„Gij hebt volharding nodig”
Hoofdstuk 23
„Gij hebt volharding nodig”
1. (a) Waarom zijn Jehovah’s Getuigen werkelijk gelukkige mensen? (b) Maar welke raad in Hebreeën 10:36 is op ons allen van toepassing?
DEGENEN die hun vertrouwen op Jehovah hebben gesteld, zijn in deze tijd werkelijk de gelukkigste mensen op aarde. Zij weten waar de allerbeste raad te vinden is met betrekking tot de wijze waarop men het hoofd kan bieden aan de problemen van het leven, namelijk in Gods Woord. Zij zien de toekomst onbevreesd tegemoet, omdat zij weten wat Gods voornemen met betrekking tot deze aarde is (Jeremia 17:7, 8; Psalm 46:1, 2). Niettemin schreef de apostel Paulus aan medechristenen: „Gij hebt volharding nodig, om, na de wil van God gedaan te hebben, de vervulling van de belofte te ontvangen” (Hebreeën 10:36). Wat maakt volharding zo noodzakelijk?
2. Waarom zouden Jezus’ discipelen volharding nodig hebben?
2 Vóór zijn dood waarschuwde Jezus zijn apostelen voor wat hun te wachten stond. Hij zei: „Als gij een deel van de wereld zoudt zijn, zou de wereld ten zeerste gesteld zijn op wat haar toebehoort. Daar gij echter geen deel van de wereld zijt, maar ik u uit de wereld heb uitgekozen, daarom haat de wereld u. Denkt aan het woord dat ik tot u heb gezegd: Een slaaf is niet groter dan zijn meester. Indien zij mij hebben vervolgd, zullen zij ook u vervolgen; indien zij mijn woord hebben onderhouden, zullen zij ook het uwe onderhouden. Maar zij zullen u al deze dingen aandoen wegens mijn naam, omdat zij hem niet kennen die mij heeft gezonden” (Johannes 15:19-21). Hoe waar zijn die woorden gebleken!
3. (a) Wat wil het zeggen dat Jezus’ discipelen ’wegens zijn naam’ vervolgd worden? (b) In welk opzicht is het zo dat vervolgers Hem door wie Jezus is gezonden, „niet kennen”? (c) Wie is voornamelijk verantwoordelijk voor de vervolging?
3 Jezus’ volgelingen zijn voorwerpen van vijandigheid omdat Exodus 5:2.) Wie is de voornaamste aanstichter van deze vervolging? Satan de Duivel. — Openbaring 2:10.
zij in een wereld leven die verwerpt wat door het werkelijke christendom wordt voorgestaan. Christus betekent „Gezalfde”. Jezus Christus is door Jehovah gezalfd tot Koning over de gehele aarde. Toen Jezus dus zei dat zijn discipelen ’wegens zijn naam’ vervolgd zouden worden, bedoelde hij dat zij vervolgd zouden worden omdat zij zouden vasthouden aan hem als Jehovah’s Messiaanse Koning, omdat zij gehoorzaamheid aan Christus boven gehoorzaamheid aan welke aardse regeerder maar ook zouden stellen, en omdat zij loyaal aan zijn Koninkrijk zouden blijven en zich niet in de aangelegenheden van menselijke regeringen zouden mengen. Jezus voegde eraan toe dat de tegenstand zou voortspruiten uit het feit dat de vervolgers „hem niet kennen die mij heeft gezonden”, dat wil zeggen dat zij weigeren Jehovah God als Universele Soeverein te erkennen. (Vergelijk4. (a) Hoe is de vervulling van Openbaring 12:17 van invloed op ons leven? (b) Wat is Satans bedoeling?
4 Vooral sedert Satan na de geboorte van Jehovah’s Messiaanse koninkrijk in 1914 uit de hemel werd geworpen, is de druk op ware christenen toegenomen. Onderschat dit niet. Van de zijde van de Duivel en zijn demonen wordt krachtig oorlog gevoerd tegen allen die hun standpunt hebben ingenomen aan de zijde van Gods koninkrijk in handen van Jezus Christus. Hierover zegt Openbaring 12:17: „En de draak [Satan de Duivel] werd toornig op de vrouw [Gods hemelse met een vrouw te vergelijken organisatie] en ging heen om oorlog te voeren tegen de overgeblevenen van haar zaad [de met de geest gezalfde volgelingen van Christus op aarde], die de geboden van God onderhouden en het werk hebben dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent Jezus.” Ook de „andere schapen” bevinden zich in het heetst van de strijd. Door sluwe methoden tracht Satan hen ertoe te verlokken of te dwingen ermee op te houden de geboden van God te gehoorzamen. Hij wil hun geestelijke gezindheid verzwakken en vervolgens volledig te gronde richten. Zijn doel is, de bekendmaking omtrent Jezus als Jehovah’s Messiaanse Koning tot zwijgen te brengen. Maar in deze geestelijke oorlogvoering behalen loyale dienstknechten van God de overwinning.
HOE DIENEN CHRISTENEN TE REAGEREN?
5. Welke maatregelen hebben regeringen tegen Jehovah’s Getuigen genomen?
5 Veel regeringsfunctionarissen erkennen dat Jehovah’s Getuigen ordelievende personen zijn en dat zij een gezonde invloed op de gemeenschap uitoefenen. Niettemin vormen alle menselijke regeringen een deel van Satans wereldsamenstel van dingen (1 Johannes 5:19; Openbaring 13:2). Het dient ons dus niet te verbazen dat sommige regeringen degenen die de ware God aanbidden, het verbod opleggen bijeen te komen, hun bijbelse lectuur verbieden, niet toestaan dat zij over Gods koninkrijk prediken en hen zelfs in de gevangenis werpen en mishandelen. Indien u persoonlijk onder zo’n druk komt te staan, wat zult u dan doen?
6. (a) Hoe dient onze houding tegenover regeringsfunctionarissen te zijn? (b) Maar wat zijn wij vastbesloten te doen? (c) Hoe kunnen wij zelfs onder vervolging gelukkig blijven?
6 De apostelen van Jezus Christus respecteerden regeringsfunctionarissen. Wanneer zij vervolgd werden, wreekten zij zich niet. Maar wanneer zij het bevel kregen ermee op te houden te doen wat God geboden had, antwoordden zij vastberaden: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen” (Handelingen 5:29; Romeinen 12:19; 1 Petrus 3:15). Zelfs wanneer hun leven werd bedreigd, bracht vrees voor de dood hen er niet toe te schipperen. Zij wisten dat zij „de God die de doden opwekt” dienden (2 Korinthiërs 1:9; Hebreeën 2:14, 15). Ofschoon zij werden vervolgd, waren zij gelukkig, omdat zij wisten dat zij God behaagden en omdat zij de gelegenheid hadden een aandeel te hebben aan de rechtvaardiging van zijn naam en blijk te geven van hun loyaliteit jegens zijn gezalfde Koning (Handelingen 5:41, 42; Matthéüs 5:11, 12). Bent u zo iemand? Vereenzelvigt u zich openlijk met degenen die zulke dingen meemaken? Ebed-Melech was iemand die zich niet door vrees liet weerhouden. Wie was hij?
7. (a) Wie was Ebed-Melech, en waarom stellen wij in deze tijd belang in hem? (b) Wat deed Ebed-Melech toen hij hoorde dat Jeremia in een modderige regenput was geworpen, en waarom?
7 Ebed-Melech was een godvrezende Ethiopiër die in Jeruzalem woonde vlak voordat deze stad door de Babyloniërs werd verwoest. Hij was werkzaam in de hofhouding van koning Zedekía. Destijds diende Jeremia als profeet van Jehovah voor het koninkrijk Juda en de omringende naties. Omdat hij Gods waarschuwingsboodschap zonder te schipperen overbracht, werd hij intens vervolgd. Op aansporing van bepaalde vorsten in Jeruzalem werd hij zelfs in een regenput geworpen om daar in de modder weg te zakken en te sterven. Ofschoon Ebed-Melech een niet-Israëliet was, erkende hij Jeremia als Jehovah’s profeet. Toen Ebed-Melech hoorde wat men gedaan had, ging hij dadelijk naar de koning toe, die in de stadspoort zat, om een goed woordje voor Jeremia te doen. Op bevel van de koning bracht hij snel dertig mannen bijeen, alsook touwen en oude lompen. Hij zei Jeremia de lompen onder zijn oksels te doen, zodat de touwen minder zouden schuren, en toen trokken zij de profeet omhoog uit de regenput. — Jeremia 38:4-13.
8. Welke geruststellende belofte deed Jehovah aan Ebed-Melech, en waarom?
8 Begrijpelijkerwijs maakte Ebed-Melech zich zorgen over wat de vorsten hem misschien zouden aandoen omdat hij hun snode plan had verijdeld, maar zijn respect voor Jehovah’s profeet en zijn eigen vertrouwen op God wogen zwaarder dan zijn bezorgdheid. Bijgevolg gaf Jehovah Ebed-Melech bij monde van Jeremia de volgende verzekering: „’Zie, ik doe mijn woorden over deze stad in vervulling gaan tot rampspoed en niet ten goede, en ze zullen stellig op die dag voor uw aangezicht geschieden. En ik wil u op die dag bevrijden’, is de uitspraak van Jehovah, ’en gij zult niet gegeven worden in de hand van de mannen voor wie gijzelf bang zijt. Want ik zal u zonder mankeren ontkoming Jeremia 39:16-18.
verschaffen, en door het zwaard zult gij niet vallen, en uw ziel zal u stellig ten buit worden, omdat gij op mij hebt vertrouwd’, is de uitspraak van Jehovah.” —9. (a) Hoe komen de „andere schapen” met Ebed-Melech overeen? (b) Wat betekent Jehovah’s belofte aan Ebed-Melech derhalve voor de „andere schapen” in deze tijd?
9 Wat een kostbare belofte is dat voor Jehovah’s dienstknechten in deze tijd! Evenals Ebed-Melech zien de „andere schapen” het onrecht dat de hedendaagse Jeremia-klasse, het gezalfde overblijfsel, wordt aangedaan en de pogingen die in het werk worden gesteld om hun prediking van Jehovah’s boodschap een halt toe te roepen. Zonder aarzelen hebben zij gedaan wat zij konden om de gezalfde klasse te beschermen en te ondersteunen. Terecht putten zij derhalve kracht uit de belofte die Jehovah aan Ebed-Melech deed en sterkt deze belofte hen in hun vertrouwen dat God niet zal toelaten dat tegenstanders hen verdelgen, maar dat Hij hen als klasse dwars door de ophanden zijnde wereldvernietiging heen zal bewaren en zijn rechtvaardige „nieuwe aarde” zal binnenleiden.
10. Op welke terreinen van het leven ondergaan christenen vervolging?
10 Niet allen die in de voetstappen van Jezus Christus treden, worden met gevangenneming bedreigd, maar wel worden allen op de een of andere wijze vervolgd (2 Timótheüs 3:12). Duizenden christelijke echtgenotes, en echtgenoten, hebben jarenlang getrouw intense tegenstand in hun eigen huis verduurd. Ook kinderen zijn vanwege hun verlangen om Jehovah te dienen, door ouders verstoten (Matthéüs 10:36-38). Christelijke jongeren kunnen ook op school met vervolging te maken krijgen, en oudere personen op hun werk. Alle getuigen van Jehovah maken er in de een of andere vorm kennis mee als zij in het openbaar getuigenis geven omtrent Gods koninkrijk. Op al dezen zijn Jezus’ woorden van toepassing: „Door volharding van uw zijde zult gij uw ziel verwerven.” — Lukas 21:19.
11. (a) Welke andere situaties vormen voor velen een zware beproeving? (b) Wie nog meer ondervond deze dingen, en waarom?
11 Niet weinigen staan tegenover andere situaties waardoor zij op de proef worden gesteld. Zij zijn misschien ernstig ziek en hebben een kwaal die hen van veel levensvreugde berooft. Of misschien worden zij met zeer moeilijke economische toestanden geconfronteerd. Het kan zijn dat de opmerkingen van intieme metgezellen af en toe unfair en onvriendelijk zijn. In het geval van de patriarch Job maakte Satan van al deze middelen gebruik in een poging zijn rechtschapenheid te verbreken. Hoe zullen wij in dergelijke situaties reageren? —12. (a) Waarom vooral had Noach volharding nodig in zijn bediening? (b) Hoe bestaat er een soortgelijke situatie in onze tijd?
12 Maar als wij nu eens persoonlijk heel weinig gunstige reacties krijgen op onze pogingen getuigenis af te leggen omtrent Jehovah’s voornemens? Ook in die situatie is volharding nodig. Bedenk dat in al de jaren dat Noach vóór de Vloed predikte, alleen zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen zich in het dienen van Jehovah bij hem aansloten. De gehele overige mensheid ’sloeg er geen acht op’ (Matthéüs 24:39). Zo is het ook in deze tijd, het merendeel der mensen ’slaat er geen acht op’. In sommige gebieden echter waar eens slechts weinigen gunstig op de Koninkrijksboodschap reageerden, is nu een overvloedige oogst aan aanbidders van de ware God. Gelukkig zijn zij die gedurende de jaren van onverschilligheid of rechtstreekse tegenstand hebben volhard en die nu een aandeel aan deze voortreffelijke bijeenvergadering hebben!
’GELUKKIG ZIJN ZIJ DIE BLIJVEN VERDUREN’
13. (a) Wat moeten wij steeds voor ogen houden om te kunnen blijven volharden? (b) Wat moeten wij erkennen met betrekking tot Satans methoden?
13 Ten einde het wonderbaarlijke vooruitzicht met betrekking tot leven op de „nieuwe aarde” niet te verliezen, is het buitengewoon belangrijk de grote strijdvraag waarmee de gehele schepping wordt geconfronteerd — de strijdvraag 1 Petrus 5:8, 9; Markus 4:17-19.
inzake de universele soevereiniteit — scherp voor ogen te houden. Staan wij zonder te schipperen aan Jehovah’s zijde? Beseffen wij volledig dat er slechts twee zijden zijn, zonder tussengebied? Willen wij in deze oorlog niet het onderspit delven, dan moeten wij beseffen dat Satan zich zowel van vijandigheid als van verleiding bedient om onze rechtschapenheid te verbreken, ons ertoe te brengen God niet meer te gehoorzamen en ons af te keren van het belangrijke werk dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent het Messiaanse koninkrijk. —14. (a) Welke intieme verhouding moeten wij aankweken, en met wie? (b) Hoe zal hij ons helpen?
14 Wij moeten ook volledig vertrouwen op Jehovah aankweken. Hoe dwaas zou het zijn te proberen alleen in onze eigen kracht te vermijden dat wij in de subtiele strikken geraken van een bovenmenselijke vijand! Maar als wij met geheel ons hart op Jehovah vertrouwen, zullen wij, wanneer wij moeilijkheden ondervinden en tegenover verleiding komen te staan, dichter tot hem naderen (Efeziërs 6:10, 11; Spreuken 3:5, 6). Jehovah dwingt ons niet een bepaalde weg te gaan. Hij zal ons niet tegen onze eigen wil in leiden. Maar als wij ons voor leiding tot zijn Woord wenden, hem om kracht bidden en dicht bij zijn organisatie blijven, zal hij onze schreden richten. En hij zal ons sterken met hernieuwde bewijzen van zijn eigen nimmer falende liefde. — Romeinen 8:38, 39.
15. (a) Wie dient in ons leven op de eerste plaats te komen? (b) Hoe dienen wij situaties te bezien waardoor ons geloof op de proef wordt gesteld?
15 De moeilijkheden en verleidingen waaraan u het hoofd moet bieden, zullen u op de proef stellen. Wie stelt u op de eerste plaats in uw leven? Satan beweert dat wij allen ons hoofdzakelijk om onszelf bekommeren. De meeste mensen zijn zo. Jezus Christus was anders. En u? Hebt u geleerd de verheerlijking van Jehovah’s naam op de eerste plaats te stellen? Zo ja, dan zult u, in plaats van situaties waardoor uw geloof wordt beproefd uit de weg te gaan, in staat zijn ze vastberaden onder de ogen te zien, terwijl u Jehovah smeekt Jakobus 1:2-4, 12; Romeinen 5:3, 4.
om u de wijsheid te geven deze situaties tot zijn eer aan te wenden. De beproevingen die u overkomen, zullen volharding voortbrengen, en volharding vanwege uw liefde voor Jehovah zal zijn goedkeuring tot gevolg hebben. „Gelukkig is de man die beproeving blijft verduren, want nadat hij is goedgekeurd, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Jehovah beloofd heeft aan hen die hem blijven liefhebben.” —16. Welk doel moeten wij trachten te bereiken?
16 Het is niet voldoende alleen maar een begin te maken in Jehovah’s dienst of voor een kort poosje te volharden. Wij nemen aan een wedloop deel, en alleen zij die de finish bereiken, verkrijgen de prijs. Gelukkig zullen al degenen zijn die hun oog niet van de prijs afwenden en zich blijven inspannen totdat dit oude samenstel in puin gelegd wordt! Wat een glorierijke vooruitzichten wachten hun dan! — Hebreeën 12:1-3; Matthéüs 24:13.
[Studievragen]