Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wederkomst van Christus

Wederkomst van Christus

Wederkomst van Christus

Definitie: Voordat Jezus Christus de aarde verliet, beloofde hij te zullen terugkeren. Die belofte hangt samen met opwindende gebeurtenissen die met Gods koninkrijk in verband staan. Er zij opgemerkt dat er een verschil bestaat tussen komst en tegenwoordigheid. Terwijl iemands komst (die met zijn aankomst of terugkeer in verband staat) op een bepaald tijdstip plaatsvindt, kan zijn tegenwoordigheid daarna zich over een periode van jaren uitstrekken. In de bijbel wordt het Griekse woord erʹcho·mai (dat „komen” betekent) ook gebruikt om aan te duiden dat Jezus op een specifiek tijdstip gedurende zijn tegenwoordigheid zijn aandacht richt op een belangrijke taak, namelijk op zijn werk als Jehovah’s oordeelsvoltrekker in de oorlog van de grote dag van God de Almachtige.

Zullen de met Christus’ tegenwoordigheid samenhangende gebeurtenissen zich in een zeer korte tijd afspelen of zich over een periode van jaren uitstrekken?

Matth. 24:37-39: „Net zoals de dagen van Noach waren, zo zal de tegenwoordigheid [„komst”, NBG, WV; „tegenwoordigheid”, Ro, ED; Grieks: pa·rouʹsi·a] van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen vóór de vloed waren, zij aten en zij dronken, mannen huwden en vrouwen werden ten huwelijk gegeven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging, en zij sloegen er geen acht op totdat de vloed kwam en hen allen wegvaagde, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn.” (De hier beschreven gebeurtenissen uit „de dagen van Noach” speelden zich af over een periode van vele jaren. Jezus vergeleek zijn tegenwoordigheid met wat er destijds had plaatsgevonden.)

In Matthéüs 24:37 wordt het Griekse woord pa·rouʹsi·a gebruikt. Letterlijk betekent het „bij [iemand] zijn”. In Liddell en Scotts Greek-English Lexicon (Oxford, 1968) wordt „tegenwoordigheid, van personen”, als eerste definitie van pa·rouʹsi·a gegeven. De betekenis van het woord blijkt duidelijk uit Filippenzen 2:12, waar Paulus zijn tegenwoordigheid (pa·rouʹsi·a) tegenover zijn afwezigheid (a·pouʹsi·a) stelt. Wanneer daarentegen in Matthéüs 24:30 wordt gezegd dat de Zoon des mensen in de oorlog van Armageddon als Jehovah’s oordeelsvoltrekker „op de wolken des hemels [zal] komen met kracht en grote heerlijkheid”, wordt het Griekse woord er·choʹme·non gebruikt. Sommige vertalers geven beide Griekse woorden met „komst” en „komen” weer, maar nauwkeuriger vertalers laten het verschil tussen beide woorden uitkomen.

Zal Christus zichtbaar voor menselijke ogen wederkomen?

Joh. 14:19: „Nog een korte tijd en de wereld zal mij niet meer aanschouwen, maar gij [Jezus’ getrouwe apostelen] zult mij aanschouwen, want ik leef en gij zult leven.” (Jezus had zijn apostelen beloofd dat hij zou terugkomen en hen naar de hemel zou meenemen om bij hem te zijn. Zij zouden hem kunnen zien omdat zij evenals hij geesten zouden zijn. Maar de wereld zou hem niet meer zien. Vergelijk 1 Timótheüs 6:16.)

Hand. 13:34: „[God heeft] hem [Jezus] uit de doden . . . opgewekt om niet meer tot het verderf terug te keren.” (Menselijke lichamen zijn van nature aan verderf onderhevig. Daarom worden in 1 Korinthiërs 15:42, 44 „verderfelijkheid” en „fysiek lichaam” parallel aan elkaar gebruikt. Jezus zal nooit meer zo’n lichaam hebben.)

Joh. 6:51: „Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid; en werkelijk, het brood dat ik zal geven, is mijn vlees ten behoeve van het leven der wereld.” (Aangezien Jezus zijn lichaam gegeven heeft, neemt hij het niet meer terug. Zodoende berooft hij de mensheid niet van de voordelen van het slachtoffer van zijn volmaakte menselijke leven.)

Zie ook blz. 321-323, onder „Opname van de gemeente”.

Wat betekent het dat Jezus „op dezelfde wijze” zal komen als hij naar de hemel is opgestegen?

Hand. 1:9-11: „Hij [werd] ten aanschouwen van hen [Jezus’ apostelen] omhooggeheven en een wolk onttrok hem aan hun gezicht. En toen zij met gespannen aandacht in de lucht keken, terwijl hij heenging, zie! daar stonden twee mannen in witte klederen naast hen, en zij zeiden: ’Mannen van Galiléa, waarom staat gij in de lucht te kijken? Deze Jezus, die van u werd opgenomen in de lucht, zal aldus op dezelfde wijze komen als gij hem in de lucht hebt zien gaan.’” (Merk op dat er staat „op dezelfde wijze”, niet in hetzelfde lichaam. Wat was de „wijze” waarop hij ten hemel voer? Zoals vers 9 laat zien, verdween hij uit het gezicht en werd zijn heengaan alleen door zijn discipelen waargenomen. De wereld in het algemeen wist niet wat er gebeurde. Hetzelfde zou met Christus’ wederkomst het geval zijn.)

Wat wil het zeggen dat hij ’op de wolken komt’ en dat ’elk oog hem zal zien’?

Openb. 1:7: „Ziet! Hij komt met de wolken, en elk oog zal hem zien, en degenen die hem doorstoken hebben; en alle stammen van de aarde zullen zich wegens hem in droefheid slaan.” (Ook Matthéüs 24:30; Markus 13:26; Lukas 21:27.)

Waarop duiden „wolken”? Op onzichtbaarheid. Wanneer een vliegtuig zich in een dichte wolk of boven de wolken bevindt, kunnen mensen het vanaf de begane grond gewoonlijk niet zien, hoewel zij wellicht het geronk van de motoren horen. Jehovah zei tot Mozes: „Ik kom tot u in een donkere wolk.” Mozes zag God niet, maar die wolk gaf te kennen dat Jehovah onzichtbaar tegenwoordig was (Ex. 19:9; zie ook Leviticus 16:2; Numeri 11:25). Indien Christus zichtbaar in de lucht zou verschijnen, is het duidelijk dat niet „elk oog” hem zou zien. Als hij bijvoorbeeld boven Australië verscheen, zouden de mensen in Europa, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika hem niet zien, is het wel?

In welk opzicht zal ’elk oog hem zien’? Zij zullen aan de hand van gebeurtenissen op aarde onderscheiden dat hij onzichtbaar tegenwoordig is. Ook Johannes 9:41 spreekt niet over een letterlijk zien, wanneer daar staat: „Jezus zei tot [de Farizeeën]: ’Als gij blind waart, zoudt gij geen zonde hebben. Maar nu zegt gij: „Wij zien.” Uw zonde blijft.’” (Vergelijk Romeinen 1:20.) Nadat Christus is wedergekomen, tonen sommigen geloof; zij erkennen het teken van zijn tegenwoordigheid. Anderen verwerpen het bewijs, maar wanneer Christus als Gods oordeelsvoltrekker tegen de goddelozen in actie komt, zullen zelfs zij op grond van de manifestatie van zijn macht onderscheiden dat de vernietiging niet van mensen maar uit de hemel afkomstig is. Zij zullen weten wat er gaande is omdat zij van tevoren zijn gewaarschuwd. Wegens datgene wat plotseling over hen komt, zullen zij zich „in droefheid slaan”.

Wie zijn „degenen die hem doorstoken hebben”? In letterlijk opzicht hebben Romeinse soldaten dit gedaan ten tijde van Jezus’ terechtstelling. Maar zij zijn reeds lang dood. Dit slaat dus op mensen die gedurende „de laatste dagen” Christus’ ware volgelingen op overeenkomstige wijze slecht behandelen of ’doorsteken’. — Matth. 25:40, 45.

Kan er worden gezegd dat iemand is ’gekomen’ of ’tegenwoordig’ is als hij niet zichtbaar is?

De apostel Paulus zei dat hij met betrekking tot de gemeente in Korinthe weliswaar „lichamelijk afwezig, maar in de geest tegenwoordig” was. — 1 Kor. 5:3.

Jehovah zei dat hij zou ’afdalen’ om de taal van de torenbouwers van Babel te verwarren (Gen. 11:7). Hij zei ook dat hij zou ’neerdalen’ om Israël uit knechtschap aan Egypte te bevrijden. En God gaf Mozes de verzekering: „Ik in eigen persoon zal meegaan” om Israël naar het Beloofde Land te leiden (Ex. 3:8; 33:14). Maar geen mens heeft ooit God gezien. — Ex. 33:20; Joh. 1:18.

Wat zijn enkele van de gebeurtenissen waarmee de bijbel de tegenwoordigheid van Christus in verband brengt?

Dan. 7:13, 14: „Met de wolken des hemels bleek iemand gelijk een mensenzoon [Jezus Christus] te komen; en tot de Oude van dagen [Jehovah God] verkreeg hij toegang, en men bracht hem dicht bij, ja vóór Deze. En hem werd heerschappij en waardigheid en een koninkrijk gegeven, opdat de volken, nationale groepen en talen alle hém zouden dienen.”

1 Thess. 4:15, 16: „Dit zeggen wij u door Jehovah’s woord, dat wij, de levenden, die in leven blijven tot de tegenwoordigheid van de Heer, de ontslapenen in geen geval zullen vóórgaan, want de Heer zelf zal uit de hemel neerdalen met een bevelende roep, met de stem van een aartsengel en met Gods trompet, en zij die dood zijn in eendracht met Christus zullen eerst opstaan.” (Zij die met Christus zullen regeren, zouden dus worden opgewekt om met hem in de hemel te zijn — eerst degenen die in het verleden waren gestorven en dan degenen die na de wederkomst van de Heer zouden sterven.)

Matth. 25:31-33: „Wanneer de Zoon des mensen gekomen zal zijn in zijn heerlijkheid, en alle engelen met hem, dan zal hij op zijn glorierijke troon plaats nemen. En alle natiën zullen voor hem worden vergaderd, en hij zal de mensen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt. En de schapen zal hij aan zijn rechterhand zetten, maar de bokken aan zijn linkerhand.”

2 Thess. 1:7-9: „Aan u die verdrukking lijdt, verlichting te zamen met ons bij de openbaring van de Heer Jezus vanuit de hemel met zijn krachtige engelen, in een vlammend vuur, wanneer hij wraak oefent over hen die God niet kennen en over hen die het goede nieuws omtrent onze Heer Jezus niet gehoorzamen. Dezen zullen de gerechtelijke straf van eeuwige vernietiging ondergaan, ver van het aangezicht van de Heer en van de heerlijkheid van zijn sterkte.”

Luk. 23:42, 43: „Hij [de welwillende boosdoener die naast Jezus aan een paal werd gehangen] zei verder: ’Jezus, denk aan mij wanneer gij in uw koninkrijk gekomen zijt.’ En hij zei tot hem: ’Voorwaar, ik zeg u heden: Gij zult met mij in het Paradijs zijn.’” (Onder Jezus’ heerschappij zal de gehele aarde een paradijs worden; de doden die in Gods herinnering zijn, zullen worden opgewekt en de gelegenheid krijgen zich voor eeuwig in volmaakt leven op aarde te verheugen.)

Zie ook blz. 255-260, onder „Laatste dagen”.