De man die God vergat
Hoofdstuk 22
De man die God vergat
ER WAS een man die op een dag naar Jezus toe kwam. Hij wist dat Jezus erg wijs was. Hij zei tegen Jezus: ’Onderwijzer, zeg aan mijn broer dat hij mij wat van de dingen geeft die hij heeft.’ De man dacht dat hij recht op sommige van die dingen had.
Als jij Jezus was, wat zou je dan hebben gezegd? — Jezus zag dat de man een probleem had. Maar het probleem was niet dat hij iets van zijn broer nodig had. Het probleem van de man was dat hij niet wist wat werkelijk belangrijk was in het leven.
Jezus vertelde hem daarom een verhaal. Het ging over een man die God vergat. Zou je het graag willen horen? —
Een zekere man was heel rijk. Hij bezat landerijen en schuren. De gewassen die hij had geplant, groeiden heel goed. Hij had geen ruimte in zijn schuren om alle gewassen erin op te bergen. Wat zou hij nu gaan doen?
De rijke man zei bij zichzelf: ’Ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen. Dan zal ik mijn gewassen en al mijn goede dingen in die nieuwe schuren opbergen.’
De rijke man dacht dat hij verstandig handelde. Hij vond zichzelf heel knap dat hij zoveel bezittingen had bijeengebracht. Hij zei bij zichzelf: ’Ik heb een
heleboel goede dingen bijeengebracht. Ze zullen jarenlang meegaan. Nu kan ik een gemakkelijk leventje leiden. Ik zal eten, drinken en vrolijk zijn.’Maar er was iets mis met de denkwijze van de rijke man. Wat dan wel? — Hij dacht alleen maar aan zichzelf en aan zijn eigen plezier. Maar hij vergat God.
God sprak daarom tot de rijke man. Hij zei tegen hem: ’Dwaze man dat je bent. Je zult vannacht nog sterven. Wie zal dan de dingen hebben die jij hebt bijeengebracht?’
Kon de rijke man die dingen gebruiken nadat hij gestorven was? — Nee; iemand anders zou ze krijgen. Jezus zei: „Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God.” — Lukas 12:13-21.
Jij wilt niet als die rijke man zijn, is het wel? — Zijn belangrijkste doel in het leven was het bijeenbrengen van stoffelijke dingen. Dat was zijn fout. Hij wilde altijd maar meer hebben.
Veel mensen zijn net als die rijke man. Zij willen altijd maar meer hebben. Maar dit kan tot grote moeilijkheden leiden.
Jij hebt bijvoorbeeld speelgoed, niet waar? — Wat heb je zoal voor speelgoed? Vertel het me eens. —
Als een van je vriendjes of vriendinnetjes nu eens een mooi autootje, of een pop of ander speelgoed heeft dat jij niet hebt. Zou het dan goed zijn als je het van hem of haar probeerde af te nemen? —
Er kunnen tijden zijn dat een stuk speelgoed heel belangrijk lijkt. Maar wat gebeurt er na een tijdje
met dat speelgoed? — Het wordt oud. Het gaat misschien wel stuk, en dan willen wij het niet eens meer hebben. Je hebt in werkelijkheid iets dat veel kostbaarder is dan speelgoed. Weet je wat dat is? — Het is je leven. En je leven hangt ervan af of je doet wat God behaagt, niet waar? — Wees dus niet als die dwaze rijke man.Niet alleen kinderen doen dingen zoals die rijke man. Een heleboel grote mensen ook. Sommigen willen altijd maar meer dan zij al hebben. Zij hebben misschien eten voor elke dag, kleren om aan te trekken en een plaats om te wonen. Maar zij willen meer. Zij willen een heleboel kleren. En zij willen grotere huizen. Deze dingen kosten geld. Dus werken zij hard om een heleboel geld te verdienen. En hoe meer geld zij krijgen, hoe meer zij willen hebben.
Sommige grote mensen krijgen het zo druk met te proberen geld te verdienen, dat zij geen tijd hebben om bij hun gezin te zijn. En zij hebben geen tijd voor God. Kan hun geld hen in leven houden? — Nee; alleen God kan dat. Kunnen zij hun geld gebruiken nadat zij gestorven zijn? — Nee, want de doden kunnen helemaal niets doen.
Betekent dit dat het verkeerd is om geld te hebben? — Nee. Wij kunnen er eten mee kopen. Wij kunnen er kleren mee kopen. De bijbel zegt dat geld een bescherming is. Maar als wij het geld ’liefhebben’, dan komen wij in moeilijkheden. Dan worden wij als die dwaze rijke man die schatten voor zichzelf vergaarde en niet rijk was met betrekking tot God. —De Grote Onderwijzer zei dat de rijke man dwaas was omdat hij niet ’rijk was met betrekking tot God’. Wat betekent het ’rijk met betrekking tot God’ te zijn? — Het betekent dat wij God in ons leven op de eerste plaats stellen. Sommige mensen zeggen dat zij in God geloven. Misschien lezen zij af en toe wel uit de bijbel. En zij denken dat dat voldoende is. Maar zijn zij werkelijk „rijk” met betrekking tot God? —
Iemand die rijk is heeft meer dan een klein beetje. Hij heeft veel. Als hij ’rijk met betrekking tot God’ is, is zijn leven met een heleboel gedachten over God vervuld. Hij spreekt heel graag en dikwijls over God. Hij doet altijd wat God hem zegt te doen. En hij brengt zijn tijd door met mensen die God liefhebben.
Zijn wij zulke mensen? Zijn wij ’rijk met betrekking tot God’? — Wij zullen dat zijn als wij werkelijk van de Grote Onderwijzer leren.
(Hier volgen nog enkele teksten waaruit blijkt welke juiste zienswijze wij met betrekking tot stoffelijke dingen moeten hebben: 1 Timótheüs 6:6-10; Spreuken 23:4; 28:20; Hebreeën 13:5.)