Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wereldbericht

Wereldbericht

Wereldbericht

AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN

LANDEN 47

INWONERS 3.930.343.401

VERKONDIGERS 591.750

BIJBELSTUDIES 477.609

Japan

Toen de zwangere Miho bijna uitgerekend was, vond ze het moeilijk in de velddienst te gaan op de manier die ze gewend was. Omdat ze toch wilde blijven pionieren, vroeg ze de dienstopziener om adressen van mensen die in de gewone prediking moeilijk bereikt konden worden, bijvoorbeeld omdat ze in streng beveiligde flatgebouwen woonden. Hij gaf haar ongeveer honderd adressen. Vanuit haar huis belde ze er zo veel mogelijk op. Aanvankelijk wilde niemand luisteren; ze was in een half uurtje door al haar adressen heen. Daarna combineerde ze haar telefoontjes met brieven. Elk beetje informatie dat ze tijdens een gesprek opving, zoals het huilen van een baby op de achtergrond, gebruikte ze als basis voor een korte brief. Als ze dacht dat de brief was aangekomen, belde ze opnieuw op en sprak ze over de voordelen van het toepassen van de Bijbelse raad die in de brief stond. In één geval weigerde een huisvrouw over de telefoon met Miho te praten, maar Miho stuurde haar toch een brief. Toen Miho later opbelde, was alleen de dochter, een schoolmeisje, thuis. Ze had Miho’s brief gelezen. Miho gaf haar getuigenis en beloofde haar een brief te sturen met wat Bijbelse raad voor de schooljaren. Ze sprak ook af om weer te bellen. Dit keer nam de moeder op. Ze zei dat haar dochter problemen had op school en dat wat Miho haar verteld had, een hulp was. Na nog meer brieven en telefoontjes begonnen de moeder en haar dochter de Bijbel te bestuderen.

Nepal

Prem, een leerkracht, was al heel lang op zoek naar de waarheid. Hij las de Bijbel en bezocht een kerk in de buurt van de school waar hij werkte. Maar hij kreeg geen antwoord op zijn vragen en het ergerde hem dat de predikant voortdurend om geld vroeg. Prem vroeg God in gebed om hem te helpen een kerk te vinden waar hij de waarheid kon leren kennen. Toen hij verhuisde en op een andere school les ging geven, vroeg hij zijn nieuwe buren waar hij een kerk kon vinden. Bij hem in de flat woonde een schooljongen van wie de moeder een paar keer de vergaderingen in de Koninkrijkszaal had bezocht, en dus bracht de jongen Prem daarheen. De openbare lezing ging over Gods koninkrijk, een onderwerp waar Prem altijd al het fijne van had willen weten. Er werd een studie opgericht. Prem is blij dat hij eindelijk antwoord krijgt op zijn vragen en bezoekt nu regelmatig samen met zijn gezin de vergaderingen. Ze hebben een brief geschreven met het verzoek om uitschrijving uit hun kerk omdat ze Jehovah’s Getuigen willen worden.

Taiwan

Leerlingen van een basisschool moesten een opstel schrijven voor een jaarlijkse opstelwedstrijd. Het thema was „Mijn lievelingsboek”. Weizhen, een meisje van tien, schreef dat de Bijbel haar lievelingsboek was. Ze vertelde iets over de nauwkeurigheid van Bijbelprofetieën en de voortreffelijke leiding die Gods Woord geeft, en schreef ook dat ze in de Bijbel het antwoord had gevonden op vragen die haar leerkrachten en klasgenootjes niet naar tevredenheid konden beantwoorden. „Onze leraar heeft gezegd dat de voorouders van de mens geëvolueerd zijn uit de apen”, schreef Weizhen. „Ik dacht bij mezelf: Als de mens van de apen afstamt, moeten we ze dan niet met eerbied en respect behandelen en ze heel erg dankbaar zijn? Waarom sluiten we ze dan op in kooien in de dierentuin? Maken we daarmee niet een ernstige fout? Maar de Bijbel zegt duidelijk dat we niet van de apen afstammen. Onze voorouders werden in plaats daarvan naar Gods beeld gemaakt uit het stof van de aardbodem.” Tot besluit van haar opstel schreef ze: „Een oud gezegde luidt: ’Het lezen van een boek is als het openen van een schatkist.’ De Bijbel is voor mij kostbaarder dan goud. Daarom lees ik dat boek het liefst.” Haar opstel kreeg de eerste prijs, zelfs onder de inzendingen van middelbare scholieren, en dat terwijl ze pas in de vierde klas zit. Toen ze haar ervaring vertelde, citeerde ze Hebreeën 4:12, waarna ze zei: „Ik geef alle eer aan Jehovah God.”

Mongolië

Toen Bolortsetseg, een pasgedoopte zuster in Mongolië, hoorde dat een familielid gestorven was en dat zijn weduwe diepbedroefd was, stuurde ze haar al onze publicaties die er in het Mongools zijn. Evsanaa, de weduwe, las ze in één avond uit. De volgende dag belde ze Bolortsetseg op en vroeg haar zo snel mogelijk te komen voor een gesprek. Samen met een andere zuster bezocht Bolortsetseg Evsanaa, die een hele lijst met vragen had voorbereid. Ze nam de Bijbelse antwoorden gretig in zich op. Na een lang gesprek legden de zusters haar uit dat ze er meer aan zou hebben als ze elke keer één onderwerp grondig bespraken. Ze raadden haar aan Bijbelstudie te nemen. Evsanaa ging er grif mee akkoord driemaal per week te studeren. Binnen een maand had ze haar religieuze beelden weggegooid en bezocht ze de vergaderingen. Twee maanden nadat ze een verkondiger was geworden, wilde ze in de hulppioniersdienst gaan, maar ze kreeg te horen dat ze eerst gedoopt moest zijn. In plaats van zich daardoor uit het veld te laten slaan, heeft ze zich vast voorgenomen elke maand minstens vijftig uur in de velddienst te gaan tot ze op het congres gedoopt kan worden.

Kazachstan

Een pionier ontmoette in de stad Rudnyj een jonge man, Nikolaj, die wel oren had naar een Bijbelstudie. Maar er was een probleem. Nikolaj woonde met zijn gezin in een afgelegen dorp, en hij reisde slechts zelden naar Rudnyj om zijn familie op te zoeken. De broeder vroeg of hij Nikolaj dan in zijn dorp kon bezoeken, maar Nikolaj legde uit dat zijn dorp bijna tweehonderd kilometer verderop lag en dat het buitengewoon moeilijk was er te komen.

De broeder schreef toch het adres op en beloofde dat ze elkaar weer zouden zien. Hij trof regelingen om het dorp te bezoeken en nodigde een broeder en twee zusters van zijn gemeente uit om mee te gaan. Twee weken later stapten ze op de trein. Toen ze op het dichtstbijzijnde station uitstapten, ontdekten ze dat het nog achttien kilometer was naar Nikolajs dorp en dat er verder geen openbaar vervoer was. Er zat niets anders op dan te gaan lopen. En dat was geen pretje, want het was winter en er stond een ijzige wind. Na een poosje kwam er een trekker langs die een melktank vervoerde. De bestuurder stopte en bood hun een lift aan — in de tank! De verkondigers dachten eerst dat de man een grapje maakte, maar de tank was leeg en droog, en dus klommen ze erin. Het was weliswaar koud in de tank, maar ze zouden er in elk geval een beetje beschut zijn tegen de snijdende wind. De bestuurder zei dat hij hen zeven kilometer voor hun bestemming zou afzetten. De rest zouden ze moeten lopen. Het kostte hun nog twee uur om bij Nikolajs dorp te komen.

Nikolaj en zijn vrouw, Valja, waren blij verrast de broeders en zusters te zien. Ze hielpen hun gasten om weer warm te worden en boden hun iets te eten aan. Er volgde een Bijbels gesprek. Twee weken later kwamen de broeders uit Rudnyj terug. De pionier vertelt: „Nikolaj haalde ons op van het station. Veel dorpelingen wilden die mensen weleens zien ’die in een melktank gekomen waren’, dus maakte Nikolaj een schema zodat iedereen die dat wilde met ons kon praten. Allen die op de lijst stonden, kwamen op de afgesproken tijd en stemden in met een Bijbelstudie.” Mettertijd maakte bijna iedereen in dat dorp die de Bijbel was gaan bestuderen goede geestelijke vorderingen. Na twee jaar werden Nikolaj en Valja gedoopt. Hun twee zoons zijn nu niet-gedoopte verkondigers, en Nikolaj is onlangs aangesteld als ouderling in deze geïsoleerde groep.

Georgië

De afgelegen berggebieden van Georgië worden door pioniers bewerkt. Twee pioniersters liepen een kilometer of acht naar een dorp helemaal aan het eind van een bergweg en begonnen er van huis tot huis te prediken. Al gauw werd een van hen, Ketevan, aangeklampt door een oudere man uit het dorp, die van haar wilde weten waarom ze predikte als ze niet orthodox was. Ze probeerde het uit te leggen, maar hij weigerde te luisteren. Vervolgens duwde hij haar omver en sloeg met zijn stok op haar in. Een aantal mensen waren getuige van het incident en iedereen in het dorp sprak erover. Later keerde Ketevan terug om in datzelfde dorp te prediken. Een vrouw die eerst tegen de waarheid gekant was geweest, zag haar en riep uit: „Je bent er weer, en dat na het pak slaag dat je gekregen hebt! Ik sta versteld van je moed! Kom binnen en vertel me meer.” Na geluisterd te hebben, zei ze dat haar deur altijd openstond als Ketevan tot haar wilde prediken.

AFRIKA

LANDEN 57

INWONERS 802.232.357

VERKONDIGERS 1.043.396

BIJBELSTUDIES 1.903.665

Rwanda

Enige tijd geleden zagen voorbijgangers op straat een boek liggen: U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven. Ze namen het mee naar een ouderling van hun protestantse kerk. Hij las het boek met veel interesse door en zocht de Getuigen op, die een Bijbelstudie met hem begonnen. Toen zijn kennis van de Bijbelse waarheid toenam, liet hij zich uitschrijven uit zijn kerk en werd gedoopt. Ondertussen sprak hij ijverig met anderen van zijn vroegere kerk over de waarheid, en 25 van hen verlieten de kerk om een Getuige van Jehovah te worden. Ook de man die hem als ouderling in de kerk opvolgde, begon met de hulp van de Getuigen de Bijbel te bestuderen, en ook hij trad uit de kerk. Hij bezoekt nu de vergaderingen en heeft de wens geuit een verkondiger te worden. Zijn vrouw werd onlangs op een speciale dagvergadering gedoopt. En dat alles door één boek dat op straat werd gevonden!

Ivoorkust

Toen Berenger, een jonge Getuige, op weg was naar een velddienstactie in de hoofdstad, Abidjan, passeerde hij een vrouw die brood verkocht. De vrouw merkte niet dat ze een biljet van 5000 frank (8 euro) had laten vallen. Op het moment dat Berenger het opraapte om het haar te geven, kwam er van de andere kant een vrouw aanlopen die schreeuwde: „Geef hier, dat geld is van mij!” Toen Berenger de vrouw echter naar het bedrag vroeg, werd ze boos en ging weg. Berenger rende snel achter de vrouw aan die het geld verloren had. Tot zijn verbazing ontkende ze dat het van haar was. „Dit is een truc om me te beroven”, zei ze. Maar toen ze de oprechtheid van Berenger zag, die volhield dat het van haar was, telde ze haar geld na en ontdekte dat ze inderdaad 5000 frank kwijt was, het equivalent van vijftig broden.

Berenger zei: „Ik gaf haar het geld en vertelde haar dat ik dat deed omdat mijn God, Jehovah, zijn aanbidders leert om eerlijk te zijn. Ze bedankte me en zei: ’Als iedereen zich zo gedroeg als Jehovah’s Getuigen, zouden alle mensen vrienden zijn. Het is voor het eerst in mijn leven dat ik een jongere zoiets zie doen.’ Ik gaf haar een traktaat, en ze beloofde dat ze voortaan naar Jehovah’s Getuigen zou luisteren. Ik had die dag maar 50 frank op zak voor de hele dag, maar ik was blij dat ik het juiste had gedaan.”

Congo (Kinshasa)

Eugene, een ouderling, werkt bij een diamanthandel als portier en bewaker. Hij vertelt: „Op een avond kwam er een man naar de zaak om diamanten ter waarde van 17.000 euro te verkopen. Maar het pakketje met de diamanten was uit zijn zak gevallen. In paniek zocht hij overal, maar hij kon het niet vinden. De volgende dag zochten zijn baas en een collega de hele straat af naar het pakketje, maar zonder succes. Toen ging ik de stoep vegen, en daar, net voor de deur van onze zaak, lag het pakketje met diamanten! Ik raapte het op en rende ermee naar mijn Belgische baas. Die stond daar echt even van te kijken. Ik vertelde hem dat ik een Getuige van Jehovah ben en dat ik eerbiedige vrees voor mijn God heb. De eigenaar van de diamanten was diep onder de indruk van mijn eerlijkheid en zei verrast: ’Dit is ongelooflijk!’

Een van mijn collega’s zei tegen me: ’Eugene, je hebt onze reputatie gered!’

Ik antwoordde: ’Dank je wel! Alle eer komt Jehovah toe, want hij heeft me eerlijkheid geleerd.’”

Angola

Toen João, een zendeling die als kringopziener dient, enkele groepen op het platteland bezocht, wilde hij de plaatselijke Getuigen en geïnteresseerden de dvd Noach wandelde met God — David vertrouwde op God laten zien. De broeder nam behalve zijn laptop een kleine generator, twee luidsprekers en wat benzine mee. In het eerste dorp logeerde hij in een lemen huisje, en hij sprak af om later op de avond de dvd te laten zien. „Tot mijn grote verrassing”, zei hij, „kwamen er een kleine veertig mensen opdagen. Ze hadden stoelen, banken, stenen, melkbussen of andere dingen bij zich om op te zitten. Van de aanwezigen paste nog niet de helft in het huisje, dus moesten we de films buiten bekijken, onder de sterrenhemel. Ik zette de computer op een stapeltje leemstenen, en veel van de toeschouwers zaten op kleurige Afrikaanse doeken op de grond.” Het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje door het gebied, en velen kwamen naar de dorpen die João bezocht. „Na afloop wilden ze geen van allen naar huis”, vertelt hij. „Velen zeiden dat het de mooiste avond van hun leven was en dat ze Jehovah heel dankbaar waren voor deze geestelijke voorziening.” In de drie weken dat João de groepen op het platteland bezocht, hebben 1568 personen de dvd bekeken!

Ghana

Vida, een voedselleverancier in Accra, zag ertegen op verse groenten te bezorgen bij het Ghanese bijkantoor. Waarom? Omdat haar predikant haar had gezegd dat de Getuigen heel onvriendelijk waren tegen niet-Getuigen. Toen Vida haar eerste voedselzending afleverde, was ze dan ook verbaasd toen het keukenpersoneel haar met een vriendelijke glimlach ontving en haar beleefd bedankte. In de weken daarna leerde ze de vrijwilligers op het bijkantoor kennen. Het viel haar op dat iedereen aardig tegen haar was, en ze besefte dat haar predikant niet de waarheid had verteld.

Omdat Vida graag meer wilde weten, vroeg ze om een Bijbelstudie, ook al kon ze niet lezen. Binnen een half jaar kon Vida haar eigen bijbel lezen, en nog niet zo lang geleden werd ze op een districtscongres gedoopt. Ondanks spot van familieleden en vroegere vrienden heeft Vida haar nicht geholpen ervoor in aanmerking te komen een niet-gedoopte verkondigster te worden.

Soedan

Een zuster trof tijdens de van-huis-tot-huisprediking twee meisjes aan, die haar binnenvroegen. Vreemd genoeg wilden de meisjes niet dat de zuster hen hielp teksten te vinden in hun bijbel. Later bleek dat de plaatselijke priester hen gewaarschuwd had dat als een Getuige van Jehovah hun bijbel aanraakte, de inhoud ervan automatisch zou veranderen en met de leer van de Getuigen zou overeenstemmen. De meisjes wilden de zuster zelfs geen hand geven. Maar al vonden ze de teksten zelf, wat ze lazen kwam toch overeen met wat de zuster zei. Omdat ze beseften dat de priester gelogen had, besloten ze de Bijbel te gaan bestuderen. Ontzet beloofde de priester hun geld te geven om voedsel te kopen, op voorwaarde dat ze stopten met hun Bijbelstudie. Hun reactie? „We hoeven niet zo nodig onze maag te vullen. We willen liever onze geest vullen met het woord van God.” De meisjes bezoeken nu de gemeentevergaderingen.

Ethiopië

Hoewel zijn vrouw al een jaar of tien een Getuige was, had Awoke niet veel belangstelling getoond voor de waarheid. Maar toen hij voor een cursus van twee maanden naar een ander deel van het land moest, besloot hij toch de Getuigen op te zoeken. Bij aankomst werd hij naar een kantoor verwezen waar een van onze zusters werkt. De zuster bad al een tijdje of er een broeder mocht komen om de gemeente daar te ondersteunen. Dus toen iemand haar vertelde dat er een man was die naar Jehovah’s Getuigen vroeg, moest ze daar direct aan denken. En toen ze Awoke zag, die netjes gekleed was en er verzorgd uitzag, concludeerde ze dat hij de nieuwe broeder moest zijn om wie ze gebeden had. Enthousiast stormde ze op hem af en begroette hem hartelijk. Ze was zo enthousiast dat hij niet de moed had het misverstand recht te zetten, en hij wilde haar niet teleurstellen toen ze hem aan de broeders en zusters voorstelde. Tijdens zijn verblijf bezocht hij alle vergaderingen. Toen zijn cursus erop zat en het tijd was om te vertrekken, nodigde een groepje zusters hem uit voor de lunch, en ze vroegen hem om voor de maaltijd te danken. Hij herinnerde zich hoe zijn vrouw, met bedekt hoofd, thuis altijd een dankgebed uitsprak voor de maaltijd, in de naam van Jezus. Het gebed ging dus goed, en ook de maaltijd verliep zonder problemen. Onder de indruk van de vriendelijkheid die hem tijdens zijn verblijf was betoond, besloot Awoke een echte broeder te worden. Eenmaal thuis begon hij te studeren, en op een recent congres werd hij gedoopt. Zijn vrouw is dolblij, en Awoke wacht op een gelegenheid om de gemeente die hij bezocht heeft zijn verhaal te vertellen.

EUROPA

LANDEN 46

INWONERS 730.776.667

VERKONDIGERS 1.506.019

BIJBELSTUDIES 744.319

Oekraïne

Een elektricien kwam naar de Koninkrijkszaal om een elektriciteitsmeter te repareren. De man stond in het dorp bekend als dronkaard. Terwijl hij de meter repareerde, viel zijn oog op de jaartekst: „Nadert tot God en hij zal tot u naderen” (Jak. 4:8). Hij stopte even en vroeg aan een broeder: „Is het echt mogelijk om tot God te naderen? Kunnen zondaars tot God naderen?” De broeder beantwoordde zijn vragen aan de hand van de Bijbel en nodigde hem uit voor de vergadering. Die zondag besloot de man de vergadering te bezoeken, maar wel in een ander dorp, want hij wilde niet dat zijn buren hem naar de Koninkrijkszaal zagen gaan. Wat bleek echter? De broeder die op die dag de openbare lezing hield, was een ouderling uit zijn dorp. Toen de man hem zag, probeerde hij zich te verschuilen. Maar de ouderling herkende hem en begroette hem hartelijk. Daarop besloot de man voortaan naar de vergaderingen in zijn eigen dorp te gaan. Er werd een Bijbelstudie met hem begonnen en een jaar later werd hij gedoopt.

De vrouw van de man werkte op dat moment in het buitenland, en ze kon niet geloven dat haar man met drinken gestopt was en een Getuige van Jehovah was geworden. Ze kwam terug naar huis om dat met eigen ogen te zien. Ze was blij dat haar man niet meer dronk en dat hij goed voor hun kinderen zorgde, maar ze vond het niet leuk dat hij nu een Getuige van Jehovah was. Op een dag vroeg hij haar echter: „Kunnen we niet met z’n allen, als gezin, naar de Koninkrijkszaal gaan?” Ze stemde toe. Er werd een Bijbelstudie bij haar opgericht, en korte tijd later werd ze samen met hun drie dochters gedoopt. Zo hielp één Bijbeltekst vijf mensen om tot God te naderen.

Griekenland

Een broeder die elke dag dezelfde route neemt naar zijn werk merkte op dat een vrouw regelmatig een kapelletje bezocht. Zulke minikapelletjes langs de kant van de weg markeren meestal de plaats waar een dodelijk ongeluk heeft plaatsgevonden. Om de vrouw te helpen, schreef de broeder een korte brief met vertroostende Bijbelse gedachten over de toestand van de doden en de hoop op de opstanding. Hij zette zijn naam en telefoonnummer onder de brief en legde hem in het kapelletje. De vrouw belde hem gelijk de volgende dag op en toonde veel belangstelling voor het goede nieuws. Ze wordt nu regelmatig bezocht.

Noorwegen

Zes zusters gingen na de velddienst ergens een kopje koffie drinken. Ze spraken over de mooie openbare lezing die ze twee dagen daarvoor in de Koninkrijkszaal hadden gehoord. De lezing ging over de opstandingshoop. Na een poosje kwam een vrouw die had zitten meeluisteren naar hun tafeltje toe. Ze vroeg of ze erbij mocht komen zitten om meer over het bewuste onderwerp te horen. Ze vertelde hun dat ze pas haar beide ouders verloren had. Er volgde een opbouwend gesprek. De zusters vroegen de vrouw om haar telefoonnummer, en een van hen nam later contact met haar op en begon een Bijbelstudie.

Litouwen

Olga, een jonge pionierster, begon aan de deur een Bijbelstudie met een Russische vrouw. Tijdens een van de eerste gesprekken vroeg de vrouw haar of ze kon uitleggen wat de Bijbelse uitdrukking „de laatste dagen” betekent (2 Tim. 3:1). Olga beloofde dat bij haar volgende bezoek te doen. Maar hoe vaak ze ook bij de vrouw langsging, ze trof haar bijna een maand niet thuis. Het rare was dat hoewel er niemand opendeed, Olga toch merkte dat er iemand door het kijkgaatje naar haar keek. Olga zegt: „Ik weigerde te geloven dat de vrouw een punt wilde zetten achter onze Bijbelse gesprekken. Er kon tenslotte net zo goed iemand anders door het gaatje staan te kijken. Daarom besloot ik haar een brief te schrijven om de vraag die haar bezighield te beantwoorden. Drie dagen later probeerde ik haar opnieuw thuis te treffen. Wat was ik blij toen ze opendeed! Ze was diepgeroerd door de brief en door de persoonlijke belangstelling die eruit sprak.”

De vrouw bedankte Olga en zei: „Ik heb de brief een paar maal gelezen en alles begrepen.” Het resultaat was dat de studie aan de deur veranderde in een geregelde Bijbelstudie uit het Leert de bijbel-​boek binnenshuis. En Olga wordt nu elke keer als ze voor de studie komt hartelijk welkom geheten door die geïnteresseerde vrouw.

Zwitserland

In het kosmopolitische Genève sprak Marie, een zuster, met een vrouw uit het Midden-Oosten. Marie leert Arabisch en dus sprak ze de vrouw in die taal aan. Marie zei dat ze geloofde dat er maar één ware God is. Daarop omhelsde en kuste de vrouw haar en zei dat ze verdrietig was en dat ze net aan het bidden was toen Marie haar aansprak. De vrouw zei dat ze de volgende dag naar haar geboorteland terugging. Marie pakte haar bijbel en las 1 Petrus 3:7 voor. Ze legde de vrouw uit dat God veel respect heeft voor vrouwen. Daarna zei ze dat Jehovah wil dat iedere man zijn vrouw eert en respecteert. Verbaasd vroeg de vrouw: „Bent u een engel of een mens? Ik ben verdrietig omdat mijn man niet doet wat God in deze tekst zegt. Ik bid regelmatig tot God om me te helpen. En nu slaat u dit boek open en leest me deze tekst voor.” De vrouw vroeg Marie om de tekst op een papiertje te schrijven. Ze wilde het papiertje meenemen en aan haar familie laten zien, en hun over deze wonderbaarlijke ontmoeting vertellen. Marie vond het jammer dat de vrouw moest vertrekken, maar ze spraken af contact te houden.

Nederland

De haven van Rotterdam is een van de grootste ter wereld. De lading die per schip aankomt, wordt vandaar met vrachtwagens naar landen binnen en buiten de Europese Unie vervoerd. Er rijdt dus een enorm aantal vrachtwagens door Nederland. Aan een van de belangrijkste verbindingswegen met het buurland Duitsland ligt een grote parkeerplaats voor vrachtwagens, die door wel 1500 wagens per uur wordt aangedaan. Aangezien veel chauffeurs daar een verplichte stop maken, grijpen onze broeders en zusters de gelegenheid aan om van truck tot truck getuigenis te geven. Ze ontmoeten daarbij truckers uit Europa, het Midden-Oosten en bijna alle voormalige sovjetrepublieken. De chauffeurs zijn vooral gek op onze tijdschriften. Vorig jaar hebben de broeders en zusters 82 keer op de parkeerplaats gepredikt en ruim 10.000 tijdschriften in 35 talen verspreid.

AMERIKA

LANDEN 56

INWONERS 883.782.291

VERKONDIGERS 3.256.287

BIJBELSTUDIES 3.111.358

Peru

Jorge is gewone pionier en verdient de kost als kunstschilder. Hij gaf getuigenis aan Hubert, een andere kunstenaar, die instemde met een Bijbelstudie. Ondanks felle tegenstand van zijn familie, vrienden en buren studeerde Hubert het boek Kennis die tot eeuwig leven leidt in slechts een half jaar uit. Hij vroeg Jehovah in zijn gebeden om zijn familie te helpen de waarheid te leren kennen en was aangenaam verrast toen zijn broer Jhon mee ging doen met de studie en de vergaderingen ging bezoeken. De week daarop kwam Jhons zwager, Cesar, bij de studie zitten. Cesars vrouw was eerst tegen, maar ook zij begon te studeren. Later wilde Huberts oude schoolvriend Reynaldo studie. Omdat hij hevige tegenstand ondervond, werd de studie bij Hubert thuis gehouden. Niet lang daarna ging ook Milton, een jongere broer van Hubert, studeren. Na zijn eerste les gaf Milton getuigenis aan twee klasgenoten, Darwin en Christian. Ook zij begonnen te studeren en de vergaderingen te bezoeken. Hubert heeft nog twee oudere broers, Ronald en Martin. Ronald kwam op een keer naar Huberts studie met een lange lijst vragen over de Bijbel. Toen Jorge hem zei dat hij door een Bijbelstudie op al zijn vragen antwoord zou krijgen, nam hij het aanbod van een studie aan. Martin was de volgende die begon te studeren, en zijn twee dochters doen inmiddels mee. Hubert en Jhon werden op het „Bevrijding nabij!”-districtscongres gedoopt. Het aanvankelijke getuigenis heeft er, volgens de laatste stand, toe geleid dat in totaal achttien personen Jehovah hebben leren kennen.

Brazilië

Paulo woont op een veefokkerij in het noorden van het land. De vrouw met wie hij samenwoonde en met wie hij later getrouwd is, had Bijbelstudie, en enkel om haar een plezier te doen, stemde hij erin toe de Bijbel te bestuderen. Ondertussen maakten de veedrijvers op de ranch jacht op een jaguar die het vee decimeerde, en uiteindelijk slaagden ze erin het dier te doden. Om munt te slaan uit de situatie, belden ze de eigenaar van de ranch op en vroegen om geld om een professionele jaguarjager in te huren. Paulo zat ook in het complot en diste zijn baas hetzelfde verhaal op. Maar op grond van wat Paulo uit de Bijbel had geleerd, begon zijn geweten te knagen. Hoewel hij wist dat het hem zijn baan kon kosten en dat zijn collega’s woedend zouden zijn, belde hij zijn baas op en vertelde hem de ware toedracht. Later werd Paulo vanwege zijn eerlijkheid tot beheerder van de ranch gepromoveerd. Paulo en zijn vrouw zijn nu gedoopte verkondigers van het goede nieuws. Het is echt een genoegen deze eerlijke man met zijn tractor naar de Koninkrijkszaal te zien komen, vergezeld van zijn vrouw en hun twee kinderen.

Mexico

Toen María, een ijverige pionierster, een ouderavond bezocht op de school van haar twee dochtertjes, merkte ze dat de docenten zich zorgen maakten over de opstandige houding en het immorele gedrag van sommige leerlingen. Een leerkracht zei: „Als jullie als ouders niet willen dat jullie kinderen het slechte pad opgaan, help ons dan alsjeblieft. Praat met je kinderen. Koop een boek voor ze. Doe iets voor ze, want ze zitten met allerlei vragen. Zorg ervoor dat ze de antwoorden niet op straat zoeken.” Later, op het kantoor van het schoolhoofd, informeerde María naar het gedrag van haar dochtertjes. Daar was niets op aan te merken, en dus prees ze het boek Wat jonge mensen vragen — Praktische antwoorden aan als een praktische gids voor jongeren. Het schoolhoofd luisterde aandachtig en vroeg aan María of ze haar zo’n boek kon bezorgen. Toen María het de volgende dag kwam brengen, bladerde het schoolhoofd het boek door en vroeg waarderend om een extra exemplaar voor de schoolpsychologe. Nadat die het boek gelezen had, stelde ze voor het in het lesprogramma op te nemen. Het schoolhoofd bestelde voor elk van de twaalf leerkrachten een boek, en nog eens vijftig boeken voor de schoolbibliotheek.

Uruguay

Op een dag was een man al voor zonsopgang vanuit het buurland Argentinië op weg naar zijn huis in Uruguay. Hij stond op het punt de pont te nemen over de Río de la Plata toen hij door een jong meisje werd aangesproken dat hem de Ontwaakt! van januari 2006 aanbood, met de coverserie „Wat zal de toekomst brengen?” Het meisje was vriendelijk, dus nam hij het tijdschrift graag aan. Bij aankomst in Montevideo werden de passagiers naar het centrale busstation gebracht. Tot zijn verrassing werd hij opnieuw aangesproken door een Getuige, maar ditmaal door een oudere dame met een stok. Ze bood hem hetzelfde tijdschrift aan, en hij nam het. Hij was ’s avonds nog maar net thuisgekomen, toen er op de deur werd geklopt. En ja hoor, het was weer een van Jehovah’s Getuigen! Hij luisterde naar de korte presentatie en nam het tijdschrift — voor de derde keer die dag! Toen de Getuige hem uitlegde dat mensen iets konden bijdragen voor het wereldwijde werk, zei hij dat hij dat al wist en ging naar binnen om wat geld te halen. Toen hij weer aan de deur kwam, had hij de twee tijdschriften bij zich die hij eerder die dag genomen had. Hij wees op de vraag „Wat zal de toekomst brengen?” en zei glimlachend: „Eén ding weet ik zeker: de toekomst brengt een van Jehovah’s Getuigen!”

Porto Rico

Een zuster was net bij haar dochter op bezoek toen twee overvallers, van wie er één gewapend was met een revolver, het huis binnenstormden. Ze eisten geld, maar toen de vrouwen zeiden dat ze geen geld hadden, ging de ene man het huis doorzoeken terwijl de andere hen onder schot hield. Onmiddellijk begonnen de zusters tot Jehovah te bidden. De man vroeg wat ze deden. Ze antwoordden dat ze Getuigen van Jehovah waren en tot hun God, Jehovah, baden. Terwijl de zusters tot de man met de revolver predikten, kwam de andere man terug met de mededeling dat hij een pinpas had gevonden. Even later zaten ze met z’n allen in de auto van de moeder, op weg naar de bank. De zusters bleven prediken en spraken respectvol met de overvallers. De moeder vroeg de dief met de revolver zijn wapen weg te stoppen, wat hij tot haar verbazing deed. Hij zei dat hij haar bewonderde om haar kalmte. Ze zei dat ze een zoon had van ongeveer hun leeftijd, maar dat die een schitterende toekomst had. Ze drong er bij de overvallers op aan Jehovah’s wegen te gaan volgen, zodat ook zij een prachtige toekomst zouden hebben. De mannen reden desondanks door naar de bank, en de dochter nam wat geld op. De overvallers brachten de zusters daarna naar een steegje, waar ze hen vrijlieten. Een van de mannen wilde hen vastbinden, maar de man met de revolver liet dat niet toe. Hij zei tegen de zusters dat iemand die heel machtig was hen beschermde. De mannen hadden bij eerdere gelegenheden mensen in die buurt beroofd, vastgebonden en geslagen.

OCEANIË

LANDEN 30

INWONERS 35.914.649

VERKONDIGERS 94.323

BIJBELSTUDIES 49.667

Papoea-Nieuw-Guinea

Als ex-soldaat kende Tom de verschrikkingen van de oorlog. Toen hij in het dorp waar hij woonde contact kreeg met de Getuigen, werd hij dan ook geraakt door de Bijbelse belofte van een wereld zonder oorlog. Tom ging de Bijbel bestuderen en maakte geestelijke vorderingen, maar zijn geloof werd op de proef gesteld toen hij besloot de Gedachtenisviering te bezoeken. Toms vader was namelijk vroeger voorganger geweest van een plaatselijke protestantse kerk die pal naast de Koninkrijkszaal stond, en Tom was nog steeds raadsvoorzitter van die kerk. Terwijl Tom de Koninkrijkszaal inging, zag hij hoe de kerkleden — goede vrienden van hem, ex-collega’s en ook de predikant — naar hem staarden. Hij wilde zich eerst verstoppen, maar toen dacht hij bij zichzelf: Waarom zou ik? Dit is een mooie gelegenheid om de mensen te laten weten dat ik van plan ben een Getuige van Jehovah te worden. Na de paasvakantie ging hij naar de predikant toe en vroeg: „Hebt u me gezien bij de Koninkrijkszaal?”

„Ja,” zei de predikant, „ik heb je gezien”, en toen moesten ze allebei lachen.

Daarop zei Tom: „Weet u, ik was ervan overtuigd dat een zeker oud restaurant de beste plaats was om te eten, tot ik merkte dat er gif in het eten zat. Toen ontdekte ik een nieuw restaurant, dat gezonde, voedzame maaltijden opdient. Hoe kon ik, nadat ik dat goede voedsel eenmaal geproefd had, teruggaan naar het oude restaurant?”

De predikant snapte wat hij bedoelde. „Tom,” zei hij, „zeg het tegen niemand, maar ik lees geregeld de Ontwaakt!” Tom liet zich uitschrijven uit de kerk, en ondanks allerlei moeilijkheden is hij een opgedragen dienstknecht van Jehovah geworden.

Solomoneilanden

Op 18 februari 2006 sloten 58 verkondigers de eerste taalcursus in Australische Gebarentaal af die door het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen georganiseerd was. Sindsdien hebben tien doven een Bijbelstudie aanvaard en bezoeken ze gemeentevergaderingen. Een van hen is Moses. Zijn buurman beschreef hem als „iemand die snel aangebrand is en woede-uitbarstingen heeft — een moeilijk persoon om mee te redeneren”. Maar toen een familielid die een Getuige is en de cursus had gevolgd, Moses een Bijbelstudie aanbood, ging hij daar graag op in. Een maand later bezocht hij zijn eerste vergadering in de Koninkrijkszaal. Hij was slordig gekleed, had lang haar en een ruige baard. De hartelijke begroeting en de waarheden die hij ’hoorde’ raakten zijn hart. Hij was verbaasd uit de Bijbel te leren dat iemand door nette kleding en een verzorgd uiterlijk God verheerlijkt. Toen hij een week later de Koninkrijkszaal binnenkwam, herkenden de broeders en zusters hem niet meer. Zijn haar was geknipt, hij had zijn baard afgeschoren en hij was netjes gekleed. Hij heeft ook veranderingen in zijn persoonlijkheid aangebracht. Zijn buurman zegt: „Hij is nu schoon en glimlacht altijd.” Moses maakt geestelijke vorderingen en helpt nu andere doven om het goede nieuws te begrijpen.

Tahiti

Het kleine, afgelegen atol Makemo, op zo’n zeshonderd kilometer afstand van Tahiti, heeft maar 720 bewoners. Een vrouw, Ravahere, kwam met de waarheid in contact toen ze familie op Tahiti bezocht. Weer terug op Makemo begon ze de Bijbel te bestuderen, eerst per post, later per fax en nog weer later via de telefoon. Ravahere liet haar huwelijk registreren en bracht nog meer veranderingen aan om aan Jehovah’s maatstaven te voldoen, ondanks druk van sommige familieleden die wilden dat ze mormoons bleef. Uiteindelijk werd Ravahere tijdens een bezoek aan een gemeente op Tahiti een niet-gedoopte verkondigster. Om de week krijgt ze aanmoedigende brieven van verkondigers uit die gemeente.

In juni 2006 kreeg Ravahere bezoek van de kringopziener en zijn vrouw. Hij berichtte dat ze ieder weekend van deur tot deur gaat. Ze heeft haar gebied in kaart gebracht en heeft verschillende Bijbelstudies opgericht. Bij haar kleine snackbar stalt ze onze tijdschriften uit. Ze leidt ook een boekstudie, die door haar man bezocht wordt.

Fiji

Elke week leidt Matthew, een Gileadzendeling en ouderling, een Bijbelstudie bij vier studenten van een pedagogische academie. Op die academie houden voorgangers van verschillende kerken ’s avonds preken voor hun kerkleden. Het doel van de regeling is de schoolleiding bij te staan in hun strijd tegen het slechte gedrag op de campus.

Op een avond zag Matthew een grote groep studenten — zo’n 250 man — in de cafetaria zitten. Voorzien van een bijbel en schrijfmateriaal zaten ze rustig te wachten op een predikant van een belangrijke religieuze groepering die een dienst zou leiden. Omdat de predikant uitbleef, vroeg men Matthew om de groep toe te spreken. In plaats van het gebruikelijke zingen met daarna een donderpreek, zoals ze van sommige voorgangers gewend waren, kregen de studenten nu iets heel anders voorgeschoteld: Matthew hield aan de hand van de Bijbel voor de vuist weg een lezing waarin hij hen aanmoedigde hun Schepper te gedenken terwijl ze nog jong waren. Naderhand stonden alle studenten in de rij om Matthew een hand te geven en hun waardering te uiten. Hij ziet er nu naar uit de belangstelling na te gaan die op deze onverwachte manier gewekt is.

Australië

Twee zusters troffen tijdens het van-huis-tot-huiswerk een zieke vrouw aan. Ze vertelde hun dat ze terminale kanker had en dat ze bezig was haar spullen uit te zoeken zodat anderen dat niet meer hoefden te doen als ze gestorven was. De vrouw zei dat ze geen familie en vrienden had en dat ze zich heel erg eenzaam voelde. Ze vertelde ook dat ze nare ervaringen had gehad met andere religies en dat ze dacht dat God haar in de steek had gelaten. Later ging een van de zusters langs met een bos bloemen. Omdat de vrouw niet thuis was, liet de zuster de bloemen achter met een klein briefje. Die middag belde de vrouw op en bedankte haar uitbundig voor het vriendelijke gebaar. Ze zei dat er nog nooit iemand zo aardig voor haar was geweest of haar bloemen had gegeven en dat het haar speet dat ze niet thuis was geweest. Toen de zusters haar weer bezochten, zat ze al op hen te wachten. Ze lieten haar het Leert de bijbel-​boek zien en er werd een studie opgericht.

[Illustratie op blz. 43]

Miho

[Illustratie op blz. 47]

We kwamen in een melktank

[Illustratie op blz. 47]

Ketevan

[Illustratie op blz. 48]

Enkelen van de vroegere kerkleden

[Illustratie op blz. 55]

Olga

[Illustratie op blz. 55]

Marie

[Illustratie op blz. 57]

Hubert, Jorge en Jhon

[Illustratie op blz. 58]

Paulo en zijn gezin

[Illustraties op blz. 63]

Ravahere in haar snackbar op Makemo

[Illustratie op blz. 63]

Matthew