Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Betrouwbare onthullingen omtrent de toekomst van de mensheid

Betrouwbare onthullingen omtrent de toekomst van de mensheid

Hoofdstuk 5

Betrouwbare onthullingen omtrent de toekomst van de mensheid

1. Waarom blijken bijbelse profetieën altijd nauwkeurig te zijn?

WIJ hebben deugdelijke redenen voor vertrouwen in wat de bijbel ons met betrekking tot de toekomst vertelt. De daarin opgetekende profetieën zijn niet gebaseerd op gissingen van mensen die de loop van gebeurtenissen hebben bestudeerd en op grond daarvan voorzeggingen hebben gedaan. „Geen profetie der Schrift [ontstaat] door enige eigen uitlegging . . . Want nooit werd profetie door de wil van een mens voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd” (2 Petrus 1:20, 21). Daarom zijn bijbelse profetieën altijd in elk detail nauwkeurig gebleken.

2. Geef voorbeelden van profetieën die verband houden met wereldrijken en naties.

2 De bijbel heeft de opkomst en val van wereldrijken met name voorzegd — Babylon, Medo-Perzië en Griekenland. Zo werd bijna twee eeuwen van tevoren aangekondigd hoe Babylon zou vallen, terwijl zelfs de naam van de veroveraar werd voorzegd. Elk detail van deze profetie ging in vervulling. Er werd in voorzegd dat de stad Babylon ten slotte een verlaten, nimmermeer bewoonde woestenij zou worden. Dat is tot op de huidige dag nog steeds de situatie (Daniël 8:3-8, 20-22; Jesaja 44:27 tot 45:2; 13:1, 17-20). Andere in de bijbel niet met name genoemde naties werden van tevoren zo gedetailleerd beschreven, dat goed ingelichte personen ze gemakkelijk kunnen identificeren.

3. Zijn er ook profetieën die niet in de vorm van voorzeggingen worden vermeld?

3 Wij moeten echter beseffen dat er meer dan één soort van profetische inlichtingen in de bijbel staan. Wij hebben dit reeds opgemerkt in verband met de wonderen van Jezus, die dienden als voortekenen van datgene wat de mensheid onder Gods koninkrijk zal meemaken. Andere delen van de Schrift waarin het taalgebruik misschien niet zozeer aan voorzeggingen doet denken, bevatten eveneens profetische elementen.

FASCINERENDE PROFETISCHE BEELDEN

4. Hoe worden wij opmerkzaam gemaakt op de profetische betekenis van de Mozaïsche wet?

4 Het bijbelboek Hebreeën bijvoorbeeld opent onze ogen voor de profetische betekenis van aangelegenheden die een oppervlakkige lezer misschien zuiver als geschiedenis beschouwt. Het onthult dat „de [Mozaïsche] Wet een schaduw heeft van de toekomstige goede dingen”. — Hebreeën 10:1.

5. Waaruit blijkt dat voorwerpen iets groters en belangrijkers kunnen afbeelden?

5 Soms werden voorwerpen gebruikt om profetische beelden te verschaffen. De door God geïnspireerde schrijver van Hebreeën verklaart bijvoorbeeld met betrekking tot de heilige tent, of tabernakel, die op aanwijzing van Jehovah door Mozes werd opgericht, te zamen met de diensten die aldaar werden verricht, dat ze „een voorafbeelding en een schaduw van de hemelse dingen” was. Ze was een afbeelding van Jehovah’s grote geestelijke tempel, waarvan het Allerheiligste zich in de hemel bevindt. „Toen Christus echter gekomen is als hogepriester van de goede dingen die geschied zijn, en wel door de grotere en volmaaktere tent, die niet met handen is gemaakt, dat wil zeggen, niet van deze schepping, is hij, neen, niet met het bloed van bokken en van jonge stieren, maar met zijn eigen bloed, eens voor altijd de heilige plaats binnengegaan en heeft een eeuwige bevrijding voor ons verkregen. . . . Christus is niet binnengegaan in een met handen gemaakte heilige plaats, een kopie van de werkelijkheid, maar in de hemel zelf, om nu ten behoeve van ons voor de persoon van God te verschijnen” (Hebreeën 8:1-5; 9:1-14, 24-28). Vanwege de hier beschreven geestelijke werkelijkheden vallen christenen geweldige zegeningen ten deel, en uit onze levenswijze dient waardering voor deze geestelijke zaken te blijken. — Hebreeën 9:14; 10:19-29; 13:11-16.

6. Welke profetische betekenis wordt in (a) Galáten 4:21-31 en (b) Matthéüs 17:10-13 aan personen toegeschreven?

6 In de Schrift vermelde personen dienden eveneens als profetische voorafschaduwingen. In Galáten 4:21-31 wordt een gedetailleerd voorbeeld hiervan verklaard in het geval van Abrahams vrouw Sara (van wie wordt gezegd dat zij „het Jeruzalem dat boven is” afbeeldt) en de dienstmaagd Hagar (die met „het tegenwoordige [aardse] Jeruzalem” wordt vereenzelvigd) en hun kinderen. In een ander geval hielp Jezus zijn discipelen te begrijpen dat de profeet Elía zijn tegenhanger had in Johannes de Doper, die net als Elía onbevreesd huichelachtige religieuze praktijken aan de kaak stelde. — Matthéüs 17:10-13.

7. In welke opzichten werd Jezus Christus afgeschaduwd door (a) Salomo? (b) Melchizédek?

7 Salomo, vermaard vanwege zijn wijsheid en de voorspoed en vrede van zijn regering, was een passende voorafschaduwing van Jezus Christus (1 Koningen 3:28; 4:25; Lukas 11:31; Kolossenzen 2:3). Ofschoon het in Genesis opgetekende verslag betreffende Abrahams ontmoeting met Melchizédek zeer kort is, geeft Psalm 110:1-4 te kennen dat ook dit verslag vol betekenis is, aangezien de Messías „priester tot onbepaalde tijd naar de wijze van Melchizédek” zou worden, dat wil zeggen, hij zou zijn priesterschap ontvangen door rechtstreekse aanstelling van God en niet vanwege het geslacht waarin hij geboren zou worden. Later weidt de brief aan de Hebreeën hierover uit en brengt waardering voor zulke waarheden in verband met christelijke rijpheid, een belangrijke hoedanigheid voor degenen die trachten God te behagen. — Hebreeën 5:10-14; 7:1-17.

8. (a) Welk voorbeeld toont aan dat ervaringen in het leven profetisch kunnen zijn? (b) Heeft elk aspect van zo’n ervaring noodzakelijkerwijs een parallel in de vervulling?

8 Het is duidelijk dat er bij de profetische parallellen meer betrokken is dan het ambt of de positie van personen. Ze omvatten ook hun ervaringen in het leven. Bij een bepaalde gelegenheid toen de joodse religieuze leiders van hun ongeloof blijk gaven, zei Jezus tot hen: „Een goddeloos en overspelig geslacht blijft een teken zoeken, maar het zal geen teken worden gegeven dan het teken van Jona, de profeet. Want evenals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de geweldig grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart der aarde zijn” (Matthéüs 12:38-40; Jona 1:17; 2:10). Jezus zei echter niet dat elke omstandigheid in Jona’s leven een voorafschaduwing was van wat hij zelf zou meemaken. Toen Jezus van Jehovah een toewijzing ontving, liep hij niet weg, zoals Jona, die getracht had naar Tarsis te vluchten. Maar zoals Jezus te kennen gaf, werd de ervaring die Jona in de buik van de grote vis meemaakte, in het bijbelse verslag opgenomen omdat daardoor profetische details over Jezus’ eigen dood en opstanding werden verschaft. — Matthéüs 16:4, 21.

9. (a) Op welke profetische aspecten wees Jezus in twee periodes van de geschiedenis? (b) Welke verdere betekenisvolle details vermeldde Petrus onder inspiratie?

9 Bepaalde periodes in de geschiedenis zijn ook van speciaal belang voor ons omdat ze een profetische blik in de toekomst verschaffen. Toen Jezus over de tijd sprak die zou voorafgaan aan zijn openbaring in Koninkrijksmacht, trok hij een parallel met twee andere gelegenheden waarbij het goddelijk oordeel aan goddeloze mensen werd voltrokken. Hij sprak over „de dagen van Noach” en „de dagen van Lot” als bijzonder betekenisvolle tijdsperiodes, en liet speciaal uitkomen dat de mensen zich destijds geheel in beslag lieten nemen door de alledaagse bezigheden van het leven. Hij spoorde ons ertoe aan onverwijld te handelen en niet, zoals de vrouw van Lot had gedaan, met verlangen terug te kijken naar dingen die wij hebben achtergelaten (Lukas 17:26-32). In de tweede geïnspireerde brief van de apostel Petrus worden verdere betekenisvolle details vermeld — de ongehoorzaamheid van engelen vóór de Vloed, Noachs predikingsactiviteit, de zware kwelling die Lot onderging omdat de inwoners van Sodom de wet trotseerden en zich aan uitspattingen overgaven, het feit dat God door op zijn bestemde tijd de goddelozen af te snijden, een voorbeeld verschafte van toekomstige dingen, en het bewijs dat God zijn getrouwe dienstknechten kan en zonder mankeren zal bevrijden. — 2 Petrus 2:4-9.

10. Toon door een vergelijking van Jeremia met Openbaring aan dat vervulde profetieën nog een verdere profetische waarde kunnen hebben.

10 Wanneer profetieën zijn vervuld, betekent dit niet dat ze nu alleen nog maar historische waarde hebben. Zowel de van tevoren gedane kennisgeving van wat zou geschieden als de wijze waarop de profetie werd vervuld, zijn vaak profetisch en duiden op zelfs nog verdere belangrijke gebeurtenissen in de toekomst. Dit is zo met betrekking tot wat er opgetekend staat over het oude Babylon, een rijk dat opvallend religieus was en welks invloed in onze tijd nog steeds over de gehele wereld wordt gevoeld. Ofschoon Babylon in 539 v.G.T. voor de Meden en de Perzen viel, gebruikt het boek Openbaring, dat aan het einde van de eerste eeuw G.T. werd geschreven, dezelfde taal als de profeet Jeremia en wijst op een nog toekomstige toepassing van de profetieën, en wel in verband met Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie. Vergelijk als voorbeelden hiervan Openbaring 18:4 met Jeremia 51:6, 45; Openbaring 17:1, 15 en 16:12 met Jeremia 51:13 en 50:38; Openbaring 18:21 met Jeremia 51:63, 64.

11. Welke profetische betekenis ligt er opgesloten in het verslag over de wijze waarop Jehovah met het afvallige Israël en met het ontrouwe Juda handelde? Hoe dat zo?

11 Evenzo is de wijze waarop Jehovah met het afvallige tienstammenrijk Israël en met de ontrouwe koningen en priesters van het tweestammenrijk Juda handelde, profetisch. Zowel de profetieën die van toepassing waren op deze oude koninkrijken als de vervulling ervan, zoals die in de Schrift staan opgetekend, schilderen een levendig beeld van de wijze waarop God zal handelen met de hedendaagse christenheid, die eveneens beweert de God van de bijbel te dienen maar zijn rechtvaardige geboden op schandelijke wijze overtreedt.

12. Hoe kunnen wij persoonlijk voordeel trekken van zulke verslagen?

12 Al deze verslagen zijn derhalve van grote betekenis voor deze tijd. Ze helpen ons te begrijpen hoe God bepaalde situaties in onze tijd beziet en wat wij persoonlijk moeten doen om de komende grote verdrukking te overleven. Wij worden aldus geholpen vollediger te beseffen dat „de gehele Schrift . . . nuttig [is] om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid”. — 2 Timótheüs 3:16, 17.

WAS HET ALLEMAAL VAN TEVOREN GEARRANGEERD?

13. Hoe weten wij dat God mensen er niet toe bewoog zonden te bedrijven opdat er profetische beelden verschaft konden worden?

13 Moeten wij uit dit alles begrijpen dat het gedrag van mensen en naties waarover wij in de bijbel kunnen lezen, allemaal van tevoren door God was gearrangeerd zodat het een profetische betekenis zou hebben? Het is duidelijk dat God zelf op een bepaalde wijze met zijn dienstknechten in het verleden handelde ten einde een patroon van grotere dingen te verschaffen die hij voor de toekomst in gedachten had. Maar hoe staat het met datgene wat mensen deden? Enkelen van hen bedreven ernstige zonden. Bewoog God hen ertoe deze zonden te bedrijven ten einde het bijbelse verslag te kunnen opstellen? De christelijke bijbelschrijver Jakobus antwoordt: „Met kwade dingen kan God niet worden beproefd, noch beproeft hij zelf iemand” (Jakobus 1:13). God bracht hen er niet toe verkeerde dingen te doen opdat er profetische beelden verschaft konden worden.

14. (a) Hoe weet Jehovah wat mensen, of zelfs Satan, op een toekomstige tijd zullen doen? (b) Op welke manieren komen bij de bijbelse profetieën Jehovah’s kennis van zichzelf en van zijn voornemen in het beeld?

14 Vergeet niet dat Jehovah de Schepper van de mensheid is. Hij weet hoe wij gemaakt zijn en wat mensen ertoe brengt op een bepaalde manier te handelen (Genesis 6:5; Deuteronomium 31:21). Hij kan nauwkeurig voorzeggen wat de afloop zal zijn voor mensen die in overeenstemming met zijn rechtvaardige beginselen leven en wat de gevolgen zullen zijn voor hen die trachten te negeren dat zij God nodig hebben of die zijn wegen verdraaien (Galáten 6:7, 8). Hij weet dat de Duivel net zulke tactieken zal blijven gebruiken als hij in het verleden heeft aangewend. Jehovah weet ook wat hij zelf onder gegeven omstandigheden zal doen, dat hij zal handelen overeenkomstig verheven hoedanigheden zoals gerechtigheid, onpartijdigheid, liefde en barmhartigheid, hoedanigheden die hij altijd aan de dag heeft gelegd (Maleachi 3:6). Aangezien Jehovah’s voornemens stellig verwezenlijkt zullen worden, kan hij de resultaten voorzeggen en ook de stappen die hij zal doen om ze tot stand te brengen (Jesaja 14:24, 27). Daarom kon hij gebeurtenissen uit het leven van individuele personen en naties kiezen en deze in de bijbel laten opnemen ten einde een blik te vergunnen in wat de toekomst zal brengen.

15. Hoe beklemtoonde de apostel Paulus dat bijbelverslagen niet slechts geschiedenis bevatten maar dat er veel meer in schuilt?

15 Het was dan ook heel passend dat de apostel Paulus, na gebeurtenissen uit de geschiedenis van Israël te hebben verhaald, tot medechristenen zei: „Deze dingen nu bleven hun overkomen als voorbeelden en ze werden opgeschreven tot een waarschuwing voor ons, tot wie de einden van de samenstelsels van dingen gekomen zijn” (1 Korinthiërs 10:11). En aan de christelijke gemeente in Rome schreef hij: „Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben” (Romeinen 15:4). Dus pas wanneer wij beseffen dat bijbelverslagen niet slechts geschiedenis bevatten maar dat er veel meer in schuilt, kunnen wij daarin wonderbaarlijke onthullingen zien omtrent de toekomst van de mensheid.

[Studievragen]

[Kader/Illustraties op blz. 41]

PROFETISCHE BEELDEN — Waarop duiden ze?

De dagen van Noach

De tabernakel

Koning Salomo

Jona drie dagen in de buik van een vis

De val van Babylon