Hoofdstuk zes

De ontrafeling van het mysterie van de grote boom

1. Wat overkwam Nebukadnezar, en welke vragen riep dit op?

JEHOVAH liet toe dat koning Nebukadnezar wereldheerser werd. Als monarch van Babylon beschikte hij over grote weelde, een rijk voorziene dis, een groots paleis — alles, in materieel opzicht, wat hij begeerde. Maar plotseling werd vernedering zijn deel. Nebukadnezar raakte zijn verstand kwijt en gedroeg zich als een dier! Verdreven van de koninklijke tafel en uit zijn koninklijk paleis leefde hij in het veld en at gras als een stier. Wat leidde tot deze rampspoed? En waarom zou het ons moeten bezighouden? — Vergelijk Job 12:17-19; Prediker 6:1, 2.

DE KONING VERHEERLIJKT DE ALLERHOOGSTE

2, 3. Wat wenste de koning van Babylon zijn onderdanen toe, en hoe bezag hij de Allerhoogste God?

² Kort na zijn herstel van die complete mentale ineenstorting liet Nebukadnezar door zijn hele rijk op opmerkelijke wijze berichten wat er was gebeurd. Jehovah inspireerde de profeet Daniël om een nauwkeurig verslag van deze gebeurtenissen te bewaren. Het begint met deze woorden: „Koning Nebukadnezar, aan alle volken, nationale groepen en talen die op de gehele aarde wonen: Moge uw vrede groot worden. Het heeft mij goed toegeschenen de tekenen en wonderen die de Allerhoogste God ten aanzien van mij verricht heeft, bekend te maken. Hoe groot zijn zijn tekenen, en hoe machtig zijn zijn wonderen! Zijn koninkrijk is een koninkrijk tot onbepaalde tijd, en zijn heerschappij duurt van geslacht tot geslacht.” — Daniël 4:1-3.

 ³ Nebukadnezars onderdanen ’woonden op de gehele aarde’ — zijn rijk omvatte bijna de gehele bijbelse wereld. Over Daniëls God zei de koning: „Zijn koninkrijk is een koninkrijk tot onbepaalde tijd.” Hoe verheerlijkten die woorden Jehovah in heel het Babylonische Rijk! En dit was nu al de tweede keer dat Nebukadnezar was getoond dat alleen het koninkrijk van God eeuwig is, „tot onbepaalde tijden” blijft bestaan. — Daniël 2:44.

4. Hoe begonnen Jehovah’s „tekenen en wonderen” in verband met Nebukadnezar?

⁴ Welke „tekenen en wonderen” had „de Allerhoogste God” verricht? Ze waren begonnen met de persoonlijke ervaring van de koning die in de volgende woorden werd verhaald: „Ik, Nebukadnezar, bevond mij onbezorgd in mijn huis en in bloeiende welstand in mijn paleis. Er was een droom die ik aanschouwde, en die maakte mij voorts bevreesd. En er waren geestesbeelden op mijn bed en visioenen van mijn hoofd die mij schrik aanjoegen” (Daniël 4:4, 5). Wat deed de Babylonische koning in verband met deze verontrustende droom?

5. Hoe bezag Nebukadnezar Daniël, en waarom?

⁵ Nebukadnezar liet Babylons wijzen komen en vertelde hun de droom. Maar hoe jammerlijk faalden zij! Zij waren in het geheel niet in staat een uitlegging te verschaffen. Het verslag voegde eraan toe: „Ten slotte kwam daar voor mijn aangezicht binnen Daniël, wiens naam Beltsazar is naar de naam van mijn god en in wie de geest van de heilige goden is; en voor zijn aangezicht zei ik wat de droom was” (Daniël 4:6-8). Daniëls aan het hof gebruikte naam was Beltsazar, en de valse godheid die de koning „mijn god” noemde kan Bel of Nebo of Marduk geweest zijn. Als polytheïst bezag Nebukadnezar Daniël als iemand in wie „de geest van de heilige goden” was. En vanwege Daniëls positie als prefect over al Babylons wijze mannen was hij voor de koning de „overste van de magie-beoefenende priesters” (Daniël  2:48; 4:9; vergelijk Daniël 1:20). Natuurlijk had de getrouwe Daniël nooit de aanbidding van Jehovah ingeruild voor het beoefenen van magie. — Leviticus 19:26; Deuteronomium 18:10-12.

EEN IMMENSE BOOM

6, 7. Hoe zou u beschrijven wat Nebukadnezar in zijn droom zag?

⁶ Wat was de inhoud van de beangstigende droom van de Babylonische koning? „Wat nu de visioenen van mijn hoofd op mijn bed betreft, zo aanschouwde ik dan,” zei Nebukadnezar, „en zie! een boom midden op de aarde, waarvan de hoogte reusachtig was. De boom werd groot en sterk, en zijn hoogte zelf reikte ten slotte tot de hemel, en hij was zichtbaar tot het uiteinde van de gehele aarde. Zijn loof was schoon, en zijn vrucht was overvloedig, en er zat voedsel aan voor allen. Eronder placht het gedierte van het veld schaduw te zoeken, en op zijn grote takken huisden altijd de vogels van de hemel, en alle vlees was gewoon zich daarvan te voeden” (Daniël 4:10-12). Naar verluidt was Nebukadnezar weg van de grote ceders van de Libanon, ging hij ze bekijken en liet hij er enkele naar Babylon brengen als timmerhout. Maar nooit had hij zoiets gezien als de boom in zijn droom. Die nam een prominente positie „midden op de aarde” in, was wereldwijd zichtbaar en droeg zo veel vrucht dat hij alle vlees voedsel verschafte.

⁷ De droom behelsde nog veel meer, want Nebukadnezar voegde eraan toe: „Ik bleef aanschouwen in de visioenen van mijn hoofd op mijn bed, en zie! een wachter, ja, een heilige, die uit de hemel zelf neerdaalde. Hij riep luidkeels, en dit zei hij: ’Hakt de boom om en kapt zijn grote takken af. Schudt zijn loof af en verstrooit zijn vrucht. Het gedierte vluchte eronder vandaan, en de vogels uit zijn grote takken. Laat zijn wortelstomp evenwel in de aarde staan, en wel met een band van ijzer en van koper, tussen het gras van het veld; en door de dauw van de hemel worde hij bevochtigd,  en met het gedierte zij zijn deel tussen de plantengroei der aarde.’” — Daniël 4:13-15.

8. Wie was de „wachter”?

⁸ De Babyloniërs hadden hun eigen religieuze ideeën over goede en boze geesten. Maar wie was deze „wachter” uit de hemel? Hij werd „een heilige” genoemd — het was een rechtvaardige engel die God vertegenwoordigde. (Vergelijk Psalm 103:20, 21.) Denk u de vragen eens in die Nebukadnezar moeten hebben geplaagd! Waarom deze boom omhakken? Wat is het nut van een wortelstomp waarvan de groei door banden van ijzer en van koper wordt tegengehouden? Ja, waartoe dient louter een stronk?

9. Wat zei de wachter in essentie, en welke vragen roept dit op?

⁹ Nebukadnezar moet er al helemáál niets meer van hebben begrepen toen hij de volgende woorden van de wachter hoorde: „Zijn hart worde veranderd zodat het niet meer dat van een mens is en een dierehart worde hem gegeven, en laten er zeven tijden over hem voorbijgaan. Volgens de verordening van wachters is deze zaak, en volgens het woord van heiligen is dit verzoek, opdat de levenden mogen weten dat de Allerhoogste de Heerser is in het koninkrijk der mensheid en dat hij het geeft aan wie hij wil en daarover zelfs de geringste der mensen aanstelt” (Daniël 4:16, 17). De wortelstomp van een boom heeft geen mensenhart in zijn binnenste kloppen. En trouwens, hoe kan aan een wortelstomp een dierenhart gegeven worden? Wat zijn de „zeven tijden”? En wat heeft dit allemaal te maken met de heerschappij in „het koninkrijk der mensheid”? Nebukadnezar zal dit beslist hebben willen weten.

SLECHT NIEUWS VOOR DE KONING

10. (a) Wat kan schriftuurlijk gesproken door bomen gesymboliseerd worden? (b) Wat stelt de grote boom voor?

¹⁰ Toen Daniël de droom hoorde, was hij een moment ontzet en vervolgens ook bevreesd. Omdat Nebukadnezar op een verklaring ervan aandrong, zei de profeet: „O mijn  heer, moge de droom van toepassing zijn op wie u haten, en zijn uitlegging op uw tegenstanders. De boom die gij aanschouwd hebt, die groot en sterk werd . . ., dat zijt gij, o koning, want gij zijt groot en sterk geworden, en uw grootheid is zeer toegenomen en heeft tot de hemel gereikt, en uw heerschappij tot het uiteinde der aarde” (Daniël 4:18-22). In de Schrift kunnen bomen individuen, heersers en koninkrijken symboliseren (Psalm 1:3; Jeremia 17:7, 8; Ezechiël hoofdstuk 31). Net als de immense boom in zijn droom was Nebukadnezar „groot en sterk geworden” als het hoofd van een wereldmacht. Maar wat de grote boom vertegenwoordigt, is „heerschappij tot het uiteinde der aarde”, over het hele koninkrijk der mensheid. Hij symboliseert daarom Jehovah’s universele soevereiniteit, in het bijzonder in relatie tot de aarde. — Daniël 4:17.

11. Hoe bleek uit de droom van de koning dat hij een vernederende verandering zou ervaren?

¹¹ Er stond Nebukadnezar een vernederende verandering te wachten. Op deze ontwikkeling wijzend voegde Daniël eraan toe: „Omdat de koning een wachter aanschouwde, ja, een heilige, die uit de hemel neerdaalde, die ook zei: ’Hakt de boom om en verderft hem. Laat zijn wortelstomp evenwel in de aarde staan, maar met een band van ijzer en van koper, tussen het gras van het veld, en door de dauw van de hemel worde hij bevochtigd, en met de dieren van het veld zij zijn deel totdat er zeven tijden over hem voorbijgaan’ — dit is de uitlegging, o koning, en de verordening van de Allerhoogste is dat wat mijn heer de koning moet overkomen” (Daniël 4:23, 24). Er was stellig moed nodig om de machtige koning die boodschap over te brengen!

12. Wat zou Nebukadnezar overkomen?

¹² Wat zou Nebukadnezar overkomen? Stel u zijn reactie voor toen Daniël verder zei: „U zal men van onder de mensen verdrijven, en bij de dieren van het veld zal uw woning blijken te zijn, en plantengroei zal men ook u te eten geven,  net als de stieren; en door de dauw van de hemel zult gijzelf bevochtigd worden, en zeven tijden zullen er over u voorbijgaan, totdat gij weet dat de Allerhoogste de Heerser is in het koninkrijk der mensheid, en dat hij het geeft aan wie hij wil” (Daniël 4:25). Kennelijk zouden zelfs Nebukadnezars hofbeambten ’hem van onder de mensen verdrijven’. Maar zou er voor hem gezorgd worden door veehoeders of herders die met hem begaan waren? Nee, want God had verordend dat Nebukadnezar bij „de dieren van het veld” zou verblijven en plantengroei zou eten.

13. Wat zou er volgens de droom over de boom met Nebukadnezars positie als wereldheerser gebeuren?

¹³ Net zoals de boom werd omgehakt, zo zou Nebukadnezar uit zijn positie als wereldheerser worden gestoten — maar slechts tijdelijk. Daniël legde uit: „Omdat men zei de wortelstomp van de boom te laten staan: uw koninkrijk zal u behouden blijven nadat gij weet dat de hemel heerst” (Daniël 4:26). In Nebukadnezars droom mocht de wortelstomp of stronk van de gevelde boom blijven staan, al was hij dan door banden omgeven zodat hij niet zou groeien. Evenzo zou de „wortelstomp” van Babylons koning blijven bestaan, maar „zeven tijden” lang door banden ervan weerhouden worden weer uit te groeien. Zijn positie als wereldheerser zou zijn als de door banden omgeven boomstronk. Ze zou bewaard blijven totdat er zeven tijden overheen waren gegaan. Jehovah zou ervoor zorgen dat in die periode niemand Nebukadnezar zou opvolgen als Babylons enige heerser, hoewel zijn zoon, Evil-Merodach genaamd, voor hem als bestuurder kan zijn opgetreden.

14. Waar drong Daniël bij Nebukadnezar op aan?

¹⁴ Met het oog op wat er betreffende Nebukadnezar was voorzegd, pleitte Daniël moedig: „Daarom, o koning, moge mijn raad u goed toeschijnen, en verwijder uw eigen zonden door rechtvaardigheid, en uw ongerechtigheid door barmhartigheid te betonen jegens de armen. Misschien  zal er een verlenging van uw voorspoed komen” (Daniël 4:27). Als Nebukadnezar zich zou afkeren van zijn zondige weg van onderdrukking en trots, zou het misschien anders uitpakken. Per slot van rekening had Jehovah zo’n twee eeuwen voordien besloten de bevolking van Assyriës hoofdstad Nineve te vernietigen maar had hij dit niet gedaan omdat haar koning en zijn onderdanen berouw hadden getoond (Jona 3:4, 10; Lukas 11:32). Wat zou de trotse Nebukadnezar gaan doen? Zou hij een andere handelwijze gaan volgen?

DE EERSTE VERVULLING VAN DE DROOM

15. (a) Welke houding bleef Nebukadnezar aan de dag leggen? (b) Wat onthullen inscripties over Nebukadnezars activiteiten?

¹⁵ Nebukadnezar bleef trots. Toen hij twaalf maanden na zijn droom op het dak van het paleis rondwandelde, pochte hij: „Is dit niet het grote Babylon dat ikzelf gebouwd heb voor het koninklijk huis, met de sterkte van mijn macht en voor de waardigheid van mijn majesteit?” (Daniël 4:28-30) Nimrod had Babylon (Babel) gesticht, maar Nebukadnezar had het zijn pracht bezorgd (Genesis 10:8-10). In een van zijn spijkerschriftinscripties pocht hij: „Nebukadrezar, koning van Babylon, de hersteller van Esagila en Ezida, de zoon van Nabopolassar ben ik. . . . De fortificaties van Esagila en Babylon versterkte ik, en ik vestigde de naam van mijn regering voor eeuwig” (Archaeology and the Bible, door George A. Barton, 1949, blz. 478, 479). Een andere inscriptie heeft het over zo’n twintig tempels die hij renoveerde of herbouwde. „Onder Nebukadnezars heerschappij”, zegt The World Book Encyclopedia, „werd Babylon een van de prachtigste steden van de antieke wereld. In zijn eigen verslagen maakte hij maar zelden gewag van zijn militaire activiteiten, maar wel schreef hij over zijn bouwprojecten en zijn aandacht voor de goden van Babylonië. Nebukadnezar bouwde waarschijnlijk de Hangende Tuinen van Babylon, een van de Zeven Wonderen van de Antieke Wereld.”

16. Hoe zou Nebukadnezar vernederd worden?

 ¹⁶ In weerwil van al zijn gepoch stond de trotse Nebukadnezar op het punt vernederd te worden. Het geïnspireerde verslag luidt: „Nog was het woord in de mond van de koning, toen er een stem uit de hemel neerviel: ’U wordt gezegd, o koning Nebukadnezar: „Het koninkrijk zelf is van u geweken, en van onder de mensen verdrijft men u zelfs, en bij de dieren van het veld zal uw woning zijn. Plantengroei zal men ook u te eten geven net als de stieren, en zeven tijden zullen er over u voorbijgaan, totdat gij weet dat de Allerhoogste de Heerser is in het koninkrijk der mensheid, en dat hij het geeft aan wie hij wil.”’” — Daniël 4:31, 32.

17. Wat overkwam de trotse Nebukadnezar, en in wat voor omstandigheden bevond hij zich al gauw?

¹⁷ Ogenblikkelijk was Nebukadnezar zijn verstand kwijt. Verdreven van onder de mensen at hij plantengroei, „net als de stieren”. Daar buiten onder de dieren van het veld was het echt niet een soort paradijs waar hij lekker op zijn gemak in het gras zat, elke dag genietend van een fris briesje. In het huidige Irak, waar Babylons ruïnes gelegen zijn, lopen de temperaturen uiteen van wel 50 graden Celsius in de zomermaanden tot royaal beneden nul in de winter. Zonder verzorging en blootgesteld aan de elementen leek Nebukadnezars lange, samengeklitte haar op de veren van een arend en zijn niet-geknipte vinger- en teennagels werden als de klauwen van vogels (Daniël 4:33). Wat een vernedering voor deze trotse wereldheerser!

18. Wat gebeurde er gedurende de zeven tijden met Babylons troon?

¹⁸ In Nebukadnezars droom werd de grote boom omgehakt en zijn stomp door banden omgeven om voor de duur van zeven tijden te voorkomen dat hij in opwaartse richting zou groeien. Evenzo werd Nebukadnezar „neergehaald van de troon van zijn koninkrijk” toen Jehovah hem met waanzin sloeg (Daniël 5:20). In feite veranderde het hart van de koning van een mensenhart in dat van een stier. Maar  God bewaarde Nebukadnezars troon voor hem tot de zeven tijden eindigden. Terwijl Evil-Merodach mogelijk als tijdelijk regeringshoofd optrad, diende Daniël als „heerser over heel het rechtsgebied Babylon en . . . opperprefect over alle wijzen van Babylon”. Zijn drie Hebreeuwse metgezellen behielden hun positie als medebestuurders over dat gebied (Daniël 1:11-19; 2:48, 49; 3:30). De vier ballingen wachtten op Nebukadnezars herstel op de troon als een koning die weer bij zijn volle verstand was en die had geleerd dat „de Allerhoogste de Heerser is in het koninkrijk der mensheid, en dat hij het geeft aan wie hij wil”.

NEBUKADNEZARS HERSTEL

19. Wat ging de Babylonische koning beseffen toen Jehovah hem zijn gezonde verstand had teruggegeven?

¹⁹ Jehovah herstelde Nebukadnezars geestelijke gezondheid na verloop van zeven tijden. De koning erkende toen de Allerhoogste God en zei: „Aan het einde van de dagen sloeg ik, Nebukadnezar, mijn ogen op naar de hemel, en mijn eigen verstand keerde toen tot mij terug; en ik zegende de Allerhoogste zelf, en Degene die tot onbepaalde tijd leeft, roemde en verheerlijkte ik, want zijn heerschappij is een heerschappij tot onbepaalde tijd en zijn koninkrijk duurt van geslacht tot geslacht. En alle bewoners der aarde worden als louter niets geacht, en hij doet naar zijn eigen wil onder het heerleger van de hemel en de bewoners der aarde. En er bestaat niemand die zijn hand kan tegenhouden of die tot hem kan zeggen: ’Wat hebt gij gedaan?’” (Daniël 4:34, 35) Ja, Nebukadnezar kwam tot het besef dat de Allerhoogste inderdaad de Soevereine Heerser is in het koninkrijk der mensheid.

20, 21. (a) Hoe vond het verwijderen van de metalen banden om de wortelstomp van de boom in de droom een parallel in wat Nebukadnezar overkwam? (b) Welke erkenning uitte Nebukadnezar, en maakte dit hem tot een aanbidder van Jehovah?

²⁰ Toen Nebukadnezar terugkwam op zijn troon, was het  alsof de metalen banden rond de wortelstomp van de boom in de droom waren verwijderd. Over zijn herstel zei hij: „Terzelfder tijd keerde toen mijn verstànd tot mij terug, en voor de waardigheid van mijn koninkrijk keerden voorts ook mijn majesteit en mijn glans tot mij terug; en naar mij gingen zelfs mijn hoge koninklijke beambten en mijn rijksgroten ijverig zoeken, en ik werd opnieuw over mijn eigen koninkrijk aangesteld, en buitengewone grootheid werd mij toegevoegd” (Daniël 4:36). Mogelijk hadden hofbeambten de geesteszieke koning geminacht, maar nu was hun „ijverig zoeken” naar hem een blijk van volledige onderdanigheid.

²¹ Wat een „tekenen en wonderen” had de Allerhoogste God verricht! Het dient ons niet te verbazen dat de herstelde Babylonische koning zei: „Nu roem en verhef en verheerlijk ik, Nebukadnezar, de Koning van de hemel, omdat al zijn werken waarheid en zijn wegen gerechtigheid zijn, en omdat hij hen die in trots wandelen, kan vernederen” (Daniël 4:2, 37). Die erkenning maakte van Nebukadnezar echter nog geen niet-joodse aanbidder van Jehovah.

ZIJN ER WERELDLIJKE BEWIJZEN?

22. Met welke aandoening hebben sommigen Nebukadnezars waanzin vereenzelvigd, maar wat moeten wij beseffen aangaande de oorzaak van zijn geestesstoornis?

²² Sommigen hebben Nebukadnezars waanzin geïdentificeerd als lycantropie. Een medisch woordenboek zegt erover: „LYCANTROPIE . . . van [luʹkos], lupus, wolf; [an·throʹpos], homo, mens. Zo werd de ziekte genoemd van mensen die geloofden dat zij in een dier veranderd waren, en die het geluid of de kreten, de gestalte of het gedrag van dat dier nabootsten. Deze mensen beelden zich gewoonlijk in dat zij in een wolf, een hond of een kat veranderd zijn; soms ook in een stier, zoals met Nebukadnezar het geval  was” (Dictionnaire des sciences médicales, par une société de médicins et de chirurgiens, Parijs, 1818, Deel 29, blz. 246). De symptomen van lycantropie vertonen overeenkomst met die van Nebukadnezars gestoorde geestestoestand. Aangezien zijn geestesziekte door God was verordend, kan ze echter niet specifiek met een bekende aandoening vereenzelvigd worden.

23. Welk wereldlijk getuigenis bestaat er met betrekking tot Nebukadnezars waanzin?

²³ De geleerde John E. Goldingay noemt een aantal parallellen met Nebukadnezars waanzin en herstel. Zo zegt hij: „Een fragmentarische spijkerschrifttekst doelt kennelijk op de een of andere mentale stoornis van Nebukadnezar, en misschien op zijn verwaarlozen en verlaten van Babylon.” Goldingay maakt melding van een document dat „De Babylonische Job” wordt genoemd en zegt dat het „getuigt van tuchtigingen door God, ziekte, vernedering, het zoeken van de uitleg van een beangstigende droom, omvergeworpen worden als een boom, buiten moeten verkeren, gras eten, het verstand verliezen, als een os zijn, Marduks regen over zich krijgen, nagels die ontoonbaar worden, haar dat groeit, en geketend zijn, en dan een herstel waarvoor hij de god looft”.

ZEVEN TIJDEN DIE IETS VOOR ONS BETEKENEN

24. (a) Wat symboliseert de grote boom in de droom? (b) Wat werd zeven tijden lang tegengehouden, en hoe ontstond die situatie?

²⁴ Zoals voorgesteld door de grote boom symboliseerde Nebukadnezar wereldheerschappij. Maar vergeet niet dat de boom staat voor een veel grotere heerschappij en soevereiniteit dan die van Babylons koning. Hij symboliseert de universele soevereiniteit van Jehovah, „de Koning van de hemel”, en dan vooral met betrekking tot de aarde. Vóór Jeruzalems verwoesting door de Babyloniërs vertegenwoordigde het koninkrijk dat in die stad zetelde, met David en  zijn erfgenamen zittend op „Jehovah’s troon”, Gods soevereiniteit met betrekking tot de aarde (1 Kronieken 29:23). God zelf liet die soevereiniteit in 607 v.G.T. omhakken en met banden omgeven toen hij Nebukadnezar gebruikte om Jeruzalem te verwoesten. De uitoefening van goddelijke soevereiniteit met betrekking tot de aarde door een koninkrijk in de lijn van David werd voor de duur van zeven tijden tegengehouden. Hoe lang waren deze zeven tijden? Wanneer begonnen ze en wat markeerde hun einde?

25, 26. (a) Hoe lang duurden in Nebukadnezars geval de „zeven tijden”, en waarom antwoordt u aldus? (b) Wanneer en hoe begonnen in de grotere vervulling de „zeven tijden”?

²⁵ Tijdens Nebukadnezars waanzin ’werd zijn haar lang net als de veren van arenden en zijn nagels als de klauwen van vogels’ (Daniël 4:33). Dat vergde een langere tijd dan zeven dagen of zeven weken. Verschillende vertalingen hebben „zeven tijden” staan, en alternatieven zijn „bestemde (vastgestelde) tijden” of „tijdsperiodes” (Daniël 4:16, 23, 25, 32). Een variant in het oude Grieks (Septuaginta) heeft hier „zeven jaren”. De „zeven tijden” werden als „zeven jaren” opgevat door de eerste-eeuwse joodse geschiedschrijver Josephus (Joodse oudheden, boek 10, hoofdstuk 10, paragraaf 6). En sommige hebraïci hebben deze „tijden” als „jaren” beschouwd. „Zeven jaren” is de weergave in An American Translation, Today’s English Version en de vertaling van James Moffatt.

²⁶ Kennelijk waren met Nebukadnezars „zeven tijden” zeven jaren gemoeid. In profetieën telt een jaar gemiddeld 360 dagen, of 12 maanden van 30 dagen elk. (Vergelijk Openbaring 12:6, 14.) De „zeven tijden” of zeven jaar waar de koning mee te maken had, waren dus 360 dagen vermenigvuldigd met 7, ofwel 2520 dagen. Maar hoe staat het met de grotere vervulling van zijn droom? De profetische „zeven tijden” duurden veel langer dan 2520 dagen. Dit werd te kennen gegeven door Jezus’ woorden: „Jeruzalem zal  door de natiën worden vertreden totdat de bestemde tijden der natiën zijn vervuld” (Lukas 21:24). Dat „vertreden” begon in 607 v.G.T. toen Jeruzalem werd verwoest en het typologische koninkrijk van God ophield in Juda te functioneren. Wanneer zou het vertreden eindigen? Als „de tijden van het herstel van alle dingen” zijn gekomen, wanneer de goddelijke soevereiniteit opnieuw ten opzichte van de aarde gemanifesteerd zou worden door middel van het symbolische Jeruzalem, het koninkrijk Gods. — Handelingen 3:21.

27. Waarom zou u zeggen dat de „zeven tijden” die in 607 v.G.T. begonnen, niet 2520 letterlijke dagen later eindigden?

²⁷ Als wij vanaf Jeruzalems verwoesting in 607 v.G.T. 2520 letterlijke dagen zouden tellen, zou dat ons slechts in 600 v.G.T. brengen, een jaar zonder schriftuurlijke betekenis. Zelfs in 537 v.G.T., toen de bevrijde joden weer terug waren in Juda, werd daarmee niet Jehovah’s soevereiniteit op de aarde gemanifesteerd. Zerubbabel, de erfgenaam van Davids troon, werd namelijk geen koning maar slechts stadhouder van de Perzische provincie Juda.

28. (a) Welke regel moet er worden toegepast op de 2520 dagen van de profetische „zeven tijden”? (b) Hoe lang duurden de profetische „zeven tijden”, en welke datums markeren hun begin en hun einde?

²⁸ Aangezien de „zeven tijden” profetisch zijn, moeten wij op de 2520 dagen de schriftuurlijke regel toepassen: „Een dag voor een jaar.” Deze regel staat vermeld in een profetie over de Babylonische belegering van Jeruzalem (Ezechiël 4:6, 7; vergelijk Numeri 14:34). De „zeven tijden” waarin de aarde zonder inmenging van Gods koninkrijk door heidense machten overheerst zou worden, omvatten dus 2520 jaar. Ze begonnen met de verwoesting van Juda en Jeruzalem in de zevende maanmaand (15 Tisjri) van het jaar 607 v.G.T. (2 Koningen 25:8, 9, 25, 26). Vanaf dat punt tot 1 v.G.T. is 606 jaar. De resterende 1914 jaar lopen dan nog verder tot 1914 G.T. De „zeven tijden”, of 2520  jaar, eindigden dus op 15 Tisjri, of 4/5 oktober, van het jaar 1914 G.T.

29. Wie is „de geringste der mensen”, en wat deed Jehovah om hem op de troon te plaatsen?

²⁹ In dat jaar waren „de bestemde tijden der natiën” vervuld en gaf God de heerschappij aan „de geringste der mensen” — Jezus Christus — die door zijn vijanden als zo verachtelijk was beschouwd dat zij hem zelfs aan een paal hadden terechtgesteld (Daniël 4:17). Om de Messiaanse Koning op de troon te plaatsen, maakte Jehovah de symbolische ijzeren en koperen banden los die rond de „wortelstomp” van zijn eigen soevereiniteit zaten. De Allerhoogste God maakte aldus mogelijk dat er een koninklijke „spruit” uit opgroeide als een manifestatie van goddelijke soevereiniteit met betrekking tot de aarde door middel van het hemelse koninkrijk in handen van Davids grootste erfgenaam, Jezus Christus (Jesaja 11:1, 2; Job 14:7-9; Ezechiël 21:27). Wat kunnen wij Jehovah dankbaar zijn voor deze gezegende keer in de aangelegenheden en voor de ontrafeling van het mysterie van de grote boom!

WAT BENT U TE WETEN GEKOMEN?

• Wat symboliseerde de grote boom in Nebukadnezars droom?

• Wat overkwam Nebukadnezar in de eerste vervulling van zijn droom over de boom?

• Wat erkende Nebukadnezar na de vervulling van zijn droom?

• Hoe lang duurden de „zeven tijden” in de grotere vervulling van de profetische droom van de boom, en wanneer begonnen en eindigden ze?

[Studievragen]

 [Paginagrote illustratie op blz. 83]

 [Paginagrote illustratie op blz. 91]