Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een brief van het Besturende Lichaam

Een brief van het Besturende Lichaam

Een brief van het Besturende Lichaam

Lieve mede-Getuigen van Jehovah,

We leven in een opwindende en vreugdevolle tijd! We vinden het echt heerlijk om met jullie, lieve broeders en zusters, samen te werken — „schouder aan schouder” als het ware — bij het geven van het grootste getuigenis aller tijden over onze hemelse Vader, Jehovah (Zef. 3:9; Joh. 14:12).

Dat we Jehovah met vreugde dienen, wil niet zeggen dat we geen ernstige problemen hebben. Het afgelopen dienstjaar hebben velen van jullie het heel moeilijk gehad als gevolg van aardbevingen, overstromingen, orkanen en andere levensbedreigende natuurrampen (Matth. 24:7). Velen worstelen dagelijks met de gevolgen van ziekte en ouderdom. We hebben allemaal te kampen met de almaar toenemende „weeën der benauwdheid” (Matth. 24:8). In een aantal landen, waaronder Armenië, Eritrea en Zuid-Korea, zitten veel van onze broeders wegens hun geloof gevangen (Matth. 24:9).

Wat heeft ons geholpen om ondanks die moeilijkheden een positieve instelling te houden? De jaartekst voor 2010 heeft ons steeds weer herinnerd aan een belangrijke factor: ’De liefde verduurt alle dingen. De liefde faalt nimmer’ (1 Kor. 13:7, 8). Onze liefde voor Jehovah en onze liefde voor elkaar geven ons de kracht om te volharden.

Velen die beweren christenen te zijn, verbazen zich over de omvang van ons predikingswerk en onze niet-aflatende ijver. Ze zijn het dan misschien niet eens met wat we geloven en leren, maar sommigen zijn wel tot de uitspraak gekomen: „Jullie doen wat wij zouden moeten doen!” En wat stelt Jehovah’s Getuigen in staat dag in dag uit te blijven prediken? Ook daarop is het antwoord dat liefde een belangrijke rol speelt. Net als onze hemelse Vader willen we niet dat er iemand vernietigd wordt (2 Petr. 3:9). Onze wens dat allen tot berouw geraken, komt tot uitdrukking in het nieuwe hoogtepunt van 7.508.050 verkondigers in het afgelopen dienstjaar. Welke andere religieuze organisatie heeft zo veel bedienaren die zich actief bezighouden met dat liefdewerk, zo veel vrijwilligers die anderen graag geestelijke hulp bieden?

Het is aanmoedigend te zien hoe de door Jesaja opgetekende profetie in vervulling blijft gaan: „Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels; en daarheen moeten alle natiën stromen” (Jes. 2:2-4). Tot de grote menigte die naar het huis van Jehovah stroomt, behoren de 294.368 die in het afgelopen dienstjaar gedoopt zijn. We heten hen van harte welkom in onze gelederen. Mag onze christelijke liefde ons ertoe bewegen hen te blijven helpen bij het afweren van de aanvallen van onze vijand Satan de Duivel (1 Petr. 5:8, 9).

Het nooit eerder bereikte aanwezigenaantal van 18.706.895 op de Gedachtenisviering op dinsdag 30 maart 2010 laat zien dat het heel goed mogelijk is dat nog miljoenen meer zich bij ons zullen aansluiten in het aanbidden van Jehovah. Wat kunnen we gelukkig zijn dat Jehovah nog geen eind heeft gemaakt aan dit goddeloze samenstel! Intussen helpt onze liefde ons te volharden (2 Thess. 3:5).

De „Blijf dicht bij Jehovah”-districtscongressen, waarvan het merendeel in 2010 werd gehouden, hebben onze band met onze hemelse Vader, Jehovah, versterkt. Hoe waar zijn de woorden van de psalmist: „Gelukkig het volk dat Jehovah tot God heeft!” (Ps. 144:15) Wat de toekomst ons nog mag brengen, we zijn ervan overtuigd dat als Jehovah aan onze kant staat, we absoluut niets te vrezen hebben (Ps. 23:4). Binnen afzienbare tijd zal Jehovah via zijn Zoon ’de werken van de Duivel verbreken’ (1 Joh. 3:8). Wat zien we uit naar die dag! Maar intussen hebben we volop te doen (1 Kor. 15:58).

Wees ervan verzekerd dat wij jullie „zonder ophouden” in onze gebeden gedenken (Rom. 1:9). Mogen jullie je „bewaren in Gods liefde, in afwachting van de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus, met eeuwig leven in het vooruitzicht” (Jud. 21).

Wij houden van jullie allemaal!

Jullie broeders,

Het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen