Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Resultaten uit het wereldwijde veld

Resultaten uit het wereldwijde veld

Resultaten uit het wereldwijde veld

AFRIKA

LANDEN 57

INWONERS 848.582.269

VERKONDIGERS 1.122.493

BIJBELSTUDIES 2.202.217

Rwanda

Toen een negenjarig meisje van school naar huis liep, vond ze op straat een tasje met een grote hoeveelheid geld. Zij en haar ouders, die met de Getuigen studeerden, besloten toe te passen wat ze uit de Bijbel geleerd hadden. Dus zochten ze naar de eigenaar en gaven het geld terug. De eigenaar vroeg aan het meisje: „Als ik je als beloning voor je eerlijkheid wat geld geef, wat zou je er dan mee doen?”

„Ik zou een bijbel kopen”, antwoordde het meisje.

Verrast zei de man: „Ik had echt gedacht dat je kleren of schoenen zou kopen omdat de kleren die je aanhebt er heel oud uitzien.” Het meisje bleef volhouden dat ze liever een bijbel wilde hebben. De man wilde weten waarom het gezin het geld niet had gehouden. Toen hij hoorde dat ze de Bijbel met Jehovah’s Getuigen bestudeerden, kocht hij twee bijbels, een voor het meisje en een voor zijn eigen gezin. Ook vroeg hij of de Getuigen hem en zijn gezin wilden bezoeken om de Bijbel te bestuderen. Beide gezinnen maken goede geestelijke vorderingen.

Centraal-Afrikaanse Republiek

Met Jehovah’s hulp is het Theodora gelukt haar extreme verlegenheid te overwinnen. Hoewel ze in de waarheid opgroeide, bezocht ze zelden de vergaderingen in de Koninkrijkszaal omdat ze zo verlegen was. Toen ze uiteindelijk toch vergaderingen begon bij te wonen, ging ze ergens in haar eentje zitten, sprak met niemand en ging direct na het slotlied en gebed naar huis. Het duurde niet lang of ze kwam naar alle vergaderingen, maar als iemand haar kwam begroeten en haar een hand wilde geven, stak ze zelden haar hand uit. Na verloop van tijd begon ze op de vergaderingen antwoord te geven en ging ze naar anderen toe om hen te begroeten. De prediking was een grote stap voor haar. Toen haar buurmeisjes haar uitlachten, was Theodora het liefst gestopt met prediken, maar ze legde de kwestie aan Jehovah voor en vroeg om zijn kracht. Nu is ze een gedoopte zuster, staat ze in de hulp en geeft ze mooie commentaren op de vergaderingen. Ze leidt vier Bijbelstudies, waarvan een met een buurjongen die haar ooit had uitgelachen.

Madagaskar

Een kringopziener en zijn vrouw waren op weg naar een gemeente op het platteland. Onderweg kwamen ze een groep veedieven tegen, gewapend met bijlen en speren. De vrouw van de kringopziener bad in stilte om moed en bood hun het traktaat Leven in een vredige nieuwe wereld aan. Ze zei: „Momenteel leven mensen in angst. Maar God zal binnenkort de slechte mensen vernietigen en een nieuwe wereld creëren waarin vrede zal heersen.” Een van de mannen luisterde aandachtig en nam het traktaat aan.

Op een congres een jaar later kwam er een man naar haar toe en vroeg of ze nog wist wie hij was. Hij vertelde dat hij een van de dieven was die ze onderweg was tegengekomen en dat hij degene was die het traktaat had aangenomen. Vervolgens legde hij uit: „We kwamen net terug van een rooftocht toen we jullie tegenkwamen. Wat je vertelde, zette me aan het denken. Ik zei bij mezelf: ’We zijn niet bang voor politieagenten of soldaten omdat we voor hen kunnen vluchten. Maar hoe kan ik voor God vluchten als hij de slechte mensen gaat vernietigen?’ Dus besloot ik een onderzoek in te stellen. Toen ik weer thuis was, ging ik langs bij een buurman die de Bijbel bestudeerde met een speciale pionier. Ik ben ook met hem gaan studeren, en nu laat ik me op dit congres dopen.”

Mozambique

In 1992 was Madalena, die toen begin dertig was, betrokken bij een auto-ongeluk. Ze raakte aan beide benen verlamd. Daarna kwam ze bijna nooit meer buiten. Drie jaar later kwamen er Getuigen langs die buiten met haar vader een gesprek hadden. Hij was de leider van een traditionele religieuze groepering, die in zijn achtertuin bijeenkwam. Madalena luisterde naar het gesprek en hoorde dat de broeders vroegen hoe het met haar ging. Daarop nodigde ze hen uit binnen te komen. Ze was heel ontroerd dat ze oprecht in haar geïnteresseerd waren! Ze aanvaardde een Bijbelstudie en toonde grote belangstelling voor wat ze leerde. Omdat de Getuigen zagen hoe enthousiast ze was, hielpen ze haar op veel praktische manieren. Ze zorgden er bijvoorbeeld voor dat ze naar de vergaderingen kon komen. Dankzij die hulp kon Madalena in 2002 haar opdracht aan Jehovah symboliseren.

Madalena’s ouders waren diep onder de indruk van de zorg die de Getuigen aan hun dochter gaven. Haar moeder begon vergaderingen te bezoeken en brak met de religie van haar man. Madalena’s vader zei in eerste instantie dat hij nooit met zijn religie zou breken, maar na verloop van tijd begon ook hij vergaderingen te bezoeken. Zijn parochianen zetten hem onder druk om daarmee te stoppen — hij was tenslotte hun leider! Toch nam hij zijn standpunt in en verbrandde al zijn religieuze spullen. In 2007 werden hij en zijn vrouw gedoopt. Met het hele gezin gaat het geestelijk goed.

Zimbabwe

De negenjarige Decibel predikt tot haar klasgenootjes en leerkrachten. Op een dag merkte ze dat haar juf er slecht uitzag, dus ging Decibel naar haar toe en vroeg of er iets was wat haar ongelukkig maakte. Haar juf antwoordde dat haar zus een kind had verloren. Decibel beloofde de juf iets te brengen wat haar zou troosten. Ze vroeg de brochure Wanneer iemand die u dierbaar is, sterft aan haar ouders en nam die de volgende dag mee. Toen de juf enkele paragrafen uit de brochure las, klaarde haar gezicht op van blijdschap. Later schreef ze een briefje aan Decibels ouders om hen te bedanken dat ze hun dochter zo goed hadden opgevoed en voor de troost die Decibel haar had geboden toen ze het moeilijk had.

Ghana

Abigail, die in het zuiden van Ghana bij haar presbyteriaanse grootouders woonde, had altijd geleerd dat Jehovah’s Getuigen valse profeten zijn. Toen ze hoorde dat haar ouders, die in een ander deel van het land woonden, met de Getuigen studeerden, was ze erg bezorgd en schreef ze hun een brief om hen ertoe over te halen met hun studie te stoppen. Omdat de brief niet het gewenste resultaat had, legde ze zo’n duizend kilometer af om met hen te praten. Abigail was geschokt toen haar in haar eigen bijbel werd getoond dat de hel geen plaats is waar de goddelozen worden gepijnigd. Ze begon de Bijbel te bestuderen en met haar ouders vergaderingen in de Koninkrijkszaal bij te wonen en werd later een niet-gedoopte verkondiger. Op een recente kringvergadering heeft Abigail zich laten dopen.

AMERIKA

LANDEN 55

INWONERS 898.130.531

VERKONDIGERS 3.449.038

BIJBELSTUDIES 3.548.101

Dominica

Op dit eiland doen veel vrouwen hun was langs de rivieroevers en laten die dan op grote keien drogen. Een van de vrouwen zag vlak bij de plek waar ze haar was deed, een bekend voorwerp in het ondiepe water drijven. Het was het boek waaruit ze elke week met een van Jehovah’s Getuigen studeerde. Ze legde het op een nabije rots te drogen en ging door met haar was.

Toen ze later op de dag haar droge kleren verzamelde, vergat ze het boek. Maar een paar vissers die terugkeerden van zee, zagen het goudkleurige boek liggen, en een van hen nam het mee. Hij was onder de indruk van de titel Wat leert de bijbel echt? en begon het boekje te lezen. Later kwamen twee pioniersters die in zijn dorp aan het prediken waren, hem tegen. Hij legde hun uit dat er slechts 144.000 mensen naar de hemel gaan en dat Gods koninkrijk in 1914 is opgericht. Hij vertelde ook dat de aarde binnenkort een paradijs zou worden. Toen ze hem vroegen hoe hij dat allemaal wist, legde hij uit hoe hij het boek gevonden had, en voegde eraan toe dat hij er elke dag in las. Hij liet het hun zien — het was ondertussen opgedroogd maar behoorlijk uitgezet.

Een van de pioniersters besefte dat dit het boek was dat haar Bijbelstudent uit de rivier had gevist. Er werd een Bijbelstudie met de visser begonnen. Hij kijkt echt uit naar de wekelijkse besprekingen en maakt goede vorderingen.

Bolivia

De prediking in het Amazonegebied in Bolivia is niet makkelijk maar wel lonend. Een groep van tien pioniers en pioniersters, samengepakt in een motorbootje met tenten, kookpotten en veel dozen Bijbelse lectuur, reisde zo’n achthonderd kilometer op de rivier de Beni van Rurrenabaque naar Riberalta. Ze bezochten ruim zeventig geïsoleerde gemeenschappen en verspreidden ruim achthonderd boeken plus nog brochures en traktaten. Ze demonstreerden zo’n zevenhonderd Bijbelstudies aan geïnteresseerden en keerden terug om met ruim tweehonderd van hen te studeren. Als de Getuigen een dorp verlieten, kregen ze vaak te horen: „Kunnen jullie niet wat langer blijven om met ons te studeren?” In een klein plaatsje bleef een man maar aandringen en was helemaal van streek dat de Getuigen weggingen omdat hij met hen wilde blijven studeren. Hij zei: „Jullie hebben de boom omgehakt. Nu moeten jullie nog een figuur snijden en die polijsten.”

Canada

Normand werkt al vele jaren in een metaalraffinaderij in Montreal. Tijdens zijn pauze las hij in de cafetaria geregeld in de brochure Dagelijks de Schrift onderzoeken. Zijn collega’s zagen hem de brochure lezen, en sommige gingen in op zijn uitnodiging om de dagtekst te bespreken. Tijdens die korte besprekingen probeerde Normand om het materiaal vooral op het gezinsleven en menselijke relaties van toepassing te brengen. Een van de directieleden zat ook een keer bij zo’n bespreking en liet Normand later op zijn kantoor komen. Hij gaf hem een compliment en zei dat de besprekingen een positieve uitwerking op het leven van de werknemers zouden hebben en betere verhoudingen zouden bevorderen.

Toen er al meer dan dertig mensen naar deze besprekingen kwamen, vroeg de directie aan Normand om met kleinere groepjes op verschillende plekken in de raffinaderij samen te komen. Hij vertelt: „Momenteel leid ik elke dag drie groepen. Mijn collega’s noemen het de dagelijkse oppeppers. Ze vinden die besprekingen zo geweldig dat als ik er niet ben, iemand anders ze in mijn plaats leidt. Als ik dan terugkom, stellen ze me vragen over wat ze niet begrepen hebben.” Normand helpt zijn collega’s al vijf jaar lang om elke dag over een Bijbeltekst na te denken. Het resultaat is dat van zijn collega’s en hun gezinsleden ruim veertig de waarheid hebben aanvaard.

Barbados

Zuster Barker is 89 jaar en wilde graag een Bijbelstudie oprichten. Vanwege haar slechte lichamelijke toestand kan ze niet van deur tot deur gaan, dus probeerde ze het met telefoongetuigenis, maar zonder succes. Aangemoedigd door een aandeel op de vergadering over gebed begon ze Jehovah te smeken om hulp bij het oprichten van een Bijbelstudie. Hoewel ze niet in een drukke straat woont, ging ze enkele dagen later voor haar huis staan, gewapend met haar bijbel en tijdschriften en vastbesloten om getuigenis te geven aan iedereen die voorbijkwam. Ze bood een man die van zijn werk naar huis ging, tijdschriften aan. Een week later, toen ze weer voor haar huis stond, zag ze dezelfde man voorbijkomen. Omdat hij belangstelling had getoond voor de tijdschriften die ze hem gegeven had, bood ze hem nu het Leert de bijbel-​boek aan en nodigde hem uit de Bijbel te bestuderen. Ze was heel blij toen hij het aanbod aannam. Eind maart 2008 ging de eerste studie met hem door. Later kwam ze erachter dat hij niet ver van haar vandaan woonde. Binnen enkele weken begon hij de vergaderingen te bezoeken. De zuster zei: „Ik weet dat Jehovah echt gebeden beantwoordt, maar ik wist niet dat hij dat zo snel zou doen!”

Chili

Toen een pionierster in het centrum van Santiago uit de taxi stapte, liet ze per ongeluk haar tijdschriftenmap op de achterbank liggen. In het mapje zaten behoorlijk wat tijdschriften en haar exemplaar van Onze Koninkrijksdienst, waarop haar naam stond. Zo kon de taxichauffeur met de hulp van andere Getuigen die hij in het gebied zag prediken, de zuster terugvinden. Maar toen hij haar de tijdschriftenmap teruggaf, zat er alleen nog haar Koninkrijksdienst in. De tijdschriften waren weg. Hij verontschuldigde zich en legde uit dat verscheidene passagiers de tijdschriften hadden doorgebladerd en hadden gevraagd of ze er eentje mochten hebben. De tijdschriften hadden dus in één dag zichzelf verspreid!

Nicaragua

Ernesto, voormalig bevelhebber van de commandotroepen, woonde in een klein plaatsje aan de Caribische kust. Jairo, een speciale pionier die uit een ander deel van het land was gekomen om daar te prediken, ontmoette Ernesto tijdens het huis-aan-huiswerk en bood hem een Bijbelstudie aan. Hoewel deze voormalige soldaat het aanbod afsloeg, drong Jairo aan, en uiteindelijk werd zijn aanbod aanvaard. Tijdens hun gesprekken vertelde Jairo dat zijn vader de aanvoerder was geweest van het contrarevolutionaire leger dat niet ver daarvandaan tegen de regeringstroepen had gestreden, maar dat hij in een gevecht was omgekomen. Ernesto zette zijn studie voort en begon vorderingen te maken, maar hij hield iets achter voor zijn Bijbelleraar, iets wat hij uiteindelijk gewoon moest vertellen. Diepbedroefd legde hij aan Jairo uit dat hij het bevel had gehad over het peloton dat Jairo’s vader levend gevangen had genomen en dat hij persoonlijk verantwoordelijk was geweest voor zijn dood. Jairo was uiteraard geschokt, maar hij wist dat het verhaal klopte omdat de afschuwelijke details die Ernesto vertelde, overeenkwamen met wat hij eerder had gehoord van soldaten die met zijn vader hadden gevochten. Ernesto dacht dat dit het einde van hun vriendschap zou betekenen. Maar in plaats van haat voor zijn leerling te koesteren, bleef Jairo met hem studeren. Ernesto maakte vorderingen en werd samen met zijn vrouw gedoopt. Hij en Jairo zijn nog steeds vrienden.

Venezuela

In het westen van het land bewerkten broeders en zusters uit het dorp Machiques een gebied bij de Colombiaanse grens waar nog maar zelden gepredikt was en waar alleen inheemse mensen wonen. Iedereen luisterde! Het hoofd van de Yukpa-gemeenschap gaf toestemming om de Gedachtenisviering voor het eerst in dit gebied te houden. Er kwamen stoelen uit de plaatselijke school en van mensen uit de buurt, en er waren ruim tweehonderd aanwezigen. Aan het eind van de vergadering zei het hoofd respectvol namens de gemeenschap: „We willen de Getuigen van Jehovah bedanken. We hopen dat dit niet de laatste keer is dat jullie komen. Jullie leren ons de waarheid, en jullie zijn van harte welkom!” Ruim vijftig mensen hebben momenteel Bijbelstudie.

AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN

LANDEN 47

INWONERS 4.026.656.360

VERKONDIGERS 618.088

BIJBELSTUDIES 538.957

Taiwan

Een zuster schrijft: „Ik was ontzettend blij mijn halfbroer te ontmoeten. Ik had hem nog nooit eerder gezien omdat hij en zijn gezin in een afgelegen plaats wonen waar je bijna onmogelijk kunt komen. Mijn vader en de rest van ons gezin waren dan ook heel blij te horen dat mijn halfbroer en zijn gezin zich veel moeite wilden getroosten om ons te bezoeken. Omdat ze in een gebied wonen waar geen Getuigen zijn, hoopte ik dat ze het goede nieuws zouden aanvaarden. Wat was ik blij toen de vrouw en dochter van mijn halfbroer belangstelling voor de Bijbel toonden! Maar hoe kon ik hen ooit helpen meer over Jehovah’s voornemen te leren als ze teruggingen naar hun geïsoleerde gebied? Ik kwam erachter dat ze een computer hadden en toegang tot internet. Mijn man en ik besteedden wat geld aan een webcam, en nadat ze naar huis waren gegaan, zetten we onze Bijbelstudie via de webcam voort. Tot mijn verbazing werkt deze manier van studie geven fantastisch. We kunnen hun reactie zien als ze in hun eigen exemplaar van de Bijbel en het studieboek lezen. Zo weet ik wat ik moet doen om hen te helpen. We zijn blij dat we gebruik kunnen maken van deze technologie, die het mogelijk maakt de waarheid te delen met familieleden die we anders nooit hadden kunnen bereiken.”

Nepal

Purnamaya is zestien en woont in een dorpje in Nepal. Ze kreeg getuigenis van haar oom, en er werd een studie met haar begonnen. Nu komt ze getrouw één keer in de week naar de vergaderingen, hoewel ze tweeënhalf uur met de bus onderweg is. Ze heeft het niet makkelijk. Haar ouders lijden allebei aan lepra en zijn dus heel arm. Om in het onderhoud van het gezin te helpen voorzien slaat Purnamaya vroeg in de ochtend stenen stuk om er grind van te maken. Daarnaast doet ze karweitjes in het huishouden, zoals koken en wassen. En dan gaat ze ook nog naar school. De prijs van een buskaartje om naar de Koninkrijkszaal te gaan staat gelijk aan het dagloon van een arbeider. Soms proberen haar ouders haar aan te moedigen om in plaats daarvan naar een plaatselijke kerk te gaan. Maar Purnamaya weet dat ze alleen in de Koninkrijkszaal over Jehovah kan leren, dus doet ze haar best om aanwezig te zijn. Dat betekende dat ze onlangs haar horloge, een cadeau van haar grootmoeder, heeft verkocht. Ze geeft niet alleen goede commentaren op de vergaderingen maar vertelt de mensen in haar dorp ook wat ze leert. Ze is een bron van aanmoediging voor iedereen die haar kent.

Maleisië

Tijdens de Britse koloniale overheersing werden duizenden arbeiders naar Maleisië gebracht om in de rubberplantages te werken. Ze werden ondergebracht in dorpen op de plantages, en een groot aantal van de dorpen bestaat nog steeds. Veel daarvan zijn moeilijk te bereiken en staan niet op kaarten. Toen een gemeente niet-toegewezen gebied aan het bewerken was, vonden de broeders een dorp in een rubberplantage. Twee jongens van tegen de twintig, die tijdschriften genomen hadden, toonden veel belangstelling voor de prediking. Ze boden de broeders aan om hun de weg naar andere dorpen te wijzen. In tegenstelling tot de broeders kenden ze het gebied heel goed. Ze stapten op hun motor en leidden de auto’s over modderige paden en onverharde wegen door de plantages heen. Soms was het wel drie kwartier rijden van het ene dorp naar het andere. Ze leidden de broeders en zusters naar plantages die nog nooit door Getuigen bezocht waren. Terwijl de Getuigen predikten, moedigden de twee jongens de dorpsbewoners aan de tijdschriften te nemen en ze te lezen. In totaal brachten ze de broeders naar drie geïsoleerde dorpen. Er werd een groots getuigenis gegeven aan mensen die nog nooit de gelegenheid hadden gehad het goede nieuws te horen. Dit was voor een groot deel te danken aan de onzelfzuchtige hulp van de jongens. De vijftig verkondigers van deze gemeente verspreidden in dat weekend meer dan vijfduizend tijdschriften.

EUROPA

LANDEN 47

INWONERS 733.775.190

VERKONDIGERS 1.542.507

BIJBELSTUDIES 789.219

Rusland

Tatjana heeft hersenkanker. Na een zware operatie enkele jaren geleden kwam ze op een ziekenhuisafdeling te liggen voor patiënten die weinig hoop op herstel hebben. Een orthodoxe priester kwam de afdeling bezoeken zodat de patiënten hun zonden konden belijden voordat ze stierven. Tatjana zag dat een vrouw nog net de kracht kon opbrengen om de priester wat geld te geven. Toen hij weg was, vroeg Tatjana aan de vrouw of ze zich wat beter voelde. „Nee,” antwoordde de vrouw teleurgesteld, „ik heb niets begrepen van wat hij zei.” Vervolgens vertelde Tatjana haar het goede nieuws over de opstandingshoop. De vrouw bedankte Tatjana en zei: „Nu voel ik me wel beter!” Toen de directeur van het ziekenhuis hoorde wat er was gebeurd, zei hij tegen de priester dat hij niet meer hoefde te komen. Als alternatief werd Tatjana in een aparte zaal gelegd zodat zij met anderen kon praten. De directeur vroeg ook het adres van de plaats waar Jehovah’s Getuigen hun vergaderingen hebben. Voordat Tatjana in het ziekenhuis werd opgenomen, had ze Jehovah om kracht gevraagd om te blijven prediken. Ze is ervan overtuigd dat Jehovah haar gebed verhoord heeft. Die maand rapporteerde ze ruim honderd uur! Hoewel haar toestand sindsdien is verslechterd en ze aan huis gebonden is, komen er nog steeds mensen bij haar langs tot wie ze gepredikt heeft tijdens de vele keren dat ze in het ziekenhuis lag.

Georgië

Twee tijdelijke speciale pioniersters werden toegewezen aan een gebied waar geen Getuigen woonden. Tijdens het verkennen van hun nieuwe gebied, verdwaalden ze. Ploeterend door kniehoge sneeuw probeerden ze de weg naar huis te vinden. Ze begonnen moe te worden en hadden het koud. Uiteindelijk zagen ze voetsporen die naar een huis leidden en riepen om hulp. Chatoena, een jonge vrouw, opende het hek en nodigde hen onmiddellijk binnen, waar het lekker warm was. De zusters waren heel dankbaar. Chatoena vroeg of ze Getuigen van Jehovah waren. Terwijl de zusters in de sneeuw ronddoolden, hadden zij en haar familie namelijk gebeden of God hen naar de waarheid wilde leiden. Enkele minuten later waren de pioniersters naar hun huis gekomen. Chatoena zei dat dit beslist een antwoord op hun gebed was! Momenteel bestuderen vier leden van deze familie de Bijbel, en twee van hen (Chatoena en haar schoonmoeder) zijn niet-gedoopte verkondigers.

Groot-Brittannië

Reston, die nog nooit de directe benadering om een Bijbelstudie op te richten had uitgeprobeerd, besloot een poging te wagen. Voordat hij bij de eerste deur aanbelde, deed hij een schietgebedje en vroeg hij Jehovah hem te helpen positief te zijn. Vervolgens bood hij de huisbewoner, Andy, rechtstreeks een Bijbelstudie aan. Andy stemde meteen toe. Reston nam zich voor om hem later op de dag een exemplaar van het boek Wat leert de bijbel echt? te brengen. In de bus naar hem toe zag Reston dat de buschauffeur een nabezoek van hem was aan wie hij geregeld De Wachttoren en Ontwaakt! gaf. Aangemoedigd door de reactie van Andy die ochtend besloot hij de chauffeur een gratis Bijbelstudie aan te bieden zodra de bus bij zijn bestemming arriveerde.

Ondertussen herkende een oudere passagier in de bus Reston als Getuige en vroeg hem om haar zieke vriendin te bezoeken om voor haar te bidden. Reston zei dat hij graag met haar zou spreken om haar troost uit de Bijbel te bieden. Met behulp van het enige Leert de bijbel-​boekje dat hij bij zich had, demonstreerde hij de passagier hoe een Bijbelstudie zou kunnen helpen. De vrouw zei dat ze wel zo’n studie wilde. Een jonge man die tegenover hen zat, had naar het gesprek geluisterd. Hij wilde graag de plaatjes in het boek zien. Dus gaf Reston hem het boek. Toen de bus bij de bestemming aankwam, bood Reston de buschauffeur een gratis Bijbelstudie aan. Tot zijn verbazing ging de chauffeur hier enthousiast op in en zei hij dat hij veel vragen over de Bijbel had. Reston ging snel langs bij een broeder in de buurt om nog een Leert de bijbel-​boek te halen en kwam uiteindelijk wat later op de avond bij Andy thuis aan. Andy was heel blij met het boek. Er werd een Bijbelstudie begonnen, en Andy ging al gauw toepassen wat hij leerde. Andy en de buschauffeur bezoeken de vergaderingen, en Reston leidt vijftien Bijbelstudies, allemaal opgericht met de directe benadering. Hij zorgt er nu altijd voor dat hij een aantal Leert de bijbel-​boekjes bij zich heeft als hij gaat prediken.

François en Monica gingen met hun twee kinderen na een ochtend in de velddienst te zijn geweest terug naar de auto. Maar hun dochter van tweeënhalf, Shaé, wilde niet instappen voordat ze haar laatste traktaat aan iemand gegeven had. Net op dat moment stopte er een auto aan de overkant van de straat, en twee vrouwen stapten uit. Shaé was blij dat ze één van hen het traktaat Leven in een vredige nieuwe wereld kon geven, en Monica legde uit waar het over ging. De vrouw, Sierra, toonde belangstelling en nodigde Monica bij haar thuis uit om de Bijbel met haar twee tienerdochters te bestuderen. Bij de eerste Bijbelstudie vroeg Sierra of haar twee zoons ook Bijbelstudie konden krijgen. Later wilde Sierra’s neef ook studie. Sierra zat bij al deze studies en stelde veel vragen. Uiteindelijk stemde ze toe om zelf Bijbelstudie te krijgen. Vervolgens wilde haar man ook. Daarna Sierra’s moeder, gevolgd door andere familieleden en vrienden. Shaés vastberadenheid om haar laatste traktaat weg te geven, had elf Bijbelstudies als resultaat. Vier van de Bijbelstudenten bezoeken geregeld gemeentevergaderingen.

Italië

Jennifer zit in de Russische gemeente in Milaan. Ze had over de telefoon een paar keer gesproken met een Oekraïense vrouw die Valentina heette, maar ze had haar nog nooit ontmoet. Op een dag maakten ze een afspraak om elkaar bij een metrostation te ontmoeten. Valentina zei dat Jennifer haar zou kunnen herkennen aan haar rode jas. Toen Jennifer bij het station aankwam, zag ze een vrouw met een rode jas die duidelijk rondkeek op zoek naar iemand. Jennifer stapte op haar toe en zei: „Hallo, bent u Valentina?” De vrouw antwoordde bevestigend, dus zei Jennifer: „Ik ben Jennifer.” Maar de vrouw reageerde niet. Een beetje in de war vroeg Jennifer: „U was toch op mij aan het wachten?”

„Nee,” antwoordde de vrouw. Wat bleek? De vrouw was Oekraïens, heette Valentina en droeg een rode jas; maar ze stond op iemand anders te wachten! Jennifer moest lachen en legde de situatie uit. Ze stelde ook voor om haar een gedachte uit de Bijbel te laten zien, die ze voor de andere Valentina had voorbereid. Valentina stemde toe en luisterde belangstellend. Ze liet Jennifer vervolgens een stukje papier zien waarop ze de tekst van Psalm 91 had geschreven en legde uit dat ze van de Bijbel hield. Jennifer begon met deze Valentina een Bijbelstudie. En de andere Valentina dan? Jennifer ontmoette haar later, en ook zij begon de Bijbel te bestuderen.

Roemenië

Een broeder ging op visite bij een kennis en sprak met hem en zijn vrouw over Bijbelse onderwerpen. Ze waren er vooral in geïnteresseerd wat de Bijbel leert over de verhouding tussen man en vrouw, maar ze vonden het erg moeilijk om tijd te vinden voor Bijbelse besprekingen. Het echtpaar vond een gezonde leefstijl belangrijk, en de man ging elke dag acht kilometer joggen. Na meerdere keren geprobeerd te hebben de Bijbelse besprekingen voort te zetten, besloot de broeder de man te vragen of hij met hem mee mocht als hij ging joggen. De man vond het een goed idee. Maar de broeder was niet getraind en besefte al gauw dat joggen en tegelijkertijd getuigenis geven ontzettend vermoeiend is! Hij zei: „Het lukte me te prediken in sportkleding zonder een bijbel in mijn hand door verzen uit mijn hoofd te citeren.” Na een aantal keer samen te hebben gejogd, kreeg het echtpaar meer belangstelling, en werd er een geregelde Bijbelstudie met hen begonnen. De man is nu een niet-gedoopte verkondiger. Hij is ijverig in de velddienst en staat samen met zijn zoon en dochter ingeschreven in de theocratische bedieningsschool.

OCEANIË

LANDEN 30

INWONERS 37.545.115

VERKONDIGERS 97.329

BIJBELSTUDIES 55.266

Australië

Een pionier schrijft: „Een arts die Pam heet, vroeg of ik geregeld de nieuwste uitgaven van de tijdschriften wilde brengen. Ze had een druk schema, en ik vond haar maar één keer in het halfjaar thuis. Dus schoof ik geregeld de tijdschriften met daaraan een vriendelijk briefje onder haar deur door. Na zeven maanden geprobeerd te hebben haar te treffen, schoof ik de tijdschriften onder haar deur met daarbij een uitnodiging voor het komende districtscongres. Ik liet ook mijn telefoonnummer achter, maar hoorde niets van haar. In november, na het congres, ging ik weer langs en zag een briefje van Pam op de deur zitten.

Pam schreef dat ze de tijdschriften geweldig vond en dat ze ze doorgaf aan haar collega’s. Die gaven ze op hun beurt door aan hun patiënten in het ziekenhuis. Vervolgens schreef ze dat ze erg had genoten van de ’bijeenkomst’. Ze had de uitnodiging voor het congres gelezen en had drie dagen verlof genomen om ernaartoe te gaan. Ze legde uit dat ze de uitnodiging gekopieerd had en kopietjes ervan in de postvakjes van haar collega’s had gelegd met een briefje erbij of ze haar wilden bellen als ze belangstelling hadden om mee te gaan. Tegen het eind van de week hadden zestien collega’s (allemaal artsen) eveneens drie dagen vrij genomen om naar het congres te gaan. Al die zeventien geïnteresseerden woonden de drie dagen van het congres bij als resultaat van één uitnodiging die onder de deur geschoven was! Pam heeft nu een geregelde Bijbelstudie uit het Leert de bijbel-​boek en heeft groepsbesprekingen georganiseerd met al degenen die het congres hebben bijgewoond.”

Een andere broeder vertelt: „Terwijl ik voorbij een huis liep waar de Getuigen niet mochten aanbellen, zag ik een man en een vrouw op de veranda zitten die van streek waren en huilden. Ik vond dat ik niet zomaar voorbij kon lopen als ze duidelijk hulp nodig hadden, dus liep ik naar hen toe en vroeg ik of er iets was wat ik kon doen. De man en de vrouw nodigden me binnen en begonnen hun hart uit te storten. Ze hadden hun dochter drie jaar lang niet gezien. De vrouw had kanker en moest geopereerd worden, en ze was niet zeker of ze het zou overleven. Ze was bang dat ze haar dochter nooit meer zou zien. Enkele dagen eerder hadden ze de dominee van hun charismatische kerk gesmeekt om hen te helpen, maar hij nam de situatie niet serieus en deed niets. Ik liet wat Bijbelse gedachten lezen over Jehovah, dat hij nabij de gebrokenen van hart is.

Na ongeveer een uur werd er op de deur geklopt. Ik dacht eerst dat het de dominee van de kerk was. Maar er stond een netjes geklede jonge vrouw voor de deur. Het was hun dochter die ze in jaren niet meer gezien hadden! Het was een bijzonder emotioneel moment, dus zei ik dat ik maar beter kon gaan. Maar tot mijn verbazing zei de dochter dat ze liever had dat ik bleef omdat ze haar ouders iets wilde vertellen. Ze legde uit dat ze een drugs- en drankprobleem had gehad waardoor ze haar leven aan het verwoesten was, maar dat een studie van de Bijbel haar ertoe had gebracht naar huis te komen en het contact met haar ouders te herstellen. Ze was onlangs gedoopt als een van Jehovah’s Getuigen.”

Enkele dagen later kwam de dominee langs. Hij kreeg te horen dat de dochter teruggekeerd was omdat ze een van Jehovah’s Getuigen geworden was. Daarop liep hij zonder een woord te zeggen naar buiten. De man riep hem achterna dat hij een brief mee moest nemen die op tafel lag: een brief om hen te laten uitschrijven uit de kerk.

Papoea-Nieuw-Guinea

Een groep van 23 broeders en zusters ging in zelden bewerkt gebied prediken. Het was een zware tocht te voet, want ze moesten bergen beklimmen en rivieren oversteken. In één dorp ontmoette een zuster een anglicaanse geestelijke die opgetogen was een uitleg van Daniël 2:44 te horen. Hij zei tegen de zuster: „We zijn hier als verloren schapen.” Hij aanvaardde tijdschriften en brochures en vroeg ook om een bijbel.

Drie dagen later spraken twee zusters in een ander dorp met twee jonge vrouwen die blij waren de Koninkrijksboodschap te horen. Toen hun vader die middag van zijn tuin terugkwam, vertelden ze hem wat ze uit de Bijbel hadden geleerd. Hun vader zei dat hij die geweldige boodschap zelf wilde horen. Hij trof regelingen om alle broeders en zusters te ontmoeten in de hut waar ze verbleven. Omdat de man hoofd van het dorp was, regelde hij dat er eten werd klaargemaakt en naar de broeders en zusters werd gebracht. Laat op de avond kwam hij met zijn lamp bij de hut aan, vergezeld door andere dorpelingen. Ze zeiden: „We waren verrast jullie te zien, omdat dit de eerste keer is dat Jehovah’s Getuigen naar ons dorp gekomen zijn.” De Getuigen lieten hun Mattheüs 24:14 lezen als de reden voor hun bezoek. Ze spraken over de zegeningen van het Koninkrijk en lieten lectuur achter.

Op de vijfde dag van hun tocht kwamen de broeders en zusters rond één uur ’s middags in een dorp aan. Omdat de dorpelingen dachten dat ze daar de nacht zouden doorbrengen, begonnen ze een afdak te bouwen waar de Getuigen onder konden slapen. Maar de broeders legden uit dat ze met iedereen wilden praten en diezelfde dag weer wilden vertrekken. Er werd een goed getuigenis gegeven aan alle dorpelingen, ook aan het hoofd, die lectuur aanvaardde en de Getuigen in ruil daarvoor kokosnoten, bananen en papaja’s gaf.

Fiji

Op het platteland gaan pioniers altijd te voet in de dienst. De wegen zijn er óf stoffig óf modderig. Nagamma en haar dochter, Reshma, zijn gewone pioniers. Ze nodigden Ushla, een blinde zuster, uit om samen met hen een maandje te pionieren. Met z’n drieën, met Ushla in het midden, legden ze elke dag vele kilometers af. Een gezin dat op een vochtige dag op hun veranda zat, keek toe terwijl de drie zusters de plassen in de modderige weg probeerden te ontwijken. Ze zagen dat de blinde zuster in een plas stapte en dat er modder tegen haar been opspatte. De zusters stopten om haar been schoon te wrijven. De vader van het gezin kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en riep de zusters. Hij zei: „Elke dag zien we jullie drieën lopen. Waar gaan jullie eigenlijk naartoe?” Ze legden uit dat ze een Bijbelstudie gingen leiden. Daarop zei hij dat als hun boodschap zó belangrijk was dat ze zo ver liepen om die aan anderen te onderwijzen, hij die ook wilde horen! Er werd een studie met dit gezin begonnen.

Guam

Liza, een jonge vrouw uit de Filippijnen, werkte als inwonend dienstmeisje op het eiland Tinian. Als Jehovah’s Getuigen aan de deur kwamen, vroeg ze vaak om De Wachttoren en Ontwaakt! Hoewel ze zei dat ze de tijdschriften interessant vond, gebruikte ze die feitelijk om de kachel aan te maken.

In de lente van 2007 verloor Liza haar baan, en omdat ze geen onderkomen had, sliep ze op het strand. Op een dag liep ze langs de plaatselijke Koninkrijkszaal, waar twee zusters buiten in de schaduw zaten. Ze nodigden Liza uit bij hen te komen zitten en boden haar een mango aan. Liza had een leuk gesprekje met hen. De volgende dag toen ze langs de Koninkrijkszaal liep, spraken de zusters haar opnieuw aan, en tijdens het gesprek zei ze: „Ik hoop dat ik een keertje naar jullie kerk mag komen.” Hoewel de zusters zich een beetje opgelaten voelden omdat ze haar nog niet uitgenodigd hadden, moedigden ze haar aan die avond de vergadering bij te wonen. Ze aanvaardde hun uitnodiging in de hoop dat de Getuigen haar zouden helpen werk te vinden.

Tijdens de vergadering was Liza onder de indruk van de oprechtheid van de broeders en zusters en hun bezorgdheid voor mensen. Liza kreeg tranen in haar ogen toen ze besefte dat ze om een zelfzuchtige reden naar de vergadering was gekomen. Ze moest ook denken aan al de tijdschriften die ze verbrand had. Omdat haar hart werd geraakt door de liefde van de broeders en zusters, woonde ze vanaf die dag elke vergadering bij en studeerde ze geregeld de Bijbel. Ze vond een baan, kwam ervoor in aanmerking om verkondiger te worden en werd in februari 2008 gedoopt.

[Illustratie op blz. 45]

Madalena

[Illustratie op blz. 48]

De „Wachttoren”-studie op een motorbootje

[Illustratie op blz. 50]

Zuster Barker wacht geduldig tot er iemand voorbijkomt tot wie ze kan prediken

[Illustratie op blz. 53]

Purnamaya maakt grind om in het onderhoud van haar familie te voorzien

[Illustratie op blz. 54]

Prediken tot een Indiase vrouw in een rubberplantage

[Illustratie op blz. 57]

Reston studeert met Andy

[Illustratie op blz. 58]

Shaé

[Illustratie op blz. 63]

Nagamma en Reshma die Ushla helpen