De slaaf die niet vergevensgezind was
Hoofdstuk 15
De slaaf die niet vergevensgezind was
HEEFT iemand jou ooit wel eens kwaad gedaan? — Bezeerde hij jou misschien of zei hij misschien iets onvriendelijks tegen je? — Je vond het heel erg, niet waar?
Wanneer zo iets gebeurt, zou je dan de ander even onvriendelijk behandelen als hij het jou deed? — Veel mensen zouden dat wel doen.
Maar de Grote Onderwijzer heeft gezegd dat wij hen die ons kwaad doen, moeten vergeven. Om ons te laten zien hoe buitengewoon belangrijk het is vergevensgezind te zijn, vertelde Jezus een verhaal. Zou je het graag willen horen? —
Er was eens een koning. Het was een goede koning. Hij was erg vriendelijk. Wanneer zijn slaven hulp nodig hadden, leende hij hun zelfs geld.
Maar toen kwam de dag waarop de koning zijn geld terug wilde hebben. Hij riep daarom zijn slaven die hem geld schuldig waren en vroeg hun het terug te geven. Nu, één man was de koning zestig miljoen geldstukken schuldig! Dat is een heleboel geld, meer dan ik ooit in mijn hele leven heb gehad.
Deze slaaf had het geld van de koning opgemaakt en bezat niets waarmee hij het kon terugbetalen. De koning gaf daarom bevel dat deze slaaf verkocht zou worden. De koning zei ook dat de vrouw van de slaaf en zijn kinderen en alles wat deze slaaf bezat
verkocht moest worden. Dan zou de koning betaald worden met het geld dat door deze verkoping ontvangen zou worden. Hoe denk je dat deze slaaf zich gevoeld zou hebben? —De slaaf smeekte de koning: ’Alstublieft, doet u dat niet. Geef me meer tijd. Dan zal ik u alles terugbetalen.’ Als jij de koning was, wat zou je dan met de slaaf hebben gedaan? —
De goede koning had veel medelijden met zijn slaaf. Hij zei daarom tegen de slaaf dat hij het geld niet hoefde terug te betalen. Hij hoefde niet één van de zestig miljoen geldstukken terug te betalen! Wat moet die slaaf blij zijn geweest!
Maar wat deed de slaaf toen? Hij ging naar buiten en kwam een andere slaaf tegen die hem maar honderd geldstukken schuldig was. Dat is heel weinig als je het vergelijkt met zestig miljoen geldstukken. De man greep zijn medeslaaf bij de keel tot hij bijna stikte en zei tot hem: ’Betaal die honderd geldstukken terug die je mij schuldig bent.’
Kun je je voorstellen dat iemand zo iets doet? — De goede koning had de slaaf zo veel kwijtgescholden. En nu keerde hij zich tot een medeslaaf en eiste van hem dat hij honderd geldstukken zou terugbetalen. Dat was niet bepaald vriendelijk van hem.
De slaaf nu die slechts honderd geldstukken schuldig was, was arm. Hij kon het geld niet direct terugbetalen. Hij viel daarom aan de voeten van zijn medeslaaf neer en smeekte: ’Geef me alsjeblieft meer tijd, dan zal ik mijn schuld betalen.’ Had de man zijn medeslaaf meer tijd moeten geven? — Zou jij dat gedaan hebben? —
Nu, deze man was niet zo vriendelijk als de koning. Omdat zijn medeslaaf hem niet direct kon betalen, liet hij hem in de gevangenis werpen. Hij was helemaal niet vergevensgezind.
Andere slaven zagen dit alles gebeuren. Zij vertelden het aan de koning. De koning werd heel boos op die slaaf. Daarom riep hij hem en zei: ’Jij slechte slaaf, heb ik jou niet kwijtgescholden wat je me schuldig was? Had je dan niet vergevensgezind moeten zijn tegenover je medeslaaf?’
Hij had van de goede koning een les kunnen leren, maar dat deed hij niet. Nu liet de koning de onverzoenlijke slaaf daarom in de gevangenis werpen totdat hij de zestig miljoen geldstukken zou hebben terugbetaald. En natuurlijk zou hij in de gevangenis nooit het geld kunnen verdienen dat hij moest terugbetalen. Daarom zou hij daar tot zijn dood moeten blijven.
Nadat Jezus zijn volgelingen dit verhaal had verteld, zei hij: ’Zo zal ook mijn hemelse Vader met u handelen indien niet een ieder van u zijn broeder van harte vergeeft.’ — Matthéüs 18:21-35.
Kijk, wij zijn God allemaal heel veel verschuldigd. Ons leven komt van God, maar hij zou het ons af kunnen nemen omdat wij verkeerde dingen doen. Als wij God met geld zouden proberen te betalen,
zouden wij in ons hele leven nooit genoeg kunnen verdienen om hem terug te betalen wat wij hem schuldig zijn.Vergeleken met wat wij God schuldig zijn, zijn andere mensen ons maar heel weinig schuldig. Wat zij ons schuldig zijn, is als die honderd geldstukken. Maar wat wij God schuldig zijn, is als de zestig miljoen geldstukken.
God is erg goed. Ook al hebben wij verkeerde dingen gedaan, dan zal hij ons toch nog vergeven. Hij zal ons niet laten terugbetalen door ons voor altijd ons leven af te nemen. Maar hij vergeeft ons alleen wanneer wij in zijn Zoon Jezus geloven en wanneer wij anderen vergeven die ons kwaad doen. Dat is wel iets om over na te denken, vind je ook niet? —
Als iemand dus onaardig is tegen jou, maar daarna zegt dat hij er spijt van heeft, wat zul jij dan doen? Zul je het hem vergeven? — En als dat nu eens vele malen gebeurt? Zul je hem dan nog vergeven? —
Als wíj het nu eens waren die om vergiffenis vroegen, zouden wij dan niet heel graag willen dat de ander ons vergaf? — Andersom moeten wij hetzelfde doen. Wij moeten niet alleen maar zèggen dat wij hem vergeven, maar wij moeten hem werkelijk van harte vergeven. Door dat te doen, laten wij zien dat wij werkelijk volgelingen van Jezus willen zijn.
(Om te beklemtonen hoe belangrijk het is vergevensgezind te zijn, kunt u ook nog samen Matthéüs 6:14, 15, Lukas 17:3, 4 en Spreuken 19:11 lezen.)