Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een aards paradijs is nabij

Een aards paradijs is nabij

Hoofdstuk 19

Een aards paradijs is nabij

1, 2. (a) Wat is een normaal menselijk verlangen, maar wat staat de verwezenlijking ervan in de weg? (b) Welke toestanden zouden ideaal zijn?

ZOU u graag willen dat uw leven nooit zou eindigen — een vol en voldoening schenkend leven waaraan geen einde kwam? Waarschijnlijk zult u Ja antwoorden. Er zijn zo veel interessante dingen te doen, fascinerende plaatsen te zien en nieuwe dingen te leren.

2 Toch wordt de vreugde van het leven door ogenschijnlijk onoplosbare problemen verstoord. Zo is er bijvoorbeeld de betrekkelijke kortheid van onze huidige levensduur. Ook is ons leven vaak gevuld met ziekte, verdriet en zorgen. Wil men dus volledig van het leven in al zijn dimensies kunnen genieten, dan zou het ideaal zijn als wij (1) een paradijselijke omgeving, (2) volkomen veiligheid, (3) boeiend werk, (4) een blakende gezondheid en (5) eeuwig leven zouden hebben.

3. Wie alleen kan zulke ideale toestanden bewerkstelligen?

3 Maar is dat te veel gevraagd? Vanuit menselijk standpunt zeker. De geschiedenis heeft getoond dat mensen zulke ideale toestanden niet kunnen bewerkstelligen. Maar van het standpunt van onze Schepper uit bezien zijn deze dingen niet alleen mogelijk maar zelfs onvermijdelijk! Hoe dat zo? Omdat deze wenselijke toestanden een onderdeel vormden van Gods oorspronkelijke voornemen met deze aarde. — Psalm 127:1; Matthéüs 19:26.

Het Paradijs zal worden hersteld

4. Wat was Gods oorspronkelijke voornemen met deze aarde?

4 Zoals wij in voorgaande hoofdstukken hebben opgemerkt, hadden de twee eerste mensen niets dierlijks. Zij waren daarentegen honderd procent als mens geschapen. Hun oorspronkelijke tehuis, Eden, was „een paradijs van geneugte” (Genesis 2:8, Douay Version). Zij moesten ’het bebouwen en er zorg voor dragen’ (Genesis 2:15). Bovendien omvatte hun toewijzing op aarde de volgende, bij uitstek menselijke bestuurstaak: „Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde en onderwerpt haar” (Genesis 1:28). Naarmate hun nakomelingen in aantal toenamen, zou op hen de taak rusten de grenzen van deze prachtige tuin uit te breiden en de gehele aarde in een paradijs te veranderen. Hoe lang zou het Paradijs blijven bestaan? Consequent zegt de bijbel ons dat de aarde „tot onbepaalde tijd, of voor eeuwig” zal blijven bestaan (Psalm 104:5; Prediker 1:4). Het was derhalve de bedoeling dat de paradijsaarde voor altijd als een prachtige woonplaats zou dienen voor volmaakte mensen die zich in eeuwig leven zouden verheugen. — Jesaja 45:11, 12, 18.

5. Waarom kunnen wij erop vertrouwen dat Gods voornemen verwezenlijkt zal worden?

5 Alhoewel de opstand in Eden de vervulling van Gods voornemen tijdelijk heeft onderbroken, is dat voornemen daardoor niet veranderd. God heeft het middel verschaft om de schade een halt toe te roepen en het Paradijs te herstellen. Dit middel is Gods koninkrijk, de hemelse regering die door Jezus tot zulk een voornaam onderdeel van zijn boodschap aan de mensheid werd gemaakt (Matthéüs 6:10, 33). En wij kunnen er zeker van zijn dat Gods oorspronkelijke voornemen verwezenlijkt zal worden. De almachtige Schepper die erachter staat, verzekert ons: „Zo zal mijn woord dat uit mijn mond uitgaat, blijken te zijn. Het zal niet zonder resultaten tot mij terugkeren, maar het zal stellig datgene doen waarin ik behagen heb geschept en het zal stellig succes hebben in dat waarvoor ik het heb gezonden.” — Jesaja 55:11.

6, 7. (a) Hoe weten wij dat het herstel van het Paradijs nabij is? (b) Wie zullen door het einde van dit samenstel van dingen heen bewaard blijven, en wie niet?

6 In onze tijd is het aanmoedigend de wereldgebeurtenissen te zien die de vervulling vormen van het „teken” van de „laatste dagen” (Matthéüs 24:3-14; 2 Timótheüs 3:1-5). Dit duidt erop dat de tijd nabij is dat Gods „woord” „stellig succes [zal] hebben”. Dit succes is zeker omdat de almachtige God in de aangelegenheden der mensen zal ingrijpen om ervoor te zorgen dat zijn voornemens worden verwezenlijkt (Jeremia 25:31-33). Wij kunnen verwachten zeer binnenkort de vervulling mee te maken van de profetische psalm die luidt: „De boosdoeners zelf zullen afgesneden worden, maar wie op Jehovah hopen, díe zullen de aarde bezitten. En nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; . . . De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” Psalm 37:9-11, 29; Matthéüs 5:5.

7 Degenen die onafhankelijk van de Schepper verkiezen te zijn, zullen derhalve „afgesneden worden”. Degenen die „op Jehovah hopen”, zullen het einde van dit samenstel overleven en het Paradijs beginnen te herstellen. Het zal zich geleidelijk uitbreiden totdat het de gehele aarde omspant. Het is zo zeker dat dit Paradijs komt, dat Jezus vol vertrouwen de dief die naast hem aan de terechtstellingspaal hing, kon beloven: „Voorwaar, ik zeg u heden: Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” — Lukas 23:43.

De aarde veranderd

8, 9. Welke verandering van omstandigheden zal er in verband met de letterlijke aarde plaatsvinden?

8 De beschrijving die de bijbel van het Paradijs geeft, is werkelijk adembenemend. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over een ingrijpende verandering in de toestand van de aarde zelf. U herinnert u wellicht dat de eerste mensen, toen zij uit Eden werden verdreven, te horen kregen dat de grond doornen en distels zou voortbrengen, en dat zij slechts in het zweet van hun aangezicht voedsel op de aarde konden verbouwen (Genesis 3:17-19). Sindsdien is het tot op deze tijd vaak een voortdurende strijd geweest tegen oprukkende woestijnen, schrale grond, droogte, onkruid, insekten, planteziekten en mislukte oogsten. Maar al te vaak heeft hongersnood de strijd gewonnen.

9 Er zal echter een keer komen in deze situatie: „De wildernis en de waterloze streek zullen zich uitbundig verheugen, en de woestijnvlakte zal blij zijn en bloeien als de saffraan. . . . Want in de wildernis zullen wateren zijn uitgebarsten, en stromen in de woestijnvlakte. En de door de hitte verschroeide bodem zal als een rietpoel zijn geworden, en de dorstige bodem als waterbronnen.” „In plaats van de doornheg zal de jeneverboom opschieten. In plaats van de brandnetel zal de mirteboom opschieten” (Jesaja 35:1, 6, 7; 55:13). Het ten uitvoer brengen van Gods voornemen betekent derhalve dat de mensheid de buitengewoon vreugdevolle taak ten deel zal vallen de aarde te veranderen in een schitterende plaats die haar bewoners eeuwig vreugde zal schenken. Maar het zal meer dan alleen maar schitterend natuurschoon betekenen.

Het einde van armoede

10, 11. Hoe zal Jehovah honger uitbannen?

10 De verandering die uitgestrekte woestijnen en door droogte geteisterde gebieden zullen ondergaan, zal een enorme toename in produktief land betekenen. Onder het toezicht van de Schepper zal de mens er door zijn krachtsinspanningen in slagen de aarde een ongekende vruchtbaarheid te verlenen: „Jehovah [zal] van zijn zijde geven wat goed is, en ons eigen land zal zijn opbrengst geven” (Psalm 85:12). Die „opbrengst” zal zorgen voor „volop koren op aarde . . . ; op de top der bergen zal overvloed zijn” (Psalm 72:16). Nooit meer zullen miljoenen mensen de hongerdood sterven. — Jesaja 25:6.

11 Ook werkloosheid zal voorgoed tot het verleden behoren. En iedereen zal van de vruchten van zijn eigen werk genieten: „Zij zullen stellig wijngaarden planten en hun vrucht eten. . . . zij zullen niet planten en iemand anders ervan eten” (Jesaja 65:21, 22). Dit alles zal de economische zekerheid teweegbrengen die in Ezechiël 34:27 wordt beschreven: „Het geboomte van het veld moet zijn vrucht geven en het land zelf zal zijn opbrengst geven, en zij zullen werkelijk in zekerheid op hun grond blijken te zijn.”

12. Wie zullen zich in het Paradijs in behoorlijke huisvesting verheugen?

12 Maar mensen hebben ook een aangeboren verlangen naar een behoorlijk huis en een stukje grond om bloemen, bomen en een moestuin te planten. Kan men van behoorlijke huisvesting spreken wanneer miljoenen mensen opeengepakt in grote flatgebouwen of vervallen krottenwijken wonen, of op straat leven? Niets daarvan zal in het komende Paradijs bestaan, want God heeft zich voorgenomen: „Zij zullen stellig huizen bouwen en bewonen . . . Zij zullen niet bouwen en iemand anders het bewonen.” Dat wereldomvattende bouwprogramma zal volledig slagen en blijvend zijn: „Het werk van hun eigen handen zullen mijn uitverkorenen geheel verbruiken. Zij zullen niet voor niets zwoegen” (Jesaja 65:21-23). Behoorlijke huisvesting zal dus niet alleen het voorrecht van een rijke minderheid zijn, maar zal allen die zich aan Gods heerschappij onderwerpen, ten deel vallen.

Geen ziekte en geen dood meer

13, 14. Wat zal er met ziekte, gebreken en zelfs de dood gebeuren?

13 Gods Woord verzekert ons ook dat de voldoening schenkende omstandigheden in het Paradijs niet door invaliditeit of ziekte bedorven of door de dood bekort zullen worden: „Niemand die daar woont, zal zeggen: ’Ik ben ziek’” (Jesaja 33:24). „[God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:4.

14 Stelt u zich een wereld voor waarin alle ziekten en gebreken genezen zullen worden! Gods Woord zegt: „In die tijd zullen de ogen der blinden geopend worden, en de oren der doven zullen ontsloten worden. In die tijd zal de kreupele klimmen net als een hert, en de tong van de stomme zal een vreugdegeroep aanheffen” (Jesaja 35:5, 6). Wat een schitterende verandering! En stelt u zich ook eens het verbazingwekkende vooruitzicht voor om vanaf die tijd net zo lang te leven als God — voor eeuwig! Nooit meer zal de dood een vloek voor de mens vormen, want God „zal werkelijk de dood voor eeuwig verzwelgen”. — Jesaja 25:8.

15. Wat zal er gebeuren met oude mensen die het einde van dit samenstel overleven?

15 Maar hoe staat het met degenen die het einde van dit samenstel overleven en reeds oud zijn? Zullen zij louter een goede gezondheid op hoge leeftijd hebben en voor altijd zo blijven? Nee, want God heeft de macht om het verouderingsproces te keren, en hij zal die macht ook gebruiken. De bijbel beschrijft ons: „Zijn vlees worde frisser dan in de jeugd; hij kere terug tot de dagen van zijn jeugdige kracht” (Job 33:25). De bejaarden zullen geleidelijk terugkeren tot de volmaaktheid die Adam en Eva in Eden bezaten. Dit proces zal één resultaat zijn van de „herschepping” waarover Jezus sprak. — Matthéüs 19:28.

Blijvende wereldvrede

16, 17. Waarom zal het Paradijs niet door oorlog of geweld ontwricht worden?

16 Zal het Paradijs ooit door oorlog of geweld ontwricht worden? Niet wanneer het ’de oprechten zijn die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken die erop zullen overblijven. Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden; en wat de verraderlijken betreft, zij zullen ervan worden weggerukt’ (Spreuken 2:21, 22). Er kan geen oorlog of geweld zijn wanneer er geen vredeverstoorders meer zijn.

17 Waarom worden degenen die „zullen overblijven” nadat God de goddelozen en de verraderlijken heeft afgesneden, ’oprecht’ en ’onberispelijk’ genoemd? Omdat zij reeds onderwezen waren in Gods maatstaven voor een vredig leven en zich aan die maatstaven hadden aangepast. Die kennis van God, en gehoorzaamheid aan zijn wetten, is de sleutel tot vrede in het Paradijs, want de bijbel zegt: „Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten . . . want de aarde zal stellig vervuld zijn van de kennis van Jehovah zoals de wateren ook de zee bedekken” (Jesaja 11:9). Ook Jezus zei: „Zij zullen allen door Jehovah worden onderwezen”, en hij verklaarde dat degenen die dit onderwijs aanvaarden en ernaar leven, „eeuwig leven” zullen hebben. — Johannes 6:45-47.

18. Wie worden in deze tijd reeds onderwezen om vredig in het Paradijs te leven?

18 Dit op God gerichte, wereldomvattende onderwijs zal dan ook ongetwijfeld een volkomen vredige en harmonieuze wereld tot gevolg hebben, een wereld vrij van misdaad, vooroordeel en haat, vrij van politieke verdeeldheid en oorlog. De waarde van dit onderwijs wordt reeds gedemonstreerd onder miljoenen getuigen van Jehovah overal op aarde. Zij vormen een internationale broederschap die op liefde en wederzijds respect is gebaseerd (Johannes 13:34, 35). Hun wereldomvattende vrede en eenheid zijn onverbrekelijk. Zelfs vervolging of wereldoorlogen kunnen hen er niet toe brengen de wapens op te nemen tegen hun naasten waar maar ook ter wereld. Aangezien zulk een wereldomvattende vrede en eenheid zelfs te midden van de hedendaagse verdeelde wereld kunnen bestaan, zal het beslist veel gemakkelijker zijn om dit patroon onder Gods heerschappij in het Paradijs voort te zetten. — Matthéüs 26:52; 1 Johannes 3:10-12.

19. Welke vervulling van profetieën is thans aan de gang en zal in het Paradijs voortgang vinden?

19 Reeds bij het begin van het herstel van het Paradijs zal er derhalve overal op aarde vrede heersen. En de overlevenden van Gods wereldomvattende oorlog van Armageddon zullen in overeenstemming blijven handelen met de woorden van de profetie die zij nu reeds in vervulling doen gaan: „Zij zullen, natie tegen natie, geen zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren.” Daarom kan de profetie eraan toevoegen: „Zij zullen werkelijk ieder onder hun wijnstok en onder hun vijgeboom zitten, en er zal niemand zijn die hen doet beven” (Micha 4:3, 4). Voor hoe lang? De hartverwarmende belofte luidt: „Aan vrede zal geen einde zijn.” — Jesaja 9:7.

20. Wat zal Jehovah met de natiën en hun militaire uitrusting doen?

20 Het is waar dat de gemilitariseerde natiën thans als nooit tevoren hun wapenvoorraden hebben uitgebreid. Maar dat alles betekent niets voor Degene wiens kracht het universum heeft geschapen. Hij vertelt ons wat hij binnenkort met de militaire wapens van de natiën zal doen: „Komt, aanschouwt de activiteiten van Jehovah, hoe hij verbazingwekkende gebeurtenissen op de aarde heeft gesteld. Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde. De boog verbreekt hij en hij slaat de speer werkelijk aan stukken; de wagens verbrandt hij in het vuur” (Psalm 46:8, 9). Het verpletteren van de natiën en hun militaire macht zal de weg banen voor blijvende wereldvrede in het Paradijs. — Daniël 2:44; Openbaring 19:11-21.

Vrede met het dierenrijk

21, 22. Welke verhouding tussen mens en dier zal worden hersteld?

21 Om de wereldomvattende vrede in het Paradijs compleet te maken, zal ook de harmonie die er in Eden tussen mens en dier bestond, hersteld worden (Genesis 1:26-31). Thans is de mens voor veel dieren bang, en hij vormt op zijn beurt een bedreiging voor de dieren. Maar dat zal in het Paradijs niet zo zijn. Hoe God ook de harmonie tussen mens en dier in Eden heeft gehandhaafd, hij zal dit in het Paradijs opnieuw doen. Aldus zal de liefdevolle heerschappij van de mens over het dierenrijk weer een realiteit zijn.

22 In dit verband verklaart de Schepper: „Voor hen zal ik stellig een verbond sluiten op die dag in verband met het wild gedierte van het veld en met het vliegende schepsel des hemels en dat wat op de grond kruipt” (Hosea 2:18). Met welk resultaat? „Ik wil met hen een verbond des vredes sluiten en ik zal stellig het schadelijk wild gedierte uit het land wegdoen, en zij zullen werkelijk in zekerheid in de wildernis wonen en in de wouden slapen.” — Ezechiël 34:25.

23. Welke enorme verandering die binnen het dierenrijk zal plaatsvinden, wordt door Jesaja voorzegd?

23 De vrede die er onder mensen, en tussen mensen en dieren, zal bestaan, zal ook haar weerspiegeling vinden binnen het dierenrijk: „De wolf zal werkelijk een poosje verblijven bij het mannetjeslam, en bij het bokje zal de luipaard zelf zich neerleggen en het kalf en de jonge leeuw met manen en het weldoorvoede dier alle bij elkaar; en een kleine jongen nog maar zal leider over ze zijn. En de koe en de beer zullen weiden; samen zullen hun jongen neerliggen. En zelfs de leeuw zal stro eten net als de stier. En de zuigeling zal stellig spelen bij het hol van de cobra; en op de lichtopening van een giftige slang zal een gespeend kind werkelijk zijn eigen hand leggen. Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg.” — Jesaja 11:6-9.

24. Hoe beschrijft Psalm 37 de vrede die in het Paradijs zal bestaan?

24 Wat een prachtige beschrijving geeft de bijbel van de volkomen vrede die in het Paradijs zal bestaan! Het is geen wonder dat Psalm 37:11 over het leven in dat nieuwe samenstel zegt: „De zachtmoedigen . . . zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.”

De doden komen terug

25, 26. (a) Welke belofte doet Gods Woord in verband met de doden? (b) Waarom vormt het voor de Schepper geen probleem zich allen die zijn gestorven, te herinneren?

25 De toekomstige voordelen van het Paradijs zullen niet alleen degenen ten deel vallen die het einde van dit huidige samenstel van dingen overleven. Onder de heerschappij van Gods hemelse koninkrijk zal er een verbazingwekkende overwinning plaatsvinden — een totale overwinning over de dood. Niet alleen zal de overgeërfde dood overwonnen worden, maar degenen die reeds gestorven zijn, zullen weer tot leven komen en de gelegenheid krijgen om in het Paradijs te leven! Gods Woord garandeert: „Er [zal] een opstanding . . . zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen” (Handelingen 24:15). Wat een vreugdevolle aangelegenheid zal het zijn wanneer de ene generatie na de andere generatie van dierbare personen uit het graf worden teruggebracht! — Lukas 7:11-16; 8:40-56; Johannes 11:38-45.

26 Jezus zei: „Het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen, zij die goede dingen hebben gedaan, tot een opstanding des levens, zij die verachtelijke dingen hebben beoefend, tot een opstanding des oordeels” (Johannes 5:28, 29). Ja, degenen die in Gods herinnering zijn, zullen weer tot leven worden gebracht. En wij dienen niet te denken dat deze taak voor God te groot is. Bedenk dat hij biljoenen en biljoenen sterren heeft geschapen. En de bijbel zegt dat hij ze alle „bij name” roept (Jesaja 40:26). Het aantal mensen die hebben geleefd en zijn gestorven, is daar slechts een fractie van. God kan hen en hun levenspatroon dus gemakkelijk in zijn herinnering hebben.

27. Welke gelegenheid zullen allen in het Paradijs krijgen?

27 Allen die een opstanding krijgen, zullen in een paradijselijke omgeving in Gods rechtvaardige maatstaven onderwezen worden. Zij zullen niet door goddeloosheid, lijden of onrecht worden belemmerd, zoals dat in hun vroegere leven het geval was. Indien zij Gods heerschappij aanvaarden en zich aan zijn maatstaven onderwerpen, zullen zij eeuwig leven waardig geoordeeld worden (Efeziërs 4:22-24). Indien derhalve de dief die naast Jezus aan de paal hing, in het Paradijs wil blijven, dan moet hij van een dief in een eerlijk man veranderen. Maar het zal degenen die tegen Gods rechtvaardige heerschappij in opstand komen, niet worden toegestaan te blijven leven en de vrede en vreugde van anderen te verstoren. Zij zullen een ongunstig oordeel ontvangen. Op die wijze zal iedereen een volledige en eerlijke kans krijgen om te tonen of hij werkelijk waardering heeft voor het leven op een paradijsaarde waar ’rechtvaardigheid zal wonen’. — 2 Petrus 3:13.

28. Wat ligt dus vlak voor ons?

28 Samen met de overlevenden van Armageddon zullen de opgestane doden zich dan in een eindeloos, fascinerend leven verheugen. Het volmaakte menselijke brein, met zijn enorme potentieel om kennis op te slaan, zal voor eeuwig informatie kunnen blijven opnemen. Bedenk eens wat wij omtrent de aarde en het ontzagwekkende universum met zijn miljarden sterrenstelsels zullen leren! Denk eens aan het uitdagende en voldoening schenkende werk dat wij zullen doen op het gebied van de bouwkunst, tuinarchitectuur, tuinbouw, onderwijs, kunst, muziek, en op vele andere terreinen! Het leven zal dus niet saai of onproduktief zijn. In plaats daarvan zal, zoals de bijbel voorzegt, elke dag in het Paradijs een „heerlijke verrukking” zijn (Psalm 37:11). Het begin van een wonderbaarlijk nieuw tijdperk ligt dus vlak voor ons.

[Studievragen]

[Inzet op blz. 232]

Mensen kunnen geen ideale omstandigheden bewerkstelligen — God wel

[Inzet op blz. 236]

De aarde zelf zal een ingrijpende verandering ondergaan

[Inzet op blz. 242]

Het verpletteren van de natiën en hun militaire macht zal de weg banen voor wereldvrede

[Inzet op blz. 244]

Zij zullen „heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede”

[Inzet op blz. 246]

Een wonderbaarlijk nieuw tijdperk ligt vlak voor ons

[Illustratie op blz. 233]

Zulke ideale omstandigheden zouden ons in staat stellen ten volle van het leven te genieten

Paradijselijke omgeving

Volkomen veiligheid

Boeiend werk

Blakende gezondheid

Eeuwig leven

[Illustratie op blz. 234]

Degenen die onafhankelijk van de Schepper verkiezen te zijn, zullen afgesneden worden

[Illustratie op blz. 235]

Degenen die „op Jehovah hopen”, zullen in leven blijven

[Illustraties op blz. 236, 237]

De mensheid zal de vreugdevolle taak hebben de aarde in een paradijs te veranderen

[Illustratie op blz. 238]

Er zal economische zekerheid voor allen zijn

[Illustraties op blz. 239]

De pracht van het Paradijs zal niet worden ontsierd door invaliditeit, ziekte of dood

[Illustratie op blz. 240]

„Zijn vlees worde frisser dan in de jeugd; hij kere terug tot de dagen van zijn jeugdige kracht.” — Job 33:25

[Illustratie op blz. 241]

Er zal geen oorlog of geweld zijn in het Paradijs. Alle wapens zullen vernietigd worden. — Ezechiël 39:9, 10

[Illustratie op blz. 243]

De harmonie tussen mensen en dieren zal worden hersteld

[Illustratie op blz. 245]

De doden zullen weer tot leven komen en de gelegenheid krijgen om in het Paradijs te leven! Gods Woord garandeert: „Er [zal] een opstanding . . . zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen”