Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het drukken en verspreiden van Gods eigen heilige Woord

Het drukken en verspreiden van Gods eigen heilige Woord

Hoofdstuk 27

Het drukken en verspreiden van Gods eigen heilige Woord

OP DE gevel van het belangrijkste drukkerijcomplex van hun hoofdbureau hebben Jehovah’s Getuigen al tientallen jaren de tot iedereen gerichte aansporing staan: „Lees Gods Woord de bijbel dagelijks”.

Zelf zijn zij ijverige studenten van Gods Woord. In de loop der jaren hebben zij talloze verschillende bijbelvertalingen gebruikt in hun streven de precieze betekenis van de oorspronkelijke geïnspireerde Geschriften vast te stellen. Iedere Getuige wordt ertoe aangemoedigd een persoonlijk programma van dagelijks bijbellezen te hebben. Behalve dat zij Gods Woord onderwerp voor onderwerp bestuderen, lezen en bespreken zij telkens een gedeelte van de bijbel op hun gemeentevergaderingen. Hun doel is niet teksten te zoeken die hun ideeën ondersteunen. Zij erkennen de bijbel als Gods eigen geïnspireerde Woord. Zij beseffen dat het terechtwijzing en streng onderricht geeft, en zij streven er met ernst naar hun denken en gedrag aan te passen aan wat de bijbel zegt. — 2 Tim. 3:16, 17; vergelijk 1 Thessalonicenzen 2:13.

Omdat zij ervan overtuigd zijn dat de bijbel Gods eigen heilige Woord is en omdat zij het schitterende goede nieuws kennen dat erin staat, zijn Jehovah’s Getuigen ook actief in het uitgeven en verspreiden van de bijbel.

Een genootschap dat bijbels uitgeeft

In 1896 werd de bijbel officieel opgenomen in de naam van de wettelijke corporatie die destijds door de Bijbelonderzoekers voor hun uitgeverswerk werd gebruikt. In dat jaar kwam Zion’s Watch Tower Tract Society wettelijk bekend te staan als Watch Tower Bible and Tract Society. * Het Genootschap ging niet onmiddellijk bijbels drukken en binden, maar het ging ze actief uitgeven, waarbij het specificaties uitwerkte, waardevolle aanvullende informatie verschafte, en vervolgens afspraken met commerciële firma’s maakte om ze te drukken en te binden.

Zelfs al vóór 1896 deed het Genootschap veel werk als verspreider van de bijbel. Niet voor commercieel gewin maar als dienstverlening aan de lezers vestigde het de aandacht op verschillende bijbelvertalingen die beschikbaar waren, kocht ze in grote hoeveelheden in om een lage prijs te kunnen bedingen, en stelde ze dan verkrijgbaar voor een prijs die soms maar 35 procent van de adviesprijs bedroeg. Hiertoe behoorden talloze uitgaven van de King James Version die gemakkelijk mee te nemen en te gebruiken waren, ook de grotere ’Teachers’ Bibles’ (de King James Version met hulpmiddelen zoals een concordantie, kaarten en kantlijnverwijzingen), The Emphatic Diaglott met zijn interlineaire vertaling van het Grieks in het Engels, Leesers vertaling, waarin de Engelse tekst naast de Hebreeuwse stond, Murdocks vertaling uit het oude Syrisch, The Newberry Bible met zijn kanttekeningen waarin de aandacht werd gevestigd op plaatsen waar Gods naam in de oorspronkelijke taal voorkomt, alsook op andere waardevolle details die in de Hebreeuwse en de Griekse tekst naar voren komen, Tischendorfs New Testament met zijn voetnootverwijzingen naar tekstvarianten in drie van de meest volledige oude Griekse bijbelhandschriften (de Sinaiticus, de Vaticanus en de Alexandrinus), de Variorum Bible met zijn voetnoten waarin niet alleen tekstvarianten in oude handschriften vermeld staan maar ook verschillende vertalingen van tekstgedeelten door beroemde geleerden, en Youngs letterlijke vertaling. Het Genootschap stelde ook hulpmiddelen verkrijgbaar zoals Cruden’s Concordance en Youngs Analytical Concordance met zijn nadere verklaring van de oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse woorden. In de daaropvolgende jaren hebben Jehovah’s Getuigen over de hele wereld vaak bij andere bijbelgenootschappen vele duizenden bijbels aangeschaft in alle talen waarin ze maar verkrijgbaar waren, en deze verspreid.

Reeds in 1890, zo blijkt uit beschikbaar bewijsmateriaal, trof het Genootschap regelingen voor een speciale uitgave, op naam van het Genootschap, van de tweede editie van The New Testament Newly Translated and Critically Emphasised, vervaardigd door de Engelse bijbelvertaler Joseph B. Rotherham. Waarom deze vertaling? Omdat het een letterlijke vertaling was, omdat de vertaler ernaar had gestreefd volledig profijt te trekken van onderzoek dat was gedaan om een nauwkeuriger Griekse tekst vast te stellen, en omdat de lezer door aanwijzingen van de vertaler werd geholpen te onderscheiden welke woorden of uitdrukkingen in de Griekse tekst speciale nadruk kregen.

In 1902 trof het Wachttorengenootschap regelingen voor een speciale uitgave van de „Holman Linear Parallel Edition of the Bible”. Deze uitgave had een brede kantlijn waarin verwijzingen gedrukt stonden naar plaatsen in Wachttoren-publikaties waar verschillende verzen werden verklaard, alsook een index met talloze onderwerpen, samen met aanhalingen van schriftplaatsen en nuttige verwijzingen naar publikaties van het Genootschap. Deze bijbel bevatte de woordkeus van twee vertalingen — de weergave van de King James boven die van de Revised Version op plaatsen waar verschil bestond. Hij bevatte ook een uitgebreide concordantie die de gebruiker attent maakte op verschillende betekenissen van woorden in de oorspronkelijke taal.

Datzelfde jaar kwam het Wachttorengenootschap in het bezit van de drukplaten voor The Emphatic Diaglott, die de door J. J. Griesbach vervaardigde Griekse tekst van de christelijke Griekse Geschriften bevat (de uitgave van 1796–1806), samen met een Engelse interlineaire vertaling. Daarnaast stond de weergave van de tekst door de in Engeland geboren Benjamin Wilson, die zich in Geneva (Illinois, VS) had gevestigd. Die platen en de exclusieve rechten waren gekocht en vervolgens aan het Genootschap geschonken. Nadat alle reeds in voorraad zijnde exemplaren waren verzonden, trof het Genootschap regelingen dat er nog meer werden vervaardigd, en die werden in 1903 verkrijgbaar gesteld.

Vier jaar later, in 1907, werd de Bijbelonderzoekers-uitgave van de King James Version gepubliceerd. Het „Bereeërhandboek voor bijbelonderricht” was er als een appendix in opgenomen. Deze bevatte beknopt commentaar op verzen uit alle delen van de bijbel, samen met verwijzingen naar Wachttoren-publikaties voor een vollediger uitleg. Ongeveer een jaar later werd er een uitgave met een uitgebreider appendix gepubliceerd.

Deze bijbels werden bij de drukkers en binders besteld in hoeveelheden van 5000 tot 10.000 per keer, om de kosten laag te houden. Het Genootschap wilde graag een verscheidenheid van bijbelvertalingen en verwante nazoekhulpmiddelen voor zoveel mogelijk mensen gemakkelijk verkrijgbaar maken.

Toen, in 1926, zette het Wachttorengenootschap een belangrijke stap voorwaarts wat het uitgeven van bijbels betreft.

De bijbel drukken op onze eigen persen

Zesendertig jaar nadat het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap voor het eerst bijbels was gaan uitgeven, drukte en bond het een bijbel in zijn eigen drukkerij. De eerste bijbel die daar werd vervaardigd, was The Emphatic Diaglott, waarvoor het Genootschap de drukplaten al 24 jaar in eigendom had. In december 1926 werd deze bijbel gedrukt op een vlakdrukpers in de drukkerij van het Genootschap aan de Concord Street in Brooklyn. Tot op dit moment zijn er 427.924 exemplaren van deze bijbel geproduceerd.

Zestien jaar later, tijdens de Tweede Wereldoorlog, ging het Genootschap de gehele bijbel drukken. Hiertoe werden in 1942 de drukplaten voor de King James Version met kantlijnverwijzingen gekocht van de firma A. J. Holman in Philadelphia (Pennsylvania). Deze vertaling van de volledige bijbel in het Engels was niet van de Latijnse Vulgaat afgeleid maar was het werk van geleerden die in staat waren vroegere vertalingen te vergelijken met het oorspronkelijke Hebreeuws, Aramees en Grieks. Een concordantie, vervaardigd door meer dan 150 medewerkers, dienstknechten van Jehovah, werd eraan toegevoegd. Deze was speciaal bedoeld om Jehovah’s Getuigen te helpen in de velddienst snel toepasselijke schriftplaatsen te vinden en op die manier de bijbel doeltreffend als „het zwaard van de geest” te gebruiken, om religieuze leugens uit de weg te ruimen en aan de kaak te stellen (Ef. 6:17). Om de bijbel tegen een lage prijs voor mensen overal verkrijgbaar te maken, werd hij op een rollen-rotatiepers gedrukt — iets wat door andere bijbeldrukkers nog nooit was geprobeerd. In 1992 waren er in totaal 1.858.368 van deze bijbels geproduceerd.

Jehovah’s Getuigen wilden meer dan de mensen een exemplaar van de bijbel, het boek zelf, in handen geven. De Getuigen wilden mensen helpen de persoonlijke naam, alsook het voornemen van de goddelijke auteur ervan, Jehovah God, te leren kennen. Er bestond een vertaling in het Engels — de American Standard Version van 1901 — die de goddelijke naam gebruikte op de meer dan 6870 plaatsen waar deze in de bronnen op grond waarvan de vertalers werkten, verscheen. In 1944, na een aantal maanden van onderhandelen, kocht het Wachttorengenootschap de rechten om een set kopieën te maken van drukplaten en zetsel voor deze bijbel, beschikbaar gesteld door Thomas Nelson and Sons in New York. In de daaropvolgende 48 jaar werden 1.039.482 exemplaren geproduceerd.

Steven Byington uit Ballard Vale (Massachusetts, VS) had eveneens een bijbelvertaling in hedendaags Engels vervaardigd die de goddelijke naam zijn rechtmatige plaats toekende. Het Wachttorengenootschap kwam in 1951 in bezit van zijn nog niet gepubliceerde manuscript en verwierf in 1961 hiervan de exclusieve rechten. Die volledige vertaling werd in 1972 gedrukt. Tot aan 1992 waren er 262.573 geproduceerd.

Intussen vond er echter een andere ontwikkeling plaats.

Het vervaardigen van de Nieuwe-Wereldvertaling

Begin oktober 1946 deed Nathan H. Knorr, die toen de president van het Wachttorengenootschap was, het voorstel dat het Genootschap een geheel nieuwe vertaling zou vervaardigen van de christelijke Griekse Geschriften. Het feitelijke werk aan de vertaling begon op 2 december 1947. De volledige tekst werd zorgvuldig nagezien door het gehele vertaalcomité, waarvan alle leden met de geest gezalfde christenen waren. Toen, op 3 september 1949, riep broeder Knorr een gemeenschappelijke vergadering bijeen van de bestuursraden der corporaties van New York en Pennsylvania van het Genootschap. Hij kondigde aan dat het Vertaalcomité van de Nieuwe-Wereldbijbel was gereedgekomen met een vertaling van de christelijke Griekse Geschriften in de hedendaagse taal en deze ter publikatie aan het Genootschap had overgedragen. * Dit was een geheel nieuwe vertaling uit het oorspronkelijke Grieks.

Was er werkelijk behoefte aan nog een vertaling? Op dat moment was de volledige bijbel reeds in 190 talen uitgegeven, en op zijn minst gedeeltelijk in nog eens 928 talen en dialecten vertaald. Jehovah’s Getuigen hebben de meeste van deze vertalingen wel zo nu en dan gebruikt. Maar het is een feit dat de meeste ervan werden vervaardigd door geestelijken en zendelingen van religieuze sekten van de christenheid, en hun vertalingen werden in mindere of meerdere mate beïnvloed door de heidense filosofieën en onschriftuurlijke overleveringen die hun religieuze stelsels van het verleden hadden geërfd, alsook door de neiging tot hogere kritiek. Bovendien kwamen er oudere en betrouwbaarder bijbelhandschriften beschikbaar. Als gevolg van archeologische ontdekkingen kreeg men een duidelijker begrip van de Griekse taal uit de eerste eeuw. Ook zijn de talen waarin vertalingen worden vervaardigd, in de loop der jaren aan veranderingen onderhevig.

Jehovah’s Getuigen wilden een vertaling waarbij gebruik was gemaakt van de nieuwste ontwikkelingen in de wetenschap, een die niet gekleurd was door de geloofsbelijdenissen en overleveringen van de christenheid, een letterlijke vertaling die getrouw weergaf wat er in de oorspronkelijke geschriften staat en aldus de basis kon verschaffen voor een steeds toenemende kennis van de goddelijke waarheid, een vertaling die voor hedendaagse lezers duidelijk en begrijpelijk zou zijn. De Engelse Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften, die in 1950 werd vrijgegeven, voldeed aan die behoefte — althans voor dat gedeelte van de bijbel. Toen Jehovah’s Getuigen deze vertaling begonnen te gebruiken, waren velen niet slechts enthousiast omdat zij de hedendaagse taal gemakkelijker te lezen vonden, maar omdat zij beseften dat zij een duidelijker begrip kregen van de betekenis van Gods geïnspireerde Woord.

Een van de bijzondere kenmerken van deze vertaling is dat ze de goddelijke naam, de persoonlijke naam van God, Jehovah, op 237 plaatsen in de christelijke Griekse Geschriften heeft hersteld. Dit was niet de eerste vertaling waarin de naam werd hersteld. * Maar het was waarschijnlijk wel de eerste waarin dit consequent in de hoofdtekst vanaf Mattheüs tot en met Openbaring was gedaan. In een uitgebreide bespreking van deze kwestie in het voorwoord werd de deugdelijke basis getoond voor wat men had gedaan.

Daarna werden vanaf 1953 de Hebreeuwse Geschriften in het Engels vertaald en in vijf losse delen successievelijk vrijgegeven. Net als met de christelijke Griekse Geschriften deed men er zorgvuldig moeite voor zo letterlijk mogelijk over te brengen wat de tekst in de oorspronkelijke taal zegt. Er werd speciale aandacht aan besteed woorden eensluidend te vertalen, nauwkeurig de actie of toestand weer te geven die in de werkwoorden tot uitdrukking werd gebracht, en eenvoudige taal te gebruiken die door hedendaagse lezers gemakkelijk begrepen zou worden. Overal waar het Tetragrammaton in de Hebreeuwse tekst voorkwam, werd het passend weergegeven met de persoonlijke naam van God in plaats dat het door een andere uitdrukking werd vervangen, zoals in vele andere vertalingen de gewoonte was geworden. Appendixartikelen en voetnoten in deze delen stelden nauwgezette studenten in staat de basis te onderzoeken voor de gebezigde woordkeus.

Op 13 maart 1960 kwam het Vertaalcomité van de Nieuwe-Wereldbijbel gereed met de laatste lezing van de tekst van het gedeelte van de bijbel dat het vijfde deel moest worden. Dat was twaalf jaar, drie maanden en elf dagen nadat men met het feitelijke vertalen van de christelijke Griekse Geschriften was begonnen. Een paar maanden later werd dat laatste deel van de Hebreeuwse Geschriften in gedrukte vorm vrijgegeven voor verspreiding.

Toen dat project voltooid was, werd het vertaalcomité niet ontbonden maar ging het door met het werk. De gehele vertaling werd uitgebreid opnieuw bekeken. Vervolgens werd in 1961 de volledige Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift in het Engels, een herziene uitgave in één band, door het Wachttorengenootschap uitgegeven. Ze werd verkrijgbaar gesteld ter verspreiding voor maar één Amerikaanse dollar, zodat iedereen, ongeacht zijn economische situatie, in staat zou zijn een exemplaar van Gods Woord aan te schaffen.

Twee jaar later werd er een speciale studieuitgave gepubliceerd. Hiertoe waren alle oorspronkelijk losse delen zonder herzieningen in één band samengebracht, met hun duizenden waardevolle voetnoten bij de tekst, alsook besprekingen in het voorwoord en het appendix. Ze bevatte ook de waardevolle kruisverwijzingen waardoor de lezers werden verwezen naar parallelle woorden, parallelle gedachten of gebeurtenissen, biografische inlichtingen, aardrijkskundige bijzonderheden, vervullingen van profetieën, en rechtstreekse aanhalingen in of uit andere delen van de bijbel.

Sinds de herziene uitgave van 1961 is gepubliceerd, zijn er nog vier up-to-date herzieningen uitgegeven. De meest recente hiervan kwam in 1984, toen er een uitgave in grote druk, met een uitgebreid appendix, 125.000 kantlijnverwijzingen, 11.400 verhelderende voetnoten en een concordantie werd gepubliceerd. De kenmerken van deze uitgave helpen bijbelstudenten te begrijpen waarom verschillende teksten op een bepaalde manier weergegeven moeten worden om nauwkeurig te zijn, en ook wanneer teksten op meer dan één manier correct weergegeven kunnen worden. De kruisverwijzingen helpen hen tevens de onderlinge harmonie tussen de verschillende bijbelboeken te waarderen.

De oprechte krachtsinspanningen van het Vertaalcomité van de Nieuwe-Wereldbijbel om mensen die Gods Woord liefhebben te helpen vertrouwd te raken met de inhoud van de tekst van de christelijke Griekse Geschriften in de oorspronkelijke Koine (het algemene Grieks), leidden ook tot het uitgeven van The Kingdom Interlinear Translation of the Greek Scriptures. Deze werd door het Wachttorengenootschap voor het eerst uitgegeven in 1969 en vervolgens in 1985 gemoderniseerd. Ze bevat The New Testament in the Original Greek, samengesteld door B. F. Westcott en F. J. A. Hort. Aan de rechterzijde van de bladzijde verschijnt de Engelse tekst van de Nieuwe-Wereldvertaling (in de gemoderniseerde uitgave de herziening van 1984). Maar dan staat er tussen de regels van de Griekse tekst nog een vertaling, een zeer letterlijke woord-voor-woordweergave van wat er eigenlijk in het Grieks staat volgens de fundamentele betekenis en grammaticale vorm van elk woord. Hierdoor kunnen zelfs bijbelstudenten die geen Grieks kennen, erachter komen wat er eigenlijk in de oorspronkelijke Griekse tekst staat.

Zou dit werk aan de New World Translation alleen degenen ten goede komen die Engels konden lezen? Op veel plaatsen merkten Wachttoren-zendelingen dat het moeilijk was voldoende bijbels in de plaatselijke taal te bemachtigen om ze te verspreiden aan mensen die graag een persoonlijk exemplaar van Gods Woord wilden hebben. In sommige delen van de wereld was het niet ongewoon dat deze zendelingen de belangrijkste verspreiders waren van bijbels die door andere bijbelgenootschappen waren gedrukt. Maar dat werd door religieuze mensen die deze bijbelgenootschappen vertegenwoordigden, niet altijd positief bezien. Bovendien waren sommige van deze bijbels niet de beste vertalingen.

In andere talen vertalen

In het jaar waarin de volledige Engelse Nieuwe-Wereldvertaling voor het eerst in één band verscheen, dat wil zeggen in 1961, werd er een groep bekwame vertalers bijeengebracht om de Engelse tekst in zes andere veelgesproken talen — Duits, Frans, Italiaans, Nederlands, Portugees en Spaans — te vertalen. Opnieuw vertalen uit het Engels, aangevuld met een vergelijking met het Hebreeuws en Grieks, was mogelijk omdat de Engelse vertaling zelf zo letterlijk was. De vertalers werkten als een internationaal comité samen met het Vertaalcomité van de Nieuwe-Wereldbijbel op het hoofdbureau van het Genootschap in Brooklyn, New York. In 1963 werden de christelijke Griekse Geschriften in alle zes de talen gedrukt en verkrijgbaar gesteld.

In 1992 was de volledige Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift verkrijgbaar in twaalf talen — Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Japans, Nederlands, Portugees, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en Zweeds. De christelijke Griekse Geschriften waren in nog twee talen verkrijgbaar. Dat betekende dat deze vertaling verkrijgbaar was in de moedertalen van zo’n 1.400.000.000 personen, of meer dan een kwart van de wereldbevolking, en vele anderen trokken er voordeel van door middel van de vertaling van aanhalingen eruit in 97 andere talen in De Wachttoren. Degenen die deze 97 andere talen lezen, zouden echter heel graag de volledige Nieuwe-Wereldvertaling in hun eigen taal willen hebben. In 1992 waren er al regelingen getroffen om deze vertaling uit te geven in zestien van die talen en om de Hebreeuwse Geschriften te voltooien in de twee talen die alleen nog maar de christelijke Griekse Geschriften hadden.

Aangezien deze bijbels door vrijwillige werkers in de eigen drukkerijen van het Genootschap werden vervaardigd, was het mogelijk ze tegen een minimale prijs verkrijgbaar te stellen. Toen in 1972 een Oostenrijkse Getuige de Duitse Nieuwe-Wereldvertaling aan een boekbinder liet zien en hem vroeg hoeveel hij dacht dat ze zou kosten, was de man verbaasd te horen dat de voorgestelde bijdrage slechts een tiende bedroeg van de prijs die hij noemde.

Enkele voorbeelden illustreren de krachtige invloed van deze vertaling. In Frankrijk had de Katholieke Kerk eeuwenlang verboden dat leken de bijbel in hun bezit hadden. Katholieke vertalingen die verkrijgbaar waren gesteld, waren betrekkelijk duur, en slechts enkele huisgezinnen hadden zo’n bijbel. In 1963 werd de Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften in het Frans uitgegeven, gevolgd door de volledige bijbel in 1974. Tegen 1992 waren er in totaal 2.437.711 exemplaren van de Nieuwe-Wereldvertaling verzonden om in Frankrijk verspreid te worden; en het aantal Getuigen in Frankrijk nam in diezelfde periode met 488 procent toe en bereikte een totaal van 119.674.

In Italië was de situatie hetzelfde. Het was de mensen lang verboden geweest een exemplaar van de bijbel te hebben. Vanaf het moment dat de Italiaanse uitgave van de Nieuwe-Wereldvertaling was uitgebracht, tot aan 1992, waren er 3.597.220 exemplaren verspreid, voor het overgrote deel volledige bijbels. De mensen wilden zelf onderzoeken wat er in Gods Woord staat. Het is interessant dat in diezelfde periode het aantal getuigen van Jehovah in Italië enorm is gestegen — van 7801 naar 194.013.

Toen de Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften in het Portugees verkrijgbaar werd gesteld, waren er slechts 30.118 Getuigen in Brazilië en 1798 in Portugal. In de daaropvolgende jaren, tot aan 1992, werden er in totaal 213.438 exemplaren van de christelijke Griekse Geschriften en 4.153.738 exemplaren van de volledige bijbel in het Portugees naar afzonderlijke personen en naar gemeenten in die landen gezonden. Wat waren de resultaten? In Brazilië ruim elfmaal zoveel actieve lofprijzers van Jehovah, en in Portugal 22 keer zoveel. Tienduizenden mensen die nooit een bijbel hadden gehad, waren dankbaar er nu een te hebben, en anderen waardeerden het dat zij een bijbel hadden die woorden gebruikte die zij konden begrijpen. Toen de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen in Brazilië verkrijgbaar werd gesteld, werd er in de nieuwsmedia op gewezen dat het de meest volledige vertaling was (dat wil zeggen, met de meeste kruisverwijzingen en voetnoten) die men in het land kon krijgen. Er werd ook opgemerkt dat de eerste oplage tienmaal zoveel exemplaren bedroeg als voor de meeste bijbeluitgaven in dat land het geval was.

De Spaanse uitgave van de Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften werd eveneens in 1963 uitgebracht, in 1967 gevolgd door de volledige bijbel. Er waren 527.451 exemplaren van de christelijke Griekse Geschriften uitgegeven en daarna, tot aan 1992, in totaal 17.445.782 exemplaren van de volledige bijbel in het Spaans. Dit heeft bijgedragen tot een enorme toename in het aantal lofprijzers van Jehovah in Spaanssprekende landen. Zo steeg van 1963 tot 1992 in overwegend Spaanssprekende landen waar getuigen van Jehovah hun bediening verrichten, hun aantal van 82.106 naar 942.551. En in de Verenigde Staten waren er in 1992 nog eens 130.224 Spaanssprekende getuigen van Jehovah.

Niet alleen in het gebied van de christenheid werd de Nieuwe-Wereldvertaling enthousiast ontvangen. In het eerste jaar nadat de Japanse uitgave was verschenen, ontving het bijkantoor in Japan bestellingen voor een half miljoen exemplaren.

In 1992 waren er van de volledige Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift in de toen verkrijgbare twaalf talen 70.105.258 exemplaren gedrukt. Bovendien waren er 8.819.080 exemplaren van gedeelten van de vertaling gedrukt.

De bijbel in vele vormen verkrijgbaar stellen

Dat het Wachttorengenootschap in 1977 op het gebruik van computers begon over te stappen, is een hulp geweest bij de produktie van bijbels, alsook bij andere aspecten van de uitgeverswerkzaamheden. Het heeft vertalers geholpen een consequentere tekstweergave te bereiken; het heeft het ook gemakkelijker gemaakt de bijbel in een verscheidenheid van vormen te drukken.

Nadat de volledige tekst van de bijbel in de computer was ingevoerd, was het niet moeilijk een elektronische fotozetmachine te gebruiken om de tekst in een verscheidenheid van formaten en vormen te drukken. Eerst kwam er in 1981 een Engelse uitgave in normaal formaat met een concordantie en andere nuttige appendixonderwerpen. Dit was de eerste uitgave die door het Wachttorengenootschap op een offset-rotatiepers werd gedrukt. Nadat de resultaten van de herziening waren ingevoerd in de tekst die in de computer was opgeslagen, werd er in 1984 een Engelse uitgave in grote druk uitgebracht; deze bevatte vele nuttige hulpmiddelen voor nazoekwerk. In dat jaar werd er ook een (Engelse) uitgave van diezelfde herziene tekst in normaal formaat verkrijgbaar gesteld; deze bevatte kruisverwijzingen en een concordantie, maar geen voetnoten; en het appendix was niet voor diepgaander studie bedoeld, maar voor de velddienst. Vervolgens werd er voor degenen die een heel kleine zakuitgave wilden, in 1987 in het Engels zo’n bijbel uitgegeven. Al deze uitgaven werden al gauw ook in andere talen uitgebracht.

Bovendien werd er aandacht geschonken aan het helpen van mensen met speciale behoeften. Om degenen te helpen die wel konden zien maar een extra grote letter nodig hadden, werd in 1985 de volledige Engelse Nieuwe-Wereldvertaling in vier grote delen uitgegeven. Weldra werd diezelfde uitgave in het Duits, Frans, Spaans en Japans gedrukt. Daarvóór, in 1983, was de Engelse Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften in vier delen verkrijgbaar gesteld in „tweedegraads” Engels braille (een verkort braillesysteem). Binnen nog eens vijf jaar was de volledige Engelse Nieuwe-Wereldvertaling in achttien delen in Engels braille verkrijgbaar gesteld.

Zouden sommige mensen geholpen zijn als zij naar een geluidsopname van de bijbel konden luisteren? Beslist. Daarom ondernam het Wachttorengenootschap ook de produktie hiervan. De eerste opname op audiocassette was Het goede nieuws volgens Johannes in het Engels, vrijgegeven in 1978. Mettertijd werd de gehele Nieuwe-Wereldvertaling in het Engels op 75 audiocassettes verkrijgbaar gesteld. Wat op kleine schaal was begonnen, groeide snel tot een enorm project uit. Al gauw werden de audiocassettes ook in andere talen uitgegeven. In 1992 was de Nieuwe-Wereldvertaling geheel of gedeeltelijk in veertien talen op audiocassette verkrijgbaar. Aanvankelijk lieten sommige bijkantoren dit werk door commerciële bedrijven doen. Tot aan 1992 had het Wachttorengenootschap, op hun eigen apparatuur, meer dan 31.000.000 van zulke audiobandjes geproduceerd.

De voordelen van de bijbel-audiocassettes en de manieren waarop ze werden gebruikt, reikten veel verder dan wat de oorspronkelijke verwachtingen waren. In alle delen van de aarde gebruikten mensen cassettespelers. Velen die niet konden lezen, werden op deze wijze geholpen persoonlijk voordeel te trekken van Gods heilige Woord. Vrouwen konden naar de audiocassettes luisteren terwijl zij hun huishoudelijk werk deden. Mannen luisterden ernaar via de cassettespeler in hun auto terwijl zij van en naar hun werk reden. De onderwijsbekwaamheid van afzonderlijke Getuigen werd verbeterd wanneer zij geregeld naar Gods Woord luisterden en letten op de uitspraak van bijbelse namen en de manier waarop bijbelpassages werden gelezen.

In 1992 werden er verschillende uitgaven van de Nieuwe-Wereldvertaling gedrukt op de persen van het Genootschap in Noord- en Zuid-Amerika, Europa en de Oriënt. Er waren in totaal 78.924.338 exemplaren (de volledige bijbel of delen ervan) geproduceerd en voor verspreiding gereedgemaakt. Alleen al in Brooklyn werden drie enorme supersnelle offset-rotatiepersen bijna uitsluitend voor de produktie van bijbels gebruikt. Samen kunnen deze persen het equivalent van 7900 bijbels per uur produceren, en soms hebben ze ook buiten de normale werktijden nog moeten draaien.

Maar Jehovah’s Getuigen bieden mensen meer aan dan een bijbel die wellicht gewoon in de boekenkast wordt gezet. Zij bieden tevens iedereen die belangstelling voor de bijbel heeft — of hij nu een bijbel van Jehovah’s Getuigen neemt of niet — een gratis huisbijbelstudie aan. Zo’n studie gaat niet oneindig door. Sommige studenten nemen ter harte wat zij leren, worden gedoopte Getuigen, en gaan dan weer anderen onderwijzen. Indien er geen redelijke vorderingen worden gemaakt in het toepassen van wat wordt geleerd, wordt een studie vaak na enkele maanden afgebroken om andere mensen die oprecht geïnteresseerd zijn, bijbelstudie te kunnen geven. In 1992 gaven Jehovah’s Getuigen 4.278.127 afzonderlijke personen of gezinnen zo’n gratis bijbelstudie, gewoonlijk eens per week.

Aldus zijn Jehovah’s Getuigen op een wijze die door geen enkele andere organisatie wordt geëvenaard, uitgevers en verspreiders van de bijbel en onderwijzers van Gods heilige Woord.

[Voetnoten]

^ ¶7 Zoals uit de Watch Tower van 15 juli 1892 (blz. 210) blijkt, werd de naam Watch Tower Bible and Tract Society al een aantal jaren gebruikt voordat die naam wettelijk werd geregistreerd. In een traktaat dat in 1890 werd uitgegeven in de serie Old Theology, werden als de uitgevers de Tower Bible and Tract Society vermeld.

^ ¶22 Deze vertaling werd aan de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania ter hand gesteld om gepubliceerd te worden, met het verzoek dat de namen van de vertalers nooit bekendgemaakt zouden worden. Zij wilden dat alle eer naar Jehovah God, de Goddelijke Auteur van zijn geïnspireerde Woord, ging.

^ ¶25 Enkele eerdere vertalingen in het Hebreeuws, Duits en Engels hebben Gods naam in de christelijke Griekse Geschriften hersteld, evenals vele vertalingen door zendelingen.

[Kader op blz. 609]

Een geheel nieuwe vertaling

Toen het eerste deel van de „Nieuwe-Wereldvertaling van de Hebreeuwse Geschriften” in het Engels werd uitgegeven, schreef Alexander Thomson, een Engelse bijbelcriticus: „Oorspronkelijke weergaven van de Hebreeuwse Geschriften in het Engels zijn zeer schaars. Daarom begroeten wij met grote vreugde de publikatie van het eerste deel van de New World Translation [van de Hebreeuwse Geschriften], Genesis tot en met Ruth. . . . Er zijn kennelijk speciale krachtsinspanningen gedaan om deze vertaling goed leesbaar te maken. Niemand zou kunnen zeggen dat het de vertaling aan frisheid en originaliteit ontbreekt. De terminologie is beslist niet gebaseerd op die van voorgaande vertalingen.” — „The Differentiator”, juni 1954, blz. 131.

[Kader/Illustratie op blz. 610]

„Een tekst met een instant-vocabulaire”

In „The Classical Journal” schreef Thomas N. Winter van de University of Nebraska een recensie over „The Kingdom Interlinear Translation of the Greek Scriptures”, waarin hij zei: „Dit is geen gewone interlineaire vertaling: de tekst blijft ongeschonden, en het Engels dat eronder verschijnt, is eenvoudig de grondbetekenis van het Griekse woord. Het interlineaire deel van dit boek is dus beslist geen vertaling. Een correctere beschrijving is: een tekst met een instant-vocabulaire. In een smalle kolom aan de rechterzijde van de bladzijde verschijnt een vertaling in gemakkelijk leesbaar Engels. . . .

De tekst is gebaseerd op die van Brooke F. Westcott en Fenton J. A. Hort (1881, herdr.), maar de vertaling door het anonieme comité is volkomen up to date en consequent nauwkeurig.” — Uitgave van april⁄mei 1974, blz. 375, 376.

[Illustratie]

De uitgaven van 1969 en 1985

[Kader/Illustratie op blz. 611]

De mening van een hebraïcus

In 1989 zei prof. dr. Benjamin Kedar, hebraïcus in Israël, over de „Nieuwe-Wereldvertaling”: „In mijn taalonderzoek in verband met de Hebreeuwse bijbel en vertalingen ervan, raadpleeg ik dikwijls de Engelse uitgave van de zogenoemde ’Nieuwe-Wereldvertaling’. Daarbij vind ik keer op keer een bevestiging van mijn indruk dat dit werk een eerlijk streven weerspiegelt om een zo nauwkeurig mogelijk begrip van de tekst te bereiken. Het geeft blijk van een uitstekende beheersing van de oorspronkelijke taal en het geeft de oorspronkelijke woorden begrijpelijk in een andere taal weer, zonder onnodig van de specifieke structuur van het Hebreeuws af te wijken. . . . Alles wat in taal uitgedrukt is, laat enige ruimte voor interpretatie of vertaling. In elk afzonderlijke geval kan er dus over de taalkundige oplossing gediscussieerd worden. Nooit echter heb ik in de ’Nieuwe-Wereldvertaling’ een tendentieuze opzet ontdekt om iets in de tekst te lezen wat er niet staat.”

[Grafieken op blz. 613]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Toename in Getuigen sinds het uitgeven van de „Nieuwe-Wereldvertaling”

Frankrijk

150.000

100.000

50.000

1963 1970 1980 1992

Italië

150.000

100.000

50.000

1963 1970 1980 1992

Portugal en Brazilië

300.000

200.000

100.000

1963 1970 1980 1992

Spaanssprekende landen

900.000

600.000

300.000

1963 1970 1980 1992

[Illustraties op blz. 604]

Enkele vertalingen die door de eerste Bijbelonderzoekers werden gebruikt

Youngs letterlijke vertaling

Leesers vertaling (Engels naast Hebreeuws)

Tischendorfs „New Testament” (met tekstvarianten uit Griekse handschriften)

Murdocks vertaling (uit het Syrisch)

„The Emphatic Diaglott” (Grieks-Engels)

Variorum Bible (met verschillende weergaven in het Engels)

„The Newberry Bible” (met waardevolle kanttekeningen)

[Illustratie op blz. 605]

Inleiding van de uitgave van Rotherhams „New Testament” die ca. 1890 voor het Wachttorengenootschap werd gedrukt

[Illustratie op blz. 606]

De „Holman Linear Parallel Edition of the Bible”, zoals die in opdracht van het Wachttorengenootschap in 1902 werd uitgegeven

[Illustratie op blz. 606]

Wachttoren-uitgave van de „King James Version”, met een speciaal ontworpen concordantie (1942)

[Illustratie op blz. 607]

De „American Standard Version”, een vertaling waarin de goddelijke naam, Jehovah, meer dan 6870 keer wordt gebruikt; Wachttoren-uitgave (1944)

[Illustratie op blz. 607]

De vertaling van Byington (1972)

[Illustraties op blz. 608]

De „Nieuwe-Wereldvertaling”, eerst uitgegeven in het Engels in zes delen, van 1950 tot 1960; later samengevoegd in een speciale studieuitgave

In 1961 in één compacte uitgave uitgebracht

Uitgave in grote druk, met studieverwijzingen, verschenen in 1984

[Illustraties op blz. 612]

Successievelijk is de „Nieuwe-Wereldvertaling” in meer talen verkrijgbaar gesteld

[Illustraties op blz. 614]

„Nieuwe-Wereldvertaling”, grote-letteruitgave

. . . in braille

. . . op audiocassettes

. . . op computerdiskettes