Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Masturbatie en homoseksualiteit

Masturbatie en homoseksualiteit

Hoofdstuk 5

Masturbatie en homoseksualiteit

1-4. (a) Wat is masturbatie? (b) Waarom hoeft iets wat algemeen gebruikelijk is, nog niet juist te zijn? (c) Waarom dienen wij ons voor Gods zienswijze met betrekking tot deze aangelegenheid te interesseren?

IS DE wijze waarop het lichaam van jongens en meisjes zich gedurende de puberteit ontwikkelt zodat zij kinderen kunnen verwekken of baren, niet verbazingwekkend? Gelijktijdig met deze lichamelijke verandering treedt er meestal ook een verandering qua instelling tegenover het andere geslacht op. Er ontwikkelt zich een zekere aantrekkingskracht, en meestal krijgen jongens grote belangstelling voor meisjes en meisjes voor jongens. Doch tegelijkertijd willen zij weten wat zich in hun eigen snel veranderende lichaam voltrekt. Hoe dient men deze nieuwsgierigheid te bevredigen? Zou het goed zijn je geslachtsorgaan te strelen of te wrijven totdat de prikkeling haar hoogtepunt bereikt, of er op een andere manier mee te spelen?

2 Dit wordt zelfbevrediging of masturbatie genoemd, en het is een zeer wijdverbreide gewoonte. Over dit onderwerp zegt een bepaalde autoriteit: „Ieder serieus statistisch onderzoek waarover wij beschikken, toont duidelijk aan dat . . . minstens 95% van de jongens en jonge mannen tussen de leeftijd van dertien en vijfentwintig jaar gedurende bepaalde tijdsperioden uit gewoonte masturbeert.” Bovendien wordt in dit zelfde werk gezegd dat „veertig tot vijftig percent van de meisjes masturbeert”. Sommige mensen zeggen dat deze cijfers bewijzen dat masturbatie „iets normaals” is en dat het „een oorzaak van bezorgdheid is wanneer een gezonde jongen of een gezond meisje niet masturbeert”.

3 Welnu, hoe denk jij erover? Ben je het ermee eens dat omdat masturberen tegenwoordig iets heel gewoons is, het daarom een natuurlijke, normale lichaamsfunctie is? Liegen en stelen is tegenwoordig ook heel gewoon. Toch zou je niet willen beweren dat deze praktijken daarom natuurlijk en normaal zijn, of wel soms? Verkoudheid komt zeer algemeen voor, maar dit betekent toch stellig niet dat jij graag verkouden wil worden, is het wel? Wat valt er echter te zeggen over de bewering dat masturbatie onschadelijk is?

4 De meeste artsen beweren dat zo nu en dan masturberen onschadelijk voor het lichaam is. Net als de meeste psychiaters, zeggen zij dat het alleen schadelijk is als de betrokken persoon schuldgevoelens heeft die geestelijke en emotionele stoornissen veroorzaken, waaruit weer lichamelijke stoornissen voortkomen. Artsen en psychiaters zijn echter onvolmaakte mensen, die onderhevig zijn aan dwaling, en hun opvattingen wijzigen. Er bestaat echter een raadgever waartoe jonge mensen zich kunnen wenden die stabiel en vrij van dwaling of een verkeerd oordeel is — Gods Woord. En als wij niet alleen een langer leven, doch eeuwig leven in Gods gunst wensen, dienen wij zijn wijsheid en raad te zoeken. Hij kan voor ons en voor ons geluk doen wat mensen nooit zouden kunnen doen.

DE ZIENSWIJZE VAN IEMAND DIE HOGER IS

5, 6. (a) Wat heeft de raad in Kolossenzen 3:5 met masturbatie te maken? (b) Hoe brengt de bijbel deze gewoonte met „begerigheid” en ’hebzucht’ in verband?

5 De eigenlijke vraag is dus niet hoe nadelig masturbatie voor het lichaam zou kunnen zijn, maar welke geestelijke schade er het gevolg van is. Het is waar dat de woorden „masturbatie” en „zelfbevrediging” niet in de bijbel staan, maar hoe moet je de geïnspireerde raad van de apostel Paulus in Kolossenzen 3:5 begrijpen? Tot degenen die Gods goedkeuring niet willen verliezen, zegt hij: „Doodt daarom [Prikkelt niet] uw lichaamsleden die op de aarde zijn ten aanzien van hoererij, onreinheid, seksuele begeerte, schadelijke verlangens en begerigheid.” In tegenstelling tot hoererij is masturbatie iets wat iemand alléén doen kan, maar is het daarom niet onrein? Of is het net zo goed toegeven aan of beheerst worden door „seksuele begeerte”?

6 De apostel schrijft ook over degenen die zich hebben „overgegeven aan een losbandig gedrag om hebzuchtig allerlei onreinheid te bedrijven” (Efeziërs 4:19). In zijn brief aan de Kolossenzen, die in de vorige paragraaf werd aangehaald, sprak Paulus over „begerigheid” en in deze tekst over ’hebzucht’. Is masturbatie feitelijk geen uiting van deze beide onwenselijke eigenschappen? Hoe dat zo? Men brengt erdoor tot uitdrukking dat men iets begeert dat hem of haar rechtens niet toebehoort. God heeft het huwelijk gegeven als de enige regeling waarbinnen seksuele verlangens bevredigd kunnen worden. Wie masturbatie beoefent, tracht die bevrediging in feite te verkrijgen zonder de prijs ervoor te betalen. De prijs is het op zich nemen en dragen van de verantwoordelijkheden die met het huwelijk gepaard gaan. Merk in dit verband op dat de apostel, toen hij personen die ’brandden van hartstocht’ raad gaf, niet zei dat zij verlichting moesten zoeken door masturbatie, maar door middel van Gods voorziening van het huwelijk. — 1 Korinthiërs 7:2, 9.

7, 8. (a) Als masturbatie een gewoonte wordt, hoe kan dit dan van invloed zijn op iemands vooruitzichten op een gelukkig huwelijk? (b) Waarom zou het verkeerd zijn masturbatie als een middel te beschouwen waardoor men een grove overtreding van Gods wet zou kunnen vermijden?

7 In werkelijkheid kan masturbatie je toekomstige huwelijksgeluk in gevaar brengen. Als iemand gewend is zijn of haar hartstochten door masturbatie te bevredigen, ontwikkelt zich hieruit de gewoonte alleen aan zijn of haar eigen genot en bevrediging te denken. In het huwelijk is het echter, vooral van de zijde van de man, noodzakelijk zich ook te bekommeren om het genot en de bevrediging van de ander, want anders verslechteren de huwelijksbetrekkingen, hetgeen alleen maar tot verdriet en ontgoocheling leidt. Juist dit feit, dat veel gehuwde mannen alleen aan hun eigen bevrediging denken en geen rekening houden met de behoeften van hun vrouw, vormt een van de grootste problemen in het huwelijk. Dit is ongetwijfeld voor een groot deel aan een voorechtelijke masturbatiegewoonte te wijten.

8 „Maar”, zo zouden enkele personen kunnen aanvoeren, „als men nu te jong voor het huwelijk is? Zal masturbatie in de tijd dat men nog niet is getrouwd, iemand dan niet beschermen tegen een ergere overtreding van Gods wet, zoals hoererij of homoseksualiteit?” Het zou zo kunnen lijken, maar is dit een gezonde redenatie? Neen. Masturbatie verzwakt een goed geweten en liefde voor wat juist is, en het zijn juist deze dingen die iemands grootste bescherming tegen zulke praktijken vormen. Evenals verslaving aan verdovende middelen, kan masturbatie iets worden waartoe iemand zijn toevlucht neemt telkens als hij of zij druk of spanning van welke aard maar ook voelt en de wil mist de problemen die een dergelijke spanning veroorzaken, onder de ogen te zien en te overwinnen. Er kan dus een vicieuze cirkel door ontstaan, die iemand ten slotte tot een slaaf maakt. God zegt echter dat wij ons lichaam in bedwang moeten hebben en niet over ons moeten laten heersen.

HOMOSEKSUELE PRAKTIJKEN

9-13. (a) Waarom staat iemand die zelfbevrediging beoefent, eerder open voor homoseksuele handelingen? Wordt iemand als homoseksueel geboren? (b) Hoe denkt God over zulke praktijken? (c) Kan men ermee breken? (Romeinen 1:24-27; Leviticus 18:22, 23; 1 Korinthiërs 6:9-11)

9 Uit zwakheid aan seksuele begeerten toegeven door jezelf te bevredigen, zal je beslist geen kracht geven staande te blijven wanneer je in een situatie geraakt waarin je wordt verleid hoererij — of zelfs homoseksualiteit — te bedrijven. Integendeel, het bevordert een verkeerde denkwijze en verkeerde verlangens. Masturbatie kan zelfs tot homoseksualiteit leiden. In zulke gevallen zoekt iemand — die niet meer tevreden is zich op z’n eentje met seksuele activiteiten bezig te houden — een partner om samen hun seksspelletje te kunnen beoefenen.

10 Dit komt veel vaker voor dan men zou denken. In tegenstelling tot wat vele personen denken, worden homoseksuelen niet zo geboren, maar hun homoseksuele gedrag is iets dat wordt aangeleerd. Vaak begint dit wanneer iemand op zeer jonge leeftijd met de geslachtsdelen van iemand anders speelt en dan homoseksuele handelingen verricht. Een jongeman zegt hierover:

11 „Toen ik klein was, bekommerden mijn ouders zich heel weinig om me. Ik kon doen en laten wat ik wilde. Toen ik nog maar ongeveer acht jaar oud was, brachten mijn oudere neven mij ertoe homoseksuele handelingen te verrichten. Ik vond het prettig en bleef er dus mee doorgaan, eerst met hen en later met anderen. Ik hield mij er al gauw bijna dagelijks mee bezig. In het begin besefte ik in het geheel niet dat ik iets verkeerds deed. Van mijn ouders had ik niets over zedelijk gedrag geleerd en ik had ook nooit vertrouwelijke gesprekken met hen.

12 Wij woonden toen in een Middenamerikaans land. Later verhuisden wij naar New York, waar ik afstudeerde. Ik bleef ook homoseksuele praktijken beoefenen. Op school en in de stad wemelt het van homoseksuelen en ik had dus gelegenheid in overvloed. Naarmate ik ouder werd, besefte ik dat ik iets tegennatuurlijks deed, iets wat onjuist was. Ik bleef het echter doen omdat ik dit graag wilde. Deze seksuele handelingen lokten mij ten zeerste aan.”

13 De jongeman was een homoseksueel geworden en slechts met de grootste moeite kon hij deze levenswijze de rug toekeren. Wat bewoog hem ertoe zich te veranderen? Het verlangen Jehovah God te behagen. Toen de jongeman begreep dat God homoseksuele handelingen als „tegennatuurlijk” beschouwt en dat Hij ze volledig afkeurt, ging hij deze praktijken bestrijden totdat hij ze had overwonnen. Gods Woord spreekt duidelijke taal over deze aangelegenheid: „Vergist u niet: geen hoereerder of afgodendienaar, niemand die zich schuldig maakt aan hetzij overspel of homoseksuele perversie . . . zal het koninkrijk van God bezitten.” — 1 Korinthiërs 6:9, 10, The New English Bible.

HET PROBLEEM DOOR ZELFBEHEERSING OVERWINNEN

14-16. (a) Wat kan men doen om zijn seksuele verlangens te onderdrukken? (Filippenzen 4:8; 1 Thessalonicenzen 4:3-5) (b) Hoe kun je verlichting vinden wanneer je seksuele hartstocht voelt opkomen? (Psalm 1:1, 2; 63:6, 7)

14 Datgene waarover je denkt, heeft veel te maken met hoe je je voelt en wat je doet. Wat wil je dus in werkelijkheid? Wil je je meestentijds seksueel geprikkeld voelen, waardoor je in de gewoonte vervalt te masturberen of misschien zelfs een homoseksueel wordt? Dan behoef je je gedachten alleen maar stil te laten staan bij seksuele dingen. Als je echter niet wil dat een dergelijke seksuele drang je van je levensvreugde berooft en je verhindert dingen te doen die werkelijk de moeite waard zijn, oefen dan zelfbeheersing en richt je geest op andere dingen.

15 Als afbeeldingen, lectuur of andere dingen die seksueel prikkelend zijn, op je weg komen, wees dan niet zo zwak te zwichten. Als je je gedachten bij zulke dingen laat stilstaan of aan een gesprek deelneemt dat om zulke dingen draait, zul je er met een gevoel van ontreddering voor betalen en je kweekt innerlijke spanningen aan. Dat komt doordat hoe langer je naar zulke dingen kijkt of erover spreekt, hoe meer je hart erbij betrokken raakt. En het is voornamelijk je hart waardoor je tot handelen wordt aangezet.

16 Maar als je nu zelfs onder normale omstandigheden eens hartstocht in je voelt opkomen? Hoe kun je dan verlichting vinden? Niet door zelfbevrediging, maar door je geest, hart en lichaam met iets anders bezig te houden. Je kunt wat gaan werken, lichaamsoefeningen of een spel gaan doen, of wat gaan wandelen. Zoek een gesprekspartner op voor wie je achting hebt, of bel zo iemand desnoods zelfs op. De bijbel of bijbelverklarende lectuur lezen — misschien zelfs hardop — is een van de voortreffelijkste hulpmiddelen. En leg het probleem bovenal in gebed aan je hemelse Vader, Jehovah God, voor.

17-20. (a) Van welk nut kunnen veranderingen op het gebied van de slaap- en eetgewoonten alsook van de hygiëne zijn? (b) Waarom dient men niet te denken dat de situatie hopeloos is, zelfs al moet men een zware strijd voeren om het goede te doen? (Psalm 103:13, 14)

17 Er zijn natuurlijk nog vele andere simpele en praktische dingen die je kunt doen om seksuele spanningen te vermijden of te verminderen. Met anderen samen zijn — vooropgesteld natuurlijk dat zij goede omgang vormen — is een bescherming. Als je alleen in een kamer slaapt en bemerkt dat je het in dit opzicht vooral ’s nachts te kwaad hebt, kun je het misschien zo regelen dat een ander gezinslid de kamer met jou deelt. Bij het slapen kan het ook een hulp zijn op je zij te liggen in plaats van op je rug of buik.

18 Misschien helpt het ook wanneer je ervoor kunt zorgen dat je kleren niet onnodig tegen je geslachtsorganen schuren. Probeer ervoor te zorgen dat datgene wat je voor het naar bed gaan leest of waarover je spreekt, een kalmerende in plaats van een opwindende uitwerking heeft. Dat geldt ook voor wat je dan eventueel eet. Sommigen hebben zelfs bemerkt dat zij beter slapen en niet zo gemakkelijk seksueel geprikkeld raken wanneer zij voor het naar bed gaan minder eten en drinken. En vooral belangrijk is een goede lichaamshygiëne. Gebrek aan reinheid kan irritatie van de geslachtsorganen veroorzaken en de aandacht erop richten. Je kunt naar een van je ouders toe gaan om inlichtingen over lichaamshygiëne te verkrijgen.

19 Een juiste hygiëne maakt het noodzakelijk dat men de geslachtsorganen met de handen aanraakt, en men zou kunnen denken dat men hierdoor in de verleiding gebracht zou kunnen worden ze te misbruiken. Maar als je daarbij de juiste beweegreden hebt — seksuele spanningen te vermijden — zul je beslist bemerken dat een dergelijke verzorging je in plaats daarvan juist helpt een gezondere zienswijze ten opzichte van deze organen te krijgen. Je zult beseffen dat ze beslist niet zijn gemaakt om ’de baas’ over je te worden en je hele leven te beheersen.

20 Indien je nu strijd voert tegen de gewoonte van zelfbevrediging, onthoud dan dat je beslist niet de eerste of de enige bent die tegenover dit probleem heeft gestaan. Ook wanneer je vaststelt dat je een zware strijd moet voeren om met de masturbatiegewoonte te breken, denk dan nimmer dat Jehovah God en zijn Zoon Jezus Christus je als een hopeloos geval beschouwen. Als je er oprecht aan blijft werken de gewoonte te overwinnen, zullen zij je goedgunstig en geduldig helpen de nodige kracht op te bouwen om als overwinnaar uit de strijd te voorschijn te komen.

[Studievragen]

[Inzet op blz. 39]

Homoseksualiteit — aangeboren of aangeleerd?

[Illustratie op blz. 41]

Speelt dat wat je leest, een rol?