Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Verstandig handelen nu rampspoed dreigt

Verstandig handelen nu rampspoed dreigt

Hoofdstuk 7

Verstandig handelen nu rampspoed dreigt

1. Waarom zijn mensen nodeloos om het leven gekomen (a) toen de Titanic zonk? (b) toen Mont Pelée uitbarstte?

WANNEER uit betrouwbare bron gewaarschuwd wordt dat er onheil dreigt, doen verstandige mensen stappen om hun leven veilig te stellen (Spreuken 22:3). Maar talloze duizenden zijn nodeloos om het leven gekomen omdat hun vertrouwen misplaatst was. Ondanks waarschuwingen om de reddingsboten in te gaan, gingen honderden passagiers in 1912 te zamen met de oceaanstomer de Titanic ten onder omdat zij de bewering geloofden dat het schip onzinkbaar was. Toen in 1902 Mont Pelée op het eiland Martinique vulkanische as en stukken steen begon uit te braken, was de bevolking van het nabijgelegen St. Pierre angstig, maar aangezien de zelfzuchtige belangen van vooraanstaande leden van de gemeenschap op het spel stonden, probeerden plaatselijke politici en de redacteur van het plaatselijke nieuwsblad de vrees van de mensen te sussen en spoorden zij hen ertoe aan niet weg te trekken. Plotseling barstte de vulkaan uit, en 30.000 mensen kwamen om het leven.

2. (a) Welke dringende waarschuwing wordt in onze tijd bekendgemaakt? (b) Waarom is de situatie ernstig?

2 In onze tijd wordt een nog dringender waarschuwing bekendgemaakt — geen waarschuwing aangaande een of andere plaatselijke ramp maar met betrekking tot de nabijheid van Gods universele oorlog van Armageddon (Jesaja 34:1, 2; Jeremia 25:32, 33). Jehovah’s Getuigen hebben over de gehele wereld de mensen herhaaldelijk thuis bezocht en hen ertoe aangespoord met het oog op hun levensbehoud verstandig te handelen. Hebt u het leven voldoende lief om onverwijld, zonder uitstel, de benodigde stappen te doen?

’DE WERELD GAAT VOORBIJ’

3. Waarom zal onze houding ten aanzien van de wereld van invloed zijn op ons vooruitzicht op overleving?

3 Uw vooruitzicht op overleving is afhankelijk van uw houding ten aanzien van de wereld. Zolang u als mens leeft, bent u in de wereld. Maar u hoeft niet in haar verkeerde verlangens te delen en ook hoeft u haar goddeloze daden niet na te volgen. U hoeft u niet met de wereld te vereenzelvigen door vertrouwen te stellen in mensen en hun plannen in plaats van in God en zijn voornemen. Maar u moet een keus doen; u kunt niet aan beide zijden staan. „Al wie . . . een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God.” Waarom? Omdat, zoals Gods Woord ons zegt, „de gehele wereld . . . in de macht van de goddeloze [ligt]”. — Jakobus 4:4; 1 Johannes 5:19; Psalm 146:3-5.

4. (a) Verklaar aan de hand van uw bijbel welke praktijken en geesteshoudingen het onmogelijk maken dat men leven onder Gods koninkrijk ontvangt. (b) Waarom dienen degenen die zich aan deze dingen hebben overgegeven, ze prompt te laten varen?

4 Het is begrijpelijk dat Jehovah mensen die er door hun levenswijze blijk van geven dat zij vasthouden aan hetgeen God veroordeelt, niet in leven zal laten en geen plaatsje in zijn rechtvaardige Nieuwe Ordening zal geven. Wat zijn zo enkele van de dingen die door God worden veroordeeld? Veel activiteiten en geesteshoudingen die de wereld als vanzelfsprekend beschouwt. Maar willen wij het einde van deze goddeloze wereld overleven, dan zullen wij, ongeacht wat andere mensen doen en denken, acht slaan op de in de bijbel opgetekende waarschuwing dat hoereerders, overspelers, homoseksuelen en degenen die zich aan immorele onreinheid en losbandig gedrag overgeven, niet tot de overlevenden zullen behoren. Hoe vaak anderen ook mogen liegen of stelen, wij zullen zo’n levenswijze verwerpen. Ongeacht hoe populair occulte praktijken ook zijn, wij zullen ze vermijden. Hoewel anderen wellicht jaloers worden, twist verwekken, zich overgeven aan vlagen van toorn, of frustraties uit de weg trachten te gaan door middel van drugs of overmatig alcoholgebruik, zullen wij hen niet navolgen. En mochten wij ons aan deze dingen hebben overgegeven, dan zullen wij de noodzakelijke veranderingen moeten aanbrengen. Ook al hebben enkele van deze dingen ons in het verleden „normaal” toegeschenen, dan zullen wij ze toch laten varen. Waarom? Omdat wij God werkelijk liefhebben en het leven liefhebben, en Gods Woord waarschuwt dat „wie zulke dingen beoefenen, Gods koninkrijk niet zullen beërven”. — Galáten 5:19-21; Efeziërs 5:3-7; 1 Korinthiërs 6:9, 10; 2 Korinthiërs 7:1; Openbaring 22:15.

5. (a) Wat moeten wij leren doen als het leven ons dierbaar is? (b) Welke voortreffelijke hoedanigheden worden in de schriftplaatsen aan het einde van deze paragraaf vermeld? Hoe belangrijk zijn ze? Hoe kunnen wij ze ontwikkelen?

5 Indien wij een gelegenheid om eeuwig in geluk te leven belangrijk vinden, is het noodzakelijk dat wij te weten komen hoe wij de Levengever, Jehovah God, moeten behagen (Handelingen 17:24-28; Openbaring 4:11). Geleidelijk aan moeten wij zijn Woord in ieder aspect van ons leven toepassen. Als wij dat doen, zullen wij al gauw de houding die wij jegens onszelf en anderen innemen, alsook de wijze waarop wij persoonlijke bezittingen en bekwaamheden bezien, aan een ernstig onderzoek onderwerpen en beschouwen hoe dit van invloed is op onze verhouding tot God. De mensen om ons heen hebben wellicht een hoge dunk van zichzelf, of van hun eigen stam of ras of natie, maar wij zullen ernstig nadenken over de schriftplaats waar staat: „God weerstaat de hoogmoedigen, maar hij geeft onverdiende goedheid aan de nederigen.” — Jakobus 4:6; Zefanja 2:2, 3; Psalm 149:4.

6, 7. Waarom dienen wij ons leven in het licht van 1 Johannes 2:15-17 aan een onderzoek te onderwerpen?

6 Ook al laten anderen toe dat zij in slavernij geraken aan de verlangens die door een materialistische maatschappij worden aangewakkerd of laten zij zich drijven door hun verlangen naar persoonlijke prominentie, wij zullen ons leven in het licht van 1 Johannes 2:15-17 aan een onderzoek onderwerpen: „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld. Indien iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem; want alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld. De wereld gaat bovendien voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” Indien wij veranderingen moeten aanbrengen, is het daar nu de tijd voor.

7 Deze wereld met haar levenswijze zal niet eeuwig blijven bestaan. Ze is geen schip dat niet kan zinken. Wereldse mensen mogen dan trachten hun volgelingen te behouden door hun te doen denken dat zij met eigen krachtsinspanningen de wereld kunnen verbeteren. Maar de enige manier om gespaard te worden voor de ophanden zijnde rampspoed is, acht te slaan op Gods waarschuwingsboodschap. Hierin hebben de Ninevieten in de dagen van de profeet Jona een voorbeeld gesteld dat wij ter harte dienen te nemen.

„ZIJ HADDEN BEROUW OP HETGEEN JONA PREDIKTE”

8. Hoe gaven de Ninevieten blijk van wijsheid toen Jona Gods waarschuwing aan hen bekendmaakte, en met welke resultaten?

8 In de negende eeuw v.G.T. gaf Jehovah Jona de opdracht naar de inwoners van Ninevé, de hoofdstad van Assyrië, te gaan ten einde te verkondigen dat Ninevé vanwege de slechtheid van haar inwoners ondersteboven gekeerd zou worden. Hoe reageerden zij toen Jona waarschuwde dat zij over nog maar veertig dagen zouden omkomen? In plaats van te spotten, gingen zij „geloof stellen in God, en zij kondigden voorts een vasten af en deden zakken aan”. De koning zelf sloot zich bij hen aan en deed op alle mensen een dringend beroep tot God te smeken en zich af te keren van hun slechte weg en van hun gewelddaden. Hij redeneerde: „Wie weet er of de ware God . . . zich zal afkeren van zijn brandende toorn, zodat wij niet vergaan?” Omdat zij zich van hun slechte weg afkeerden, betoonde Jehovah hun barmhartigheid. Hun leven werd gespaard. — Jona 3:2-10.

9, 10. (a) In welk opzicht waren de Ninevieten, zoals Jezus zei, een navolgenswaardig voorbeeld? (b) Wie in deze tijd zijn als die Ninevieten?

9 Bij wijze van berisping voor ongelovige joden in de eerste eeuw G.T., vestigde Jezus de aandacht op dit historische voorval met de woorden: „De mannen van Ninevé zullen in het oordeel opstaan met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij hadden berouw op hetgeen Jona predikte, maar ziet! méér dan Jona is hier.” — Matthéüs 12:41.

10 Wat valt er te zeggen over onze tijd? Zijn er thans mensen die zich zo berouwvol betonen? Ja, over de hele wereld zijn er vele duizenden die net als de Ninevieten misschien nooit beleden hebben de God van de bijbel te aanbidden, maar die nu acht slaan op Jehovah’s waarschuwingsboodschap. Wanneer zij vernemen om welke reden deze wereld vernietigd zal worden, zoeken zij Gods barmhartigheid. Zij ondergaan een werkelijke verandering van geest en hart met betrekking tot hun vroegere levenswijze en leggen zich nu toe op het verrichten van ’werken die bij berouw passen’ (Handelingen 26:20; zie ook Romeinen 2:4). Wilt u graag tot hen behoren? Zo ja, talm dan niet.

SMEEK DRINGEND OM VREDE

11. (a) Wat was de achtergrond van de Gibeonieten? (b) Waarom smeekten zij om vrede met Israël?

11 De Gibeonieten in de dagen van Jozua handelden ook verstandig opdat hun leven gespaard zou worden. Zij waren Kanaänieten, wier levenswijze immoreel en materialistisch, afgodisch en demonisch was. Jehovah had hun vernietiging verordend. Zij wisten hoe Jehovah veertig jaar voordien de Israëlieten uit Egypte had bevrijd en dat machtige Amoritische koningen ten oosten van de rivier de Jordaan geen stand voor hen hadden kunnen houden. Iedereen wist dat de zware muren van Jericho zonder dat er ook maar één stormram was gebruikt, voor hun ogen waren ingestort en dat de stad Ai tot een verlaten puinhoop was gemaakt (Jozua 9:3, 9, 10). De inwoners van de stad Gibeon wilden leven, maar zij beseften dat zij een oorlog tegen de God van Israël nooit zouden kunnen winnen. Er moest snel iets gedaan worden. Wat dan wel? Zij wisten dat zij niet op een vredesverdrag met Israël konden aandringen, maar zij dachten dat zij op z’n minst moesten proberen dit tot stand te brengen. Hoe dan wel?

12. (a) Waarom werden de Gibeonieten, in weerwil van de door hen aangewende methode, gespaard? (b) Welke veranderingen moesten zij aanbrengen, en wat voor werk werd hun te doen gegeven?

12 Zij gingen met schranderheid te werk door mannen naar Jozua te zenden die, te oordelen naar hun uiterlijke verschijning, een zeer lange reis achter de rug hadden. Toen zij op Jozua toetraden, zeiden zij dat zij uit een ver land kwamen, dat zij hadden gehoord van de grote dingen die Jehovah had gedaan en dat zij, als vertegenwoordigers van hun volk, waren gekomen om zich als knechten aan te bieden en te vragen of er een verbond met hen gesloten kon worden. Jozua en de oversten van Israël stemden hierin toe. Later, toen het bedrog aan het licht kwam, beleden de Gibeonieten nederig dat zij voor hun leven vreesden en betoonden zich bereid alles te doen wat er van hen werd verlangd (Jozua 9:4-25). Jehovah had de hele kwestie gadegeslagen. Hij was niet om de tuin geleid. Hij kon zien dat zij er niet op uit waren zijn volk te verderven, zoals de Moabieten voordien hadden gedaan, en hij waardeerde hun vurige wens om in leven te blijven. Daarom stond hij hun toe om onder leiding van de levieten ter ondersteuning van Jehovah’s aanbidding werk bij de heilige tabernakel te verrichten. Zij werden houthakkers en waterputters. Natuurlijk moesten zij om voor zo’n dienst aanvaardbaar te zijn, hun vroegere onreine praktijken laten varen. — Jozua 9:27; Leviticus 18:26-30.

13. (a) Hoe kunnen wij profijt trekken van dat profetische drama in verband met de Gibeonieten? (b) Wat wordt er thans van mensen verlangd, willen zij door de Grotere Jozua gespaard worden?

13 Met het oog op het feit dat wij vlak voor het einde van de „laatste dagen” leven, is het buitengewoon belangrijk dat alle mensen die in leven willen blijven, onverwijld en in alle oprechtheid handelen. Jezus Christus, die in deze tijd Jehovah’s oordeelsvoltrekker is, kan niet zoals Jozua om de tuin geleid worden. Er kan ten gunste van zulke personen alleen een regeling worden getroffen dat zij voor terechtstelling worden gespaard wanneer zij hun geloof in Jehovah als de ware God in het openbaar bekendmaken. (Vergelijk Handelingen 2:17-21.) Zij moeten ook Jezus Christus aanvaarden in de rol die God hem op verschillende terreinen heeft toegewezen en daarna als personen leven die de levenswijze van deze ten ondergang gedoemde wereld niet liefhebben. Vervolgens moeten zij nederige dienstknechten van God worden en in verbondenheid met de gemeente van zijn volk heilige dienst voor hem verrichten. — Johannes 17:16; Openbaring 7:14, 15.

14. Waarom is Jehovah’s bevrijding van de Gibeonieten uit de hand van vijandelijke strijdkrachten veelbetekenend voor ons?

14 Spoedig nadat de Gibeonieten zich aan de zijde van Jehovah’s volk hadden geschaard, kwamen zij onder grote druk te staan. Vijf koningen van de Amorieten belegerden Gibeon om de inwoners ertoe te dwingen weer aan hun zijde te komen en zich tegen Israël te keren. De Gibeonieten zonden Jozua een dringend verzoek om hulp, en de bevrijding die zij ervoeren, was een van de meest spectaculaire in de gehele geschiedenis. Jehovah veroorzaakte verwarring in de gelederen van de vijand, liet hagelstenen uit de hemel op hen neerregenen en zorgde er op wonderbaarlijke wijze voor dat het licht bleef totdat Israël de vijand volledig op de vlucht had gejaagd (Jozua 10:1-14). Die bevrijding van de Gibeonieten was profetisch en beeldde af hoe een grote schare aanbidders van de ware God in de universele oorlog van Armageddon op nog wonderbaarlijker wijze bevrijd zal worden. De gelegenheid om profijt te trekken van die bevrijding staat open voor mensen uit elke natie indien zij thans verstandig handelen. Maakt u zich die gelegenheid ten nutte? — Openbaring 7:9, 10.

[Studievragen]