Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoogtepunten van het afgelopen jaar

Hoogtepunten van het afgelopen jaar

Hoogtepunten van het afgelopen jaar

„IK WIL Jehovah loven mijn leven lang. Ik wil melodieën spelen voor mijn God zolang ik er ben” (Ps. 146:2). Wat zou de psalmist het geweldig hebben gevonden in deze tijd te leven en te zien dat Jehovah als nooit tevoren geprezen wordt! Een van de dingen die tot die lofprijzing bijdragen, is het boek Wat leert de bijbel echt?, dat tot het hart spreekt van veel mensen die de waarheid over God willen weten. — Hand. 17:27.

Om ervoor te zorgen dat Jehovah nog meer geprezen wordt, hebben veel bijkantoren taalcursussen georganiseerd zodat verkondigers en pioniers meer mensen kunnen bereiken met het goede nieuws. Zou het niet iets voor jou zijn om je bediening uit te breiden door een andere taal te leren?

Jehovah werd natuurlijk ook geprezen door de drie weken durende wereldwijde actie met het speciale strooibiljet waarin het „Bevrijding nabij!”-districtscongres werd aangekondigd, dat in zo’n 155 landen werd gehouden. Miljoenen Koninkrijksverkondigers in ruim 99.000 gemeenten hebben deelgenomen aan die actie, de eerste in haar soort. „Heel wat nieuwelingen werden erdoor gestimuleerd om met de velddienst te beginnen, en voor sommigen die inactief waren geworden, was het een duwtje in de rug om weer iets te gaan doen”, schreef een congrescomité. Een broeder die al 35 jaar inactief was, kreeg een strooibiljet overhandigd en heeft sindsdien geen vergadering meer overgeslagen! Wat nu volgt, is slechts een greep uit de vele ervaringen die bij de verschillende bijkantoren zijn binnengekomen.

Frankrijk

Een katholieke vrouw en haar man zagen het strooibiljet toen ze bij familie op bezoek waren, en de vragen die erin stonden, intrigeerden hen. Dus gingen ze samen met hun drie kinderen naar het congres. Daar aangekomen werden ze hartelijk verwelkomd door een dienstverlener, die hun allemaal een bijbel gaf en plaatsen voor hen vond naast een Getuigengezin dat maar drie kilometer bij hen vandaan bleek te wonen! De twee gezinnen brachten de dag samen door en er werden regelingen getroffen voor een Bijbelstudie. Tijdens het bezoek van de kringopziener, een week na het congres, bezocht het geïnteresseerde gezin een gemeentevergadering.

India

Sunita, een bekende zangeres, ging voor optredens naar Canada. Daar ontmoette ze Getuigen, die haar uitnodigden voor een Punjabi vergadering. Ze ging op de uitnodiging in en genoot van het programma, vooral omdat er zo veel nadruk op de Bijbel werd gelegd. Toen ze het strooibiljet voor het congres kreeg, zei ze onmiddellijk al haar optredens voor dat weekeinde af zodat ze alle drie de dagen op het congres kon zijn. Ze heeft daar geen spijt van gekregen. „Dit is de waarheid”, zei ze aan het eind van de eerste dag. Terug in India ging ze samen met haar moeder, haar zoon, haar neef en een vriendin naar de plaatselijke Koninkrijkszaal. Toen voorgangers uit haar vroegere kerk haar daarover aanspraken, liet ze hun weten dat ze vastbesloten was een Getuige van Jehovah te worden. Ze zei hun zelfs dat ze ook naar de Koninkrijkszaal moesten gaan!

Servië

In Belgrado woont een Chinese vrouw die we Mei Li zullen noemen. In 2006 begon ze De Wachttoren in haar moedertaal te lezen. Toen ze een gedrukte uitnodiging kreeg voor het Chinese congres in Leipzig (Duitsland) was ze vastbesloten erheen te gaan, ook al ligt Leipzig een kleine duizend kilometer van Belgrado vandaan. Ze vroeg een driedaags visum aan, vloog naar München en ging vandaar met de trein naar Leipzig, een reis die haar twee maandlonen kostte. Wat ze van het programma en uit haar gesprekken met andere congresbezoekers leerde, had een diepe uitwerking op haar. Weer terug in Belgrado namen Mei Li en haar moeder Bijbelstudie en begonnen ze een Chinese boekstudie te bezoeken.

Verenigde Staten

„Er werden op alle drie de dagen gasten onder de aanwezigen gesignaleerd”, bericht een congrescomité. „Een van de gasten, een vrouw, had tot God gebeden om leiding in haar leven. De dag daarna had ze de uitnodiging gekregen. Hoewel het twee uur rijden was, kwam ze zaterdag én zondag naar het congres, en ze aanvaardde een Bijbelstudie.” Het verslag vervolgt: „Eén man ging zover dat hij op straat achter de broeder aan rende die bij zijn zoon een uitnodiging had achtergelaten. De broeder wist niet precies wat hij ervan moest denken, maar tot zijn opluchting nodigde zijn achtervolger hem vriendelijk bij zich thuis uit voor een gesprek. De man pakte zijn bijbel erbij en stelde een aantal vragen, en er werd een studie opgericht.”

Een broeder bood een man op een bouwterrein een uitnodiging aan. „Mag ik dit verder vertellen?”, vroeg de man.

„Natuurlijk!”, zei de broeder, die niet wist dat de man op zaterdagochtend een eigen radioprogramma had. De man vertelde het inderdaad verder, want hij las de uitnodiging tijdens zijn programma voor! Als gevolg daarvan informeerden veel mensen naar het strooibiljet.

De twaalfjarige Morgan is hulppionierster. Een week voor de speciale actie trof ze een man die een aantal vragen over de Bijbel stelde, en ze nodigde hem uit voor de openbare lezing in de plaatselijke Koninkrijkszaal. Hij kwam, ook al moest hij gelijk na afloop weg om een begrafenis van een familielid bij te wonen. Toen de speciale actie begon, gaf Morgan de geïnteresseerde man een strooibiljet. „Op zaterdag en zondag kom ik in elk geval, maar op vrijdag moet ik werken”, zei hij. Daarna vroeg hij wat de Getuigen in zo’n geval deden. „Gewoonlijk krijgen ze vrij,” zei Morgan, „maar soms moeten ze ook ontslag nemen.”

Bij Morgans volgende bezoek vertelde de man dat hij zijn baas had gevraagd of hij op vrijdag vrij kon krijgen en erbij had gezegd dat hij anders ontslag zou nemen. Zijn baas had gezegd dat hij hem absoluut niet kwijt wilde en dat hij behalve de vrijdag ook de donderdag vrij kon nemen om zich voor te bereiden.

De man kwam alle drie de dagen naar het congres, maar hij kwam niet alleen. Hij nam acht gezins- en familieleden mee en nog twaalf vrienden en hun gezinnen — 35 mensen in totaal! Toen hij voor het congres tegen Morgan gezegd had dat hij een stuk of dertig anderen mee zou brengen, had ze gereageerd met: „O, maar zo veel plaatsen kan ik niet bezet houden.”

„Dat snap ik”, had hij gezegd. „We vinden wel ergens een plekje, al is het op de grond.” Natuurlijk vonden ze allemaal een goede zitplaats.

’HET BOEK ONDERWIJST NET ALS JEZUS’

Uit berichten blijkt dat het Bijbelstudiehulpmiddel Wat leert de bijbel echt? een zegen is voor de prediking. „Het opent de ogen en voedt het hart en de geest”, zei een vrouw die Bijbelstudie heeft. Een districtsopziener bericht: „Het boek houdt de aandacht vast omdat het net zo onderwijst als Jezus deed. Het is kort en bondig, direct en duidelijk, en toch spreekt het tot het hart.” Dit blijkt uit de volgende ervaringen.

Australië

Een broeder sprak met een zieke vrouw over de Koninkrijkshoop terwijl hij reparaties uitvoerde aan haar huis. Toen hij een paar dagen later samen met een pionierster bij de vrouw langsging, wilde ze meer weten over de laatste dagen. De Getuigen sloegen het Leert de bijbel-​boek open bij hoofdstuk 9, „Leven we in ’de laatste dagen’?”, en bespraken de stof met haar. De vrouw stond er versteld van wat de Bijbel allemaal zegt. „Mijn kerk heeft me dom gehouden”, zei ze.

De broeder schrijft: „Toen we weer kwamen, bestudeerden we hoofdstuk 1, ’Wat is de waarheid over God?’, en het gedeelte in de appendix waarin wordt uitgelegd waarom Gods naam in sommige bijbels wordt weggelaten. Toen de vrouw in het voorwoord van haar bijbel las dat de vertalers ’Jehovah’ hadden vervangen door ’Heer’, was ze boos, omdat men haar had verzekerd dat ze een goede vertaling had. De vrouw wil nu graag de vergaderingen gaan bezoeken.”

België

Een zuster, Ingrid, ontmoette een Afrikaanse vrouw die een vooroordeel had tegen Jehovah’s Getuigen. Toen Ingrid haar vriendelijk het Leert de bijbel-​boek liet zien, werd ze al minder afwijzend, aangezien ze heel graag Gods Woord wilde begrijpen. Ze aanvaardde zelfs een studie, maar stond erop dat alle teksten gelezen werden. De vrouw bezoekt nu de vergaderingen, geeft vaak commentaar en wil een Koninkrijksverkondigster worden.

Brazilië

Paulo bestudeerde als tiener de Bijbel met de Getuigen. Helaas gingen zijn ouders uit elkaar toen hij zestien was. Om zijn moeder financieel te ondersteunen, sloot Paulo zich aan bij een sambaband, maar al gauw raakte hij verwikkeld in immoraliteit en begon hij zwaar te drinken. Toch was de waarheid niet helemaal uit zijn hart verdwenen. Zo vond hij het maar niets toen hij in een voodoocentrum moest spelen, omdat hij wist dat voodoo met demonisme te maken heeft. Hij ging ook beseffen hoe leeg zijn leven was. Toen een jonge broeder hem in 2005 het Leert de bijbel-​boek liet zien, werd Paulo’s interesse onmiddellijk gewekt en begon hij weer te studeren. Het duurde niet lang of hij verliet de band, en nu bezoekt hij de vergaderingen.

Groot-Brittannië

Marilyn ontmoette tijdens het van-huis-tot-huiswerk Melanie, een jonge moeder die belangstelling toonde voor de Bijbel. Marilyn gaf haar een traktaat en beloofde terug te komen. Na een paar keer proberen, trof ze Melanie thuis. „Ik besloot om gelijk in het Leert de bijbel-​boek te beginnen,” zegt Marilyn, „en dat leidde tot een progressieve Bijbelstudie. Vlak voor de kerst verraste Melanie me door te zeggen dat dit de laatste keer was dat ze een kerstboom had. Ze had alvast vooruit gelezen in het boek en was de waarheid over Kerstmis te weten gekomen.”

Colombia

Consuelo kreeg van haar cheffin vrij om naar het districtscongres te gaan. Toen ze weer op het werk kwam, vroeg haar cheffin hoe het geweest was, en er volgde een levendig gesprek. Consuelo liet haar het Leert de bijbel-​boek zien, waarop de cheffin vroeg of ze het mocht lenen. Twee dagen later gaf ze het terug met de mededeling dat ze het een interessant boek vond om te lezen. „Het is niet alleen een leesboek maar ook een studieboek”, zei Consuelo, en ze liet haar zien hoe een studie in zijn werk gaat. „Bedoel je dat ik dit boek kan bestuderen?”, vroeg de cheffin. Het spreekt vanzelf dat er een studie werd opgericht, en de vrouw begon al gauw getuigenis te geven aan familie en vrienden. Inmiddels bezoekt ze de vergaderingen, en soms komen haar zoon en haar grootmoeder mee.

Guyana

Joseph, een gewone pionier, begon een studie uit het Leert de bijbel-​boek met een man die jaren daarvoor in de hoofdstad, Georgetown, contact had gehad met de Getuigen. Toen Joseph voor de eerste studie kwam, zaten de man en zijn twee volwassen zoons en hun vrouwen al op hem te wachten. Ook die namen allemaal een boek. De week daarna zei de vader dat een leraar uit de buurt zijn Leert de bijbel-​boek had geleend en het had gelezen. „Wat hierin staat, is de waarheid”, had de leraar gezegd. De leraar ging meedoen met de studie. Een buurman die inmiddels over de studie gehoord had, vroeg of hij ook mee mocht doen. Rond die tijd nodigde Joseph iedereen uit voor de Gedachtenisviering. De man met wie Joseph aanvankelijk de studie was begonnen, was door ziekte verhinderd, maar zijn familie kwam wel naar de Gedachtenisviering, evenals de leraar en zijn gezin. Ze maken allemaal nog steeds goede vorderingen.

Polen

Terwijl Lucjan straatwerk deed, ontmoette hij Jan, een schoolvriend die hij jaren niet gezien had. Tijdens hun gesprek, dat onder andere over het Leert de bijbel-​boek ging, vertelde de vijftigjarige Jan dat zijn vrouw was gestorven en dat hij was gaan roken en aan de drank was geraakt. „Toen een vriend en ik hem een paar dagen later bezochten,” zegt Lucjan, „zat Jan al op ons te wachten. Op zijn verzoek begonnen we gelijk het Leert de bijbel-​boek te bestuderen.” De waarheid bereikt Jans hart, en hij probeert nu van zijn verslavingen af te komen en op zijn taal te letten, die nogal grof was.

Spanje

Waarom zou een hematoloog een depressieve patiënte aanraden de Bijbel te bestuderen? Twee leden van een Ziekenhuiscontactcomité hadden deze arts bezocht en het Leert de bijbel-​boek bij hem achtergelaten. Zowel hij als een patiënte van hem leed aan depressiviteit als gevolg van een ernstige ziekte. Omdat de hematoloog onder de indruk was van het Leert de bijbel-​boek liet hij het aan zijn patiënte zien. Door met de Getuigen te studeren, zo verzekerde hij haar, zouden ze beiden de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien. Een paar dagen later ontmoette een pionierster die straatwerk deed de vrouw, en ze nam studie. De hematoloog ging ook studeren en bezoekt inmiddels de vergaderingen.

Zambia

Goliath, een dorpshoofd dat twee vrouwen en tien kinderen had, is geen reus, maar hij en zijn gezin hebben in geestelijk opzicht wel reusachtige vorderingen gemaakt. Goliath begon al snel nadat hij het Leert de bijbel-​boek had gelezen, veranderingen aan te brengen. In januari 2006 begonnen hij en zijn gezin de vergaderingen te bezoeken, en in februari vroeg hij zijn tweede vrouw om te vertrekken en legaliseerde hij zijn relatie met zijn eerste vrouw (Matth. 19:4-6; 1 Tim. 3:2). In maart trad hij af als dorpshoofd, en in april werden hij en zijn vrouw, Esther, niet-gedoopte verkondigers. Hun besluit om Jehovah te dienen beviel de demonen allerminst en dus begonnen ze Esther lastig te vallen. Maar in overeenstemming met de raad in Jakobus 4:7 weerstond ze hen. Wat was het resultaat? „Mijn man en ik zijn nu vrije mensen”, zei ze.

MOEITE DOEN OM IN EEN ANDERE TAAL GETUIGENIS TE GEVEN

Een aantal landen kennen een enorme toevloed van anderstalige immigranten, en veel van die mensen komen uit landen waar niet vrij gepredikt kan worden. Er is dan ook ’een grote deur die tot activiteit leidt geopend’, en veel broeders en zusters willen daar gebruik van maken en gaan een andere taal leren (1 Kor. 16:9). Bepaalde landen hebben ook een vrij grote inheemse bevolking met een taal die niet door de overige bevolking wordt gesproken. Sommige Koninkrijksverkondigers leren zo’n taal en ook zij worden daarvoor rijk beloond.

Om het werk in het anderstalige veld te bevorderen, hebben een aantal bijkantoren taalcursussen georganiseerd. De lessen zijn vaak afgestemd op situaties zoals ze zich echt in de velddienst voordoen, waardoor het leerproces wordt versneld. „De cursus helpt je om helemaal op te gaan in de taal”, zegt Elisa, die Albanees leert.

België

Het bijkantoor bericht dat er zeventien cursussen in tien talen zijn gehouden, die door ruim driehonderd verkondigers zijn gevolgd. De cursisten varieerden in leeftijd van 9 tot 71 jaar. „Ik heb Turks geleerd en ben van de mensen gaan houden”, zegt Enora. Annelies, die Chinees leert, werd geïnterviewd door een verslaggever van de VRT, de Vlaamse Radio- en Televisieomroep. Hij wilde een reportage maken over iemand die iets nieuws was gaan doen in zijn leven. Annelies legde natuurlijk uit waarom ze Chinees aan het leren was. Toen de verslaggever een jaar later terugkwam, vertelde Annelies hem over de goede resultaten die ze in de prediking had bereikt. Hij was kennelijk onder de indruk, want de reportage, die op primetime werd uitgezonden, bevatte een interview met Annelies en een filmfragment waarin te zien is hoe ze in het Chinees getuigenis geeft bij een bushalte.

Nederland

„Niet alleen zijn er door de taalcursussen nu meer werkers in het anderstalige veld, maar ook zijn broeders geholpen de leiding te nemen in de gemeenten”, schrijft het bijkantoor. In Nederland was er een dringende behoefte aan zulke broeders in het betrekkelijk nieuwe Roemeense veld. Het bijkantoor had af en toe wel een vergadering georganiseerd, maar er was maar één broeder die de leiding kon nemen, en die tobde met zijn gezondheid. Nu zijn er dankzij de taalcursus meer bekwame broeders die de leiding kunnen nemen. Eén broeder leidt elke week de boekstudie, een ander leidt de Wachttoren-studie en een derde fungeert al als tolk als er lezingen in het Nederlands worden gehouden.

Spanje

Vanaf 2003 heeft het bijkantoor 48 cursussen in tien talen georganiseerd, met het gevolg dat het aantal Bijbelstudies drastisch is toegenomen tot bijna 50.000. Zo werden Juan en Mari Paz, een echtpaar dat als speciale pioniers dient, binnengenodigd bij een Roemeens gezin. Al gauw zaten er zestien personen te luisteren, onder wie de negentienjarige Mario, die bijzonder geïnteresseerd was. Hoewel hij geen Spaans sprak en de pioniers geen Roemeens, nam hij de Verlangt-brochure in zijn taal. De week daarop vroeg Mario om een Bijbelstudie en bezocht hij een speciale dagvergadering, al verstond hij er niet veel van. Binnen een paar weken bezocht hij alle gemeentevergaderingen en begon hij eenvoudige commentaren te geven in het Spaans. Hij ging meer zorg besteden aan zijn uiterlijk en begon met anderen over zijn pas gevonden hoop te spreken. Nu leidt hij een Bijbelstudie bij een Roemeens echtpaar, dat goede vorderingen maakt.

Intussen begonnen Juan en Mari Roemeens te leren, en al gauw hadden ze dertig Bijbelstudies in die taal! Juan leidt ook een boekstudie in het Roemeens. Na de studie volgen tien verkondigers een Roemeense taalcursus — en die wordt geleid door Mario, die als eerste Bijbelstudie had.

Verenigde Staten

Ruim vijftig miljoen mensen in de Verenigde Staten spreken thuis een andere taal dan Engels. Zo’n 254.000 verkondigers zijn verbonden met een van de 3052 Spaanse gemeenten of 53 Spaanse groepen. Dan zijn er (naast Engelse en Spaanse) nog 690 anderstalige gemeenten en groepen, waarin zo’n 26.000 verkondigers actief zijn. Om het werk in dit grote en afwisselende veld te vergemakkelijken, heeft het bijkantoor ruim 450 cursussen in 29 talen georganiseerd. „De afgelopen twee jaar zijn er in onze kring vier nieuwe gemeenten gevormd”, bericht een kringopziener. „Drie ervan zijn een direct gevolg van de Franse taalcursussen.”

„We hebben een droom in vervulling zien gaan”, zegt een broeder die Spaans leert. „Jarenlang droomden mijn vrouw en ik ervan zendeling te zijn, maar we hadden twee kinderen die we moesten grootbrengen. Nu zijn onze kinderen volwassen en ik ben met pensioen. Drie maanden geleden zijn mijn vrouw en ik daarom verhuisd naar een Spaanstalige gemeente, en we houden al lezinkjes op de theocratische bedieningsschool. We hebben ook heel wat nabezoeken en mogelijk vijf Bijbelstudies. Op 67- en 64-jarige leeftijd hebben we geleerd dat niemand te oud is om een vreemde taal te leren.”

Als je gebied niet veel nieuwe discipelen voortbrengt en je omstandigheden het toelaten, waarom zou je er dan niet onder gebed over nadenken een andere taal te gaan leren en naar een anderstalig gebied te verhuizen? Die stap kan heel lonend zijn en je bediening nieuw leven inblazen.

Duitsland

Ruim dertig jaar geleden werden in dit land de eerste taalcursussen gehouden, en inmiddels zijn er meer dan duizend cursisten geschoold in negen talen, van Albanees tot Vietnamees. „Deze cursus is veel beter dan de lessen die ik heb gevolgd aan de universiteit”, zei een zuster. Omdat de cursisten ook leren hoe mensen uit andere landen denken, zijn ze beter in staat het hart te bereiken als ze getuigenis geven.

Paula, die 82 is, leert Vietnamees en legt ongeveer 150 kilometer af om de vergaderingen te bezoeken. „Ik heb geen talenknobbel,” zegt ze, „maar ik ben Jehovah heel dankbaar dat hij me zo veel vreugde geeft.” Paula heeft met een Vietnamees gezin gestudeerd. De man had als eerste belangstelling voor de waarheid, en zijn vrouw volgde. Nu zijn ze allebei gedoopt.

Sinds hun doop hebben dat echtpaar en hun dochter hun droom verwezenlijkt om Jehovah in hun geboorteland te dienen. Ze bouwden daar een huis dat groot genoeg was om er gemeentevergaderingen te houden, en de man is nu ouderling en hulppionier. Zijn vrouw is gewone pionierster. Paula’s vreugde kende geen grenzen toen ze een brief van dit gezin kreeg waarin stond dat de vader zijn eigen dochter heeft gedoopt. In een brief aan Paula schreef het meisje: „Lieve ’oma’. Ik mis u. Ik denk vaak aan u. U zult altijd mijn oma Paula zijn. Ik hou van u.” Wat een hartverwarmende ervaring voor onze lieve zuster, die het op zich nam om op latere leeftijd een moeilijke taal te leren!

Canada

Vanaf 2002 hebben in totaal 554 cursisten 31 taalcursussen gevolgd in tien steden. Paul, een ouderling die aan beide benen verlamd is, leerde Mandarijn. Linda, zijn parttimeverpleegster, komt uit China. Omdat haar kerk de Getuigen had zwartgemaakt, wilde Linda niet naar de Koninkrijksboodschap luisteren. Op een dag vroeg Paul haar om hem naar de Koninkrijkszaal te brengen zodat hij naar een openbare lezing in het Mandarijn kon luisteren. Ze deed het, maar hield zich afzijdig en toonde geen belangstelling. Niet lang daarna bracht ze Paul naar de boekstudie. Linda, die een alleenstaande moeder is, luisterde ditmaal wel aandachtig omdat de studie over het gezinsleven ging. Na afloop bood een pionierster Linda een Bijbelstudie aan. Linda ging op het aanbod in. Ze maakte snel geestelijke vorderingen en is nu een zuster van ons.

Canada heeft veel inheemse volkeren die hun eigen taal spreken. Een paar jaar geleden gaf Carma, een pionierster, getuigenis aan een Blackfoot-indiaan. „Toen ik hem in het Engels getuigenis probeerde te geven, weigerde hij te luisteren”, zegt Carma, die met haar ouders in het Blackfoot-reservaat woont. „Hij zei dat mijn religie een religie van de blanken is en de Bijbel een boek van de blanke man. Ik dacht: wist ik maar meer over de taal en de cultuur van de Blackfoot, dan zou hij me misschien serieus nemen.” Carma besloot de taal te leren en hielp later 23 verkondigers die een wekelijkse taalcursus in het Blackfoot volgden.

Een van de cursisten gaf getuigenis aan een Blackfoot-echtpaar dat hun zieke zoon in het ziekenhuis bezocht. Onder de indruk dat de zuster belangstelling had voor hun taal, gaf het echtpaar haar hun adres. Carma kwam erachter dat de echtgenoot dezelfde man was die ze een jaar daarvoor ontmoet had! Dus ging ze met de zuster mee naar het nabezoek. „Ze luisterden niet alleen maar waren het ook eens met wat de Bijbel zegt”, vertelt Carma. „De zuster bood hun een bijbel en een studiehulpmiddel aan. Met tranen in haar ogen hield de vrouw de twee publicaties tegen zich aan geklemd, terwijl haar man instemmend knikte. De vrouw studeert nu, en haar man zit erbij.”

Wijzend op het succes van de taalcursus bericht het bijkantoor dat 34 Blackfoot-indianen in 2006 de Gedachtenisviering in hun taal bijwoonden.

Italië

Zo’n 7200 verkondigers hebben cursussen in achttien talen gevolgd. Een van de cursisten ontmoette Samson, die uit een land kwam waar het Koninkrijkswerk verboden is. Op 24-jarige leeftijd begon Samson aan wat hij een ’reis op hoop van zegen’ noemde. Hij trok de woestijn door en reisde daarna per boot naar Italië. Daar trof hij de broeder die zijn taal had geleerd. Samson luisterde met belangstelling en bezocht zelfs een vergadering. Daarna verloren ze elkaar uit het oog, maar na tien maanden troffen ze elkaar weer, en de broeder begon een Bijbelstudie met Samson. Ze studeerden in fastfoodrestaurants, in stations van de ondergrondse en op parkeerplaatsen. Nadat Samson de Gedachtenisviering had bezocht, begon hij zijn leven in het reine te brengen. Hij zette zelfs een punt achter zijn relatie met een vrouw met wie hij al bijna een jaar samenwoonde. Hij is nu een broeder van ons.

Nicaragua

In 2006 konden de broeders en zusters voor het eerst een goed getuigenis geven aan de Mayangna-indianen. De meeste Mayangna behoren tot de Evangelische Broedergemeente, een protestantse groepering, en de onofficiële burgemeester van elke plaats is gewoonlijk de predikant. Een van die predikanten brak met de traditie en gaf Hamilton en Abner, twee speciale pioniers, toestemming om hun intrek te nemen in zijn stadje. Hij regelde zelfs onderdak voor hen en gaf hun een complete bijbel in het Mayangna. De broeders leerden de taal en hadden al snel een aantal Bijbelstudies. De pioniers dienden zelfs als tolk voor de dertien personen die de vergadering bezochten tijdens het allereerste bezoek van de kringopziener. De Gedachtenisviering werd door negentig personen bezocht. Voor die gelegenheid hadden de broeders de beide liederen in het Mayangna vertaald, en iedereen zong uit volle borst mee.

Gezien de buitengewone belangstelling ging het bijkantoor ermee akkoord dat de pioniers tot onbepaalde tijd in hun toewijzing bleven. Maar vonden de plaatselijke autoriteiten dat ook goed? Op een raadsvergadering beschuldigden sommigen Jehovah’s Getuigen ervan de antichrist te zijn. Een man die in de gemeenteraad zat, had echter met de Getuigen gestudeerd. „Sinds deze twee jonge mannen bij ons in de stad zijn,” zei hij, „heb ik nog nooit iemand voor ze zien koken of de was voor ze zien doen. Ze zorgen overal zelf voor. Ze hebben zelfs onze taal geleerd! Trouwens, ze hebben ons dingen uit de Bijbel geleerd waar we niets van af wisten. Als deze mensen niet van God waren, hadden ze er allang de brui aan gegeven.” De broeders mochten blijven.

VERTALING VOOR DE DOVEN

Verenigde Staten

In 2006 werd Het goede nieuws volgens Mattheüs in Amerikaanse Gebarentaal vrijgegeven in de vorm van een serie dvd’s. Voor het eerst konden dove verkondigers in hun eigen taal hele hoofdstukken van de Nieuwe-Wereldvertaling ’lezen’. „Dit is de mooiste persoonlijke brief die ik ooit van Jehovah heb gekregen”, zei een dove ouderling. Een andere ouderling zei: „Nu kan ik elk vers in zijn context zien.” Een zuster die het zich ten doel heeft gesteld elke dag een hoofdstuk te bekijken, schrijft: „Voor ik het weet ben ik te laat voor een afspraak omdat ik vier of vijf hoofdstukken bekeken heb en de tijd ben vergeten!”

Brazilië

Het werk onder de doven groeit in een verbazingwekkend tempo. Tegenwoordig zijn er 232 gebarentaalgemeenten, die tien kringen en één district vormen. Ruim duizend ouderlingen en dienaren in de bediening en 146 speciale pioniers, van wie er acht doof zijn, zijn in het dovenveld actief. Meer dan honderd ouderlingen en dienaren in de bediening schrijven hun geestelijke groei voor een groot deel toe aan de schitterende publicaties die Jehovah’s organisatie voor de doven verzorgt. Tot die studiehulpmiddelen behoren Kennis die tot eeuwig leven leidt, Wat leert de bijbel echt?, Blijf waakzaam!, Wat verlangt God van ons? en De Wachttoren. Vanaf 2006 is de theocratische bedieningsschool in Brazilië aangepast voor gebarentaal en worden er publicaties gebruikt die in die taal beschikbaar zijn.

„Ik heb in verschillende kerken de dienst bijgewoond,” zei een dertigjarige lerares, „maar ik moet toegeven dat alleen Jehovah’s Getuigen echt in staat zijn doven de Bijbel te onderwijzen.” Wat haar kerk leerde was volgens haar onlogisch en zette weinig zoden aan de dijk. Ondanks druk van haar vrienden is ze vastbesloten de vergaderingen te blijven bezoeken. Wij hopen dat Jehovah ermee voortgaat zulke oprechte personen tot zijn Zoon te trekken! — Joh. 6:44; Openb. 14:6.

JURIDISCHE ONTWIKKELINGEN

Eritrea

Omdat Jehovah’s Getuigen niet deelnamen aan een landelijk referendum, werd hun in 1994 bij presidentieel besluit het staatsburgerschap ontnomen. Die beslissing bracht onze broeders en zusters in grote financiële moeilijkheden, en honderden vluchtten het land uit om elders asiel te zoeken. Anderen bleven, van wie sommigen met schoolgaande kinderen. In het negende schooljaar worden alle leerlingen — jongens en meisjes — ingeschreven voor een militaire opleiding. Vandaar dat veel jongeren besluiten hun opleiding na het achtste jaar te beëindigen.

Het is gevaarlijk gebleken gemeentevergaderingen bij te wonen en aan de prediking deel te nemen; hele gemeenten zijn gearresteerd! Toch blijven onze moedige broeders en zusters „God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen” (Hand. 5:29). Op dit moment zitten er 31 broeders en zusters in de gevangenis, onder wie een 73-jarige broeder die Nederlands staatsburger is. Anderen zitten gevangen omdat ze militaire dienst weigeren. Drie broeders — Paulos Eyassu, Isaac Mogos en Negede Teklemariam — zitten al vast sinds 1994.

Frankrijk

Op 25 februari 2005 werd bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) een verzoekschrift ingediend wegens de onbillijke belasting die het Genootschap van Jehovah’s Getuigen is opgelegd. Ruim 874.000 personen ondertekenden een landelijke petitie tegen dat onrecht, en het document werd aan het Hof overgelegd. Desondanks eiste de belastingdienst in januari 2006 van de broeders dat ze het bedrag waarvoor ze waren aangeslagen betaalden.

Jehovah’s Getuigen brachten het EHRM meteen van deze ontwikkelingen op de hoogte. Het Hof stelde onmiddellijk een vooronderzoek in. Op 4 mei 2006 verzocht het Hof de Franse regering om een schriftelijke uiteenzetting van haar standpunt. Onderzocht wordt of de godsdienstvrijheid van Jehovah’s Getuigen is geschonden en of er sprake is van discriminatie.

Duitsland

Op 10 februari 2006 besliste de federale bestuursrechter in Leipzig dat de deelstaat Berlijn de geloofsgemeenschap van Jehovah’s Getuigen in Duitsland de publieke status moet toekennen. Dat maakte een eind aan een vijftien jaar durende juridische strijd. De geloofsgemeenschap kan nu aanspraak maken op belastingvrijstelling en andere voorzieningen die de grote religieuze denominaties genieten. Op 13 juni 2006 heeft de deelstaat Berlijn officiële erkenning verleend, en op 5 juli is het betreffende certificaat aan twee leden van het bijkantoorcomité overhandigd.

Griekenland

Jarenlang werden vergunningen om Koninkrijkszalen te bouwen of in gebruik te nemen onnodig vertraagd of geweigerd omdat de wet vereiste dat ze eerst werden goedgekeurd door een Grieks-orthodoxe bisschop. Op 30 mei 2006 besliste het parlement dat alleen het ministerie van Onderwijs en Religie vergunningen voor niet-orthodoxe religies in behandeling zal nemen.

Op 15 juli 2005 kwam het bestuur van een overdekt openbaar stadion in Loutraki (Korinthe) terug op zijn beslissing om het stadion aan de Getuigen te verhuren voor een districtscongres. Het bestuur betwijfelde of Jehovah’s Getuigen wel een ’bekende religie’ waren. De ombudsman kwam tussenbeide, en in februari 2006 beloofde het stadionbestuur nieuwe aanvragen te beschouwen met als uitgangspunt dat Jehovah’s Getuigen een erkende religie zijn.

Nepal

Jehovah’s Getuigen zijn in oktober 2005 als religieus genootschap geregistreerd. Een van de statutaire doelen van de organisatie is „geestelijk onderricht te bevorderen”. De registratie zal beslist tot de verbreiding van het goede nieuws in dit overwegend hindoeïstische land bijdragen.

Roemenië

Hoewel Jehovah’s Getuigen al in 1990 als religie zijn geregistreerd, werden ze niet op een in 1997 door de staat uitgegeven lijst met officieel erkende religies geplaatst. Als gevolg daarvan kregen de Getuigen geen toestemming om Koninkrijkszalen te bouwen en kregen de broeders geen vrijstelling van militaire dienst — rechten die wel toegekend zijn aan erkende religies. Het Hooggerechtshof van Roemenië besliste dat de regering Jehovah’s Getuigen als religie moest erkennen, maar de regering heeft zich herhaaldelijk tegen die beslissing verzet. In maart 2006 trof de regering onder toezicht van het EHRM een schikking met Jehovah’s Getuigen, waardoor er een eind kwam aan een negen jaar durende juridische strijd. De regering heeft erkend dat voor onze organisatie „alle wettelijke rechten en plichten” van erkende religies moeten gelden.

Turkije

Toen het bijkantoor een verzoek indiende om als religie geregistreerd te worden, beweerde de regering dat registratie onmogelijk was, hoewel de wetgeving was aangepast om aan de normen van de Europese Unie te voldoen. De zaak dient momenteel bij de nationale rechter, maar kan uiteindelijk bij het EHRM terechtkomen.

Een ander probleem houdt verband met militaire dienst. Broeders worden tot een bepaalde leeftijd soms wel drie of vier keer per jaar opgeroepen. Ze worden elke keer weer veroordeeld. Sommigen van hen hebben herhaaldelijk een boete gekregen, anderen zijn gevangengezet. In 2004 diende Yunus Erçep een verzoekschrift in bij het EHRM. Hoewel broeder Erçep al heel vaak beboet is, werd hij in oktober 2005 gevangengezet. Hij werd vrijgelaten nadat hij vijf van de twaalf maanden vastgezeten had. Op de dag van zijn vrijlating moest hij opnieuw voor de rechter verschijnen en kreeg hij een boete omdat hij bij eerdere gelegenheden militaire dienst geweigerd had.

Oezbekistan

De afgelopen vier jaar zijn er ruim 1100 gevallen gedocumenteerd van Getuigen die gearresteerd, in hechtenis genomen, tot een boete veroordeeld of geslagen werden. Meer dan 800 van die incidenten deden zich voor tijdens de Gedachtenisviering van 2005 en die van 2006. Op veel plaatsen kwam de politie, uitgerust met wapenstokken, in bussen voorrijden om alle aanwezigen te arresteren. Velen van hen kregen een boete opgelegd; sommigen werden hevig geslagen.

Toch hebben de broeders en zusters een voortreffelijk getuigenis gegeven. Neem het geval van een broeder en een zuster die strafrechtelijk vervolgd werden omdat ze predikten en gemeentevergaderingen bezochten. Hun advocaat verzocht om een gerechtelijk onderzoek van de lectuur die tijdens de arrestatie in beslag genomen was. Het Kennis-boek en de Verlangt-brochure werden voorgelezen, onder anderen door de rechter. Omdat hij bijzonder geïnteresseerd was in hoofdstuk 5 van het Kennis-boek, „Wiens aanbidding wordt door God aanvaard?”, gaf de rechter bevel dat er in de lunchpauze werd doorgelezen.

Toen Mattheüs 28:19, 20 werd geciteerd, zei de rechter verrast: „Dus daarom prediken jullie!” Op zijn vraag waarom Hitlers naziregime Jehovah’s Getuigen vervolgd had, werden hem drie videocassettes aangeboden: De paarse driehoek, Jehovah’s Getuigen — Standvastig onder nazi-terreur en De bijbel — Nauwkeurige geschiedenis, betrouwbare profetieën. Onze broeder en zuster kregen dan wel een boete, maar ze hadden getuigenis kunnen geven aan rechterlijke ambtenaren en politiebeambten op een manier die ze nooit voor mogelijk hadden gehouden. — Luk. 21:12, 13.

Soedan

In juni 2006 kwam het aantal staten waarin Jehovah’s Getuigen als religie geregistreerd zijn op acht. De broeders en zusters hebben in deze gebieden Koninkrijkszalen gebouwd en openlijk grote vergaderingen gehouden. Onze lectuur kan vrij worden ingevoerd, en de broeders hebben een kantoor in Khartoem.

Rusland

Op 12 april 2006 hield een gemeente van tweehonderd personen in Moskou in een huurzaal de Gedachtenisviering toen er ruim vijftig bewapende agenten verschenen. De hoofdcommissaris van de politie van Ljoeblino maakte een eind aan de vergadering omdat het verbod op Jehovah’s Getuigen in Moskou volgens hem ook voor vergaderingen als deze gold. De agenten controleerden ieders papieren, namen lectuur in beslag en brachten veertien broeders naar het politiebureau, waar ze meer dan vier uur werden vastgehouden. Toen een broeder op het politiebureau kwam om juridische bijstand te verlenen, werd hij tegen de grond gegooid en met een mes bedreigd. Men gaf hem te verstaan dat hij beter geen klacht kon indienen. Desondanks dienden vier van de veertien broeders op 17 april een klacht in tegen de politie van Ljoeblino.

Op 16 mei begon er bij de arrondissementsrechtbank van Ljoeblino (Moskou) een rechtszitting met rechter Z.V. Zoebkova als president. Geen van de agenten die aan de inval hadden deelgenomen, was aanwezig — alleen hun advocaat. Zonder enige verklaring verwierp de rechter vijftig bezwaren die door de advocaten van de broeders waren ingediend en wees de meeste van hun verzoeken af. Maar de rechter willigde wel een verzoek van de advocaat van de politie in om de uitspraak van de arrondissementsrechtbank van Golovinsky (waarin Jehovah’s Getuigen in Moskou verboden werden verklaard) en de mening van psycholoog L.V. Koelikov (die tijdens die eerdere rechtszaak tegen de Getuigen van Jehovah had getuigd) mee te laten wegen.

Op 15 juni 2006 besliste de rechter dat de verzekerde bewaring van de klagers onrechtmatig was, de verstoring van de Gedachtenisviering daarentegen niet. In het vonnis staat bovendien dat de huurzaal niet voldoet aan de vereisten voor een religieuze dienst. Jehovah’s Getuigen hebben op 30 juni 2006 beroep aangetekend bij het hof van Moskou, waarin ze onder andere de vele procedurele verzuimen van de arrondissementsrechtbank van Ljoeblino tijdens de zitting aankaartten. Op de overige 22 locaties in Moskou verliep de Gedachtenisviering zonder problemen.

In de eerste paragraaf van deze Hoogtepunten staat de wens van de psalmist vermeld: „Ik wil melodieën spelen voor mijn God zolang ik er ben” (Ps. 146:2). In deze tijd hebben miljoenen aanbidders van Jehovah er overduidelijk blijk van gegeven dezelfde vurige wens te bezitten. Laten we ons er daarom, zolang het huidige stelsel voortduurt, niet door gevangenismuren, officiële verordeningen of taalbarrières van laten weerhouden melodieën te spelen voor onze hemelse Vader!

[Kader/Illustratie op blz. 9]

Meer dan een uitnodiging

Het strooibiljet bevatte een coupon waarmee mensen om een Bijbelstudie, een Leert de bijbel-​boek of om allebei konden vragen. Al gauw kwamen bij bijkantoren over de hele wereld de eerste ingevulde coupons binnen. Het bijkantoor van de Verenigde Staten bericht dat er tijdens de actie iets minder dan tweeduizend coupons binnenkwamen, waarvan driehonderd met het verzoek om een Bijbelstudie. Het is duidelijk dat het harde werk van onze broeders en zusters in verband met het verspreiden van het strooibiljet vrucht zal blijven dragen.

[Kader/Illustraties op blz. 12, 13]

Grote vraag naar Leert de bijbel-​boeken!

Eind juli 2006 waren er al meer dan 47 miljoen Leert de bijbel-​boeken in 155 talen gedrukt, 10 braille-edities niet meegerekend. In één maand vroegen gemeenten in de Verenigde Staten gemiddeld 42.000 boeken per dag aan. Bij een derde van de aanvragen ging het om een spoedbestelling. De wereldwijde Bethelfamilie ziet het als een voorrecht hard te werken om in zulke publicaties voor onze broeders en zusters te voorzien.

[Kader/Illustraties op blz. 28, 29]

Bijkantoorinwijdingen

Albanië

Na vijftig jaar werd in 1992 het verbod op ons werk opgeheven. Onder de 325 broeders en zusters die de inwijding bijwoonden van het nieuwe bijkantoor, dat in een buitenwijk van Tirana gelegen is, bevonden zich vier bejaarde Getuigen die Jehovah tijdens de verbodsjaren hadden gediend. Er waren ook afgevaardigden uit 32 andere landen. Toen er in 1992 zendelingen arriveerden, waren er in het hele land maar 9 gedoopte verkondigers. Nu zijn dat er 3617. Theodore Jaracz en Gerrit Lösch, beiden lid van het Besturende Lichaam, hadden een aandeel aan het programma, dat op 3 juni 2006 gehouden werd. De dag daarop spraken ze in een openluchtstadion tot een gehoor van 5153 personen, die ondanks de zware regen aandachtig luisterden.

Kroatië

Het afgelopen jaar werd dubbel gezegend: allereerst werd op het districtscongres de complete Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift in het Kroatisch vrijgegeven, en later werd de pas voltooide uitbreiding van het bijkantoor in Zagreb ingewijd. Op vrijdag 11 augustus luisterden 142 personen naar broeder Jaracz, die de inwijdingslezing hield. De oorspronkelijke inwijding had zeven jaar eerder plaatsgevonden, in 1999.

Slovenië

Op zaterdag 12 augustus hield broeder Jaracz de inwijdingstoespraak op het nieuwe bijkantoor in Kamnik, een plaats die ongeveer 20 kilometer ten noorden van de hoofdstad, Ljubljana, en zo’n 130 kilometer ten westen van Zagreb (Kroatië) ligt. Vóór die tijd had de Bethelfamilie in verschillende appartementen in de hoofdstad gewoond. Ze waren dan ook heel blij dat ze nu eindelijk als familie bij elkaar woonden! De 144 aanwezigen kwamen uit twintig landen.

[Illustraties]

Het bijkantoor in Albanië

Er waren 5153 aanwezigen op de speciale vergadering

Uitbreiding van het bijkantoor in Kroatië

Het bijkantoor in Slovenië

[Illustratie op blz. 6]

Een dove vrouw krijgt getuigenis (Brazilië)

[Illustratie op blz. 17]

Eerste cursus Hindi (Duitsland)

[Illustratie op blz. 19]

Linda en Paul

[Illustratie op blz. 19]

Carma predikt in het Blackfoot

[Illustratie op blz. 20]

Cursus Spaans in Rome (Italië)

[Illustratie op blz. 20]

Samson krijgt getuigenis

[Illustratie op blz. 21]

Hamilton en Abner onderwijzen de Bijbel in het Mayangna

[Illustratie op blz. 27]

Een Koninkrijkszaal in Zuid-Soedan