De man die vier dagen dood was
Hoofdstuk 16
De man die vier dagen dood was
IS HET niet heerlijk dat wij leven? Vind jij het fijn dat je leeft? — Ik wel. Als wij leven, kunnen wij een heleboel interessante dingen doen.
Maar wist je dat niemand voor altijd is blijven leven? — Alle mensen gaan vroeg of laat dood. Ken jij iemand die is gestorven? —
Eens was er een goede vriend van Jezus gestorven. Deze vriend woonde in Bethanië, een stadje in de buurt van Jeruzalem. Hij heette Lazarus, en hij had twee zusters, die Martha en Maria heetten.
Op zekere dag werd Lazarus heel erg ziek. Jezus was toen ver weg. Martha en Maria zonden hem daarom bericht dat hun broer Lazarus ziek was. Waarom deden zij dit? Omdat zij wisten dat Jezus hun broer beter kon maken. Jezus was geen dokter, maar hij bezat kracht van God en daarom kon hij elke soort van ziekte genezen.
Maar voordat Jezus gekomen was, werd Lazarus zo ziek dat hij stierf. Jezus zei tegen zijn discipelen dat Lazarus sliep. Maar Jezus zei dat hij erheen zou gaan om hem wakker te maken. De discipelen begrepen niet wat Jezus bedoelde. Toen zei Jezus daarom duidelijk dat Lazarus was gestorven. De dood is als een diepe slaap, een slaap die zo diep is dat de persoon niet eens droomt.
Jezus ging nu Martha en Maria opzoeken. Er waren ook veel vrienden van de familie op bezoek. Zij waren gekomen om Martha en Maria te troosten omdat hun broer was gestorven.
Toen Martha hoorde dat Jezus eraan kwam, ging zij hem tegemoet. Even later ging ook Maria Jezus tegemoet. Zij was heel erg verdrietig en huilde en zij viel aan zijn voeten neer. Andere vrienden, die Maria hadden gevolgd, huilden ook. Toen Jezus alle mensen zag huilen, werd hij bedroefd en begon hij ook te huilen.
De Grote Onderwijzer vroeg waar zij Lazarus hadden gelegd. Toen brachten de mensen Jezus naar de grot waar Lazarus was begraven. Jezus zei toen tegen de mannen die daar waren: ’Rolt de steen van voor de grot weg.’ Zouden zij dat wel doen? —
Martha vond het eigenlijk niet goed. Zij zei: ’Heer, hij zal tegen deze tijd wel ruiken, want hij is nu al vier dagen dood.’ En het is waar dat dode lichamen na een poosje heel naar gaan ruiken.
Maar Jezus zei tegen haar: ’Heb ik je niet gezegd dat je de heerlijkheid van God zou zien als je zou geloven?’ Jezus bedoelde daarmee dat Martha iets zou zien waardoor God eer zou ontvangen. Wat zou Jezus doen?
Toen de steen was verwijderd, bad Jezus luid tot Jehovah. Daarna zei Jezus met een luide stem: „Lazarus, kom naar buiten!” Zou hij naar buiten komen? Zou hij dat kunnen? —
Nu, kun je iemand die slaapt wakker maken? — Ja, als je hard roept, zal hij wakker worden. Maar kun je iemand wakker maken die in de dood slaapt? — Nee. Al roep je nog zo hard, degene die dood is zal het niet horen. Er is helemaal niets dat wij kunnen doen om dode mensen wakker te maken.
Maar Jezus is anders. Hij heeft speciale macht van God. Toen Jezus daarom Lazarus riep, gebeurde er iets verbazingwekkends. De man die vier dagen dood was geweest, kwam uit de grot naar buiten! Hij was weer levend geworden! Hij kon weer ademen en lopen en spreken! Ja, Jezus wekte Lazarus op nadat hij vier dagen dood was geweest! Was dat niet wonderbaarlijk? — Johannes 11:1-44.
Maar nu zul je misschien vragen: Waar was Lazarus gedurende de vier dagen dat hij dood was? Ging Lazarus naar de hemel toen hij stierf? Leefde hij daar in de hemel bij God en de heilige engelen? —
Denk nu eens na: Als Lazarus gedurende die vier dagen in de hemel was geweest, zou hij er dan niet iets over gezegd hebben? — En als hij in de hemel was geweest, zou Jezus hem dan uit die prachtige plaats hebben doen terugkomen? — De bijbel zegt niet dat Lazarus in de hemel was.
Vergeet niet dat Jezus had gezegd dat Lazarus sliep. Hoe is het als je slaapt? —
Als je heel diep slaapt, weet je niet wat er om je heen gebeurt, niet waar? — En als je wakker wordt, weet je niet hoe lang je hebt geslapen, of je moet eerst op de klok gekeken hebben.
Zo is het ook met dode mensen. Zij weten niets van wat er gebeurt. Zij voelen niets. En zij kunnen niets doen.
Maar sommige mensen zijn bang voor de doden. Zij zullen niet naar een begraafplaats gaan, omdat zij denken dat de doden hun kwaad kunnen doen. Kun jij je dat voorstellen? Kan een dode iemand die levend is kwaad doen? — Nee, de bijbel zegt dat de doden helemaal niets kunnen doen.
Heb je ooit wel eens iemand horen zeggen dat op een zekere dag de doden als geesten terugkomen om de levenden te bezoeken? — Sommige mensen geloven dat. Daarom zetten zij voedsel voor de doden neer. Of misschien hebben zij een speciaal feest op die dagen. Maar denk je dat mensen die zulke dingen doen werkelijk geloven wat God over de doden zegt? —
Geloof jij wat God zegt? — Als wij dat wel doen, zullen wij niet bang zijn voor de doden, maar zullen wij blij zijn dat wij leven. En als wij God werkelijk dankbaar zijn voor het leven, zullen wij dit tonen door de wijze waarop wij elke dag ons leven leiden. Wij zullen de dingen doen die God goedkeurt.
(Om meer waardering voor het dagelijks leven op te bouwen, in tegenstelling tot de toestand van de doden, kunt u samen Prediker 9:5, 10, Ezechiël 18:4 en Psalm 115:17 lezen.)