Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Gij zult met mij in het Paradijs zijn”

„Gij zult met mij in het Paradijs zijn”

Hoofdstuk 44

„Gij zult met mij in het Paradijs zijn”

HOUD je van dieren? — Zou je het fijn vinden met een leeuw te kunnen spelen? Of zou je graag een beer als lievelingsdier hebben? —

Die tijd komt. Pak je bijbel maar en laten wij er samen eens over lezen.

Je vindt de tekst in het boek Jesaja, hoofdstuk 11, vers 6. Daar staat: „En de wolf zal werkelijk een poosje verblijven bij het mannetjeslam, en bij het bokje zal de luipaard zelf zich neerleggen, en het kalf en de jonge leeuw met manen en het weldoorvoede dier alle bij elkaar; en een kleine jongen nog maar zal leider over ze zijn.”

Wat zou er nú gebeuren als een wolf een lam te pakken kreeg? — Hij zou het lam opeten, niet waar? En wat zou er gebeuren als een luipaard met een bokje samen was? — Dat bokje zou een maaltijd voor de luipaard worden.

Maar de bijbel zegt dat daar verandering in gaat komen. God zal maken dat die dieren stro eten in plaats dat ze elkaar opeten. Als de dieren allemaal vriendelijk zijn, zal het leuk zijn een leeuw als lievelingsdier te hebben, dacht je ook niet? — Dat zal in het Paradijs gebeuren.

Weet je wat het Paradijs is? — Een Paradijs is een prachtige tuin of een prachtig park. Het is een plaats van vrede en vreugde.

God gaf de eerste mens, Adam, en zijn vrouw een Paradijs om in te wonen. Het werd de Hof van Eden genoemd. Er waren dieren in die tuin. Maar geen daarvan deed de andere kwaad. Er waren ook bomen met een heleboel heerlijke vruchten eraan. En er was een rivier. Het was een schitterende plaats om te wonen.

Maar Adam en Eva verloren dat Paradijs. Zij waren God ongehoorzaam zodat zij niet meer in het Paradijs konden wonen. Nu is er geen Hof van Eden. Wat voor kans hebben wij dus om in het Paradijs te wonen? —

Welnu, voordat de Grote Onderwijzer aan de martelpaal stierf, sprak hij over een nieuw Paradijs. Een man had net tegen hem gezegd: „Jezus, denk aan mij wanneer gij in uw koninkrijk gekomen zijt.” Jezus antwoordde: „Voorwaar, ik zeg u heden: Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” — Lukas 23:42, 43.

Jezus zei niet dat zij nog diezelfde dag in het Paradijs zouden zijn. Beiden stierven en werden op die dag begraven. Maar Jezus sprak over wat er zou gebeuren nadat hij ’in zijn koninkrijk gekomen was’. Dan zal er weer een Paradijs zijn. Het nieuwe Paradijs zal voor altijd blijven bestaan.

Waar zal dat Paradijs zijn? — Het eerste Paradijs was hier op aarde, niet waar? Het nieuwe Paradijs zal dus ook hier op aarde zijn. Daarom leerde Jezus ons bidden of Gods wil op aarde mocht geschieden. Als die tijd komt, zal de hele aarde een Paradijs worden.

In het Paradijs zullen er grote veranderingen worden aangebracht. De lucht zal zuiver en fris zijn en heerlijk om in te ademen. Het water in de rivieren zal helder en goed zijn. Het land zal een overvloed aan voedsel voortbrengen zodat niemand honger zal hebben. De hele aarde zal als een park worden. Het zal er wemelen van allerlei vogels en dieren, bomen en bloemen.

Maar de grootste veranderingen zullen zich in de mensen voordoen. Het zijn de mensen die een vuile boel van de aarde maken, niet waar? — Sommigen van hen wonen in vieze huizen. En zij gooien overal waar zij gaan afval neer. Maar in het Paradijs zal het anders zijn. Het zal een schone, prettige plaats zijn om te wonen. Vind je dus ook niet dat als wij in het Paradijs willen wonen, het nu de tijd is om te leren de dingen netjes en schoon te houden? — Dat is één manier waarop wij kunnen tonen dat wij werkelijk willen dat de aarde een Paradijs wordt, niet waar? —

De mensen zullen ook in andere opzichten veranderen. Het Paradijs zal een plaats van vrede zijn. Maar niet iedereen is tegenwoordig vredelievend. Sommige mensen schreeuwen tegen anderen. Zij slaan en bezeren andere mensen. Zij handelen net als wilde dieren. Zij moeten leren in vrede te leven. In het Paradijs zullen zij „generlei kwaad doen noch enig verderf stichten”. — Jesaja 11:9.

Ben jij altijd vredelievend tegen anderen? — Als wij in het Paradijs hopen te leven, moeten wij leren vredelievend te zijn, vind je niet? —

Het zal iets geweldigs zijn in het Paradijs te leven. God belooft dat hij dan wonderbare dingen voor ons zal doen. Sla je bijbel maar eens open bij Openbaring hoofdstuk 21, vers 3 en 4, en laten wij dan lezen wat daar staat: „Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.”

Denk je dat eens in! God zal over ons waken. Wij zullen nooit hoeven te huilen omdat wij ongelukkig zijn. Niemand zal pijn hebben omdat hij ziek is. En niemand zal hoeven te sterven. Zo zal het in het Paradijs zijn.

Wil je werkelijk in het Paradijs leven? — Ik wel. Wat wij nu elke dag doen, zal bepalen of wij daar zullen zijn. Als wij in het Paradijs willen leven, is het nu de tijd ons erop voor te bereiden.

(Deze aarde zal eeuwig blijven bestaan en God zal haar tot een schitterende plaats maken om op te wonen. Lees hier meer over in Psalm 104:5, 37:10, 11, Spreuken 2:21, 22, Jesaja 35:5, 6 en Micha 4:3, 4.)