Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoogtepunten van het afgelopen jaar

Hoogtepunten van het afgelopen jaar

Hoogtepunten van het afgelopen jaar

HET is opwindend te zien wat Jehovah wereldwijd via zijn volk tot stand brengt. Dit Jaarboek brengt verslag uit over ontwikkelingen in het gebarentaalveld en legt uit hoe onze Schrijversafdeling nazoekwerk doet. Lees over onze internationale congressen en ontdek interessante details over onze nieuwe liederenbundel. Stel je op de hoogte van juridische ontwikkelingen wereldwijd, nieuws uit Haïti en recente bijkantoorinwijdingen. We vertrouwen erop dat jullie ervan zullen genieten en erdoor aangemoedigd zullen worden.

’GOD WIL DAT DE DOVEN HEM KENNEN’

Sta eens stil bij wat er gebeurt in het gebarentaalveld. Salvatore in de Verenigde Staten is een dove man wiens vrouw een van Jehovah’s Getuigen is. Hoewel hij jarenlang in aanraking kwam met de Bijbelse waarheid, maakte hij geen geestelijke vorderingen. Zijn vrouw stelde voor dat hij een jaar lang dagelijks in de Bijbel zou lezen. Maar na zonder succes geworsteld te hebben met voor hem onbegrijpelijke leesstof, was hij ontmoedigd. „Ik zal Jehovah nooit leren liefhebben”, verzuchtte hij.

Salvatores leven begon echter te veranderen toen hem werd verteld dat een deel van de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift op dvd beschikbaar was in Amerikaanse Gebarentaal. Na zich in Gods Woord in gebarentaal verdiept te hebben, was zijn conclusie: „God wil dat ik hem ken.” Salvatore bestudeerde de Bijbel en dient Jehovah nu gelukkig als een gedoopte Getuige.

Net als Salvatore hebben andere doven overal ter wereld Jehovah’s warme liefde en betrokkenheid ervaren door middel van Bijbels en andere publicaties in gebarentaal die beschikbaar zijn op dvd of van internet gedownload kunnen worden. Er zijn al publicaties beschikbaar in 46 gebarentalen, terwijl er nog publicaties op komst zijn in 13 andere. De Wachttoren is er in 9 van die talen en gedeelten van de Nieuwe-Wereldvertaling zijn vrijgegeven in Amerikaanse, Braziliaanse, Colombiaanse, Italiaanse, Mexicaanse en Russische Gebarentaal.

Het is altijd erg ontroerend te zien hoe publicaties in gebarentaal het hart van nieuwelingen raken. „Ik ben in 1981 met studeren begonnen, aan de hand van gedrukte Japanse publicaties”, vertelt Natsue, een dove vrouw in Japan. „Toen ik de betekenis niet kon vatten en mijn familie tegen mijn studie begon te protesteren, ben ik ermee gestopt.

In april 2007 liet een verkondiger me de brochure U kunt Gods vriend zijn! zien in Japanse Gebarentaal op dvd. Dat was 26 jaar na mijn eerste Bijbelstudie. Ik hervatte mijn studie onmiddellijk en voelde dat mijn geestelijke behoeften werden bevredigd. Ik werd in november 2008 gedoopt.”

Er zijn nu wereldwijd meer dan 16.000 dove verkondigers. Met hun handen en gezichtsuitdrukkingen loven ze Jehovah in gebarentaal. De steun die ze ontvangen uit de dertig boeken, brochures, video’s en Bijbeldrama’s die in diverse gebarentalen zijn vertaald, verzekert hen van Jehovah’s liefde en waardering voor hun loyale dienst.

De 54 bijkantoren waar publicaties in gebarentalen worden overgezet, ontvangen veel uitingen van waardering van broeders en zusters en belangstellenden in het veld. Hun brieven vertellen hoe enthousiast de doven zijn nu zij dankzij hun gebarentaal diepere geestelijke waarheden ontdekken. Typerend is wat Emi in Japan over haar dove ouders schrijft:

„Mijn ouders zijn heel wat jaren vóór mij gedoopt, maar het kostte hun veel moeite om gedrukte Japanse publicaties te begrijpen. Als ze het niet begrepen, vroegen ze mij om uitleg. Nu kunnen ze vol vertrouwen over de waarheid spreken. Mijn moeder zei: ’Ik ben de details van de Bijbel pas gaan begrijpen toen er publicaties in gebarentaal kwamen.’ Als gevolg daarvan zijn ze nader tot Jehovah gekomen en onze familieband is beter dan ooit.”

’ALLE DINGEN NAUWKEURIG NAGAAN’

Jezus zei dat de getrouwe slaaf beleidvol zou zijn bij het geven van ’voedsel te rechter tijd’ aan de huisknechten. Hij bedoelde daarmee dat er gewetensvol, voorzichtig en met onderscheidingsvermogen te werk gegaan zou worden bij het verschaffen van dat geestelijke voedsel aan het huisgezin des geloofs (Matth. 24:45-47).

In onze tijd gebruiken Christus’ gezalfde broeders de Schrijversafdeling in Brooklyn om geestelijk voedsel te verschaffen in de vorm van tijdschriften, brochures, boeken en ander gedrukt en elektronisch materiaal. Dat geestelijke voedsel moet net als letterlijk voedsel goed bereid worden. Zelfs Bijbelschrijvers, die toch door heilige geest geleid werden, zorgden ervoor dat ze informatie optekenden die na grondig onderzoek nauwkeurig was gebleken. Lukas bijvoorbeeld sprak met veel ooggetuigen en ’ging alle dingen van meet af nauwkeurig na’ (Luk. 1:1-4).

De Schrijversafdeling volgt dat patroon; ook zij ’gaan alle dingen nauwkeurig na’. Maar waar is betrouwbare informatie te vinden? Hoewel internet een makkelijk en snel toegankelijke bron van grote hoeveelheden informatie vormt, verlaten onze onderzoekers zich niet op blogs of slecht gedocumenteerde entry’s die door anonieme of niet-gekwalificeerde personen zijn geschreven. Wikipedia, een online-encyclopedie, waarschuwt bijvoorbeeld dat sommige artikelen op de eigen site „een aanzienlijke mate van onjuistheid, niet-encyclopedische inhoud of vandalisme bevatten”, een gegeven waarvan ’gebruikers zich bewust moeten zijn’. De Schrijversafdeling baseert zich dan ook op algemeen aanvaarde naslagwerken, door erkende deskundigen geschreven artikelen en door gerenommeerde uitgevers geproduceerde boeken.

De Schrijversafdeling beschikt zelf over een uitgebreide bibliotheek met duizenden boeken. Daarnaast maken onze broeders gebruik van openbare en universiteitsbibliotheken in de omgeving. Deze instellingen kunnen ook speciale publicaties uit andere bibliotheken voor ons aanvragen. Een van de grote universiteitsbibliotheken die onze broeders gebruiken, telt zo’n 5 miljoen boeken, 58.000 tijdschriften, 5,4 miljoen microfiches en duizenden elektronische databases. De Schrijversafdeling houdt ook een groot archief bij van knipsels, ervaringen en historische informatie dat voortdurend geactualiseerd wordt met materiaal uit plaatselijke bronnen maar ook vanuit onze bijkantoren overal ter wereld.

Natuurlijk is het waar wat in Prediker 12:12 staat: „Aan het maken van veel boeken komt geen eind.” Zelfs gezaghebbende bronnen kunnen onjuiste informatie bevatten. Dus hoe checken we op kwaliteit, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid?

Neem bijvoorbeeld de uitspraak in de brochure Is het leven geschapen? over spinzijde als een van de sterkste materialen op aarde: „Als van dit spinsel een web gemaakt zou worden van een centimeter dik met tussenruimtes van vier centimeter, en dit vergroot zou worden tot het formaat van een voetbalveld, zou daarmee een vliegende jumbojet kunnen worden tegengehouden!” Hoewel de bron voor die uitspraak een gerenommeerd wetenschappelijk blad was, was het niet de oorspronkelijke bron, en de oorspronkelijke bron was voor tweeërlei uitleg vatbaar. Daarom deed zich de noodzaak voor contact te zoeken met de wetenschappelijk onderzoeker die de oorspronkelijke uitspraak had gedaan en te checken hoe hij tot die conclusie was gekomen. Onze broeders moesten ook de formule en de informatie vinden die nodig waren om zelf te berekenen welke impact een jumbojet zou kunnen hebben op een spinnenweb ter grootte van een voetbalveld. Vele uren nazoekwerk en uiterst zorgvuldige berekeningen bevestigden uiteindelijk de nauwkeurigheid van dat verbazingwekkende brokje informatie.

Soms komt het echter voor dat zelfs een schijnbaar betrouwbare bron bepaalde details niet voldoende kan onderbouwen. Zo zou Gandhi in zijn ashram (religieuze plaats van retraite) tegen Lord Irwin gezegd hebben: ’Wanneer uw land en mijn land het op basis van de leringen die Christus in deze Bergrede heeft vastgelegd eens worden, zullen we niet alleen de problemen van onze landen hebben opgelost, maar die van de hele wereld.’ Uit een grondig onderzoek van deze uitspraak is echter gebleken dat er geen bewijzen zijn voor een bezoek van Lord Irwin aan Gandhi in zijn ashram, wat onbeantwoorde vragen oproept over waar, wanneer en óf Gandhi deze uitspraak heeft gedaan. Daarom gebruiken onze publicaties dat bepaalde citaat niet meer.

Of misschien heb je gelezen over het voorval met Newtons model van het zonnestelsel. Naar verluidt vroeg een atheïst die hem bezocht: „Wie heeft dat gemaakt?” Op Newtons „Niemand!” antwoordde de atheïst: „Je denkt toch niet dat ik gek ben!” Daarop zou Newton tegen de atheïst gezegd hebben dat zijn povere imitatie van het veel grootsere zonnestelsel al bewees dat het een ontwerper of maker moet hebben. Hoe aantrekkelijk dit verhaal ook mag zijn, noch historische bronnen noch wetenschappers en biografen die zich met Newton hebben beziggehouden, kunnen bewijzen aanvoeren dat dit gesprek echt heeft plaatsgevonden. Interessant is dat de vroegste vermeldingen van dit voorval in het begin van de negentiende eeuw opdoken, maar dan niet met Newtons naam maar met die van de Duitse geleerde Athanasius Kircher. Om die reden gebruikt onze Schrijversafdeling dit verhaal niet meer in onze publicaties.

Soms vergen ook veel minder belangrijke details aanvullend onderzoek ter bevestiging van hun nauwkeurigheid. Zo vertelt een broeder misschien in zijn levensverhaal dat hij in 1915 geboren is in Tsjechoslowakije. Maar Tsjechoslowakije is pas in 1918 ontstaan. Dus waar is hij geboren? Voor het oplossen van het probleem kan het nodig zijn oude kaarten of historische bestanden te raadplegen.

Ook zou een broeder in zijn ervaring kunnen vermelden dat hij op een bepaalde datum gedoopt is in San Francisco. Bij nader onderzoek zou kunnen blijken dat er op die datum geen congres of andere grote vergadering in die stad is gehouden. Hoe valt zo’n tegenstrijdigheid op te lossen? Persoonlijke herinneringen kunnen soms wat minder nauwkeurig zijn. Hoewel de broeder zich waarschijnlijk niet zal vergissen in de plaats waar hij gedoopt is, herinnert hij zich misschien niet precies de datum waarop dit is gebeurd. Meestal lukt het wel details te verifiëren door meerdere informatiebronnen te benutten.

Om kort te gaan, de Schrijversafdeling wil beslist alleen materiaal gebruiken dat nauwkeurig en waarheidsgetrouw is, zelfs als het om schijnbaar onbetekenende details gaat. Als gevolg daarvan kan „de getrouwe en beleidvolle slaaf” geestelijk voedsel blijven verschaffen waarvan de kwaliteit „de God der waarheid”, Jehovah, tot eer strekt (Ps. 31:5).

GEHOLPEN OM WAAKZAAM TE BLIJVEN

Miljoenen Getuigen van Jehovah overal ter wereld waardeerden het praktische en actuele programma dat in 2009 gepresenteerd werd op de vele „Blijf waakzaam!”-districtscongressen. Tot de aanwezigen behoorden de ruim 200.000 afgevaardigden uit 136 landen die waren uitgenodigd om een van de 37 internationale congressen bij te wonen. Die congressen werden gehouden in Chili, Duitsland, Frankrijk, Ghana, Italië, Ivoorkust, Kenia, Korea, Mexico, Myanmar, Oostenrijk, Peru, Polen, Trinidad en Tobago, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Het totale bezoekersaantal op de internationale congressen bedroeg 1.495.045 en er werden 15.730 personen gedoopt.

Wat is het doel van internationale congressen, die om de paar jaar worden gehouden? Het Besturende Lichaam kiest voor die bijeenkomsten strategisch gelegen steden uit, soms in landen waar Jehovah’s Getuigen vroeger verboden waren. Zulke congressen dienen om de broeders en zusters te sterken en de prediking van het goede nieuws in die landen een impuls te geven.

Die congressen bieden onze broeders en zusters ook een unieke gelegenheid om persoonlijk de speciale „band van eenheid” te ervaren die er in onze internationale broederschap bestaat (Kol. 3:14). Wat is het een genoegen te zien hoe de liefde, vrede en eenheid op zulke congressen de nationale, culturele en taalbarrières slechten! De verschillende etnische groepen geven blijk van echte liefde als ze in de pauzes omgang met elkaar zoeken, samen eten, eenvoudige cadeautjes en contactgegevens uitwisselen, veel foto’s maken en elkaar vol broederlijke genegenheid omhelzen. Veel van de afgevaardigden en plaatselijke Getuigen dragen hun traditionele kledij.

Een bijzonder facet van internationale congressen is het onderdeel „Verslagen uit andere landen”, dat ook nu op alle vier de dagen gepresenteerd werd. Een reizend opziener uit Italië merkte op dat de verslagen alle aanwezigen hielpen „zich deel te voelen van een ware internationale broederschap die één doel nastreeft: het Koninkrijk te prediken.” Wat was het hartverwarmend naar de aanmoedigende ervaringen te luisteren van zendelingen en andere volletijddienaren die hun eigen land bezochten vanuit hun toewijzing in het buitenland. Hun goede voorbeeld is steeds weer een bron van grote aanmoediging voor zowel jong als oud!

En wat was het fijn leden van het Besturende Lichaam op de internationale congressen te hebben om actueel geestelijk onderricht en liefdevolle aanmoediging te geven! De lezingen die de leden van het Besturende Lichaam hielden en de „Verslagen uit andere landen” werden ten behoeve van alle taalgroepen die naar het programma luisterden simultaan vertaald. Zo hield Stephen Lett van het Besturende Lichaam op het tweede internationale congres in Honolulu (Hawaii) vier lezingen in het Engels, die simultaan werden vertaald in het Chuukees, Iloko, Japans, Mandarijnenchinees, Marshallees en Samoaans.

Bij het plannen van internationale congressen neemt het Besturende Lichaam zaken in overweging als de grootte van de beschikbare congresfaciliteiten, het aantal plaatselijke Getuigen en het aantal bezoekers uit andere landen, en de mogelijkheden om afgevaardigden onderdak te bieden. Daarna is het aan de verantwoordelijke broeders in elke congresstad om toestemming te krijgen van de plaatselijke autoriteiten en contracten af te sluiten met de managers van de congreslocaties.

Omdat er voor deze congressen vaak gebruik wordt gemaakt van grote sportstadions, vergt het heel wat organisatie en werk om ze tot waardige plaatsen voor de aanbidding van Jehovah te maken. In Peru bijvoorbeeld konden vanwege een voetbalwedstrijd de broeders pas de avond voor het congres in het stadion terecht om het schoon te maken en alles in te richten. Er was om drieduizend vrijwilligers gevraagd, maar om 18.00 uur arriveerden er ruim zevenduizend broeders en zusters, die de hele nacht doorwerkten om alles klaar te krijgen.

Aan het eind van het internationale congres in Long Beach (Californië) merkten drie medewerkers van de afdeling onderhoud van het stadion op: „We hebben hier heel wat religies zien komen, maar niemand kan wat jullie kunnen. Dit is gewoonweg verbazingwekkend.” Een van de mannen gaf toe dat als Jehovah’s Getuigen bij hem aan de deur kwamen, hij altijd bij zichzelf zei: „Je kan blijven kloppen — ik doe niet open.” Maar nu zei hij dat als er weer broeders bij hem aan de deur kwamen, hij open zou doen en zou luisteren. Een van de mannen liet zelfs weten: „Ik heb nog nooit tot een religie behoord, maar dit is de religie waar ik bij wil horen.”

Wat een schitterend getuigenis werd er in alle congressteden tot eer van Jehovah gegeven! En wat zijn we Jehovah dankbaar voor die geloofversterkende congressen die ons helpen waakzaam te blijven! — Matth. 24:42.

LOFLIEDEREN VOOR JEHOVAH

Het zingen van lofliederen voor Jehovah is een vast onderdeel van onze aanbidding. Op de congressen van 2009 waren Gods aanbidders dan ook heel enthousiast toen hun werd verteld dat er een nieuwe liederenbundel zou komen: Zing voor Jehovah. Maar waarom was er een nieuwe liederenbundel nodig?

Van tijd tot tijd zijn onze liederenbundels herzien om ze in overeenstemming te brengen met toegenomen geestelijk licht (Spr. 4:18). Het voorbereiden van een nieuwe liederenbundel biedt ook verder nog mogelijkheden voor veranderingen in de tekst. Er is gekozen voor woorden die het makkelijker maken om tijdens het zingen de betekenis van het lied tot ons door te laten dringen en die bovendien makkelijker te onthouden zijn. Wat ook bijdraagt tot het onthouden, is dat veel van de liederen ingekort zijn. Waar mogelijk is een refrein toegevoegd om op een zinvolle manier sleutelgedachten te herhalen. Bovendien is er moeite gedaan om elke lettergreep aan één noot te koppelen.

Bij een zorgvuldige analyse van onze vorige liederenbundel, Zing lofzangen voor Jehovah, bleek het nodig sommige van de melodieën te veranderen om ze makkelijker te kunnen zingen. De toonhoogte van enkele liederen is daarom verlaagd zodat de hogere noten makkelijker te zingen zijn. Ook werden niet alle liederen precies zo gezongen als ze in de bundel stonden. Daarom is in sommige gevallen de melodie zelf veranderd zodat ze overeenkomt met de natuurlijker manier waarop de liederen wereldwijd gezongen werden.

Ook aan details zoals hoe de muziek op de pagina gedrukt staat, werd veel aandacht besteed. Langere liederen zijn over twee pagina’s verdeeld, waardoor er voor talen met langere lettergrepen meer ruimte beschikbaar is, maar de liederen zijn zo geordend dat het niet nodig is tijdens een lied de bladzijde om te slaan. Er zijn geen liederen met meer dan drie coupletten.

Hoe is dat enorme werk tot stand gebracht? In augustus 2007 werd een team van ervaren componisten en tekstdichters uitgenodigd om het Besturende Lichaam bij het project te assisteren. Alle liederen in de vorige liederenbundel werden zorgvuldig bekeken op leerstellige inhoud, woordklemtoon en melodie. Het was duidelijk dat sommige van de oude melodieën mooi waren maar dat er een nieuwe tekst moest komen. Voor liederen waarbij de tekst weinig verandering behoefde, was het soms nodig de melodie ingrijpend te veranderen. Vervolgens keurde het Onderwijscomité van het Besturende Lichaam een lijst goed van thema’s die in liederen voor de gemeentevergaderingen, congressen en andere grote vergaderingen en inwijdingsprogramma’s voor moesten komen.

Daarnaast namen de componisten de tijd om de stijl van de muziek die onze broeders en zusters op onze vergaderingen gebruiken opnieuw te bekijken. Om eerbiedige maar aantrekkelijke liederen te componeren, vermeden ze muziek die klonk als de gezangen in de kerken van de christenheid. Tegelijkertijd wilden ze niet dat de lofliederen voor Jehovah iets weg kregen van de genres die in veel charismatische kerken populair zijn geworden.

Het hele project lang was het Besturende Lichaam nauw bij het werk aan elk lied betrokken, zowel qua melodie als qua tekst. Telkens werden groepjes nieuwe liederen die het Besturende Lichaam niet kende, gezongen en opgenomen om door het Besturende Lichaam beluisterd en beoordeeld te worden. Zodra die liederen goedgekeurd waren, werden ze voor de vertaling van de tekst naar vertalende bijkantoren gezonden zodat liederenbundels in andere talen tegelijk met de Engelse liederenbundel beschikbaar konden komen.

Daarnaast trof het Besturende Lichaam in 2007 regelingen voor kooropnamen die de gemeenten zouden helpen de liederen te leren. Al jaren komt een orkest bestaande uit vrijwilligers uit veertien landen ongeveer tweemaal per jaar in Patterson bijeen om muziek op te nemen voor onderwijsprogramma’s van Jehovah’s Getuigen, waaronder drama’s en videoproducties, en voor de muzikale begeleiding voor congressen en andere grote vergaderingen. Die toegewijde broeders en zusters, van wie velen in de volletijddienst staan, gebruiken hun tijd en middelen om naar Patterson te reizen en daar muziek op te nemen voor de internationale broederschap. Allen zijn geschoolde musici. De orkestopnamen worden vervolgens ter beschikking gesteld van bijkantoren overal ter wereld als achtergrondmuziek voor hun congressen en voor de productie van vocale versies in tientallen plaatselijke talen. Veel van de op de bijkantoren gemaakte kooropnamen zijn nu te downloaden van onze website www.pr418.com.

Hoe is er op de nieuwe liederenbundel, Zing voor Jehovah, gereageerd? Deze brief van een zuster is typerend voor honderden ontvangen bedankbrieven: „Sta me toe deze brief te beginnen met een uiting van dank voor de prachtige nieuwe liederen in onze nieuwe liederenbundel. Ze zijn ontroerend, geloofversterkend en vertroostend: een schitterend geschenk van Jehovah.”

Het is onze wens dat de liederenbundel Zing voor Jehovah een bron van troost en aanmoediging zal zijn voor onze wereldwijde broederschap. Of we nu alleen zijn of bijeen met onze medeaanbidders, laten we hem gebruiken om uiting te geven aan onze liefde voor onze hemelse Vader, Jehovah!

’VOOR BESTUURDERS EN KONINGEN GESLEEPT, TOT EEN GETUIGENIS’

Jezus zei tegen zijn discipelen dat ze voor „plaatselijke rechtbanken” en „bestuurders en koningen” gebracht zouden worden. Maar dat zou „hun en de natiën tot een getuigenis” dienen (Matth. 10:17, 18). Dat wat Jezus voorzei, is nu precies wat Jehovah’s Getuigen het afgelopen jaar hebben meegemaakt. En zoals hun Meester zei, heeft die behandeling hun prachtige gelegenheden geboden om getuigenis te geven.

Armenië

Vahan Bayatyan, een van Jehovah’s Getuigen, werd tot tweeënhalf jaar gevangenisstraf veroordeeld omdat hij gewetensbezwaren tegen militaire dienst had. Nadat hij zijn zaak, ook in hoger beroep, voor de Armeense rechter had verloren, wendde hij zich in 2003 tot het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Uiteindelijk besliste het EHRM op 27 oktober 2009, conform zijn jurisprudentie van ruim vijftig jaar, ten gunste van Armenië. Een van de rechters had echter een afwijkende mening en vond deze uitspraak „onverenigbaar met de huidige Europese normen inzake principiële dienstweigering”.

Met het oog op het belang van deze kwestie stemde het Europese Hof ermee in de zaak aan de Grote Kamer voor te leggen. De hoorzitting werd gepland voor 24 november 2010 in Straatsburg. De uitspraak van de Grote Kamer was nog niet bekend toen dit verslag ter perse ging.

Azerbeidzjan

Jehovah’s Getuigen ondervinden nog steeds problemen bij het importeren van religieuze lectuur. De overheid staat de invoer van sommige religieuze lectuur toe maar weigert de invoer van andere publicaties omdat naar men meent ’de inhoud de exclusiviteit van het geloof van Jehovah’s Getuigen promoot en de gevoelens van andere christelijke godsdiensten kwetst’. Als gevolg daarvan zijn er invallen gedaan in de woningen van sommige broeders en zusters en is hun persoonlijke Bijbelse lectuur in beslag genomen.

Op 25 april 2010 kwamen zo’n 250 Getuigen van Jehovah in vijf grote bussen en een minibusje terug van een grote vergadering in Georgië. Bij de grenscontrole werd hun persoonlijke Bijbelse lectuur, waaronder 33 bijbels, door de politie in beslag genomen. Veel van de Getuigen, zelfs de zwakken en bejaarden, werden wel acht uur aan de grens opgehouden voordat ze hun reis mochten voortzetten. Om dergelijke incidenten te voorkomen en ervoor te zorgen dat de broeders en zusters in Azerbeidzjan hun geestelijk voedsel blijven ontvangen, is deze zaak nu bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens aanhangig gemaakt.

Wit-Rusland

Op 6 november 2009 kreeg Dmitri Smyk, die een van Jehovah’s Getuigen is, een boete van 3.500.000 roebel (ongeveer 800 euro) opgelegd omdat hij militaire dienst weigerde. „Ik probeer in elk aspect van mijn leven trouw te zijn aan de Bijbel”, verklaarde broeder Smyk, „en ik houd me aan de leringen die erin staan. Voor mij betekent dat onder meer dat iemand zich niet mag laten opleiden voor oorlogvoering of eraan deel mag nemen” (Jes. 2:1-4).

Hoewel de grondwet van Wit-Rusland het recht waarborgt om te kiezen voor vervangende burgerdienst, wordt daar in de wet in feite niet in voorzien. „Op papier zou ik recht hebben op vervangende burgerdienst,” vertelde broeder Smyk, „maar de realiteit is dat ik er geen gebruik van kan maken.”

Om in die leemte in de wetgeving te voorzien, stelde de president van Wit-Rusland op 18 februari 2010 een commissie samen om tot een wetsvoorstel op de vervangende dienst te komen. Kort daarna sprak de rechtbank broeder Smyk vrij en werd de zware boete ingetrokken. Omdat andere jonge Getuigen in Wit-Rusland met dezelfde kwestie geconfronteerd worden en ze de oorlog niet willen leren, hoopt men dat de regering op korte termijn voorzieningen voor vervangende burgerdienst zal treffen.

België

Tot 1993 was het Bethelhuis in Brussel vrijgesteld van onroerendezaakbelasting, zoals alle religieuze gebouwen in België. Maar in 1993 veranderde de belastingdienst van standpunt en werd volledige vrijstelling geweigerd. Daarvoor werd aangevoerd dat Bethel niet uitsluitend voor religieuze doeleinden gebruikt zou worden, dat streven naar winst een van de doelstellingen zou zijn en dat Bethelieten niet al hun tijd aan religieuze activiteiten besteden. Uiteindelijk kwam de zaak in 2008 voor het gerecht, maar de belastingdienst werd in het gelijk gesteld. Er werd hoger beroep aangetekend en op 4 mei 2010 werd de uitspraak van de lagere rechter vernietigd. In hun schriftelijke uitspraak oordeelden de drie rechters: „Het leven op Bethel, voor de Getuigen die er wonen, gaat samen met een innige religieuze overtuiging die een totaal opgaan in Gods dienst vergt. (...) Al deze bedienaren zijn leden van de Wereldwijde Orde van Speciale Volletijddienaren, en ze wonen, bidden, zingen en bestuderen de Bijbel samen. Ze zijn ook aanwezig bij de plaatselijke georganiseerde ochtendaanbidding.”

Eritrea

Jehovah’s Getuigen in Eritrea hebben het bij hun inspanningen om God trouw te dienen nog steeds heel moeilijk. Momenteel zitten er 58 Getuigen in de gevangenis, onder wie vrouwen en jonge kinderen. Wegens onderdrukkende overheidsrestricties en de voortdurende dreiging van arrestatie is het moeilijk aan informatie over de gevangenen te komen. Jarenlang hebben Jehovah’s Getuigen via diplomatieke kanalen geprobeerd het lijden van hun Eritrese medeaanbidders te verlichten. Getuigen hebben zich gewend tot functionarissen bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, de Europese Unie en diverse ambassades. Ze hebben ook ontmoetingen gehad met talrijke functionarissen in de Hoorn van Afrika, onder wie vertegenwoordigers van de Afrikaanse Unie. Onlangs hebben Jehovah’s Getuigen aan achttien Eritrese ambassades overal ter wereld een brief overgelegd en een lijst van gevangenen die niet de dienstplichtige leeftijd hebben. De brief bevatte een verzoek aan president Afewerki om alle gevangenen vrij te laten die niet de dienstplichtige leeftijd hebben, onder wie kinderen en bejaarden. Maar tot dusver heeft de regering daar niet op gereageerd.

Griekenland

Op 15 januari 2010 bepaalde het hoogste Griekse rechtscollege, de Raad van State, dat Evangelos Delis, een van Jehovah’s Getuigen, het recht had om bezwaar aan te tekenen tegen het dienen als reservist in het leger. Broeder Delis had in het leger gediend voordat hij een van Jehovah’s Getuigen werd, maar toen hij werd opgeroepen voor een reservistentraining, bewoog zijn door de Bijbel gevormde geweten hem ertoe de training te weigeren. Hoewel de regering zijn verzoek om als gewetensbezwaarde erkend te worden afwees, citeerde de Raad van State artikelen uit het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en verklaarde dat iemand zelfs na zijn militaire dienst het recht heeft om van religie te veranderen en op grond van zijn nieuwe religieuze overtuiging aanspraak te maken op de status van gewetensbezwaarde. Die positieve uitspraak van Griekenlands hoogste rechtscollege zal ongetwijfeld haar vruchten afwerpen voor gewetensbezwaarden in Griekenland en in andere landen, zoals Armenië, Azerbeidzjan, Turkije en Zuid-Korea.

Portugal

Op 25 september 2009 verklaarde het ministerie van Justitie dat de Vereniging van Jehovah’s Getuigen unaniem werd goedgekeurd als een gevestigde religieuze gemeenschap. Jehovah’s Getuigen in Portugal hebben nu de hoogste juridische en religieuze classificatie die mogelijk is, wat voor hen een hulp zal zijn om hun bediening te verrichten. Hun nieuwe wettelijke status zal talrijke voordelen voor Jehovah’s volk hebben. Zo zullen ze bedienaren kunnen hebben die bevoegd zijn om in Koninkrijkszalen huwelijken te voltrekken, en zullen ze ziekenhuizen en gevangenissen kunnen bezoeken om er geestelijke bijstand te verlenen aan personen die daarom vragen.

Porto Rico

In een baanbrekende uitspraak op 27 januari 2010 eerbiedigde het Hooggerechtshof van Porto Rico het recht van een volwassen patiënt om een bepaalde medische behandeling te weigeren. Het hof erkende ook het recht van een patiënt om een van tevoren opgestelde wilsverklaring te gebruiken en een gemachtigde aan te wijzen om bij bewusteloosheid zijn belangen te behartigen. Victor Hernandez, een van Jehovah’s Getuigen, had een wilsverklaring ingevuld voordat hij het ziekenhuis inging. Een rechtbank had eerder geweigerd te honoreren wat broeder Hernandez in zijn medische wilsverklaring had verwoord en door zijn gemachtigde was bevestigd. Door de uitspraak van de lagere rechtbank te vernietigen, erkende het Hooggerechtshof „het fundamentele recht op onschendbaarheid van het menselijk lichaam als een onvervreemdbaar recht”. Die overwinning is niet alleen gunstig voor de meer dan 25.000 Getuigen van Jehovah op Porto Rico maar ook voor alle andere patiënten overal op het eiland.

Rusland

De afgelopen maanden heeft Jehovah’s volk bij hun door de geest geleide activiteit te maken gekregen met de ernstigste bedreigingen sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Op 8 december 2009 bekrachtigde het Russische Hooggerechtshof een uitspraak van een lagere rechtbank in Rostov die geleid had tot de opheffing van de plaatselijke religieuze organisatie in Taganrog en tot beslag op de Koninkrijkszaal. Bovendien waren 34 van onze publicaties als extremistisch van aard bestempeld, waaronder alom gelezen boeken als Wat leert de bijbel echt?, Mijn boek met bijbelverhalen en „Kom, wees mijn volgeling”.

Enkele weken later deed het Hooggerechtshof van de republiek Altaj in het zuiden van Rusland een soortgelijke uitspraak over de plaatselijke religieuze organisatie in de stad Gorno-Altajsk, wat ertoe leidde dat nog eens achttien publicaties als extremistisch werden aangemerkt. Door die uitspraken is het voorlopig onmogelijk geworden de bewuste publicaties in Rusland in te voeren. Daarnaast hebben de uitspraken Christus’ vijanden ertoe gebracht zijn vredelievende volgelingen in verscheidene steden te bedreigen en aan te vallen. Sinds de uitspraak van 8 december hebben er ruim driehonderd invallen, arrestaties, huiszoekingen en andere verstoringen van de aanbidding plaatsgevonden.

Als reactie op die groeiende dreiging heeft het Besturende Lichaam de verspreiding goedgekeurd van twaalf miljoen exemplaren van een speciaal traktaat met als titel „Zou het weer kunnen gebeuren? Een vraag voor de Russische bevolking”. In het traktaat werden duidelijke parallellen getrokken tussen de vervolging die Jehovah’s Getuigen onder het communisme hebben meegemaakt en de problemen die ze nu ondervinden. Tussen 26 en 28 februari 2010 hebben Jehovah’s Getuigen dit traktaat overal in Rusland verspreid. Ondanks ijzige temperaturen van wel min veertig graden hadden veel gemeenten binnen twee dagen al hun traktaten verspreid.

In een tegenaanval trok op 26 april 2010 de Federale Dienst voor het Toezicht op Communicatie, Informatietechnologie en Massacommunicatie (Roskomnadzor) onze vergunning in voor de invoer van alle volgende uitgaven van De Wachttoren en Ontwaakt!

Maar „de hand van Jehovah is niet te kort geworden zodat ze niet redden kan” (Jes. 59:1). Op 10 juni 2010 deed het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) een zeer belangrijke uitspraak tegen Rusland en ten gunste van de Koninkrijksbelangen. De uitspraak in deze zaak, getiteld Jehovah’s Getuigen van Moskou tegen Rusland, hield in dat de ontbinding van de Moskouse gemeenschap van Jehovah’s Getuigen en het verbod op hun activiteiten onrechtmatig was en in strijd met de fundamentele mensenrechten inzake de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. De ontbinding en het verbod zijn in Moskou sinds 26 maart 2004 van kracht en hebben geleid tot steeds meer onaangenaamheden. In deze uitspraak werd onomwonden gezegd dat de Russische overheid „de wettelijke plicht heeft (...) een eind te maken aan de door het Hof geconstateerde schending en de gevolgen ervan zo veel mogelijk goed te maken”.

Voor deze verstrekkende uitspraak werd verwezen naar negen overwinningen voor hoge gerechtshoven die Jehovah’s Getuigen hebben behaald in Canada, Japan, Rusland, Spanje, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika, en naar acht eerdere uitspraken van het EHRM zelf ten gunste van Jehovah’s Getuigen. Daarmee heeft het Hof bevestigd dat het EHRM nog steeds van mening is dat in de eerdere zaken een juiste uitspraak is gedaan. Op basis van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en vroegere jurisprudentie oordeelde het Hof dat de aantijgingen van de Russische overheid tegen Jehovah’s Getuigen op geen enkel punt gegrond waren.

„Verzoekster, de gemeenschap van Jehovah’s Getuigen,” aldus het Hof, „bestond en functioneerde al meer dan twaalf jaar legaal in Moskou, van 1992 tot 2004. Die hele periode van haar wettig bestaan waren verzoekster, haar ouderlingen en individuele leden nooit verantwoordelijk bevonden voor enige straf- of bestuursrechtelijke dan wel civiele overtreding.” Bijgevolg oordeelde het Hof dat de rechten van Jehovah’s Getuigen waren geschonden en dat, zoals het verder overwoog, „gedaagde, de Staat, wettelijk verplicht is (...) tot maatregelen te komen die in hun binnenlandse rechtsorde opgenomen moeten worden om een eind te maken aan de door het Hof geconstateerde schending”.

Op 9 september 2010 verzocht de Russische regering om het geschil aan de Grote Kamer van het Hof voor te leggen, ongetwijfeld als een vertragingstactiek om nog niet aan de uitspraak te hoeven voldoen. Of Jehovah’s wil een herbeoordeling door de Grote Kamer nu al dan niet toelaat, we kunnen er zeker van zijn dat er een verder groots getuigenis gegeven zal worden.

Servië

Na een juridisch gevecht dat bijna vier jaar heeft geduurd, heeft het Servische ministerie van Religieuze Zaken uiteindelijk „Jehovah’s Getuigen — Christelijke Religieuze Gemeenschap” opgenomen in het register van kerken en religieuze gemeenschappen in Servië. Tot dan toe had het ministerie drie aanvragen voor registratie afgewezen, hoewel er sinds de jaren twintig van de vorige eeuw groepen Internationale Bijbelonderzoekers, zoals Jehovah’s Getuigen eens werden genoemd, aanwezig waren in het gebied. Maar nadat het Servische Hooggerechtshof ons tweemaal in het gelijk had gesteld, stemde het ministerie van Religieuze Zaken toe in registratie.

In het verleden probeerden tegenstanders — met de hulp van de media — Jehovah’s Getuigen vaak af te schilderen als een gevaarlijke sekte. De registratie als wettige religieuze gemeenschap zal oprechte mensen in Servië ongetwijfeld helpen in te zien dat Jehovah’s Getuigen eerzame staatsburgers zijn die de wet respecteren en geen enkele bedreiging vormen voor de samenleving of voor afzonderlijke personen. Als een eerste positief resultaat van deze registratie kunnen Bijbelse lectuur en andere items die in verband met de vergaderingen en de prediking worden gebruikt, nu ingevoerd worden zonder dat er invoerrechten of belastingen betaald moeten worden.

Slovenië

Op 27 november 2009 werd „Jehovah’s Getuigen — Christelijke Religieuze Gemeenschap” opgenomen in het register van kerken en andere religieuze gemeenschappen dat wordt bijgehouden door de regering van de republiek Slovenië. De directeur van het officiële Bureau voor Religieuze Gemeenschappen liet onze vertegenwoordigers weten dat van de veertig religieuze organisaties en groepen in Slovenië „Jehovah’s Getuigen — Christelijke Religieuze Gemeenschap” de achtste was die zich opnieuw had kunnen laten inschrijven krachtens de nieuwe Wet op de vrijheid van godsdienst. Door deze registratie zullen volletijddienaren gebruik kunnen maken van bepaalde voordelen die de regering biedt aan allen die zich fulltime met religieuze activiteiten bezighouden.

Turkije

Jehovah’s Getuigen in Mersin gebruikten hun Koninkrijkszaal al zo’n twintig jaar toen die in augustus 2003 door de overheid verzegeld werd op grond van een overtreding van een bestemmingsplan. Ondanks de inspanningen van de broeders de kwestie op te lossen door de zaak bij de rechtbank aanhangig te maken, stelde de hoogste rechter van Turkije op 30 december 2009 het bureau van de gouverneur van Mersin in het gelijk. De zaak is voorgelegd aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

BROEDERLIJKE LIEFDE IN ACTIE OP HAÏTI

Op 12 januari 2010 werden de hoofdstad van Haïti, Port-au-Prince, en de omgeving door een krachtige aardbeving verwoest. Honderdduizenden mensen kwamen om en velen meer werden dakloos. Enkele duizenden Getuigen van Jehovah verloren hun huis en 154 van hen kwamen om. Vele anderen raakten ernstig gewond of ontkwamen ternauwernood.

Acloque was thuis toen de aardbeving toesloeg. Muren zakten in en de blokken steen vielen omlaag, waardoor hij tussen de vloer en het ingestorte plafond bekneld raakte. Maar hij was niet ernstig gewond en begon in het donker met zijn handen om zich heen te tasten. „Ik voelde de zijkant van een wateremmer”, vertelt Acloque. „Daar kon ik geen beweging in krijgen, maar ik kon wel mijn vingers in het water dopen en een paar druppels naar mijn lippen brengen. Ik vond ook een losse steen om mee te kloppen, in de hoop de aandacht op mijn benarde situatie te vestigen.” Hij begon om hulp te bidden, bleef met de steen kloppen, en wachtte.

„Ik had geen horloge en geen idee hoe laat het was”, vertelt Acloque. „Eerst huilde ik en smeekte ik Jehovah me te redden. Maar naarmate de tijd verstreek, veranderden mijn gebeden. ’Ik weet dat u me een opstanding zult geven’, bad ik. ’Maar ik ben een jonge man! Als ik niet sterf, kan ik u blijven dienen.’”

Langzaam voelde Acloque zijn leven wegebben en ten slotte had hij zelfs de kracht niet meer om met de steen te kloppen. Toen verloor hij het bewustzijn.

Toen Acloque weer bijkwam, waren reddingswerkers, Getuigen, zich een weg naar hem aan het banen. „Plotseling viel het beton van mijn been af”, vertelt hij. „Ik realiseerde me dat de volgende klap op mijn knie neer zou komen, dus stak ik in het donker mijn arm door de opening en pakte de arm van de reddingswerker beet.” Kort daarna was Acloque vrij. Hij had vier dagen onder het puin gelegen.

HULPVERLENING KOMT DIRECT OP GANG

Nog geen 24 uur na de aardbeving arriveerde de eerste arts die Getuige was, een broeder van het bijkantoor in de Dominicaanse Republiek. Hij werd gevolgd door nog veel meer Getuigen, een gestage stroom medische en andere hulpverleners en hulpgoederen. Op het terrein van het bijkantoor werd snel een veldhospitaal opgezet, waar ruim duizend Getuigen en niet-Getuigen behandeld werden.

Tot de patiënten behoorden twee jonge vrouwen die allebei hun rechterarm moesten missen. „Zoals alle andere ongehuwde patiënten die ledematen verloren hadden,” vertelt Mylène, een van de vrijwilligers, „maakten ze zich zorgen dat ze nooit zouden trouwen of een gezin zouden hebben.” Mylène nam daarom contact op met een zuster in Frankrijk die ze kende en die als kind een arm had verloren bij een auto-ongeluk; ze vroeg haar de twee vrouwen aan te moedigen. De zuster in Frankrijk mailde foto’s van zichzelf met haar man en twee prachtige kinderen. Het zien daarvan was een grote troost voor de twee jonge patiëntes, die zich nu goed aan hun nieuwe situatie aanpassen.

Naast voedsel, kleding en medicijnen hadden de overlevenden dringend behoefte aan huisvesting. Getuigenvrijwilligers uit Haïti en het buitenland ontwierpen en bouwden ruim 1700 tijdelijke onderkomens om broeders en zusters van wie de huizen verwoest waren, beschutting tegen de regen en een mate van veiligheid te verschaffen. In juni waren de hulpteams begonnen met het opzetten van tijdelijke Koninkrijkszalen, en in juli verstrekten de autoriteiten de eerste bouwvergunningen voor permanente zalen.

FYSIEKE, EMOTIONELE EN GEESTELIJKE GENEZING

In maart kwam een Getuige die gespecialiseerd is in de behandeling van posttraumatische stressstoornissen bijeen met de ouderlingen van de 115 gemeenten die door de aardbeving getroffen waren. Deze arts deed de ouderlingen praktische suggesties aan de hand voor het geven van geestelijke steun aan de emotioneel getraumatiseerde leden van hun gemeenten. Daarna besteedde hij persoonlijke aandacht aan meer dan honderd afzonderlijke broeders en zusters die een specialistische behandeling nodig hadden.

Kort na de aardbeving reisde David Splane van het Besturende Lichaam naar Haïti om troost en aanmoediging te geven. Broeder Splane, die de Franse taal machtig is, sprak de broeders en zusters toe op een kringvergadering en kwam bijeen met de Bethelfamilie, zendelingen en kringopzieners. Allen hadden diepe waardering voor zijn liefdevolle belangstelling en de zorgzaamheid van het Besturende Lichaam.

Ondanks ogenschijnlijk onoverkomelijke obstakels werd de Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften in het Haïtiaans-creools voltooid, gedrukt en naar het bijkantoor verstuurd. De nieuwe bijbels zouden in juli op het districtscongres uitgereikt worden; ze arriveerden slechts enkele uren voor het betreffende programmaonderdeel. Bij al die snel opeenvolgende gebeurtenissen in 2010, vanaf de eerste hulpverlening tot nu toe, hebben alle betrokkenen op grote en kleine schaal Jehovah’s voortdurende leiding en steun gezien en gevoeld. Steeds weer waren de noodzakelijke goederen, het transport en de vrijwilligers allemaal op het juiste tijdstip aanwezig. Het ging te perfect om louter toeval te zijn. Iemand die al jarenlang zendeling is, verwoordde het zo: „Je moet hier geweest zijn om te beseffen hoe duidelijk Jehovah’s hand werkzaam was.”

BIJKANTOORINWIJDINGEN TOT GODS HEERLIJKHEID

Voor Jehovah’s Getuigen op de Solomoneilanden was 13 februari 2010 een onvergetelijke dag. Stephen Lett, een lid van het Besturende Lichaam, hield de inwijdingslezing in het nieuwe bijkantoorgebouw. Onder de 368 aanwezigen was de eerste plaatselijke Getuige, Clement Fa’abasua. Een maand daarvoor was er open huis geweest voor de buurtbewoners en hadden 273 personen een rondleiding gekregen. Een van de bezoekers, een architect, schreef in de belangrijkste nationale krant: „Over de hele linie verdient het totale gebouw een tien. Het dient de gemeenschap van de Solomoneilanden tot voorbeeld: het laat zien wat hier mogelijk is, ongeacht voor wie het gebouw bedoeld is. We kunnen zeggen dat de ontwerper, de bouwploeg en de huidige beheerders iets schitterends gecreëerd hebben.”

Op zaterdag 3 april 2010 vond er een gedenkwaardig inwijdingsprogramma plaats op het bijkantoor in Estland. De 438 aanwezigen genoten volop van het gebodene, waaronder de inwijdingslezing door Christian Muntean van het Griekse bijkantoor. Van het plaatselijke waterleidingbedrijf was een twee etages tellend gebouw gekocht dat op een terrein staat dat aan het bijkantoor grenst. Het gerenoveerde pand bevat naast een audio- en een videostudio een leslokaal voor scholen, zoals de Bijbelschool voor Ongehuwde Broeders.

Het bijkantoor in het naburige Letland werd op 10 april 2010 ingewijd. Het goede nieuws werd in 1918 voor het eerst gepredikt in Letland, waarna ons werk decennialang hevige tegenstand ondervond. Maar nu floreert de prediking in Letland. Er waren 248 afgevaardigden uit negen landen aanwezig om samen met de plaatselijke broeders en zusters Christian Muntean de inwijdingslezing te horen houden.

Op zaterdag 8 mei 2010 genoten ruim 2200 aanwezigen van de inwijdingslezing die Gerrit Lösch van het Besturende Lichaam hield op het bijkantoor van Paraguay. Er waren een woongebouw met 32 kamers en een nieuw kantorencomplex gebouwd en het bestaande woongebouw was gerenoveerd. Bovendien was er een onderaardse watertank met een inhoud van 40.000 liter geconstrueerd. Van meet af aan waren de plaatselijke autoriteiten erg te spreken over de kwaliteit van het werk dat de internationale en plaatselijke vrijwilligers leverden. Een functionaris merkte op dat er veel problemen waren geweest met andere religieuze gebouwen maar dat Jehovah’s Getuigen de reputatie hadden alles correct te doen. Als gevolg daarvan was het nooit moeilijk de benodigde vergunningen voor de bouw van het bijkantoor te krijgen.

Op het bijkantoor in Papoea-Nieuw-Guinea waren op zaterdag 29 mei 2010 bijna vijfhonderd broeders en zusters uit twaalf landen bijeen om te luisteren naar de inwijdingslezing die Winston Payne van het Australische bijkantoor hield. Het bijkantoor is uitgebreid met een gebouw van vier etages met slaapkamers, eetzaal, keuken en wasserij, een dienstengebouw met een Koninkrijkszaal, en een ruim vertaalkantoor. Tot de toehoorders behoorde een groep Getuigen die zes dagen over ruig bergachtig terrein hadden gelopen om de inwijding bij te wonen. Ze waren gekleed in de traditionele Orokaiva-dracht en verwelkomden de andere bezoekers hartelijk met zang en dans. Een zuster die al lang een Getuige is, verwoordde de gevoelens van velen toen ze met tranen in haar ogen zei: „Ik voel me al in het Paradijs!”

’BLIJF VEEL VRUCHT DRAGEN’

Het lijdt geen twijfel dat de eensgezinde inspanningen van Jehovah’s Getuigen God blijven verheerlijken. „Hierin wordt mijn Vader verheerlijkt,” zei Jezus, „dat gij veel vrucht blijft dragen en u mijn discipelen betoont” (Joh. 15:8). Met Jehovah’s zegen en onder zijn liefdevolle leiding zullen ze ernaar streven te ’wandelen op een wijze die Jehovah waardig is, ten einde hem volledig te behagen, terwijl ze in ieder goed werk vrucht blijven dragen en blijven toenemen in de nauwkeurige kennis van God en sterk gemaakt worden met alle kracht naar de mate van zijn glorierijke macht, opdat ze volkomen kunnen volharden en met vreugde lankmoedig kunnen zijn’ (Kol. 1:10, 11).

[Illustratie op blz. 8]

Natsue hervatte haar Bijbelstudie

[Illustraties op blz. 11]

Alles wordt zorgvuldig geverifieerd

[Illustratie op blz. 13]

Korea

[Illustratie op blz. 14]

Mexico

[Illustraties op blz. 14]

Zuid-Afrika

[Illustratie op blz. 15]

Stephen Lett op een van de internationale congressen in Hawaii

[Illustratie op blz. 22]

Dmitri Smyk

[Illustratie op blz. 25]

Evangelos Delis

[Illustratie op blz. 25]

Het door het ministerie van Justitie verstrekte certificaat

[Illustratie op blz. 33]

Kort na de aardbeving kwam er medische hulp van Getuigen

[Illustratie op blz. 33]

Getuigenvrijwilligers uit Haïti en het buitenland ontwierpen en bouwden ruim 1700 tijdelijke onderkomens

[Illustratie op blz. 34]

De „Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften” in het Haïtiaans-creools

[Illustratie op blz. 36]

De uitbreiding van het Estische bijkantoor

[Illustratie op blz. 37]

Het bijkantoor van Paraguay

[Illustraties op blz. 37]

Winston Payne hield de inwijdingslezing voor het bijkantoor van Papoea-Nieuw-Guinea