Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Activiteiten die buiten het lesrooster vallen

Activiteiten die buiten het lesrooster vallen

Activiteiten die buiten het lesrooster vallen

Jehovah’s Getuigen geloven dat het leven meer te bieden moet hebben dan louter studeren en werken. Tijdens de schooluren voorzien bijvoorbeeld gymnastiek- en handvaardigheidslessen in de noodzakelijke afwisseling en ontspanning. Toch is het u misschien wel opgevallen dat de meeste jeugdige Getuigen niet meedoen aan door de school georganiseerde activiteiten die buiten het lesrooster vallen. Een korte verklaring kan u helpen onze kijk op deze kwestie te begrijpen.

Gezinnen van Getuigen hebben al een heel programma van activiteiten waarbij hun aanbidding centraal staat. En ouders worden aangemoedigd in dit op het gezin georiënteerde programma de vrijetijdsbesteding op te nemen. Doordat de ouders de vrijetijdsbesteding en ontspanning van hun kinderen organiseren en erop toezien, en er vaak samen met hen aan meedoen, is het nodige toezicht verzekerd.

Af en toe zullen enkele gezinnen van Getuigen bij elkaar komen om in hun vrije tijd iets gezamenlijk te ondernemen. Zij reizen ook verscheidene malen per jaar naar grotere bijeenkomsten die kringvergaderingen en districtscongressen worden genoemd. Tijdens deze reizen doet zich soms de gelegenheid voor om museums, historische plekjes en andere plaatsen van cultureel belang te bezoeken. Op deze bijeenkomsten genieten jonge Getuigen van omgang met vele jongeren uit andere delen van het land die hetzelfde levensdoel hebben als zij, namelijk hun God, Jehovah, te dienen.

Wij vinden het bijzonder belangrijk dat onze jongeren deze gezonde omgang hebben, vooral met het oog op de achteruitgaande morele maatstaven in de tegenwoordige mensenmaatschappij. Jehovah’s Getuigen vatten de bijbelse waarschuwing ernstig op: „Slechte omgang bederft nuttige gewoonten.” En zoals reeds eerder opgemerkt, proberen wij ons te houden aan datgene wat Christus tot zijn volgelingen zei: ’Gij zijt geen deel van de wereld’ (1 Korinthiërs 15:33; Johannes 15:19). Deze beginselen zijn doorslaggevend voor de kijk die gezinnen van Getuigen hebben op de activiteiten die buiten het lesrooster vallen, waaronder de volgende:

Sport: Lichamelijke oefening, zoals wij die bij sport krijgen, is goed voor ons. Maar de bijbel plaatst de zaak in het juiste perspectief door te zeggen: „Oefen u . . . met godvruchtige toewijding als uw doel. Want lichamelijke oefening is nuttig voor weinig, maar godvruchtige toewijding is nuttig voor alle dingen” (1 Timotheüs 4:7, 8). In overeenstemming met deze raad erkennen Jehovah’s Getuigen dat lichamelijke oefening waarde heeft en waarderen zij wat in het kader van het schoolprogramma op dit terrein wordt gedaan.

Terzelfder tijd hebben ouders die Getuigen zijn, echter de indruk dat op scholen vaak al te veel nadruk op sport wordt gelegd. Daarom proberen zij bij de opvoeding van hun kinderen de nadruk die op sportprestaties wordt gelegd, te temperen. Zij hopen dat hun kinderen niet naar een carrière in de sport, maar naar een loopbaan als bedienaren van God zullen streven. Daarom moedigen ouders die Getuigen zijn, hun kinderen ertoe aan de uren na schooltijd voornamelijk te gebruiken voor het nastreven van geestelijke belangen en niet om in een sport uit te blinken.

Wij geloven dat jeugdige getuigen van Jehovah zich door deelname aan georganiseerde sport aan ongezonde omgang blootstellen. Wij vinden ook dat het wedstrijdelement in de hedendaagse sport — de ideologie: ’winnen is het enige dat telt’ — schadelijke gevolgen heeft. Mochten jonge Getuigen er behoefte aan hebben in hun vrije tijd van wat extra ontspanning te genieten, dan zullen hun ouders hen aanmoedigen die ontspanning te zoeken met geloofsgenoten, ja, „samen met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart”. — 2 Timotheüs 2:22.

Werkweken en schoolreisjes: Op veel scholen is het gebruikelijk werkweken of schoolreisjes te organiseren. Wij vinden dat zulke excursies onze jongeren zouden kunnen blootstellen aan het gevaar van alcoholmisbruik, drugs en seksuele immoraliteit. Om deze reden, en aangezien werkweken en schoolreisjes wettelijk niet verplicht zijn, geven ouders die getuigen van Jehovah zijn, er de voorkeur aan hun kinderen gedurende zulke langere periodes niet aan het toezicht van anderen over te laten. Daarom vragen zij gewoonlijk of hun kinderen van dergelijke activiteiten vrijgesteld kunnen worden. Terzelfder tijd echter zullen kinderen van Getuigen gedurende die periode vervangend schoolwerk aanvaarden.

Dansfeestjes op school: Net als sport kan ook dansen een heilzame, gezonde activiteit zijn. Het is duidelijk dat Jezus Christus dansen goedkeurde, want in zijn illustratie over de verloren zoon sprak hij erover in verband met een gepaste viering (Lukas 15:25). Maar het zal u misschien opgevallen zijn dat jonge Getuigen gewoonlijk de door de school georganiseerde dansfeesten niet bijwonen. Waarom niet?

Dit komt voornamelijk door de vaak ongunstige atmosfeer waarin zulke door de school georganiseerde dansfeesten plaatsvinden. Gewoonlijk wordt er gerookt en overmatig gedronken en vervalt men vaak tot druggebruik en schandelijk seksueel gedrag. Iemand die aan deze dansfeesten deelneemt, geraakt vaak onvermijdelijk in slecht gezelschap. In overeenstemming met de vermaning zich met activiteiten bezig te houden „samen met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart”, houden Jehovah’s Getuigen zich gewoonlijk ver van door de school georganiseerde dansfeesten.

Afspraakjes maken: De laatste jaren is het in veel landen heel gewoon geworden dat jongens en meisjes afspraakjes maken om hun vrije tijd met elkaar door te brengen. Zelfs jongeren die nog maar in het begin of halverwege hun tienerjaren zijn, hebben al een vriendje of vriendinnetje. Soms ziet men hen op het schoolterrein hand in hand lopen, elkaar kussen of zelfs verder gaan. Ouders die Getuigen zijn, geloven niet dat het juist is dat hun kinderen die nog te jong zijn om te trouwen, zich met een lid van het andere geslacht afzonderen en met elkaar omgaan zoals gewoonlijk alleen paartjes met elkaar omgaan.

Schoolclubs: Leerlingen met overeenkomstige interesses hebben vaak de wens deze interesses als leden van schoolclubs met elkaar te delen. Maar dikwijls beogen deze clubs hoofdzakelijk gezellige omgang. En men heeft opgemerkt dat het meedoen aan zulke activiteiten van bepaalde groepen leerlingen vaak tot immoreel gedrag leidt. Met het oog op deze mogelijkheid vinden wij dat er zorgvuldig moet worden overwogen of men zich wel bij zo’n schoolclub zal aansluiten.

Belangrijke vragen die jonge Getuigen en hun ouders in hun overwegingen zouden kunnen betrekken, zijn onder andere: Zijn de activiteiten van de club tot de schooluren beperkt? Staan ze onder nauw toezicht van de school? Zal het lidmaatschap van de club ook na schooltijd tijd vergen die beter besteed kan worden aan gezins- of gemeenteactiviteiten? Uiteindelijk hebben de ouders de verantwoordelijkheid te beslissen of zij hun kinderen al dan niet zullen toestaan lid van een club of schoolorganisatie te worden.

Schooltoneel: Jehovah’s Getuigen hebben geen enkel bezwaar tegen toneelspelen op zich. Bijbelse drama’s zijn een vast onderdeel van het programma op onze districtscongressen. Toch zullen ouders die getuigen van Jehovah zijn, een aantal factoren beschouwen voordat zij beslissen of zij hun kinderen al dan niet zullen toestaan aan een toneelstuk op school mee te doen. Bijvoorbeeld: Is datgene wat in het toneelstuk wordt uitgebeeld, wel in overeenstemming met bijbelse beginselen? Jonge Getuigen zouden niet in een toneelstuk meespelen waarin morele maatstaven worden vergoelijkt die in de bijbel worden veroordeeld. Verder gaat er tijd zitten in het repeteren en moet er gedacht worden aan de eventuele slechte omgang waarin men verzeild kan raken. Ouders die Getuigen zijn, zullen bij hun beslissing of zij hun kinderen zullen toestaan in een toneelstuk mee te spelen, deze factoren zorgvuldig overwegen.

Inzamelingen en verzoeken om als bloeddonor op te treden: Van tijd tot tijd wordt leerlingen op veel scholen gevraagd iets voor een of ander doel bij te dragen. In sommige landen wordt leerlingen van tijd tot tijd gevraagd bloed te geven, dat dan voor het toedienen van transfusies wordt gebruikt. De bijbel gebiedt christenen echter zich „te onthouden van . . . bloed”, en wij begrijpen dit zo, dat bloed noch als voedingsmiddel gebruikt noch op enige andere wijze aangewend mag worden. Daarom staat ons geweten ons niet toe bloed te geven of te aanvaarden. — Genesis 9:4-6; Leviticus 17:10-14; Handelingen 15:19, 20, 28, 29.

Om eerder in deze brochure besproken redenen zullen Jehovah’s Getuigen geen bijdrage geven als er gevraagd wordt om geld ter bevordering van een politieke zaak of in verband met een religieuze feestdag of viering. Ook doen wij niet mee aan loterijen, kansspelen of andere vormen van gokken. Er zijn echter andere terreinen waarop men naar gelang van de omstandigheden, zelf kan beslissen of men iets wil bijdragen of niet. Is er bijvoorbeeld een klasgenoot die een ongeluk heeft gehad of ziek is en wordt er geld bijeengebracht om wat bloemen of een ander cadeau te kopen, dan dragen de Getuigen graag hun steentje bij als zij over de middelen beschikken. — Handelingen 20:35.

[Inzet op blz. 19]

„Slechte omgang bederft nuttige gewoonten.” — 1 Korinthiërs 15:33