Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wat voor vrienden wil je hebben?

Wat voor vrienden wil je hebben?

Hoofdstuk 8

Wat voor vrienden wil je hebben?

1-5. (a) Hoe kan vriendschap je levensvreugde vergroten? (b) Hoe zou je een ware vriend beschrijven? (Spreuken 18:24)

EEN ware vriend te hebben, draagt veel tot de levensvreugde bij. Mensen die zich isoleren en anderen uit de weg gaan, zijn zelden of nooit gelukkig. Hoe komt het eigenlijk dat vriendschap zozeer tot je geluk bijdraagt?

2 Wanneer men iets samen met een vriend onderneemt, schijnt de vreugde van die bepaalde belevenis veel groter te zijn. Jezus vertelde eens van een herder die zijn verloren schaap vond, en van een vrouw die haar verloren geldstuk terugvond. Beiden riepen hun vrienden erbij en zeiden: „Verheugt u met mij” (Lukas 15:6, 9). Ja, het is heel normaal om goede dingen met vrienden te willen delen, en je eigen vreugde schijnt dan dubbel zo groot te zijn. Heb je dat ook niet ondervonden?

3 Gaat het je daarentegen niet zo goed en zit je in de put, dan kan een goede vriend veel doen om je op te beuren. Vrienden kunnen werkelijk een hulp zijn wanneer men voor moeilijkheden staat. Zij kunnen je voor gevaar waarschuwen en je helpen eraan te ontkomen, en kunnen je ook in kritieke ogenblikken aanmoediging geven. Waarschijnlijk kun je instemmen met datgene wat in Spreuken 17:17 staat: „Een ware metgezel heeft te allen tijde lief, en is een broeder die geboren wordt voor de tijd dat er benauwdheid is.”

4 Die schriftplaats beklemtoont een eigenschap die een bijzonder kenmerk is van ware vrienden: Loyaliteit. Een vriend te zijn, betekent meer dan alleen maar vriendelijk te zijn. Een ware vriend is loyaal jegens je en heeft je beste belangen op het oog. Heb jij zulke vrienden?

5 In deze tijd schijnen de mensen in het algemeen er meer belangstelling voor te hebben hun medemensen te overtreffen dan hen te helpen. Zelfs onder zogenaamde „vrienden” bestaat vaak een geest van wedijver, niet van loyaliteit. Vele vriendschappen houden slechts stand zolang van geen van de betrokken personen verlangd wordt een verandering aan te brengen of voor het welzijn van de ander het een of andere zelfzuchtige belang op te geven. In deze wedijverende wereld is het niet gemakkelijk een ware vriend te vinden.

6-8. Hoe bewezen Jonathan en Husai dat zij Davids vrienden waren?

6 Een voortreffelijk voorbeeld uit de bijbel van iemand die enkele werkelijk waardevolle vrienden had, is David. Je herinnert je misschien hoe David na zijn overwinning op de reus Goliath een goede vriend vond in Jonathan, de zoon van koning Saul. Als Jonathan jaloers was geweest, had hij David als mogelijke mededinger naar de troon van Israël kunnen haten. In plaats daarvan erkende Jonathan dat Gods gunst op David rustte, en „de ziel van Jonathan [werd] nauw verbonden . . . aan de ziel van David, en Jonathan kreeg hem lief als zijn eigen ziel” (1 Samuël 18:1). Jonathan had hem lief wegens zijn moed en wegens zijn geloof in Jehovah God. Jonathan zelf moet God net zo toegewijd zijn geweest. Er bestaat geen betere basis voor een wederzijdse vriendschap.

7 Je kunt ook iets lezen over een latere vriend van David, Husai genaamd, die tot de intieme metgezellen van David tijdens zijn koningschap behoorde. Het is boeiend te lezen hoe Husai zijn leven riskeerde om de verraderlijke samenzwering van Absalom, een van Davids zonen, te verijdelen. — Zie 2 Samuël 15:10-37; 16:16 tot 17:16.

8 Misschien heb jij ook zulke vrienden. Maar zo niet, hoe kun je ze dan krijgen? Het zal werkelijk inspanning vereisen, maar het is beslist de moeite waard.

WAARDEVOLLE VRIENDEN ZOEKEN

9-13. (a) Hoe kan men waardevolle vrienden vinden? Waarom is het onverstandig zich vrienden te kopen? (b) Wat voor personen dient men volgens Psalm 101:5-7 als intieme metgezellen te mijden?

9 Er bestaat een spreekwoord dat luidt: „Je kunt slechts een vriend hebben, als je er zelf een bent.” Daar schuilt veel waarheid in. Soms doet het jonge mensen veel pijn wanneer zij door andere jonge mensen, die zij misschien bewonderen, van dingen worden ’buitengesloten’. Of zij hebben misschien vrienden gehad, maar dan weer verloren. Dit heeft hen misschien erg gekwetst. Het is mogelijk dat zij niet beseffen dat vriendschap van twee kanten moet komen.

10 Het is daarom goed ons af te vragen: Wat doe ik om vriendelijk te zijn voor anderen? Hoeveel oprechte en onzelfzuchtige belangstelling heb ik voor anderen, en wat draag ik tot hun geluk en welzijn bij? Welke eigenschappen kweek ik aan die in anderen de wens wekken mij werkelijk graag tot vriend te hebben?

11 Wat voor vrienden je krijgt, hangt er voor een groot deel van af hoe je te werk gaat om ze te vinden. Sommigen trachten vrienden te winnen door geld aan hen te besteden of door hen uit te nodigen samen met hen van hun materiële bezittingen te genieten, bijvoorbeeld van hun stereo-uitrusting, hun grammofoonplaten of hun sportuitrusting. Sommigen zullen zich hierdoor inderdaad tot je aangetrokken voelen. In het boek Spreuken staat: „Vele zijn de vrienden van de rijke.” En: „Iedereen is een metgezel van de man die geschenken geeft.” Ja, vele mensen tonen zich vriendelijk als iemand kwistig geld uitgeeft. Maar wanneer er geen geld meer is, zijn zulke „vrienden” ook verdwenen. — Spreuken 14:20; 19:6.

12 Waardevolle vrienden kan men niet „kopen”, noch door materiële bezittingen noch door vleierij, noch doordat men altijd alleen maar datgene doet wat de ander wil. Nooit is een vriend die zich laat kopen, de prijs waard — hoe hoog die prijs ook is. Ware vrienden voelen zich wegens datgene wat je bent, wegens je eigenschappen, tot je aangetrokken, maar niet omdat ze iets van je kunnen krijgen.

13 Het is weliswaar goed jegens anderen vriendelijk te zijn, maar als je echte vrienden wil hebben, moet je bij je keus van intieme en vertrouwde metgezellen selectief zijn. David was ook selectief. Hij zei: „Wie hoogmoedig van ogen en arrogant van hart is, hem kan ik niet verdragen. Mijn ogen zijn op de getrouwen der aarde, opdat zij bij mij wonen. . . . In mijn huis zal niemand wonen die bedrog pleegt” (Psalm 101:5-7). Waarom is het in deze tijd voor jonge mensen zo belangrijk bij hun keus van intieme metgezellen selectief te zijn?

WAAROM EEN GOEDE KEUS BELANGRIJK IS

14-16. (a) Welke invloed kunnen vrienden op je hebben? Licht dit toe. (b) Wat voor uitwerking zal het op een vriendschap hebben als je de ander zegt dat je het niet met hem eens bent?

14 Voor menselijke betrekkingen geldt het fundamentele beginsel dat men geneigd is net zo te worden als degenen met wie men lang genoeg omgaat. Uit de keuze van je vrienden valt veel op te maken over de soort van persoon die je bent of waarschijnlijk wordt. Je intieme vrienden zullen ongetwijfeld een vormende invloed op je uitoefenen.

15 Kies je vrienden uit die eerlijk, fatsoenlijk en attent zijn en die niet alleen respect voor God en zijn Woord hebben, maar ook de moed bezitten om datgene te doen wat juist is? Of voel je je aangetrokken tot personen die er prat op gaan anderen „te slim af” te kunnen zijn, en die helemaal niet werkelijk moedig zijn, maar slechts dwaze risico’s nemen om op te scheppen? Zijn zij bereid zich over te geven aan immoraliteit of te stelen of drugs te gebruiken, en pochen zij dan dat zij dit ’ongestraft kunnen doen’? Als zij jou ertoe trachten over te halen met hen mee te doen aan iets wat je kan schaden, kunnen zij dan terecht „vrienden” worden genoemd?

16 Bedenk wel: Als je een intieme metgezel van zulke personen bent, moet je het òf met hen eens zijn òf hen tegenspreken. Als je zegt dat je het niet met hen eens bent, zal de „vriendschap” waarschijnlijk ten einde zijn. Waarom? Omdat zij een andere mening als kritiek of terechtwijzing opvatten. Vele jongeren spotten graag met anderen, maar gewoonlijk kunnen zij zelf geen terechtwijzing verdragen. In Spreuken 9:8 kunnen wij iets over zulke personen lezen, en als tegenstelling daarmee staat er dan verder: „Geef een wijze een terechtwijzing en hij zal u liefhebben.” Werkelijke vrienden kunnen vrijuit met elkaar spreken en elkaar helpen zich te verbeteren en te corrigeren wanneer dit nodig is. Wanneer je een werkelijk goede metgezel hebt, die eerlijk denkt en eerlijk spreekt, heb je een onbetaalbare schat. Ware vrienden zijn als diamanten — kostbaar, maar zeldzaam. Helaas zijn in tegenstelling daarmee valse vrienden als gewone stenen — men vindt ze overal.

17-19. (a) Wat voor uitwerking zou het op je hebben als je een intieme metgezel zou zijn van iemand die niet werkelijk in God of de bijbel gelooft? (Spreuken 11:9; Genesis 34:1, 2) (b) Hoe zou je zo’n persoon het beste kunnen helpen?

17 Aangezien veel jonge mensen in deze tijd niet in een persoonlijke Schepper of in zijn Woord geloven, hebben zij de houding aangenomen van „laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij”. Dit was in de oudheid de denkwijze van mensen die ertoe veroordeeld waren in de arena met wilde dieren te vechten. Zij hadden geen geloof in Jehovah God en zijn macht om mensen die hem trouw waren, het leven terug te geven. Voor jou als een jeugdig persoon is het leven nog maar net begonnen. Zou je derhalve de houding willen aannemen die deze veroordeelde gevangenen ten aanzien van het leven hadden? Na deze zienswijze om alleen maar ’voor het heden te leven’ beschreven te hebben, vervolgde de apostel Paulus met te zeggen: „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Korinthiërs 15:32, 33). Denk er eens over na hoe waar deze woorden zijn. Als je intieme omgang zoekt met mensen die alleen maar aan het heden denken, kun je er zeker van zijn dat zij je hoop en krachtsinspanningen met betrekking tot het verwerven van een blijvende gelukkige toekomst zullen bederven.

18 Soms zal een jeugdig persoon misschien zeggen dat hij of zij met iemand van een twijfelachtige reputatie en die er slechte gewoonten op na houdt, omgaat ten einde zo iemand te helpen. Het is heel goed anderen te willen helpen. Maar als je je bij hen aansluit in het najagen van zelfzuchtige genoegens, hoeveel hulp schenk je hun dan? Zou je bijvoorbeeld, als je een kind in een modderpoel zou zien, met wat zeep de modder instappen en proberen het kind daar ermee te wassen? Je zou dan zelf alleen maar vuil worden. Je zou eerst moeten proberen het kind ertoe aan te moedigen uit de modderpoel te komen voordat je de hoop zou kunnen koesteren hem een goede wasbeurt te geven.

19 Wanneer je iemand die er slechte gewoonten op na houdt, tot een intieme metgezel van je maakt, zal dit in werkelijkheid vaak een slechte uitwerking op die persoon (en ook op jou) hebben. Waarom? Omdat dit hem ertoe zou kunnen aanmoedigen op dezelfde voet voort te gaan, aangezien hij het gevoel heeft dat hij altijd op jouw ondersteuning kan rekenen. Zou je hem niet veel meer helpen als je je omgang met hem zou beperken tot tijden dat je hem werkelijk kunt helpen door hem goede raad te geven en door hem uit te nodigen je daarheen te vergezellen waar die raad wordt verklaard?

DE BELANGRIJKSTE VRIENDEN

20. Hoe zouden wij ons door de keus van onze vrienden in werkelijkheid tot vijanden van God kunnen maken?

20 Je dient er bovenal ernstig over na te denken hoe de omgang met personen die er twijfelachtige gewoonten op na houden, van invloed kan zijn op je verhouding tot God en zijn Zoon. In Jakobus 4:4 vinden wij de volgende waarheid: „Al wie . . . een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God.” Dit beginsel kan evenzeer van toepassing worden gebracht op onze verhouding tot één enkele persoon in de wereld als op onze verhouding tot de wereld in het algemeen. Als wij de slechte handelwijze van iemand goedkeuren of liever met zo iemand omgaan dan met jongelui die werkelijk God willen behagen, betonen wij ons dan geen ’vrienden van de wereld’?

21-23. (a) Welke voordelen werpt het voor iemand af als hij God en Christus werkelijk tot zijn vrienden heeft? (Romeinen 8:35, 38, 39) (b) Hoe kunnen wij tonen dat wij hen werkelijk tot onze vrienden willen hebben?

21 Als je thans en in de toekomst werkelijk gelukkig wil zijn, leer dan vooral de vriendschap met God en zijn Zoon te waarderen. God heeft nu reeds duizenden jaren lang zijn vriendschap jegens degenen die rechtvaardigheid liefhebben, ten toon gespreid door zijn grootse voornemen om hun eeuwig leven onder werkelijk gelukkige toestanden te schenken, geleidelijk aan te verwezenlijken. Toen Gods Zoon op aarde was, bewees hij zijn loyale liefde voor rechtgeaarde personen. Hij zei tot zijn discipelen: „Iemand kan geen grotere liefde hebben dan dat hij afstand doet van zijn ziel ten behoeve van zijn vrienden. Gij zijt mijn vrienden indien gij doet wat ik u gebied.” — Johannes 15:13, 14.

22 In tegenstelling tot velen die misschien voorgeven je vrienden te zijn, zullen Jehovah God en zijn Zoon je nooit in de steek laten als je in moeilijkheden geraakt. Als je op hen vertrouwt, zul je bemerken dat zij je in tijden van nood werkelijk zullen helpen en bijstaan.

23 Heb je werkelijk waardering voor deze grote Vrienden en wens je hun vriendschap? Toon dit dan door loyale metgezellen te zoeken die de verplichting op zich nemen en zullen nakomen waarover de apostel Johannes schreef: „Dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden; en toch zijn zijn geboden geen drukkende last” (1 Johannes 5:3). Zulke metgezellen zullen door dik en dun met je meegaan en bewijzen dat zij het waard zijn je vrienden te zijn.

[Studievragen]

[Inzet op blz. 60]

Wie vrienden wil hebben, moet zelf een vriend zijn.

[Illustratie op blz. 62]

Ware vrienden zijn als diamanten