Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Waarom aanvaarden velen evolutie?

Waarom aanvaarden velen evolutie?

Hoofdstuk 15

Waarom aanvaarden velen evolutie?

1, 2. Wat is één reden waarom veel mensen in evolutie geloven?

ZOALS wij hebben gezien, zijn er enorm veel bewijzen ten gunste van schepping. Waarom verwerpen veel mensen dan schepping en aanvaarden in plaats daarvan evolutie? Eén reden vinden wij in wat hun op school is geleerd. De leerboeken staan bijna altijd evolutie voor. De leerling krijgt zelden of nooit tegenargumenten te horen. In feite worden argumenten tegen evolutie gewoonlijk geweerd uit de op school gebruikte lesboeken.

2 In het tijdschrift American Laboratory schreef een biochemicus over de schoolopleiding van zijn kinderen: „Het kind krijgt evolutie niet als een theorie behandeld. Al in de tweede klas (dit baseer ik op wat ik in de leerboeken van mijn kinderen heb gelezen) worden in natuurwetenschappelijke teksten subtiele opmerkingen gemaakt. Evolutie wordt als een realiteit behandeld, niet als een idee dat men aan een beoordeling kan onderwerpen. Op gezag van het onderwijsstelsel wordt dus geloof afgedwongen.” Met betrekking tot evolutieonderwijs in de hogere klassen zei hij: „Het wordt de leerling niet toegestaan een persoonlijke overtuiging te bezitten of te uiten: doet de leerling dit wel, dan wordt hij blootgesteld aan bespotting of kritiek van de zijde van de docent. Vaak riskeert de leerling dat zijn studie eronder lijdt, omdat zijn zienswijze niet ’correct’ is en hij een lager cijfer krijgt.”1

3. Hoe worden heel wat mensen geconditioneerd om evolutie te aanvaarden?

3 Niet alleen het onderwijs is doortrokken van evolutionistische denkbeelden, maar alle gebieden van de natuurwetenschappen en ook andere terreinen, zoals geschiedenis en filosofie. In boeken, tijdschriftartikelen, films en televisieprogramma’s wordt evolutie als een vaststaand feit behandeld. Vaak horen of lezen wij woorden als: ’Toen de mens uit de lagere dieren evolueerde’, of: ’Miljoenen jaren geleden, toen het leven in de oceanen evolueerde.’ Mensen worden dus geconditioneerd om evolutie als een feit te aanvaarden, en bewijzen voor het tegendeel blijven onopgemerkt.

Het gewicht van ’gezaghebbende’ uitspraken

4. Hoe wordt het gewicht van ’gezaghebbende’ uitspraken ten gunste van evolutie gebruikt?

4 Wanneer vooraanstaande leerkrachten en geleerden beweren dat evolutie een feit is, en het doen voorkomen dat alleen onontwikkelden weigeren erin te geloven, hoeveel leken zullen hen dan tegenspreken? Het gezag waarmee zij hun opvattingen verkondigen, vormt er een belangrijke reden voor dat grote aantallen mensen evolutie aanvaarden.

5. (a) Welk voorbeeld toont aan hoe geleerden vaak hun autoriteit willen doen gelden? (b) Waarom zijn zulke beweringen onjuist?

5 Een voorbeeld dat kenmerkend is voor zienswijzen waardoor leken vaak worden geïntimideerd, is de volgende bewering van Richard Dawkins: „Darwins theorie wordt thans door alle beschikbare relevante bewijzen ondersteund, en de waarheid ervan wordt door geen enkele serieuze bioloog in deze tijd betwijfeld.”2 Maar is dit werkelijk zo? Helemaal niet. Een vluchtig onderzoek reeds zal onthullen dat vele geleerden, met inbegrip van ’serieuze biologen in deze tijd’, niet slechts aan evolutie twijfelen, maar er helemaal niet in geloven.3 Zij geloven dat de bewijzen ten gunste van schepping veel en veel krachtiger zijn. Generaliserende opmerkingen zoals die van Dawkins zijn dus onjuist. Maar ze zijn kenmerkend voor pogingen om tegenstand door middel van zulke taal de kop in te drukken. Een waarnemer merkte dit op en schreef in de New Scientist: „Stelt Richard Dawkins zo weinig geloof in de bewijzen voor evolutie dat hij generaliserende opmerkingen moet maken om tegenstanders van zijn opvattingen de mond te snoeren?”4

6. Hoe is evolutionistisch dogmatisme in strijd met de aanvaarde wetenschappelijke methode?

6 In dezelfde trant zegt het boek A View of Life, door de evolutionisten Luria, Gould en Singer, dat „evolutie een feit is”, en beweert: „Wij zouden even goed kunnen betwijfelen dat de aarde rond de zon draait, of dat water een verbinding is van waterstof en zuurstof.”5 Het verklaart ook dat evolutie net zozeer een feit is als het bestaan van de zwaartekracht. Maar er kan experimenteel worden bewezen dat de aarde rond de zon draait, en dat er water ontstaat wanneer men waterstof en zuurstof bij elkaar brengt, en dat de zwaartekracht bestaat. Evolutie kan niet experimenteel worden bewezen. Ja, deze zelfde evolutionisten geven toe dat „er over evolutietheorieën felle debatten gaande zijn”.6 Maar zijn er nog steeds felle debatten gaande over de vraag of de aarde rond de zon draait, of waterstof en zuurstof samen water vormen en of er een zwaartekracht bestaat? Nee. Is het dan redelijk om te zeggen dat evolutie net zozeer een feit is als deze dingen?

7. Waarom baseren geleerden hun conclusies niet altijd op feiten?

7 In een voorwoord bij John Readers boek Missing Links laat David Pilbeam uitkomen dat geleerden hun conclusies niet altijd op feiten baseren. Eén reden is volgens Pilbeam dat geleerden „ook mensen zijn en dat er veel op het spel staat, want er zijn flonkerende prijzen in de vorm van roem en publiciteit”. Evolutie, zo wordt in het boek toegegeven, is „een wetenschap waarin individuele ambities de aandrijvende kracht vormen, en daarom vatbaar voor vooropgezette meningen”. Als voorbeeld wordt er opgemerkt: „Wanneer een vooropgezet idee . . . zo enthousiast wordt ontvangen en zo lang wordt aanvaard als in het geval van de Piltdown-mens, toont de wetenschap een verontrustende neiging om iets te geloven voordat het onderzocht is.” De auteur voegt eraan toe: „Hedendaagse [evolutionisten] zijn niet minder geneigd vast te houden aan onjuiste gegevens die hun veronderstellingen ondersteunen dan vroegere onderzoekers . . . [die] objectieve vaststellingen naast zich neerlegden ten gunste van denkbeelden die zij graag wilden geloven.”7 Doordat sommige geleerden zich dus met hart en ziel verbonden hebben aan evolutie en de wens koesteren carrière te maken, willen zij niet toegeven dat vergissingen mogelijk zijn. In plaats daarvan werken zij liever aan het rechtvaardigen van vooropgezette ideeën, dan dat zij het bestaan van mogelijk bezwarende feiten erkennen.

8. Waarom betreurde W. R. Thompson de blindelingse bekering tot het geloof in evolutie?

8 Deze onwetenschappelijke houding werd opgemerkt en betreurd door W. R. Thompson in zijn voorwoord bij de jubileumuitgave van Darwins The Origin of Species. Thompson verklaarde: „Indien de argumenten een analyse niet kunnen doorstaan, dient men er niet mee in te stemmen, en een blindelingse bekering op grond van ondeugdelijke bewijzen moet als betreurenswaardig worden beschouwd.” Hij zei: „De feiten en interpretaties waarop Darwin zich verliet, zijn thans niet overtuigend meer. De langdurige onderzoekingen op het gebied van erfelijkheid en variatie hebben de positie van het darwinisme ondermijnd.”8

9. Wat zei Thompson over geleerden die kritiek op evolutie verzwijgen?

9 Thompson merkte ook op: „Een lang aanhoudend en betreurenswaardig effect van het succes van de Origin was de verslaafdheid van biologen aan niet te verifiëren speculaties. . . . Het succes van het darwinisme ging vergezeld van een achteruitgang in wetenschappelijke integriteit.” Hij besloot: „Deze situatie, dat wetenschappers de handen ineenslaan om een leer te verdedigen die zij niet wetenschappelijk kunnen definiëren, laat staan met wetenschappelijke nauwkeurigheid kunnen aantonen, terwijl zij het vertrouwen van het publiek trachten te behouden door kritiek te verzwijgen en moeilijkheden te negeren, is abnormaal en onwenselijk in de wetenschap.”9

10. Waarom aanvaarden veel geleerden evolutie als een „feit”?

10 Evenzo bekritiseerde Anthony Ostric, een hoogleraar in de antropologie, zijn wetenschappelijke collega’s omdat zij het „als een feit” stelden dat de mens van aapachtige dieren afstamt. Hij zei dat het „op zijn hoogst een hypothese is, en dan nog niet eens een goed ondersteunde”. Hij merkte op dat „er geen bewijzen zijn dat de mens niet in wezen hetzelfde is gebleven sinds de eerste tekenen van zijn verschijning”. De antropoloog zei dat verreweg de meeste academici zich bij de voorstanders van evolutie hebben aangesloten „uit vrees dat zij geen serieuze geleerden genoemd zouden worden of uit serieuze academische kringen zouden worden geweerd”.10 In dit verband merken Hoyle en Wickramasinghe eveneens op: „Òf je gelooft de veronderstellingen, òf je wordt onvermijdelijk als een ketter gebrandmerkt.”11 Een gevolg hiervan is dat veel geleerden niet bereid zijn het standpunt inzake schepping onbevooroordeeld te onderzoeken. In een brief aan de redacteur van Hospital Practice werd dan ook opgemerkt: „De wetenschap is altijd prat gegaan op haar objectiviteit, maar ik ben bang dat wij wetenschappers hard bezig zijn het slachtoffer te worden van de bevooroordeelde, kortzichtige denkwijze die wij zo lang verafschuwd hebben.”12

Het falen van de godsdiensten

11. Hoe is het falen van religie een factor die een rol speelt bij het aanvaarden van evolutie?

11 Nog een reden waarom evolutie wordt aanvaard, is het falen van de conventionele godsdiensten, zowel in wat ze leren als in wat ze doen, alsook het feit dat ze in gebreke zijn gebleven het scheppingsverslag van de bijbel juist weer te geven. Welingelichte personen zijn zich heel goed bewust van het bericht van huichelarij, onderdrukking en inquisities dat de religie heeft opgebouwd. Zij hebben gezien dat de geestelijkheid steun verleende aan moordzuchtige dictators. Zij weten dat mensen met dezelfde godsdienst elkaar in oorlogstijd bij miljoenen hebben gedood, terwijl aan beide zijden de geestelijkheid erachter stond. Zij zien dus geen reden om nog enige aandacht te schenken aan de God die door deze religies vertegenwoordigd zou worden. Deze vervreemding wordt nog bevorderd door absurde en onbijbelse leerstellingen. Denkbeelden zoals eeuwige pijniging — dat God mensen voor eeuwig in een letterlijk hellevuur roostert — zijn weerzinwekkend voor nadenkende personen.

12. Wat toont dit falen van religie in werkelijkheid aan?

12 Maar niet alleen nadenkende personen vinden zulke religieuze leerstellingen en daden weerzinwekkend. Uit de bijbel blijkt dat ook God er een afkeer van heeft. De bijbel stelt de huichelarij van bepaalde religieuze leiders dan ook onomwonden aan de kaak. Er wordt bijvoorbeeld over hen gezegd: „Zo schijnt ook gij, van buiten weliswaar, rechtvaardig voor de mensen, maar van binnen zijt gij vol huichelarij en wetteloosheid” (Matthéüs 23:28). Jezus vertelde de gewone mensen dat hun geestelijken „blinde gidsen” waren die hun geen leer brachten die van God afkomstig was, maar in plaats daarvan „mensengeboden als leerstellingen” onderwezen (Matthéüs 15:9, 14). Zo veroordeelt de bijbel ook religieaanhangers die ’in het openbaar bekendmaken dat zij God kennen, maar hem verloochenen door hun werken’ (Titus 1:16). Religies die huichelarij en bloedvergieten hebben bevorderd of goedgekeurd, spruiten dus, in weerwil van hun beweringen, niet uit God voort noch vertegenwoordigen ze hem. In plaats daarvan worden ze „valse profeten” genoemd en vergeleken met bomen die „waardeloze vruchten” voortbrengen. — Matthéüs 7:15-20; Johannes 8:44; 13:35; 1 Johannes 3:10-12.

13. Welk gebrek aan leiding treedt in de religie aan het licht?

13 Vele godsdiensten hebben ook gecapituleerd op het gebied van de evolutie, en bieden hun mensen derhalve geen alternatief. De New Catholic Encyclopedia zegt bijvoorbeeld: „Algemene evolutie, zelfs van het lichaam van de mens, schijnt het meest waarschijnlijke wetenschappelijke ontstaansverslag te zijn.”13 Tijdens een vergadering in het Vaticaan stemden twaalf geleerden die het hoogste wetenschappelijke orgaan van de Katholieke Kerk vertegenwoordigden, met de volgende conclusie in: „Wij zijn ervan overtuigd dat massa’s bewijzen de toepassing van de evolutiegedachte op de mens en andere primaten boven serieuze twijfel verheffen.”14 Is het waarschijnlijk dat niet ter zake kundige kerklidmaten, wanneer evolutie zozeer door de religie ondersteund wordt, dit zullen tegenspreken, ook al zijn er in werkelijkheid „massa’s bewijzen” die niet op evolutie maar juist op schepping duiden?

14. Hoe wordt het zo gecreëerde vacuüm vaak opgevuld?

14 Het aldus geschapen vacuüm wordt vaak door agnosticisme en atheïsme opgevuld. Mensen zeggen hun geloof in God vaarwel en aanvaarden evolutie als het alternatief. In een aantal landen maakt op evolutie gebaseerd atheïsme thans deel uit van het officiële staatsbeleid. De verantwoordelijkheid voor een groot deel van dit ongeloof kan aan de religies van deze wereld worden toegeschreven.

15. Welke andere onjuiste religieuze ideeën zijn niet bevorderlijk voor het geloof in God en de bijbel?

15 Ook zijn sommige religieuze leerstellingen er de oorzaak van dat mensen geloven dat de bijbel dingen leert die in strijd zijn met wetenschappelijke feiten, en daarom verwerpen zij de God van de bijbel. Zo werd in een eerder hoofdstuk al opgemerkt dat sommigen ten onrechte beweren dat de bijbel leert dat de aarde in zes letterlijke dagen van 24 uur werd geschapen, en dat ze maar 6000 jaar oud is. De bijbel leert deze dingen echter niet.

’Ik geloof alleen wat ik zie’

16. Waarom verwerpen sommige mensen het denkbeeld van een Schepper?

16 Sommige mensen verwerpen in alle ernst het denkbeeld van een Schepper omdat zij zich op het standpunt stellen: ’Ik geloof alleen wat ik zie.’ Indien iets niet op de een of andere manier gezien of gemeten kan worden, zijn zij wellicht van mening dat het niet bestaat. Het is waar dat zij in het dagelijks leven het bestaan erkennen van vele dingen die men niet kan zien, zoals elektriciteit, magnetisme, radio- of televisiegolven en zwaartekracht. Toch verandert dit hun zienswijze niet, omdat al deze dingen wel met andere natuurkundige middelen gemeten of waargenomen kunnen worden. Maar er bestaat geen natuurkundige methode om een Schepper, of God, zichtbaar of waarneembaar te maken.

17, 18. (a) Welke zichtbare bewijzen tonen het bestaan van een onzichtbare Schepper aan? (b) Waarom dienen wij niet te verwachten dat wij God kunnen zien?

17 Zoals wij in voorgaande hoofdstukken hebben gezien, is er echter een gegronde reden om in het bestaan van een onzichtbare Schepper te geloven, omdat wij de bewijzen, de waarneembare resultaten, van zijn werk kunnen zien. Wij zien ze in de technische perfectie en ingewikkeldheid van de atoomstructuur, in het prachtig georganiseerde universum, in de unieke planeet Aarde, in het verbazingwekkende ontwerp in levende organismen en in het ontzag inboezemende brein van de mens. Dit zijn ’gevolgen’ die ter verklaring van hun bestaan een toereikende ’oorzaak’ moeten hebben. Zelfs aanhangers van het materialisme aanvaarden deze wet van ’oorzaak en gevolg’ op alle andere terreinen. Waarom dan niet ook met betrekking tot het universum zelf?

18 Dit punt wordt in de eenvoudige redenering van de bijbel het best onder woorden gebracht: „De onzichtbare eigenschappen [van de Schepper], dat wil zeggen zijn eeuwigdurende kracht en godheid, zijn sinds het begin der wereld zichtbaar voor het oog des verstands, in de dingen die hij heeft gemaakt” (Romeinen 1:20, The New English Bible). Met andere woorden: de bijbel redeneert van gevolg naar oorzaak. De zichtbare schepping, de ontzag inboezemende „dingen die hij heeft gemaakt”, zijn een duidelijk gevolg waarvoor een intelligente oorzaak moet bestaan. Die onzichtbare oorzaak is God. Ook is het zo dat de Schepper, als Maker van het gehele universum, ongetwijfeld een kracht bezit die zo geweldig is dat mensen van vlees en bloed niet moeten verwachten dat zij God kunnen zien en toch in leven zullen blijven. De bijbel zegt dan ook: „Geen mens kan [God] zien en nochtans leven.” — Exodus 33:20.

Nog een belangrijke reden voor ongeloof

19. Wat is nog een reden waarom velen evolutie aanvaarden?

19 Er is nog een belangrijke reden waarom velen het geloof in God vaarwelzeggen en evolutie aanvaarden. Die reden is dat er zoveel lijden bestaat. Al eeuwenlang is de geschiedenis overheerst door onrecht, onderdrukking, misdaad, oorlog, ziekte en dood. Veel mensen begrijpen niet waarom al deze moeilijkheden over de menselijke familie zijn gekomen. Zij zijn van mening dat een almachtige Schepper zulke dingen niet zou hebben toegelaten. Aangezien die dingen toch bestaan, zijn zij van mening dat God niet kan bestaan. Wanneer hun derhalve de evolutietheorie wordt aangeboden, aanvaarden zij deze als het enige alternatief, vaak zonder veel na te vorsen.

20. Welke vragen behoeven een antwoord?

20 Waarom zou een almachtige Schepper dan zoveel lijden toelaten? Zal het altijd zo blijven? Wanneer men het antwoord op dit probleem begrijpt, zal men als gevolg daarvan beter kunnen doorgronden hoe het komt dat de evolutietheorie in onze tijd zo wijdverbreid is.

[Studievragen]

[Inzet op blz. 179]

De leerling krijgt zelden tegenargumenten te horen

[Inzet op blz. 180]

Natuurwetenschappen en andere terreinen van wetenschap zijn doortrokken van evolutiedenkbeelden

[Inzet op blz. 180]

Veel leerkrachten en geleerden geven onverholen of bedektelijk te kennen dat alleen onontwikkelden niet in evolutie geloven

[Inzet op blz. 182]

’De [evolutie]wetenschap toont een verontrustende neiging om iets te geloven voordat het onderzocht is’

[Inzet op blz. 182]

„De feiten en interpretaties waarop Darwin zich verliet, zijn thans niet overtuigend meer”

[Inzet op blz. 183]

’Kritiek verzwijgen is abnormaal en onwenselijk in de wetenschap’

[Inzet op blz. 185]

Het vacuüm dat door religieuze dwaling wordt geschapen, leidt vaak tot aanvaarding van evolutie

[Inzet op blz. 187]

Doordat er lijden bestaat, zeggen velen het geloof in God vaarwel en aanvaarden evolutie

[Illustraties op blz. 181]

Zijn er nog steeds felle debatten gaande over de vraag of de aarde rond de zon draait, of water een verbinding is van waterstof en zuurstof en of er wel een zwaartekracht bestaat?

Baan rond de zon

Water

Zwaartekracht

[Illustratie op blz. 184]

Geestelijken die in oorlogstijd beide zijden hun steun verlenen, onverdraagzaamheid, en valse leerstellingen zoals die van het hellevuur doen mensen van godsdienst vervreemden

[Illustraties op blz. 186]

Het bestaan van een Schepper wordt bewezen door „de dingen die hij heeft gemaakt”