Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De wedijverende koningen naderen hun einde

De wedijverende koningen naderen hun einde

Hoofdstuk zestien

De wedijverende koningen naderen hun einde

1, 2. Hoe veranderde de identiteit van de koning van het noorden na de Tweede Wereldoorlog?

IN EEN beschouwing van het politieke klimaat van de Verenigde Staten en Rusland schreef de Franse filosoof en historicus Alexis de Tocqueville in 1835: „De een heeft vrijheid als het belangrijkste middel tot actie, de ander slavernij. Hun . . . wegen lopen uiteen; niettemin lijkt elk door een geheim plan van de Voorzienigheid voorbestemd om eens de bestemming van de halve wereld in handen te hebben.” Wat is er van deze voorspelling terechtgekomen in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog? De historicus J. M. Roberts schrijft: „Aan het eind van een tweede wereldoorlog zag het er inderdaad heel erg naar uit dat de bestemming van de wereld gedomineerd zou gaan worden door twee grote en totaal verschillende machtsstelsels, het ene in wat Rusland was geweest, het andere in de Verenigde Staten van Amerika.”

2 Tijdens de beide wereldoorlogen was Duitsland de belangrijkste vijand van de koning van het zuiden — de Anglo-Amerikaanse wereldmacht — geweest en had het de positie ingenomen van koning van het noorden. Na de Tweede Wereldoorlog was dat land echter verdeeld. West-Duitsland werd een bondgenoot van de koning van het zuiden, terwijl Oost-Duitsland zich bij een andere machtige entiteit schaarde — het communistische blok van naties dat werd aangevoerd door de Sovjet-Unie. Dit blok, deze politieke entiteit, stond op als de koning van het noorden, een krachtige tegenstander van de Anglo-Amerikaanse alliantie. En de rivaliteit tussen de twee koningen werd een koude oorlog die duurde van 1948 tot 1989. Voordien had de Duitse koning van het noorden gehandeld „tegen het heilig verbond” (Daniël 11:28, 30). Hoe zou het communistische blok handelen ten aanzien van het verbond?

WARE CHRISTENEN STRUIKELEN MAAR ZEGEVIEREN

3, 4. Wie zijn „degenen die goddeloos handelen tegen het verbond”, en welke betrekkingen hebben zij met de koning van het noorden onderhouden?

3 „Degenen die goddeloos handelen tegen het verbond,” zei Gods engel, „zal hij [de koning van het noorden] door middel van gladde woorden tot afval brengen.” De engel voegde eraan toe: „Maar wat het volk betreft dat zijn God kent, zij zullen zegevieren en doeltreffend handelen. En wat hen betreft die inzicht hebben onder het volk, zij zullen verstand verlenen aan de velen. En zij zullen stellig tot struikelen worden gebracht door zwaard en door vlam, door gevangenschap en door plundering, enige dagen lang.” — Daniël 11:32, 33.

4 Degenen „die goddeloos handelen tegen het verbond” kunnen slechts de leiders van de christenheid zijn, die beweren christelijk te zijn maar door hun daden de naam van het christendom ontheiligen. In zijn boek Godsdienst in de Sowjet-Unie zegt Walter Kolarz: „[Tijdens de Tweede Wereldoorlog] deed de sowjetregering haar best om zich [van] de materiële en morele steun van de kerken te verzekeren voor de verdediging van het vaderland.” Na de oorlog trachtten kerkleiders die vriendschap in stand te houden, ondanks het atheïstische beleid van de mogendheid die nu de koning van het noorden was. Aldus werd de christenheid meer dan ooit een deel van deze wereld — een walgelijke afval in Jehovah’s ogen. — Johannes 17:16; Jakobus 4:4.

5, 6. Wie vormden ’het volk dat zijn God kent’, en hoe verging het hun onder de koning van het noorden?

5 Hoe stond het met de ware christenen — ’het volk dat zijn God kent’ en ’zij die inzicht hebben’? De christenen die zich onder de heerschappij van de koning van het noorden bevonden, zijn, hoewel zij op gepaste wijze „onderworpen aan de superieure autoriteiten” bleven, geen deel van deze wereld geweest (Romeinen 13:1; Johannes 18:36). Terwijl zij er zorgvuldig op toezagen ’aan caesar terug te betalen wat van caesar is’, gaven zij ook aan „God wat van God is” (Mattheüs 22:21). Om die reden werd hun rechtschapenheid op de proef gesteld. — 2 Timotheüs 3:12.

6 Het gevolg was dat ware christenen zowel ’struikelden’ als ’zegevierden’. Zij struikelden in de zin dat zij hevig vervolgd werden, terwijl sommigen zelfs het leven lieten. Maar zij zegevierden in de zin dat de grote meerderheid van hen getrouw is gebleven. Zij overwonnen de wereld, net als Jezus had gedaan (Johannes 16:33). Bovendien zijn zij nooit opgehouden met prediken, zelfs niet wanneer zij in de gevangenis of in een concentratiekamp belandden. Daardoor ’verleenden zij verstand aan de velen’. In de meeste landen onder de heerschappij van de koning van het noorden nam het aantal getuigen van Jehovah in weerwil van vervolging toe. Dankzij de getrouwheid van degenen „die inzicht hebben”, is in die landen een zich voortdurend uitbreidend deel van de „grote schare” op het toneel verschenen. — Openbaring 7:9-14.

JEHOVAH’S VOLK WORDT GELOUTERD

7. Welke „kleine hulp” ontvingen de gezalfde christenen die onder de koning van het noorden leefden?

7 „Wanneer zij [Gods volk] tot struikelen worden gebracht, zullen zij met een kleine hulp geholpen worden”, zei de engel (Daniël 11:34a). De zege van de koning van het zuiden in de Tweede Wereldoorlog had geleid tot enige verlichting voor christenen die zich onder de heerschappij van de rivaliserende koning bevonden. (Vergelijk Openbaring 12:15, 16.) Op overeenkomstige wijze ondervonden degenen die vervolgd werden onder de koning van het noorden in zijn nieuwe gedaante, van tijd tot tijd verlichting. Terwijl de Koude Oorlog ten einde liep, gingen veel leiders beseffen dat getrouwe christenen geen bedreiging vormen en verleenden hun daarom wettelijke erkenning. Ook is er hulp gekomen van de aanzwellende gelederen van de grote schare, die gunstig hebben gereageerd op de getrouwe prediking van de gezalfden en hen geholpen hebben. — Mattheüs 25:34-40.

8. Hoe sloten sommigen zich „door middel van geslepen gladheid” bij Gods volk aan?

8 Niet allen die gedurende de Koude Oorlog te kennen gaven God te willen dienen, hadden goede beweegredenen. De engel had gewaarschuwd: „Velen zullen zich stellig door middel van geslepen gladheid bij hen aansluiten” (Daniël 11:34b). Een aanzienlijk aantal toonde belangstelling voor de waarheid maar was niet bereid zich aan God op te dragen. En anderen die het goede nieuws leken te aanvaarden, waren in werkelijkheid spionnen voor de autoriteiten. Een verslag uit één land vermeldt: „Sommige van deze gewetenloze individuen waren verklaarde communisten die de organisatie van de Heer waren binnengeslopen, grote ijver aan de dag legden en zelfs in belangrijke dienstposities waren aangesteld.”

9. Waarom liet Jehovah toe dat sommige getrouwe christenen vanwege binnendringers ’struikelden’?

9 De engel vervolgde: „En enigen van hen die inzicht hebben, zullen tot struikelen worden gebracht, opdat er wegens hen een louteringswerk wordt verricht en om hen te reinigen en wit te maken, tot de tijd van het einde toe; want het is nog voor de bestemde tijd” (Daniël 11:35). De binnendringers bewerkten dat sommige getrouwen in handen van de autoriteiten vielen. Dat Jehovah toeliet dat zulke dingen gebeurden, was met het oog op een loutering, een reiniging, van zijn volk. Net zoals Jezus „gehoorzaamheid [heeft] geleerd uit de dingen die hij heeft geleden”, zo hebben deze getrouwen volharding geleerd uit de beproeving van hun geloof (Hebreeën 5:8; Jakobus 1:2, 3; vergelijk Maleachi 3:3). Aldus zijn zij ’gelouterd, gereinigd en wit gemaakt’.

10. Wat wordt bedoeld met de zinsnede „tot de tijd van het einde toe”?

10 Het struikelen en louteren zou voor Jehovah’s volk „tot de tijd van het einde toe” gelden. Natuurlijk verwachten zij vervolgd te worden tot het einde van dit goddeloze samenstel van dingen. Maar van het reinigen en wit maken van Gods volk als gevolg van het optreden van de koning van het noorden wordt gezegd dat het „voor de bestemde tijd” zou zijn. Vandaar dat in Daniël 11:35 „de tijd van het einde” betrekking moet hebben op het einde van de periode die nodig is om Gods volk te louteren terwijl zij de aanval van de koning van het noorden verduren. Het struikelen eindigde kennelijk op de door Jehovah bestemde tijd.

DE KONING MAAKT ZICH GROOT

11. Wat zei de engel over de houding van de koning van het noorden ten opzichte van Jehovah’s soevereiniteit?

11 Betreffende de koning van het noorden voegde de engel eraan toe: „De koning zal werkelijk doen naar zijn eigen wil, en hij zal zich verheffen en zich grootmaken boven elke god; en tegen de God der goden zal hij [in zijn weigering Jehovah’s soevereiniteit te erkennen] verwonderlijke dingen spreken. En hij zal stellig succesvol blijken te zijn totdat de openlijke veroordeling tot een eind zal zijn gekomen; want dat waartoe besloten is, moet geschieden. En op de God van zijn vaderen zal hij geen acht geven; en op de begeerte der vrouwen en op elke andere god zal hij geen acht geven, maar boven iedereen zal hij zich grootmaken.” — Daniël 11:36, 37.

12, 13. (a) Op welke wijze verwierp de koning van het noorden „de God van zijn vaderen”? (b) Wie waren de „vrouwen” op wier „begeerte” de koning van het noorden geen acht sloeg? (c) Aan welke „god” schonk de koning van het noorden heerlijkheid?

12 Als een vervulling van deze profetische woorden heeft de koning van het noorden „de God van zijn vaderen”, zoals de trinitarische godheid van de christenheid, verworpen. Het communistische blok propageerde regelrecht atheïsme. Zo heeft de koning van het noorden zichzelf tot een god gemaakt en ’zich boven iedereen grootgemaakt’. Geen acht gevend op „de begeerte der vrouwen” — satellietstaten, zoals Noord-Vietnam, die als dienaressen zijn regime steunden — deed de koning „naar zijn eigen wil”.

13 De profetie vervolgend zei de engel: „De god der vestingen zal hij in zijn positie heerlijkheid geven; en een god die zijn vaderen niet gekend hebben, zal hij heerlijkheid geven door middel van goud en door middel van zilver en door middel van kostbaar gesteente en door middel van begeerlijke dingen” (Daniël 11:38). Ja, de koning van het noorden heeft zijn vertrouwen gesteld in het moderne wetenschappelijke militarisme, „de god der vestingen”. Hij heeft redding gezocht bij deze „god” door op diens altaar enorme sommen geld te offeren.

14. Hoe handelde de koning van het noorden „doeltreffend”?

14 „Hij zal doeltreffend handelen tegen de zeer versterkte vestingen, te zamen met een buitenlandse god. Al wie hem erkenning heeft gegeven, zal hij overvloed van heerlijkheid verlenen, en hij zal hen werkelijk onder velen doen heersen; en de grond zal hij uitdelen tegen een prijs” (Daniël 11:39). Vertrouwend op zijn militaristische „buitenlandse god” heeft de koning van het noorden bijzonder „doeltreffend” gehandeld, en hij is in „de laatste dagen” een geduchte militaire macht gebleken (2 Timotheüs 3:1). Zij die zijn ideologie steunden, werden beloond met politieke, financiële en soms militaire steun.

’BOTSINGEN’ IN DE TIJD VAN HET EINDE

15. Welke ’botsingen’ met de koning van het noorden veroorzaakte de koning van het zuiden?

15 „In de tijd van het einde zal de koning van het zuiden met hem in botsing komen”, zei de engel tegen Daniël (Daniël 11:40a). Zijn er ’botsingen’ geweest in „de tijd van het einde” waarbij de koning van het zuiden sterke druk heeft uitgeoefend op de koning van het noorden? (Daniël 12:4, 9) Zeer beslist. Na de Eerste Wereldoorlog was het strenge vredesverdrag dat de toenmalige koning van het noorden — Duitsland — werd opgelegd, beslist een „botsing”, een daad die om vergelding vroeg. Na zijn overwinning in de Tweede Wereldoorlog richtte de koning van het zuiden angstaanjagende kernwapens op zijn rivaal en organiseerde hij een krachtig militair bondgenootschap tegen hem, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Over de functie van de NAVO zei een Brits historicus: „Het was het belangrijkste instrument voor ’containment’ [het in bedwang houden] van de USSR, waarin men nu de voornaamste bedreiging voor Europese vrede zag. Haar missie heeft 40 jaar geduurd en was een onbetwistbaar succes.” In de loop van de Koude Oorlog omvatten de ’botsingen’ van de zijde van de koning van het zuiden zowel spionage met behulp van de meest geavanceerde technische middelen als diplomatieke en militaire aanvallen.

16. Hoe reageerde de koning van het noorden op wat de koning van het zuiden deed?

16 Hoe reageerde de andere partij? „De koning van het noorden zal op hem aanstormen met wagens en met ruiters en met vele schepen; en hij zal stellig de landen binnentrekken en overstromen en doortrekken” (Daniël 11:40b). In de geschiedenis van de laatste dagen heeft de expansiepolitiek van de koning van het noorden een hoofdrol gespeeld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog viel de nazi-„koning” als een stortvloed de omliggende landen binnen. Aan het einde van die oorlog bouwde de „koning” die zijn plaats innam een machtig rijk op. Gedurende de Koude Oorlog bestreed de koning van het noorden zijn rivaal in oorlogen die tussen hun respectieve bondgenoten woedden en in opstanden in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Hij vervolgde ware christenen, waardoor hun activiteit werd beperkt — maar beslist niet stil kwam te liggen. En met zijn militaire en politieke offensieven bracht hij een aantal landen onder zijn heerschappij. Dat is precies wat de engel had geprofeteerd: „Ook zal hij werkelijk het Sieraadland [het geestelijke domein van Jehovah’s volk] binnentrekken, en vele landen zullen tot struikelen worden gebracht.” — Daniël 11:41a.

17. Welke grenzen ziet de koning van het noorden gesteld aan zijn expansiepolitiek?

17 Toch is de koning van het noorden er niet in geslaagd de wereld te veroveren. De engel voorzei: „Deze zijn het die aan zijn hand zullen ontkomen: Edom en Moab en het voornaamste deel van de zonen van Ammon” (Daniël 11:41b). In de oudheid lagen Edom, Moab en Ammon tussen het gebied van de Egyptische koning van het zuiden en dat van de Syrische koning van het noorden. In de moderne tijd zijn ze een afbeelding van natiën en organisaties waarop de koning van het noorden het gemunt had maar die hij niet onder zijn invloed heeft kunnen brengen.

EGYPTE ONTKOMT NIET

18, 19. In welke opzichten ondervond de koning van het zuiden de invloed van zijn rivaal?

18 Jehovah’s engel vervolgde: „Hij [de koning van het noorden] zal zijn hand blijven uitsteken tegen de landen; en wat het land Egypte betreft, het zal geen ontkomene blijken te zijn. En hij zal werkelijk heersen over de verborgen schatten van het goud en het zilver en over al de begeerlijke dingen van Egypte. En de Libiërs en de Ethiopiërs zullen hem op zijn schreden volgen” (Daniël 11:42, 43). Zelfs de koning van het zuiden, „Egypte”, ontkwam niet aan de gevolgen van de expansiepolitiek van de koning van het noorden. De koning van het zuiden leed bijvoorbeeld een forse nederlaag in Vietnam. En hoe staat het met „de Libiërs en de Ethiopiërs”? Deze buurlanden van het oude Egypte zouden heel goed een voorafschaduwing kunnen zijn van natiën die, geografisch gesproken, buurlanden van het hedendaagse „Egypte” (de koning van het zuiden) zijn. Af en toe zijn zij de koning van het noorden „op zijn schreden” gevolgd.

19 Heeft de koning van het noorden over ’de verborgen schatten van Egypte’ geheerst? Hij heeft inderdaad een krachtige invloed uitgeoefend op de wijze waarop de koning van het zuiden zijn financiële middelen gebruikte. Uit vrees voor zijn rivaal heeft de koning van het zuiden gigantische geldsommen besteed aan het in stand houden van een formidabele land-, zee- en luchtmacht. In die zin ’heerste’ de koning van het noorden over de besteding van de rijkdommen van de koning van het zuiden.

DE LAATSTE VELDTOCHT

20. Hoe beschrijft de engel de laatste veldtocht van de koning van het noorden?

20 De rivaliteit tussen de koning van het noorden en de koning van het zuiden — of er nu met militaire, met economische of met nog andere middelen gestreden werd — nadert haar einde. Details onthullend van een nog toekomstig conflict zei Jehovah’s engel: „Er zullen berichten zijn die hem [de koning van het noorden] zullen ontstellen, van de opgang der zon en uit het noorden, en hij zal stellig uitgaan in grote woede ten einde te verdelgen en velen aan de vernietiging prijs te geven. En hij zal zijn paleistenten planten tussen de grote zee en de heilige Sieraadberg; en hij zal volledig aan zijn eind moeten komen, en er zal geen helper voor hem zijn.” — Daniël 11:44, 45.

21. Welke vragen resten er nog over de koning van het noorden?

21 Toen in december 1991 de Sovjet-Unie werd ontbonden, was dat een ernstige tegenslag voor de koning van het noorden. Wie zal deze koning zijn wanneer Daniël 11:44, 45 vervuld wordt? Zal hij geïdentificeerd worden met een van de landen die deel uitmaakten van de voormalige Sovjet-Unie? Of verandert hij geheel van identiteit, zoals reeds een aantal keren eerder is gebeurd? Zal de ontwikkeling van kernwapens door nog meer landen resulteren in een nieuwe wapenwedloop en van invloed zijn op de identiteit van die koning? De tijd zal het uitwijzen. Wij doen er verstandig aan niet te gaan speculeren. Wanneer de koning van het noorden zijn laatste veldtocht onderneemt, zal de vervulling van de profetie duidelijk onderscheiden worden door allen die op de bijbel gebaseerd inzicht hebben. — Zie „Koningen in Daniël hoofdstuk 11”, op blz. 284.

22. Welke vragen rijzen aangaande de laatste aanval door de koning van het noorden?

22 Wij weten echter wel wat de koning van het noorden binnenkort zal doen. Naar aanleiding van de berichten „van de opgang der zon en uit het noorden” zal hij een veldtocht ondernemen om „velen aan de vernietiging prijs te geven”. Tegen wie is die veldtocht gericht? En wat voor „berichten” lokken zo’n aanval uit?

GEALARMEERD DOOR ONTSTELLENDE BERICHTEN

23. (a) Welke opmerkelijke gebeurtenis moet nog voor Armageddon plaatsvinden? (b) Wie zijn „de koningen van de opgang der zon”?

23 Beschouw eens wat het boek Openbaring te zeggen heeft over het einde van Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie. Voorafgaand aan „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige”, Armageddon, zal deze grote vijandin van de ware aanbidding „geheel verbrand worden met vuur” (Openbaring 16:14, 16; 18:2-8). Haar vernietiging wordt afgeschaduwd door het uitgieten van de zesde schaal van Gods gramschap op de symbolische rivier de Eufraat. De rivier wordt drooggelegd „zodat de weg bereid zou worden voor de koningen van de opgang der zon” (Openbaring 16:12). Wie zijn deze koningen? Niemand minder dan Jehovah God en Jezus Christus! — Vergelijk Jesaja 41:2; 46:10, 11.

24. Welke daad van Jehovah kan de koning van het noorden ontstellen?

24 De vernietiging van Babylon de Grote wordt levendig beschreven in het boek Openbaring: „De tien horens die gij gezien hebt [de koningen die in de tijd van het einde regeren], en het wilde beest [de Verenigde Naties], die zullen de hoer haten en zullen haar woest en naakt maken, en ze zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden” (Openbaring 17:16). Waarom zullen de heersers Babylon de Grote vernietigen? Omdat ’God het hun in het hart geeft zijn gedachte uit te voeren’ (Openbaring 17:17). Onder deze heersers bevindt zich ook de koning van het noorden. Wat hij „van de opgang der zon” hoort, kan heel goed betrekking hebben op deze daad van Jehovah, wanneer hij het menselijke leiders in het hart geeft de grote religieuze hoer te verdelgen.

25. (a) Welk speciaal doelwit heeft de koning van het noorden? (b) Waar plant de koning van het noorden „zijn paleistenten”?

25 Maar er is een speciaal doelwit voor de toorn van de koning van het noorden. Hij zal „zijn paleistenten planten tussen de grote zee en de heilige Sieraadberg”, zegt de engel. In Daniëls tijd was de grote zee de Middellandse Zee en de heilige berg was Sion, eens de plaats waar Gods tempel stond. Dit wil dus zeggen dat de woedende koning van het noorden in de vervulling van de profetie een militaire veldtocht tegen Gods volk onderneemt. In geestelijke zin is de locatie ’tussen de grote zee en de heilige berg’ een aanduiding voor het geestelijke domein van Jehovah’s gezalfde dienstknechten. Zij zijn uit ’de zee’ van de van God vervreemde mensheid gekomen en koesteren de hoop samen met Jezus Christus op de hemelse berg Sion te regeren. — Jesaja 57:20; Hebreeën 12:22; Openbaring 14:1.

26. Wat kan de herkomst zijn van het nieuws „uit het noorden”, zoals door Ezechiëls profetie te kennen wordt gegeven?

26 Ezechiël, een tijdgenoot van Daniël, profeteerde eveneens dat er „in het laatst der dagen” een aanval op Gods volk zou plaatsvinden. Hij zei dat Gog van Magog, dat wil zeggen Satan de Duivel, de aanzet zou geven tot de vijandelijkheden (Ezechiël 38:14, 16). Uit welke richting komt Gog in symbolische zin? „Uit de meest afgelegen streken van het noorden”, zegt Jehovah bij monde van Ezechiël (Ezechiël 38:15). Hoe boosaardig deze aanval ook zal zijn, ze zal Gods volk niet vernietigen. Dit dramatische treffen is een uitvloeisel van een strategie van Jehovah om Gogs strijdkrachten te verdelgen. Jehovah zegt dan ook tegen Satan: ’Ik zal stellig haken in uw kaken slaan en u uitvoeren.’ ’Ik wil u doen optrekken uit de meest afgelegen streken van het noorden en u op de bergen van Israël brengen’ (Ezechiël 38:4; 39:2). Het nieuws „uit het noorden” dat de koning van het noorden woedend maakt, moet daarom zijn oorsprong vinden bij Jehovah. Maar wat de berichten „van de opgang der zon en uit het noorden” uiteindelijk zullen behelzen, zal alleen God bepalen en de tijd zal het leren.

27. (a) Waarom gaat Gog de natiën, met inbegrip van de koning van het noorden, ertoe aanzetten Jehovah’s volk aan te vallen? (b) Waar zal Gogs aanval op uitlopen?

27 Wat Gog betreft, hij zet deze grootscheepse aanval in wegens de voorspoed van „het Israël Gods”, dat, samen met de „grote schare” „andere schapen”, geen deel van zijn wereld meer is (Galaten 6:16; Openbaring 7:9; Johannes 10:16; 17:15, 16; 1 Johannes 5:19). Gog kijkt met een afgunstige blik naar „een volk dat uit de natiën vergaderd is, één dat [geestelijk] vermogen en bezit vergaart” (Ezechiël 38:12). Het geestelijke domein van de christenen wordt door Gog bezien als voor het grijpen liggend „open plattelandsgebied”, en hij doet een uiterste krachtsinspanning om dit obstakel voor zijn volledige controle over de mensheid weg te vagen. Maar hij faalt (Ezechiël 38:11, 18; 39:4). Wanneer de koningen van de aarde, met inbegrip van de koning van het noorden, Jehovah’s volk aanvallen, zullen zij ’volledig aan hun eind komen’.

’DE KONING ZAL AAN ZIJN EIND KOMEN’

28. Wat weten wij over de toekomst van de koning van het noorden en de koning van het zuiden?

28 De laatste veldtocht van de koning van het noorden is niet gericht tegen de koning van het zuiden. De koning van het noorden komt dan ook niet aan zijn eind door toedoen van zijn grote rivaal. En ook wordt de koning van het zuiden niet door de koning van het noorden vernietigd. De koning van het zuiden wordt „zonder [mensen]hand” vernietigd door Gods koninkrijk (Daniël 8:25). * Trouwens, in de strijd van Armageddon zullen alle aardse koningen door Gods koninkrijk verwijderd worden, en dat is kennelijk wat er met de koning van het noorden gebeurt (Daniël 2:44). Daniël 11:44, 45 beschrijft gebeurtenissen die tot die laatste strijd zullen leiden. Geen wonder dat ’er geen helper zal zijn’ wanneer de koning van het noorden aan zijn eind komt!

[Voetnoten]

^ ¶28 Zie hoofdstuk 10 van dit boek.

WAT BENT U TE WETEN GEKOMEN?

• Hoe veranderde de identiteit van de koning van het noorden na de Tweede Wereldoorlog?

• Wat zal er uiteindelijk met de koning van het noorden en de koning van het zuiden gebeuren?

• Hoe hebt u voordeel getrokken van deze beschouwing van Daniëls profetie over de rivaliteit tussen de twee koningen?

[Studievragen]

[Tabel/Illustraties op blz. 284]

KONINGEN IN DANIËL HOOFDSTUK 11

De koning De koning

van het noorden van het zuiden

Daniël 11:5 Seleucus I Nicator Ptolemaeus I

Daniël 11:6 Antiochus II Ptolemaeus II

(vrouw Laodice) (dochter Berenice)

Daniël 11:7-9 Seleucus II Ptolemaeus III

Daniël 11:10-12 Antiochus III Ptolemaeus IV

Daniël 11:13-19 Antiochus III Ptolemaeus V

(dochter Cleopatra I) Opvolger:

Opvolgers: Ptolemaeus VI

Seleucus IV en

Antiochus IV

Daniël 11:20 Augustus

Daniël 11:21-24 Tiberius

Daniël 11:25, 26 Aurelianus Koningin Zenobia

Het Romeinse Rijk

valt uiteen

Daniël 11:27-30a Duitse Rijk Engeland, en later

(Eerste Wereldoorlog) Anglo-Amerikaanse

wereldmacht

Daniël 11:30b, 31 Hitlers Derde Rijk Anglo-Amerikaanse

(Tweede Wereldoorlog) wereldmacht

Daniël 11:32-43 Communistische blok Anglo-Amerikaanse

(Koude Oorlog) wereldmacht

Daniël 11:44, 45 Moet nog opstaan * Anglo-Amerikaanse

wereldmacht

[Voetnoten]

^ ¶83 De profetie in Daniël hoofdstuk 11 voorzegt niet de namen van de politieke entiteiten die in de verschillende periodes de positie van de koning van het noorden en de koning van het zuiden innemen. Hun identiteit wordt pas bekend als de gebeurtenissen zich beginnen voor te doen. Bovendien verloopt het conflict in episodes en doen er zich ook intervallen zonder conflict voor — één koning heeft duidelijk de overhand terwijl de ander niets onderneemt.

[Paginagrote illustratie op blz. 271]

[Illustraties op blz. 279]

De door de koning van het zuiden uitgeoefende druk had onder meer de vorm van hightechspionage en de dreiging van militaire actie