamen reizend opzieners uit Ethiopië, Oeganda, Rwanda, Tanzania en andere Afrikaanse landen.

In de lessen worden alle aspecten van het werk van kring- en districtsopzieners behandeld. Het doel is deze hardwerkende broeders doeltreffender te maken in het behartigen van hun vele verantwoordelijkheden, zoals onderwijs geven in de gemeenten en op grotere vergaderingen en de leiding nemen in het evangelisatiewerk (2 Tim. 2:2; 4:5; 1 Petr. 5:2, 3). De cursus moedigt hen ook aan om zelf geestelijk gezind te blijven en met onderscheidingsvermogen en inzicht bijbelteksten toe te passen als ze anderen helpen.

Aangezien de meeste scholen op bijkantoren worden gehouden, krijgen de reizend opzieners en hun vrouw meteen een idee van het Bethelleven. Een klas schreef: „We zijn geestelijk opgebouwd door de Bethelroutine. We hebben echt genoten van de ochtendaanbidding, waarbij ook uit de bijbel en het Jaarboek voorgelezen wordt. Ondanks dat we veel huiswerk hadden, hebben we ook op maandagavond de Wachttoren-studie van de Bethelfamilie bijgewoond en van de opbouwende omgang genoten.”

Na de middagmaaltijd werken sommige broeders om beurten een uurtje op de Dienstafdeling. Daar leren ze om nog beter met het bijkantoor samen te werken, de richtlijnen die ze krijgen doeltreffender toe te passen, en hun verslagen nauwkeuriger en duidelijker op te stellen.

Elke vrijdag wordt er een lezing voor de leerlingen en hun vrouwen gehouden. De lezing bevat speciale geestelijke aanmoedigingen voor deze loyale zusters. Zo krijgen ze bijvoorbeeld de aanmoediging om als echtgenote een goed voorbeeld van onderworpenheid te blijven geven. Er wordt hun ook gezegd hoe ze hun man kunnen ondersteunen door met de zusters in de gemeenten te werken. Een reizend opziener vergeleek deze wekelijkse lezingen met „een heerlijk geestelijk toetje”.

Tijdens de school wordt natuurlijk veel nadruk op de bijbel gelegd, en vooral op de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen. Een leerling uit Duitsland zei: „Ik ben van plan de Studiebijbel voor mijn persoonlijke studie en op gemeentevergaderingen te gebruiken. Ik zie nu pas echt de waarde ervan in.” Een ervaren reizend opziener uit Groot-Brittannië vond dat zowel zijn geestelijke gezindheid als zijn onderwijsbekwaamheid waren toegenomen doordat er zo veel aandacht aan Gods Woord werd besteed. Hij schreef: „Ik leerde dat hoewel het nuttig kan zijn bij een lezing een goede illustratie te gebruiken, het veel belangrijker is bijbelteksten te lezen en uit te leggen.”

Veel leerlingen schreven om hun waardering voor de school te uiten. Een broeder uit de Verenigde Staten zei: „Ons hart loopt over van dankbaarheid voor wat Jehovah en zijn organisatie doen om ons aan te moedigen en toe te rusten voor onze toewijzing. Mag het zo zijn dat we dienen met nog meer standvastigheid, nog meer waardering voor Jehovah’s wegen en nog meer liefde voor zijn kostbare schapen.” Een leerling uit Frankrijk schreef: „De cursus heeft me bewuster gemaakt van de noodzaak liefdevol met onze broeders en zusters om te gaan en te proberen hen te helpen geluk te vinden in Jehovah’s dienst.” Een reizend opziener uit Portugal vatte de gevoelens van velen als volgt samen: „De school was het mooiste wat ik in mijn theocratische loopbaan heb meegemaakt.”

Een andere opmerking komt van een leraar. „Het is een voorrecht en een grote verantwoordelijkheid”, zei hij, „om les te geven aan mannen die op hun beurt onderwijs zullen geven dat invloed heeft op het leven van duizenden broeders en zusters. Wij vertrouwen erop dat, met Jehovah’s zegen, de school nog lang voordelen zal afwerpen.” — Jak. 3:1.

Tegen het einde van het dienstjaar 2004 hadden ruim 1700 reizend opzieners de school bezocht, die in veertien talen gehouden is. De school zal door de grotere bijkantoren ook nog in het dienstjaar 2005 gehouden worden.

Juridische ontwikkelingen

Op 19 mei 2004 deed het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg uitspraak in de zaak Lotter-Bulgarije. De zaak was aanhangig gemaakt door het echtpaar Lotter, omdat de regering van Bulgarije hen toen ze daar als zendeling dienden het land uit wilde zetten vanwege hun godsdienst. De Bulgaarse overheid stemde erin toe hun een schadevergoeding te betalen en de beschikking om hun verblijfsvergunning in te trekken, te herzien. De overheid stemde er ook mee in een duidelijke bevestiging te publiceren van de juridische status van Jehovah’s Getuigen in Bulgarije, die daar al sinds 1998 officieel geregistreerd zijn als godsdienst.

Het Europese Hof besliste op 16 december 2003 ten gunste van Séraphine Palau-Martínez. Met een stemmenmeerderheid van zes tegen één oordeelde het hof dat Frankrijk de ouderlijke rechten van zuster Palau-Martínez had geschonden. Ze was naar het Europese Hof gestapt toen ze het gezag over haar twee kinderen kwijtraakte omdat de Franse rechters beslist hadden dat het beter was de kinderen „niet bloot te stellen aan de strenge, intolerante regels waarmee de kinderen van . . . Jehovah’s Getuigen opgevoed worden”. In de uitspraak van het Europese Hof stond dat de rechters bij de beslissing niet in aanmerking hadden genomen wat de werkelijke leefomstandigheden van de kinderen waren en wat in hun belang was, en dat de resulterende uitspraak op religieuze discriminatie neerkwam.

Na jaren van gewelddadige aanvallen op aanstichting van godsdienstfanaten, van wie er nu enkelen gevangenzitten, hebben Jehovah’s Getuigen in Georgië in rust en vrede het „Wandel met God”-districtscongres kunnen bezoeken. De broeders en zusters waren vooral opgetogen over de vrijgave van de Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften in het Georgisch. Op 28 november 2003 werd bovendien het plaatselijke bijkantoor van de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania officieel geregistreerd door het Georgische ministerie van Justitie. In 1998 had het hoogste rechtscollege van Georgië nog het bevel gegeven om de rechtspersoon die toen door Jehovah’s Getuigen werd gebruikt te ontbinden, maar nu is tot vreugde van de broeders een nieuwe rechtspersoon officieel erkend.

Nog steeds zijn enkele zaken in Georgië in behandeling bij het Europese Hof. Maar het is fijn te zien dat de situatie van onze broeders en zusters daar verbeterd is.

Sinds 1990 hebben de broeders in Duitsland tevergeefs geprobeerd onze geloofsgemeenschap geregistreerd te krijgen onder de wet voor openbare rechtspersonen. De hoogste bestuursrechter verlangde van Jehovah’s Getuigen een grotere loyaliteit aan „caesar” dan de wet vereist, maar het Federale Constitutionele Hof bepaalde dat dit vonnis in strijd met de grondwet was en dat de zaak opnieuw in behandeling genomen moest worden (Mark. 12:17). Op 25 maart 2004 begon de oorspronkelijke rechtbank aan het hernieuwde onderzoek. De rechtbank vroeg om extra informatie over ons standpunt ten aanzien van bloed, het opvoeden van kinderen, uitsluiting en neutraliteit. De voorzittende rechter zei dat de regering met betrouwbare bewijzen moest komen, zoals statistieken en officiële documenten, en niet met bedenkelijke citaten van het internet en brieven van wraakzuchtige personen.

Op een formulier voor een officiële telling van militaire rekruten in Griekenland stond bij de godsdiensten „Chiliast of Jehovist” als keuzemogelijkheid. Maar omdat deze termen als beledigend werden ervaren, diende het Griekse bijkantoor een klacht in bij het ministerie van Defensie. Op 24 maart 2004 schreef het ministerie een brief aan Jehovah’s Getuigen waarin stond dat het niet de bedoeling was hen te beledigen en dat ze „er al toe waren overgegaan de verkeerde term te corrigeren”. Op het gecorrigeerde formulier staat „Christelijke Getuigen van Jehovah”.

In Peru zijn Jehovah’s Getuigen al jaren een erkende religie. Maar in november 1997 begon het ministerie van Onderwijs onze aanvragen voor vrijstelling van belasting op onze lectuur te weigeren en moesten er grote bedragen betaald worden voordat de lectuur bij het douanekantoor werd vrijgegeven. De zaak werd aan de rechter voorgelegd. Op 11 december 2003 stelde de rechter Jehovah’s Getuigen in het gelijk. Ze noemde het optreden van het ministerie „grillig, absurd en onbegrijpelijk”. Het gedrag van de ambtenaren werd door haar bestempeld als „discriminerend” en „beledigend”. De problemen met het invoeren van lectuur waren snel opgelost.

In Porto Rico, een vrije geassocieerde staat met zelfbestuur binnen de Verenigde Staten, biedt de wet de mogelijkheid openbare wijken af te sluiten met poorten, muren en beveiligingsbeambten. Hierdoor wordt het moeilijker daar te prediken. De staatspolitie heeft zelfs verkondigers uit sommige wijken verwijderd. Buitengerechtelijke bemiddelingspogingen zijn niet geslaagd. Er is nu een rechtszaak aangespannen bij de federale arrondissementsrechtbank van het district Porto Rico om die wet in strijd met de grondwet te laten verklaren, omdat de godsdienstvrijheid en de vrijheid van meningsuiting erdoor geschonden worden. De rechtszaak loopt nog.

Op 28 oktober 2003 oordeelde het hof van beroep in Boekarest in uitspraak nr. 1756 dat de regering van Roemenië Jehovah’s Getuigen moest toevoegen aan de lijst van erkende religies waarvoor speciale belastingregelingen gelden. Op 6 februari 2004 werd in nr. 112 van de staatscourant een lijst gepubliceerd van „religies die in Roemenië officieel erkend zijn”. Daar stonden ook Jehovah’s Getuigen bij.

In Zuid-Korea werden op 21 maart 2004 drie broeders die op religieuze gronden militaire dienst hadden geweigerd door de arrondissementsrechtbank van Seoel vrijgesproken. Dit is de eerste keer dat een rechtbank in dat land gewetensbezwaren als een burgerrecht heeft erkend. Honderden broeders in Korea zitten momenteel gevangen voor het ’misdrijf’ dat ze ’hun speren tot snoeimessen smeden’ (Jes. 2:4). Helaas hebben zowel het hoogste gerechtshof als het constitutionele hof geweigerd de bescherming van godsdienstvrijheid die de Koreaanse grondwet waarborgt, op onze broeders toe te passen. Er is echter onlangs een wetsvoorstel ingediend om voor alle oproepbare burgers in de dienstplichtige leeftijd burgerdienst mogelijk te maken. — Spr. 21:1.

De uitspraak van het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten in de zaak Watchtower . . . v. Village of Stratton levert nog steeds voordelen op voor de van-huis-tot-huisbediening van Jehovah’s Getuigen. In één plaats in de staat New York eiste de politie bijvoorbeeld nog steeds dat de Getuigen een vergunning aanvroegen om hun openbare bediening te verrichten. Maar toen de situatie onder de aandacht van de politiecommissaris werd gebracht en hij op bovengenoemde uitspraak werd gewezen, schreef hij: „Ik schaam me voor wat mijn agenten in dit opzicht gedaan hebben en ik bied mijn verontschuldigingen aan voor de eventuele overlast.”

In een plaats in de staat Illinois kreeg de politie instructie om alle agenten en andere medewerkers erover in te lichten dat Jehovah’s Getuigen op grond van een uitspraak van het Hooggerechtshof „geen vergunning nodig hebben om van deur tot deur te gaan”. De instructie luidde verder: „Ze hoeven het ons niet te melden wanneer ze er weer zijn.”

Op 8 oktober 2003 werd Lester Campbell door het hooggerechtshof van Iowa in het gelijk gesteld in een zaak naar aanleiding van zijn weigering van bloed. Broeder Campbell was naar de rechter gestapt voor een schadevergoeding omdat hij na een operatie een transfusie met zijn eigen bloed had gekregen terwijl hij zowel schriftelijk als mondeling kenbaar had gemaakt dat hij die behandeling niet wilde. De rechtbank had in het voordeel van de chirurg en het ziekenhuis beslist. Maar het hoogste rechtscollege van Iowa vernietigde dat vonnis en besliste dat Lester Campbell geen medische deskundige nodig had om aan te tonen dat het zonder zijn toestemming geven van deze transfusie niet aan de norm voor goede medische zorg voldeed. Hij kreeg ook een schadevergoeding toegekend.

Het verbod in Moskou en de uitwerking

De Golovinsky-arrondissementsrechtbank in Rusland deed op 26 maart 2004 een uitspraak waarin alle activiteiten van Jehovah’s Getuigen in Moskou verboden werden en de door hen gebruikte rechtspersoon werd ontbonden. De Getuigen gingen in beroep. Op 16 juni 2004 werd de uitspraak van de lagere rechtbank door het hof van Moskou bekrachtigd en werden de verbodenverklaring en de ontbinding van kracht. De broeders hebben zich tot het Europese Hof gewend en hopen dat hun zaak snel voorkomt vanwege de vele moeilijkheden die het verbod veroorzaakt.

Toch is de geest van de broeders en zusters niet bekoeld door het verbod. Velen zijn er juist toe gemotiveerd meer in Jehovah’s dienst te doen. Hun ijver doet denken aan de woorden van de apostel Paulus toen hij in Rome gevangenzat. Hij schreef dat zijn „aangelegenheden veeleer tot de vooruitgang van het goede nieuws hebben bijgedragen”. — Fil. 1:12.

Zo was er in maart 2004 een nieuw hoogtepunt van 136.034 verkondigers en 136.903 bijbelstudies. Het was voor het eerst in zeven jaar dat er meer bijbelstudies dan verkondigers waren! En van maart tot en met juni ontving het bijkantoor meer dan duizend aanvragen voor de gewone pioniersdienst, en in april was er een nieuw hoogtepunt van 15.489 gewone pioniers. Het bijkantoor bericht: „Zo heeft ook de uitspraak van 16 juni onze broeders en zusters alleen maar tot grotere activiteit aangezet.” Het leidde er ook toe dat anderen, onder wie ongelovige echtgenoten, christelijke vergaderingen zijn gaan bezoeken.

Een Amerikaanse student was toevallig in Rusland toen het hof in juni met de uitspraak kwam. „Hij kwam speciaal naar Bethel, dat een eind buiten Sint-Petersburg ligt, om meer over de situatie te horen”, schrijft het bijkantoor. „Hij was ervan onder de indruk hoe schoon het gebouw was en dat hij zo hartelijk verwelkomd werd.” Hij kon niet begrijpen waarom iemand Jehovah’s Getuigen zou willen verbieden, en hij vroeg om lectuur en video’s die hij mee terug wilde nemen naar Californië om ze daar aan zijn leraren aan de theologische faculteit te geven.

Congressen in Moskou vreedzaam verlopen

Kort voor de ongunstige uitspraak van de rechtbank werden in Moskou van 11 tot 13 juni twee „Wandel met God”-congressen gehouden, waarvan één in de Russische Gebarentaal. In eerste instantie zou de rechtszaak al voor de congressen gehouden worden, maar het bijkantoorcomité slaagde erin uitstel te krijgen. De broeders laten weten dat de congressen goed zijn verlopen en dat het stadsbestuur heeft meegewerkt. De politieagenten die bij de ingangen van het stadion moesten staan, hadden van hun superieuren zelfs te horen gekregen: „Terwijl jullie mensen het stadion binnenlaten, mogen jullie niet roken of vuile taal gebruiken.”

In de metro van Moskou beschuldigde een man onterecht een groepje zusters ervan dat ze zijn geld gestolen hadden. Hij stond erop dat ze meegingen naar het politiebureau. Daar beschuldigde hij niet alleen de zusters maar alle ’sektariërs’ ervan dat ze met opzet opstoppingen creëerden om mensen te kunnen beroven. De politieagent wendde zich daarop tot de zusters en vroeg: „Wie zijn jullie?”

Ze wezen op hun lapelkaartjes en antwoordden: „Wij zijn Jehovah’s Getuigen en we zijn op weg naar ons congres.”

De politieagent wendde zich toen tot de man en zei: „Jehovah’s Getuigen stelen niet. U moet uw excuses aanbieden omdat u hen beledigd hebt.” Toen zei de agent tegen de zusters: „Ga maar snel naar jullie congres.” Maar tegen de man zei hij: „U blijft hier. Ik heb nog even een woordje met u te wisselen.”

Het congres in het stadion had een hoogtepunt van 21.291 aanwezigen en er waren 497 dopelingen. Op het gebarentaalcongres, dat in een Koninkrijkszaal werd gehouden, waren 929 aanwezigen en 19 dopelingen!

Beproevingen in Haïti

In 2004 had de eilandstaat Haïti te lijden van politieke onrust, geweld, gebrek aan noodzakelijke levensbehoeften en prijzen die omhoogvlogen. Naast deze problemen was er in mei ook nog een catastrofale overstroming, waarbij meer dan 1500 mensen omkwamen en duizenden hun huis verloren. Er zijn geen Getuigen om het leven gekomen, maar verschillenden van hen hebben alles verloren wat ze hadden, met inbegrip van hun huis.

Toch voelden de broeders en zusters zich gesterkt door de duidelijke bewijzen van Jehovah’s hulp en leiding en door de liefdevolle zorg van het Besturende Lichaam en de internationale broederschap. Die liefde werd op een praktische manier getoond door middel van materiële hulp voor slachtoffers van de ramp. Ook de plaatselijke broeders en zusters hielpen elkaar natuurlijk aan voedsel en andere levensbehoeften.

Het bijkantoor in Haïti hield de situatie goed in de gaten en gaf de gemeenten instructies. Toen het geweld in de hoofdstad Port-au-Prince escaleerde, raadde het bijkantoorcomité de ouderlingen dan ook aan de vergadering van zondag 29 februari een dag eerder te houden. Dat bleek goede raad te zijn, want die zondag trad de zwaar belaagde president van Haïti af en vluchtte. „Overal in de hoofdstad waren schoten te horen en de stad verkeerde in chaos”, luidde een nieuwsbericht. Het bijkantoor schrijft: „Niemand had enig idee dat ons dit te wachten stond. Het zou onmogelijk zijn geweest die zondag naar de vergadering te gaan. Wij zijn Jehovah dankbaar voor de veiligheid van onze broeders en zusters.”

In die onstabiele periode zetten de politie, het rebellenleger en plunderaars wegversperringen op, en de regering stelde een avondklok in. Maar al voordat die werd ingesteld, hadden de gemeenten hun vergadertijden aangepast zodat iedereen voor het donker veilig thuis kon zijn. Veel gemeenten berichtten een toename in het vergaderingsbezoek!

De broeders en zusters bleven ook druk bezig in de velddienst, wat indruk maakte op de buren. „Het is heel geruststellend om jullie als Getuigen gewoon te zien prediken”, zeiden sommigen. Natuurlijk waren de verkondigers heel voorzichtig en vertelden ze elkaar waar het veilig genoeg was om in de velddienst te gaan.

Onze christelijke identiteit — Een bescherming

Het Haïtiaanse bijkantoor schrijft: „Goed bekendstaan in de omgeving en de reputatie hebben politiek neutraal te zijn, heeft veel broeders en zusters beschermd tegen geweld en beroving.” Zo werd een zendelingenechtpaar drie keer bij wegversperringen door een gewapende bende tegengehouden. Het echtpaar deed twee dingen: ze maakten zich bekend als Jehovah’s Getuigen en ze baden, zowel in stilte als hardop. Bij elke wegversperring nam iemand het voor hen op door te zeggen dat Jehovah’s Getuigen goede mensen zijn die zich niet met politiek bemoeien. Het echtpaar kwam veilig thuis.

Ook leden van de Bethelfamilie werden tegengehouden door gewapende groepen. Net als de zendelingen zeiden ze dat ze Getuigen waren en gingen ze in gebed, met hetzelfde resultaat. In één geval zei een overvaller: „Ga in vrede en bid voor ons!” Een andere Betheliet werd bij een politieversperring tegengehouden, en agenten wilden zijn auto doorzoeken op wapens. „De enige wapens die ik heb zijn de bijbel en De Wachttoren en Ontwaakt!”, zei de broeder. De politieagenten lachten en hij mocht verder. Vanaf toen herkenden ze zijn auto al vanuit de verte en mocht hij zonder problemen passeren.

Het bijkantoor berichtte dat het in de daaropvolgende maanden iets rustiger werd, maar dat er nog steeds problemen en spanningen waren. De broeders en zusters bleven dus voorzichtig.

Drukkerij in de VS uitgebreid

Op aanwijzing van het Besturende Lichaam werd in 2002 het werk van de drukkerijen gereorganiseerd zodat er vijf grote regio’s ontstonden: Afrika, Azië, Europa, Noord-Amerika en Zuid-Amerika. Deze regeling heeft geresulteerd in een efficiënter gebruik van de bijkantoorfaciliteiten, waaronder die in de Verenigde Staten, waar de hoeveelheid werk nu afgenomen is.

Al het werk in de Verenigde Staten in verband met drukken, boekbinden en verzenden wordt sinds 2004 gedaan in Wallkill, in de staat New York. Het concept en de algemene plannen werden op 6 augustus 2002 aan de plaatselijke overheid voorgelegd. Op 3 september was er een openbare hoorzitting, waarna definitieve toestemming werd verleend. Op 5 oktober 2002 werd op de jaarvergadering van de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania bekendgemaakt dat het Besturende Lichaam toestemming had gegeven om alle drukkerijactiviteiten in Wallkill te concentreren. Er werden twee nieuwe MAN Roland Lithoman-rotatiepersen besteld, en het nieuwe gebouw ervoor zou in februari 2004 klaar moeten zijn.

Hoe zouden de broeders zo’n enorm project in veertien maanden afkrijgen? Ze zagen naar Jehovah op om de dingen te leiden en personen ertoe te bewegen zich bereidwillig aan te bieden. Dat vertrouwen bleek niet misplaatst. De bouwwerkzaamheden begonnen in februari 2003 en in september was de uitbreiding van de drukkerij klaar. De eerste van de drie bestaande persen in Wallkill werd in december ontmanteld en naar het nieuwe gedeelte verhuisd. De twee nieuwe persen arriveerden in april en mei 2004 en werden in juni en juli in gebruik genomen. In september waren alle vijf de persen gebruiksklaar.

Voorheen nam de boekbinderij elf verdiepingen in beslag in drie gebouwen van het complex aan Adams Street in Brooklyn. Nu staat de hele boekbinderij op één verdieping in Wallkill en neemt hij 58 procent minder ruimte in beslag. In juli 2004 kwam de productie van paperbacks op gang. Later die maand werden de eerste gebonden boeken geproduceerd in de nieuwe boekbindstraat, die zo’n 400 meter lang is en bestaat uit 33 machines die door 70 transportbanden verbonden zijn. Nadat de katernen aan het begin van de straat zijn ingevoerd, wordt er niets meer met de hand gedaan. De machines produceren 120 boeken per minuut en worden bediend door maar 25 man — 66 procent minder dan voorheen. Sinds oktober 2004 is de hele boekbinderij operationeel.

Vanaf november 2004 worden de lectuuraanvragen van de gemeenten door de nieuwe afdeling Expeditie in Wallkill verwerkt met een nieuw gecomputeriseerd systeem dat 45 procent minder ruimte inneemt dan het oude systeem in Brooklyn. Computers berekenen welke doos er voor elke zending nodig is. Alle lectuur wordt over een 800 meter lange transportband naar een speciaal plateau vervoerd waar de goederen worden klaargemaakt voor verzending. Er is ook een ruimte gecreëerd waar de plaatselijke gemeenten met de auto kunnen komen om hun lectuur op te halen.

Wij willen alle broeders en zusters die bij dit project geholpen hebben heel hartelijk bedanken. Dat zijn onder anderen de Bethelieten en de tijdelijke werkers, de Regionale bouwcomités uit vijf staten en de vrijwilligers die onder hun leiding werken, alsook de broeders die heel vrijgevig uitrusting en materialen van hun eigen bedrijf beschikbaar hebben gesteld. Ook alle ’blijmoedige gevers’ die ons financieel ondersteund hebben, zijn wij uiteraard heel dankbaar. — 2 Kor. 9:7, 11.

Veranderingen in Brooklyn

Door de verhuizing van de drukkerij, de boekbinderij en de verzendafdeling naar Wallkill is Brooklyn-Bethel behoorlijk veranderd. Op donderdag 29 april 2004 vond er een historisch en emotioneel moment plaats. Die avond zette Max Larson, die al meer dan zestig jaar de drukkerijopziener is, onder applaus en tranen de laatste drukpers in Brooklyn uit, waardoor er een eind kwam aan 84 jaar onafgebroken drukken op die lokatie. De boekbinderij werd enkele weken later gesloten.

Omdat er vanwege die veranderingen veel minder ruimte in Brooklyn nodig zou zijn, kondigde het Besturende Lichaam in juni 2003 aan dat het gebouw aan Furman Street 360 misschien verkocht zou worden. Op vrijdag 18 juni 2004 gebeurde dat ook. De wasserij, kantoren en werkplaatsen die in dat gebouw van 93.000 vierkante meter gehuisvest waren, zullen worden overgebracht naar de vrijgekomen ruimte in het complex aan Adams Street 117.

Ook wordt het gebouw aan Columbia Heights 107 momenteel volledig gerenoveerd. De planning is dat het woongedeelte in de tweede helft van 2005 af is, en naar verwachting is in september 2006 het hele project afgerond. In het gerenoveerde gebouw zullen ruim driehonderd Bethelieten gaan wonen, en het zal ook een eetzaal, Koninkrijkszaal, bibliotheek, lobby, kantoren, privéwasserij en een nieuwe binnentuin bevatten.

Klaar voor wereldwijde toename

Ook in Brazilië, Groot-Brittannië, Japan, Mexico en Zuid-Afrika zijn nieuwe MAN Roland Lithoman-drukpersen geïnstalleerd. De eerste pers werd in juli 2003 in Groot-Brittannië geïnstalleerd, en in oktober werd begonnen met drukken. De nieuwe pers drukt bijna drie keer zoveel als de vorige pers, namelijk 750.000 tijdschriften per dag, en zelfs 1,5 miljoen per dag als er in ploegen wordt gewerkt.

De nieuwe persen drukken ook de katernen voor bijbels en andere publicaties. In Zuid-Afrika zijn bijvoorbeeld al katernen gedrukt van de Nieuwe-Wereldvertaling in het Sesotho, een Zuid-Afrikaanse taal. Het Japanse bijkantoor zei dat het voorheen een hele dag kostte om van het drukken van kleine boeken naar grote boeken over te schakelen. Dat kost nu maar een uur. En het kost nu geen tien dagen meer om een miljoen traktaten te drukken, maar slechts vijf uur. In de eerste drie maanden dat de pers in Japan in bedrijf was, zijn 12 miljoen traktaten, 12 miljoen tijdschriften en brochures, 240.000 boeken en 48.000 bijbels gedrukt.

Andere nieuwe geautomatiseerde machines snijden, tellen, stapelen, verpakken en labelen de lectuur. Drukplaten worden nu gemaakt met een efficiëntere en nauwkeuriger techniek die ’computer-to-plate’ wordt genoemd. Bij deze techniek zijn geen films meer nodig, waardoor een deel van de procedure helemaal vervalt. Het Britse bijkantoor meldt dat door al deze verbeteringen de productie is toegenomen, terwijl er minder werkers nodig zijn.

Naar Duitsland voor opleiding

Er zijn teams van de zes bijkantoren bij het bedrijf MAN Roland in Duitsland geweest om opgeleid te worden in het drukken. De instructeurs zijn gewend dat niet-Getuigen hun tijd daar als een soort vakantie bezien en ze verwachtten dan ook dat de broeders er net zo over dachten. Tot hun verbazing waren de broeders heel gewetensvol, en dat maakte veel indruk. De Getuigen wilden zelfs vroeg beginnen en langer doorwerken om de cursus zo goed mogelijk te benutten.

Voor sommige cursisten was de taal een probleem omdat zowel de lessen als de handleiding voor de machines in het Engels waren. De groep uit Japan had zich hierop voorbereid door hun Engels te verbeteren voordat ze naar Duitsland gingen. Velen waren zelfs tijdelijk naar een Engelssprekende gemeente gegaan.

Bethelieten geven een goed getuigenis

Toen later de persen op de bijkantoren arriveerden, werden ze door technici van MAN in elkaar gezet, met de hulp van Bethelieten. Op alle zes de bijkantoren had de vreugdevolle, gezonde Bethelomgeving een goede uitwerking op de niet-Getuigen. Een man die in Londen aan de installatie van de pers werkte, zei tegen de broeders: „Toen ik gisteren thuiskwam, zag ik mijn buurman in zijn tuin. Ik heb hem nooit echt gemogen, maar gisteravond heb ik twintig minuten met hem staan praten en ik merkte dat hij eigenlijk best aardig is.” Deze technicus zei ook dat zijn vrouw had gemerkt dat zijn houding en gedrag veranderd waren. „Je bent vriendelijk, je glimlacht en je groet mensen”, zei ze.

„Ik werk nu al zes weken met de Getuigen”, was zijn reactie, „en de laatste twee weken heb ik niet één keer gevloekt. Eigenlijk wil ik dat ook helemaal nooit meer doen.”

Toen de pers in Londen geïnstalleerd was, belde een directielid van MAN het bijkantoor om de broeders te bedanken dat ze zo goed voor hun personeel hadden gezorgd. Hij zei dat de installatie vlekkeloos was verlopen.

Sommige bijkantoren regelden een eetruimte bij de werkplek voor degenen die de nieuwe machines kwamen installeren. Vooral de niet-Getuigen waren niet gewend hun middagmaaltijd opgediend te krijgen door keurig geklede obers. Een technicus in Japan had nog nooit zo’n schone, goed georganiseerde drukkerij gezien als op het bijkantoor. „Het is de beste werkplek ter wereld”, zei hij. Hij had ook waardering voor de eerlijkheid van de broeders. Nergens anders zou hij zijn gereedschap kunnen laten liggen zonder erover in te hoeven zitten of het gestolen zou worden. Hij wilde meer over Jehovah’s Getuigen weten en hij aanvaardde enkele publicaties en kreeg een rondleiding.

De broeders in Mexico nodigden de technici van MAN uit voor de Gedachtenisviering. Vier van hen gingen daarop in. Ze hadden echter geen geschikte kleding bij zich. Omdat ze een pak wilden kopen, ging een Betheliet met hen winkelen. De broeders gaven de mannen een bijbel en hielpen hen tijdens de lezing de teksten op te zoeken. Na de vergadering namen de technici foto’s, en ze keken zo gelukkig dat velen in de gemeente dachten dat het Duitse Bethelieten waren.

Op alle bijkantoren kregen ook plaatselijke aannemers en leveranciers een goed getuigenis. Een aannemer in de Verenigde Staten schreef: „Ik ben diep onder de indruk van de kwaliteit van uw organisatie en vooral van de mensen. Ik heb nog nooit zo van een bouwproject genoten als van dit project. Uw organisatie geeft me hoop voor de toekomst van de mensheid. Als enthousiasme en hartelijkheid ingeblikt en verkocht konden worden, zou uw groep echt een product hebben dat iedereen wil hebben.”

Een man die de leidingen voor de nieuwe pers in Mexico leverde, was verbaasd over de vredige sfeer op het bijkantoor. Hij stelde veel vragen, en hij en zijn gezin bestuderen nu de bijbel en maken goede vorderingen. De voorman van een plaatselijk aannemersbedrijf deed een ongebruikelijk verzoek. Hij zei: „Normaal krijgen we een fooi als mensen tevreden zijn met ons werk. Zou u in plaats daarvan ons allemaal een bijbel willen geven? Na wat ik hier heb gezien, denk ik dat kennis van de bijbel veel waardevoller is dan geld.”

Indiase bijkantoor ingewijd

„De langverwachte dag brak eindelijk aan op 7 december 2003”, schrijft het bijkantoor in India. „Op die dag was de inwijding van ons nieuwe bijkantoor in Bangalore, in Zuid-India.”

Het complex van 30.000 vierkante meter staat op 17 hectare grond en is net een klein dorp. Het is het eerste grote bijkantoor ter wereld dat door een commerciële firma is gebouwd, en het heeft een zuiveringsinstallatie voor drinkwater, een installatie om afvalwater te recyclen en een eigen stroomaggregaat. Het complex heeft 122 kantoren (waarvan 80 voor de vertalers), een mooie Koninkrijkszaal en een grote drukkerij. Verder zijn er drie woongebouwen met comfortabele kamers, een wasserij, een eetzaal en een goed uitgeruste keuken. Het hele project, waarbij veel plaatselijke materialen zijn gebruikt, is in twee jaar afgerond.

Het Koninkrijkswerk begon in India in 1905. Nu wordt er in 26 Indiase talen lectuur vertaald en gedrukt. Bij de inwijding vertelden zendelingen die al jaren in India dienen aanmoedigende ervaringen, en de inwijdingslezing werd door Stephen Lett van het Besturende Lichaam gehouden. Onder de 2933 aanwezigen bevonden zich 150 bezoekers uit 25 landen.

Bijkantoorinwijding in de Filippijnen

„Wij willen voor ons werk ook Wachttoren-kwaliteit!” Dat zeiden enkele aannemers in Manila toen ze zagen hoe mooi ons bijkantoor in de Filippijnen was afgewerkt. Een televisieploeg die de stadsarchitect bezocht voor een documentaire over bouwverordeningen, kreeg van hem te horen: „Als jullie ergens willen kijken waar de bouwverordeningen tot op de letter worden nageleefd, ga dan naar de Wachttoren.”

De broeders hebben een nieuw woongebouw van tien verdiepingen en een aantal bijgebouwen neergezet. Ook is een uit 1991 daterend woongebouw van tien verdiepingen gerenoveerd. Waarom was die uitbreiding nodig? Van 1991 tot 2003 zijn er 34.000 verkondigers bijgekomen, met als resultaat een nieuw hoogtepunt van meer dan 144.000 Koninkrijksverkondigers!

De inwijding vond plaats op 1 november 2003. Op die zonnige zaterdagochtend kwamen de Bethelfamilie, voormalige zendelingen en andere buitenlandse gasten uit dertien landen met meer dan 2000 broeders en zusters uit de Filippijnen bijeen. Er waren in totaal 2540 aanwezigen. Stephen Lett besprak het thema „Waardering voor Jehovah’s huis van aanbidding toen en nu”. De volgende dag kwam er een groep van 8151 plaatselijke pioniers en ouderlingen met hun vrouwen naar de congreshal van Metro Manila om van een speciaal programma te genieten.

Wereldwijd werken er in totaal 20.092 geordineerde bedienaren op zulke bijkantoren. Ze zijn allemaal lid van de Wereldwijde Orde van Speciale Volletijddienaren van Jehovah’s Getuigen.

[Kader op blz. 21, 22]

Op klaarlichte dag ontvoerd

Op vrijdagmiddag 19 maart 2004 liep Carl, een twintigjarige Getuige, in een drukke straat in Pétionville (Haïti). Plotseling dwongen gewapende, in het zwart geklede mannen hem in een auto, waarna er een kap over zijn hoofd werd getrokken en ze snel wegreden. Carl vertelt:

Toen we uit de auto stapten, werd ik meegenomen naar een kamer met andere slachtoffers, blijkbaar studenten die ervan beschuldigd werden aan politieke demonstraties te hebben meegedaan. Onze ontvoerders werden steeds agressiever en ze vuurden veel schoten af, waarbij een van de ontvoerden gedood werd. Ik kon zijn hoofd tegen mijn voeten voelen. Toen begonnen ze mij te ondervragen en te bedreigen. In hun frustratie sloegen ze me en gooiden me boven op de dode man.

„Geef antwoord!”, eiste de leider.

„Maar ik weet niets van politiek”, zei ik.

„Dan schiet ik je nu dood!”, schreeuwde hij.

„Mag ik dan eerst tot mijn God, Jehovah, bidden?”, vroeg ik. „Ik wil hem vragen mijn ouders en broers en zussen te helpen, nu ik ze nooit meer terug zal zien.”

„Snel dan! Ik heb haast”, snauwde hij.

Terwijl ik hardop bad, verliet de man de kamer. Toen hij terugkwam, dacht ik bij mezelf: ’Carl, dat was het dan. Nu ga je dood.’ Maar er volgde iets onverwachts.

„Ben jij Carl die-en-die?”, vroeg de man.

„Ja”, zei ik en ik vroeg me af hoe hij mijn naam kende.

Hij legde uit dat ik hem een aantal keren een lift had gegeven, en dat hij me niets kon aandoen nu hij wist wie ik was. Hij had me blijkbaar herkend aan dingen die ik in mijn gebed had gezegd, ook al was mijn hoofd bedekt. Hij ging opnieuw naar buiten en had een heftig gesprek met zijn maten. Uiteindelijk werd ik in een auto gezet en er ergens langs de weg uitgeduwd. Het was een angstaanjagende beproeving, maar mijn geloof in Jehovah en in de kracht van het gebed zijn er bijzonder door gesterkt.

[Tabel/Illustraties op blz. 12, 13]

ENKELE GEBEURTENISSEN UIT HET DIENSTJAAR 2004

1 september 2003

september: In het dienstjaar 2004 wordt op 88 bijkantoren de School voor Reizende Opzieners gehouden.

oktober: Het Britse bijkantoor neemt de MAN Roland Lithoman-pers in gebruik.

28 oktober: Door een uitspraak van een Roemeense rechtbank worden Jehovah’s Getuigen geplaatst op de lijst van erkende religies waarvoor speciale belastingregelingen gelden.

1 november: Inwijding van het Filippijnse bijkantoor.

28 november: Het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen in Georgië wordt door het ministerie van Justitie officieel geregistreerd.

7 december: Bijkantoorinwijding in India.

1 januari 2004

26 maart: De Golovinsky-rechtbank verbiedt Jehovah’s Getuigen in Moskou. Er wordt beroep aangetekend.

april: Rusland heeft een nieuw hoogtepunt van 15.489 gewone pioniers.

29 april: Na 84 jaar onafgebroken drukken wordt de drukkerij in Brooklyn gesloten. De nieuwe drukkerij is in Wallkill gevestigd.

1 mei 2004

mei: Te midden van politieke onrust wordt Haïti getroffen door een catastrofale overstroming. Er komen geen broeders of zusters om.

16 juni: Het gerechtshof van Moskou bekrachtigt het vonnis van 26 maart. Het verbod en de ontbinding worden van kracht. Er wordt beroep aangetekend bij het Europese Hof.

31 augustus 2004

[Illustratie op blz. 11]

De „Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften” wordt vrijgegeven in het Georgisch

[Illustraties op blz. 27]

Broeders bedienen een van de twee nieuwe MAN-persen in Wallkill (New York, VS)

[Illustratie op blz. 29]

Het onlangs ingewijde bijkantoor in Bangalore (India)

[Illustratie op blz. 30]

Uitbreiding van het Filippijnse bijkantoor