Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jezus Christus — De sleutel tot de kennis van God

Jezus Christus — De sleutel tot de kennis van God

Hoofdstuk 4

Jezus Christus — De sleutel tot de kennis van God

1, 2. Hoe hebben de religies van de wereld geknoeid met de sleutel tot de kennis van God?

U STAAT voor de deur met uw sleutels te morrelen. Het is koud en donker, en u wilt graag naar binnen — maar de sleutel doet het niet. Het lijkt de goede sleutel, maar het slot vertikt het open te gaan. Wat frustrerend! U kijkt weer naar uw sleutels. Hebt u wel de juiste sleutel te pakken? Heeft iemand de sleutel beschadigd?

2 Dit is een passende illustratie om aan te tonen wat de religieuze verwarring in deze wereld heeft gedaan met de kennis van God. In feite hebben velen geknoeid met de sleutel waardoor deze kennis voor ons wordt ontsloten — Jezus Christus. Sommige religies hebben de sleutel verwijderd, door Jezus helemaal te negeren. Anderen hebben Jezus’ rol vervormd, door hem als de Almachtige God te aanbidden. Hoe dan ook, de deur tot de kennis van God is voor ons gesloten wanneer wij geen nauwkeurig begrip hebben van deze hoogst belangrijke figuur, Jezus Christus.

3. Waarom zou Jezus de sleutel tot de kennis van God genoemd kunnen worden?

3 Misschien herinnert u zich dat Jezus heeft gezegd: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Johannes 17:3). Jezus pochte niet toen hij dit zei. De Schrift legt herhaaldelijk de nadruk op de noodzaak van nauwkeurige kennis van Christus (Efeziërs 4:13; Kolossenzen 2:2; 2 Petrus 1:8; 2:20). „Over [Jezus Christus] leggen alle profeten getuigenis af”, merkte de apostel Petrus op (Handelingen 10:43). En de apostel Paulus schreef: „Zorgvuldig verborgen in [Jezus] zijn alle schatten van wijsheid en van kennis” (Kolossenzen 2:3). Paulus zei zelfs dat al Jehovah’s beloften door tussenkomst van Jezus vervuld worden (2 Korinthiërs 1:20). Jezus Christus is dus de sleutel tot de kennis van God. Onze kennis van Jezus moet vrij zijn van elke vervorming met betrekking tot zijn wezen en met betrekking tot zijn rol in Gods regeling. Maar waarom beschouwen Jezus’ volgelingen hem als de centrale figuur in Gods voornemens?

DE BELOOFDE MESSIAS

4, 5. Welke hoopvolle verwachtingen waren op de Messias gevestigd, en hoe beschouwden Jezus’ discipelen hem?

4 Vanaf de dagen van de getrouwe man Abel hadden Gods dienstknechten verlangend uitgezien naar het door Jehovah God zelf voorzegde Zaad (Genesis 3:15; 4:1-8; Hebreeën 11:4). Er was geopenbaard dat het Zaad in Gods voornemen de rol zou vervullen van de Messias, wat „Gezalfde” betekent. Hij zou „aan zonde een eind . . . maken”, en de heerlijkheden van zijn koninkrijk waren in de Psalmen voorzegd (Daniël 9:24-26; Psalm 72:1-20). Wie zou de Messias blijken te zijn?

5 Denk u eens de opwinding in van een jonge joodse man, Andreas genaamd, toen hij naar de woorden van Jezus van Nazareth luisterde. Andreas haastte zich naar zijn broer Simon Petrus en vertelde hem: „Wij hebben de Messias gevonden” (Johannes 1:41). Jezus’ discipelen waren ervan overtuigd dat hij de beloofde Messias was (Mattheüs 16:16). En ware christenen zijn altijd bereid geweest hun leven op het spel te zetten voor de overtuiging dat Jezus inderdaad de voorzegde Messias, of Christus, was. Over welke bewijzen beschikten zij? Laten wij drie bewijsvoeringen beschouwen.

HET BEWIJS DAT JEZUS DE MESSIAS WAS

6. (a) Via welke afstammingslijn zou het beloofde Zaad komen, en hoe weten wij dat Jezus in die geslachtslijn geboren werd? (b) Waarom zou iemand die na 70 G.T. leefde, er onmogelijk terecht aanspraak op kunnen maken de Messias te zijn?

6 Ten eerste vormt Jezus’ afstamming de basis voor zijn identificatie als de beloofde Messias. Jehovah had Zijn knecht Abraham verteld dat het beloofde Zaad uit zijn geslacht zou voortkomen. Abrahams zoon Isaäk, Isaäks zoon Jakob en Jakobs zoon Juda ontvingen ieder een soortgelijke belofte (Genesis 22:18; 26:2-5; 28:12-15; 49:10). De afstammingslijn van de Messias werd eeuwen later nauwer begrensd toen aan koning David werd gezegd dat deze Persoon in zijn geslachtslijn geboren zou worden (Psalm 132:11; Jesaja 11:1, 10). De evangelieverslagen van Mattheüs en Lukas bevestigen dat Jezus via deze geslachtslijn kwam (Mattheüs 1:1-16; Lukas 3:23-38). Hoewel Jezus veel verbitterde vijanden had, betwistte geen van hen zijn alom bekende afstamming (Mattheüs 21:9, 15). Het is derhalve duidelijk dat zijn afstammingslijn onaanvechtbaar is. De familieregisters van de joden werden echter vernietigd toen de Romeinen in 70 G.T. Jeruzalem in de as legden. Daarna kon niemand die er aanspraak op maakte de beloofde Messias te zijn, hier ooit nog bewijzen voor aanvoeren.

7. (a) Wat is een tweede bewijsvoering dat Jezus de Messias was? (b) Hoe werd Micha 5:2 in verband met Jezus vervuld?

7 Vervulde profetieën vormen een tweede bewijsvoering. Tientallen profetieën in de Hebreeuwse Geschriften beschrijven diverse aspecten van de levensloop van de Messias. In de achtste eeuw v.G.T. voorzei de profeet Micha dat deze grote heerser in het onbeduidende stadje Bethlehem geboren zou worden. Twee steden in Israël werden Bethlehem genoemd, maar in deze profetie werd specifiek gezegd welk Bethlehem werd bedoeld: Bethlehem Efratha, waar koning David was geboren (Micha 5:2). Jezus’ ouders, Jozef en Maria, woonden in Nazareth, zo’n 150 kilometer ten noorden van Bethlehem. Terwijl Maria zwanger was, vaardigde de Romeinse heerser Caesar Augustus echter een verordening uit dat alle mensen zich in hun geboorteplaats moesten laten inschrijven. * Jozef moest dus met zijn zwangere vrouw naar Bethlehem gaan, waar Jezus werd geboren. — Lukas 2:1-7.

8. (a) Wanneer en met welke gebeurtenis begonnen de 69 „weken”? (b) Hoe lang duurden de 69 „weken”, en wat gebeurde er aan het einde ervan?

8 In de zesde eeuw v.G.T. voorzei de profeet Daniël dat „Messias de Leider” 69 „weken” nadat het bevel was uitgegaan om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen, zou verschijnen (Daniël 9:24, 25). De lengte van elk van deze „weken” was zeven jaar. * Volgens de bijbel en de wereldlijke geschiedenis werd het bevel om Jeruzalem te herbouwen, in 455 v.G.T. uitgevaardigd (Nehemia 2:1-8). De Messias zou dus 483 (69 maal 7) jaar na 455 v.G.T. verschijnen. Dit brengt ons op 29 G.T., het jaar waarin Jehovah Jezus met heilige geest zalfde. Aldus werd Jezus „de Christus” (wat „Gezalfde” betekent), of Messias. — Lukas 3:15, 16, 21, 22.

9. (a) Hoe ging Psalm 2:2 in vervulling? (b) Wat zijn enkele andere profetieën die in Jezus werden vervuld? (Zie tabel.)

9 Vanzelfsprekend aanvaardde niet iedereen Jezus als de beloofde Messias, en in de Schrift was dit voorzegd. Zoals in Psalm 2:2 staat opgetekend, voorzei koning David onder goddelijke inspiratie: „De koningen der aarde stellen zich op en de hoogwaardigheidsbekleders zelf hebben zich als één blok aaneengesloten tegen Jehovah en tegen zijn gezalfde.” Deze profetie gaf te kennen dat leiders uit meer dan één land zich zouden verenigen om Jehovah’s Gezalfde, of Messias, aan te vallen. En zo gebeurde het ook. De joodse religieuze leiders, koning Herodes en de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus waren allen medeplichtig aan de dood van Jezus. Herodes en Pilatus, die voordien vijanden waren, werden van toen af dikke vrienden (Mattheüs 27:1, 2; Lukas 23:10-12; Handelingen 4:25-28). Zie voor nog meer bewijzen dat Jezus de Messias was, de bijgaande tabel getiteld „Enkele belangrijke Messiaanse profetieën”.

10. Op welke manieren bevestigde Jehovah dat Jezus de door hem beloofde Gezalfde was?

10 Het getuigenis van Jehovah God is een derde bewijsvoering waardoor wordt gestaafd dat Jezus de Messias was. Jehovah zond engelen om mensen te laten weten dat Jezus de beloofde Messias was (Lukas 2:10-14). In feite sprak Jehovah zelf tijdens Jezus’ aardse leven vanuit de hemel om tot uitdrukking te brengen dat hij Jezus goedkeurde (Mattheüs 3:16, 17; 17:1-5). Jehovah God verleende Jezus de macht om wonderen te verrichten. Elk van deze wonderen was een verder goddelijk bewijs dat Jezus de Messias was, want God zou een bedrieger nooit de macht verlenen om wonderen te verrichten. Jehovah gebruikte ook zijn heilige geest om de evangelieverslagen te inspireren, zodat de bewijzen dat Jezus de Messias was deel gingen uitmaken van de bijbel, het meest vertaalde en meest verspreide boek in de geschiedenis. — Johannes 4:25, 26.

11. Hoe omvangrijk is het bewijsmateriaal dat Jezus de Messias was?

11 Deze bewijsvoeringen te zamen omvatten honderden feiten waardoor Jezus als de beloofde Messias wordt geïdentificeerd. Het is derhalve duidelijk dat ware christenen hem terecht hebben beschouwd als ’degene over wie alle profeten getuigenis hebben afgelegd’ en als de sleutel tot de kennis van God (Handelingen 10:43). Maar er valt nog meer over Jezus Christus te leren dan enkel het feit dat hij de Messias was. Wat was zijn oorsprong? Wat was hij voor iemand?

JEZUS’ VOORMENSELIJKE BESTAAN

12, 13. (a) Hoe weten wij dat Jezus in de hemel bestond voordat hij naar de aarde kwam? (b) Wie is „het Woord”, en wat deed hij voordat hij mens werd?

12 De levensloop van Jezus zou in drie fases verdeeld kunnen worden. De eerste fase begon lang voordat hij op aarde werd geboren. In Micha 5:2 staat dat de oorsprong van de Messias „uit oude tijden [was], uit de dagen van onbepaalde tijd”. En Jezus zei duidelijk dat hij van „de rijken boven”, dat wil zeggen, uit de hemel, was gekomen (Johannes 8:23; 16:28). Hoe lang had hij in de hemel bestaan voordat hij naar de aarde kwam?

13 Jezus werd Gods „eniggeboren Zoon” genoemd omdat Jehovah hem rechtstreeks had geschapen (Johannes 3:16). Als „de eerstgeborene van heel de schepping” werd Jezus vervolgens door God gebruikt om alle andere dingen te scheppen (Kolossenzen 1:15; Openbaring 3:14). Johannes 1:1 zegt dat „het Woord” (Jezus in zijn voormenselijke bestaan) „in het begin” bij God was. Het Woord was dus bij Jehovah toen „de hemel en de aarde” werden geschapen. God richtte zich tot het Woord toen Hij zei: „Laten wij de mens maken naar ons beeld” (Genesis 1:1, 26). Zo moet het Woord ook Gods geliefde „meesterwerker” zijn geweest, die in Spreuken 8:22-31 als de gepersonifieerde wijsheid wordt beschreven en met Jehovah samenwerkte bij het maken van alle dingen. Nadat Jehovah hem tot bestaan had gebracht, was het Woord onmetelijk lang bij God in de hemel voordat hij een mens op aarde werd.

14. Waarom wordt Jezus „het beeld van de onzichtbare God” genoemd?

14 Geen wonder dat Jezus in Kolossenzen 1:15 „het beeld van de onzichtbare God” wordt genoemd! Door zijn langdurige nauwe omgang met zijn Vader, Jehovah, werd de gehoorzame Zoon precies als hij. Dit is nog een reden waarom Jezus de sleutel is tot de levengevende kennis van God. Alles wat Jezus deed toen hij op aarde was, is precies wat Jehovah zou hebben gedaan. Jezus leren kennen, betekent dus ook dat onze kennis van Jehovah toeneemt (Johannes 8:28; 14:8-10). Het is derhalve duidelijk dat het van levensbelang is om meer over Jezus Christus te weten te komen.

JEZUS’ LEVENSLOOP OP AARDE

15. Hoe werd Jezus als een volmaakte baby geboren?

15 De tweede fase van Jezus’ levensloop was hier op aarde. Hij onderwierp zich er bereidwillig aan dat God zijn leven vanuit de hemel overbracht naar de schoot van een gelovige joodse maagd, Maria genaamd. Jehovah’s machtige heilige geest, of werkzame kracht, ’overschaduwde’ Maria, waardoor zij zwanger werd en ten slotte een volmaakte baby ter wereld bracht (Lukas 1:34, 35). Jezus erfde geen onvolmaaktheid, aangezien zijn leven afkomstig was van een volmaakte Bron. Hij werd in een eenvoudig huisgezin grootgebracht als de geadopteerde zoon van de timmerman Jozef en was de eerste van verscheidene kinderen in het gezin. — Jesaja 7:14; Mattheüs 1:22, 23; Markus 6:3.

16, 17. (a) Wat was de bron van Jezus’ macht om wonderen te verrichten, en wat waren enkele van zijn wonderen? (b) Wat zijn enkele hoedanigheden die Jezus tentoonspreidde?

16 Jezus’ diepe toewijding jegens Jehovah God trad reeds aan het licht toen hij twaalf jaar was (Lukas 2:41-49). Nadat Jezus was opgegroeid en op dertigjarige leeftijd met zijn bediening was begonnen, gaf hij ook blijk van zijn innige liefde voor zijn medemensen. Toen Gods heilige geest hem de macht verleende om wonderen te verrichten, genas hij op meedogende wijze de zieken, de kreupelen, de verminkten, de blinden, de doven en de melaatsen (Mattheüs 8:2-4; 15:30). Jezus voedde duizenden hongerigen (Mattheüs 15:35-38). Hij stilde een storm die de veiligheid van zijn vrienden bedreigde (Markus 4:37-39). Ja, hij wekte zelfs de doden op (Johannes 11:43, 44). Deze wonderen zijn goed gestaafde historische feiten. Zelfs Jezus’ vijanden erkenden dat hij ’vele tekenen verrichtte’. — Johannes 11:47, 48.

17 Jezus trok zijn hele geboorteland door, terwijl hij mensen over Gods koninkrijk onderwees (Mattheüs 4:17). Hij gaf ook een voortreffelijk voorbeeld van geduld en redelijkheid. Zelfs toen zijn discipelen hem teleurstelden, merkte hij vol begrip op: „De geest is natuurlijk bereidwillig, maar het vlees is zwak” (Markus 14:37, 38). Toch was Jezus moedig en rechtuit ten aanzien van degenen die de waarheid verachtten en de hulpelozen onderdrukten (Mattheüs 23:27-33). Maar bovenal bootste hij het door zijn Vader gegeven voorbeeld van liefde op volmaakte wijze na. Jezus was zelfs bereid te sterven opdat de onvolmaakte mensheid hoop voor de toekomst zou hebben. Geen wonder dus dat wij Jezus heel goed de sleutel tot de kennis van God kunnen noemen! Ja, hij is de levende sleutel! Maar waarom zeggen wij een levende sleutel? Dit brengt ons tot de derde fase van zijn levensloop.

JEZUS IN DEZE TIJD

18. Hoe moeten wij ons Jezus Christus in deze tijd voorstellen?

18 Hoewel de bijbel bericht dat Jezus gestorven is, leeft hij thans! In feite zijn honderden mensen die in de eerste eeuw G.T. leefden, er ooggetuigen van geweest dat hij uit de dood was opgewekt (1 Korinthiërs 15:3-8). Zoals was geprofeteerd, zat hij daarna aan de rechterhand van zijn Vader en wachtte totdat hij koningsmacht in de hemel zou ontvangen (Psalm 110:1; Hebreeën 10:12, 13). Welke voorstelling moeten wij ons in deze tijd dus van Jezus maken? Moeten wij aan hem denken als een hulpeloze baby in een kribbe? Of dienen wij hem in gedachten te zien als een lijdende man die ter dood wordt gebracht? Nee. Hij is een machtige, regerende Koning! En nu heel binnenkort zal hij zijn heerschappij over onze in beroering verkerende aarde duidelijk kenbaar maken.

19. Tot welke actie zal Jezus in de nabije toekomst overgaan?

19 In Openbaring 19:11-15 wordt op levendige wijze beschreven hoe de Koning Jezus Christus met grote macht komt om de goddelozen te verdelgen. Hoezeer moet deze liefdevolle hemelse Regeerder ernaar verlangen een eind te maken aan het lijden waardoor miljoenen in deze tijd worden gekweld! En hij is er even verlangend naar degenen te helpen die er moeite voor doen het door hem op aarde gegeven volmaakte voorbeeld na te volgen (1 Petrus 2:21). Hij wil hen levend door de snel naderbij komende „oorlog van de grote dag van God de Almachtige”, vaak Armageddon genoemd, heen voeren, zodat zij voor eeuwig als aardse onderdanen van Gods hemelse koninkrijk kunnen leven. — Openbaring 7:9, 14; 16:14, 16.

20. Wat zal Jezus gedurende zijn duizendjarige regering voor de mensheid doen?

20 Gedurende Jezus’ voorzegde duizendjarige regering van vrede zal hij ten behoeve van de gehele mensheid wonderen verrichten (Jesaja 9:6, 7; 11:1-10; Openbaring 20:6). Jezus zal alle ziekten genezen en zal de dood tenietdoen. Hij zal miljarden uit de dood opwekken opdat ook zij de gelegenheid hebben voor eeuwig op aarde te leven (Johannes 5:28, 29). Wij zijn er zeker van dat u opgetogen zult zijn in een later hoofdstuk meer over zijn Messiaanse koninkrijk te leren. Wees hiervan overtuigd: Wij kunnen ons er niet eens een voorstelling van maken hoe prachtig ons leven zal zijn onder de Koninkrijksheerschappij. Hoe belangrijk is het toch Jezus Christus beter te leren kennen! Ja, het is van vitaal belang dat wij Jezus, de levende sleutel tot de kennis van God die tot eeuwig leven leidt, nimmer uit het oog verliezen.

[Voetnoten]

^ ¶7 Deze inschrijving maakte het voor het Romeinse Rijk gemakkelijker belastingen te vorderen. Augustus droeg er dus onbewust toe bij een profetie te vervullen over een heerser die ’een afperser door het koninkrijk zou laten trekken’. In dezelfde profetie werd voorzegd dat „de Leider van het verbond”, ofte wel de Messias, in de dagen van de opvolger van deze heerser „verbroken” zou worden. Jezus werd tijdens de regering van Augustus’ opvolger, Tiberius, gedood. — Daniël 11:20-22.

^ ¶8 De joden in de oudheid dachten veelal in termen van jaarweken. Zoals elke zevende dag bijvoorbeeld een sabbatdag was, was elk zevende jaar een sabbatjaar. — Exodus 20:8-11; 23:10, 11.

TOETS UW KENNIS

Hoe werd door Jezus’ afstamming bewezen dat hij de Messias was?

Wat zijn enkele Messiaanse profetieën die in Jezus werden vervuld?

Hoe toonde God rechtstreeks dat Jezus zijn Gezalfde was?

Waarom is Jezus de levende sleutel tot de kennis van God?

[Studievragen]

[Tabel op blz. 37]

ENKELE BELANGRIJKE MESSIAANSE PROFETIEËN

PROFETIE GEBEURTENIS VERVULLING

ZIJN BEGINJAREN

Jesaja 7:14 Geboren uit een maagd Mattheüs 1:18-23

Jeremia 31:15 Baby’s na zijn geboorte Mattheüs 2:16-18

gedood

ZIJN BEDIENING

Jesaja 61:1, 2 Zijn machtiging door Lukas 4:18-21

God

Jesaja 9:1, 2 Bediening deed mensen Mattheüs 4:13-16

een groot licht zien

Psalm 69:9 IJverig voor Jehovah’s Johannes 2:13-17

huis

Jesaja 53:1 Men geloofde niet in Johannes 12:37, 38

hem

Zacharia 9:9; Intocht in Jeruzalem Mattheüs 21:1-9

Psalm 118:26 op ezelsveulen;

begroet als koning

en als degene die in

Jehovah’s naam kwam

ZIJN VERRAAD EN DOOD

Psalm 41:9; 109:8 Eén apostel ontrouw; Handelingen 1:15-20

verraadt Jezus en

wordt later vervangen

Zacharia 11:12 Voor 30 zilverstukken Mattheüs 26:14, 15

verraden

Psalm 27:12 Valse getuigen Mattheüs 26:59-61

tegen hem gebruikt

Psalm 22:18 Lot geworpen over zijn Johannes 19:23, 24

kleding

Jesaja 53:12 Onder zondaars Mattheüs 27:38

gerekend

Psalm 22:7, 8 Beschimpt terwijl hij Markus 15:29-32

stervende was

Psalm 69:21 Azijn gegeven Markus 15:23, 36

Jesaja 53:5; Doorstoken Johannes 19:34, 37

Zacharia 12:10

Jesaja 53:9 Bij de rijken begraven Mattheüs 27:57-60

Psalm 16:8-11, vtn. Uit doden opgewekt Handelingen 2:25-32;

vóór verderf 13:34-37

[Illustratie op blz. 35]

God verleende Jezus de macht om de zieken te genezen