Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het doet er wel degelijk toe welke religie u beoefent

Het doet er wel degelijk toe welke religie u beoefent

Hoofdstuk 3

Het doet er wel degelijk toe welke religie u beoefent

1. Hoe denken veel mensen over religie?

’ALLE GODSDIENSTEN zijn goed’, zeggen veel mensen. ’Het zijn gewoon verschillende wegen die naar dezelfde plaats leiden.’ Als dat zo was, zou het helemaal niets uitmaken welke religie u beoefent, want het zou betekenen dat alle godsdiensten aanvaardbaar zijn voor God. Maar is dat zo?

2. (a) Hoe behandelden de Farizeeën Jezus? (b) Wie was volgens de bewering van de Farizeeën hun vader?

2 Toen Jezus Christus op aarde was, bevond zich onder de joden een religieuze groepering die bekendstond als de Farizeeën. Zij hadden een stelsel van aanbidding opgebouwd en geloofden dat het Gods goedkeuring had. Toch probeerden de Farizeeën terzelfder tijd Jezus te doden! Daarom zei Jezus tot hen: „Gij doet de werken van uw vader.” Hun antwoord luidde: „Wij hebben één Vader, God.” — Johannes 8:41.

3. Wat zei Jezus over de vader van de Farizeeën?

3 Was God werkelijk hun vader? Aanvaardde God hun vorm van aanbidding? Beslist niet! Hoewel de Farizeeën de Schrift bezaten en dachten dat zij ernaar leefden, waren zij door de Duivel misleid. Jezus zei hun dat ronduit: „Gij zijt uit uw vader de Duivel, en gij wenst de begeerten van uw vader te doen. Die was een doodslager toen hij begon, en hij stond niet vast in de waarheid, . . . hij is een leugenaar en de vader van de leugen.” — Johannes 8:44.

4. Hoe bezag Jezus de religie van de Farizeeën?

4 Het is duidelijk dat de religie van de Farizeeën vals was. De belangen van de Duivel werden erdoor gediend, niet die van God. Dus in plaats dat Jezus hun religie goedkeurde, sprak hij er zijn veroordeling over uit. Hij zei tot die religieuze Farizeeën: „Gij [sluit] het koninkrijk der hemelen toe . . . voor de mensen; want zelf gaat gij er niet binnen, en degenen die op weg zijn er binnen te gaan, staat gij dit niet toe” (Matthéüs 23:13). Wegens hun valse aanbidding noemde Jezus die Farizeeën huichelaars en giftige slangen. Vanwege hun slechte handelwijze zei hij dat zij zich op de weg bevonden die naar de vernietiging voert. — Matthéüs 23:25-33.

5. Hoe toonde Jezus dat de vele godsdiensten niet gewoon verschillende wegen zijn die naar dezelfde plaats leiden?

5 Jezus Christus leerde dus niet dat alle godsdiensten gewoon verschillende wegen zijn die naar dezelfde plaats van redding leiden. In zijn beroemde Bergrede zei Jezus: „Gaat in door de nauwe poort; want breed en wijd is de weg die naar de vernietiging voert, en velen zijn er die daardoor ingaan; maar nauw is de poort en smal de weg die naar het leven voert, en weinigen zijn er die hem vinden” (Matthéüs 7:13, 14). Omdat de meeste mensen God niet op de juiste wijze aanbidden, bevinden zij zich op de weg die naar de vernietiging voert. Slechts weinigen bevinden zich op de weg die naar het leven voert.

6. Wat kunnen wij leren uit een beschouwing van de aanbidding van de natie Israël?

6 Een beschouwing van de wijze waarop God met de natie Israël handelde, maakt duidelijk hoe belangrijk het is God te aanbidden op de door hem goedgekeurde wijze. God waarschuwde de Israëlieten zich afzijdig te houden van de valse religie van de natiën rondom hen (Deuteronomium 7:25). Die mensen offerden hun kinderen aan hun goden en bedreven onreine seksuele praktijken, zoals homoseksualiteit (Leviticus 18:20-30). God gebood de Israëlieten deze praktijken te vermijden. Toen zij hem niet gehoorzaamden en andere goden gingen aanbidden, strafte hij hen (Jozua 24:20; Jesaja 63:10). Het maakte dus wel degelijk wat uit welke religie zij beoefenden.

VALSE RELIGIE IN DEZE TIJD?

7, 8. (a) Hoe heeft de religie in het algemeen tegenover de wereldoorlogen gestaan? (b) Hoe denkt God volgens u over datgene wat de religie in oorlogstijd heeft gedaan?

7 Hoe staat het met de honderden godsdiensten in deze tijd? Waarschijnlijk bent u het ermee eens dat veel dingen die in de naam van religie worden gedaan, niet door God worden goedgekeurd. Tijdens de recente wereldoorlogen, die miljoenen thans levende mensen hebben meegemaakt, werden de mensen aan beide zijden van het front er door hun religie toe aangemoedigd te doden. „Doodt de Duitsers — doodt hen”, zei de bisschop van Londen. En aan de andere zijde van het front zei de aartsbisschop van Keulen tegen de Duitsers: „Wij bevelen u in de naam van God, tot uw laatste druppel bloed te vechten voor de eer en de glorie van het land.”

8 En zo slachtten katholieken elkaar af met de goedkeuring van hun religieuze leiders, en protestanten deden hetzelfde. De geestelijke Harry Emerson Fosdick gaf toe: „Zelfs in onze kerken hebben wij de strijdbanieren neergezet . . . Met de ene mondhoek hebben wij de Vredevorst geëerd en met de andere hebben wij de oorlog verheerlijkt.” Hoe denkt God volgens u over een religie die beweert zijn wil te doen maar de oorlog verheerlijkt?

9. (a) Hoe denken veel mensen over de misdaden die door leden van verschillende godsdiensten zijn bedreven? (b) Als religie zich tot een deel van de wereld maakt, tot welke gevolgtrekking moeten wij dan komen?

9 Vanwege de misdaden die in alle tijdperken van de geschiedenis in de naam van God door de leden van vele verschillende godsdiensten zijn bedreven, hebben miljoenen mensen in deze tijd zich van God en Christus afgekeerd. Zij geven God de schuld van de verschrikkelijke godsdienstoorlogen, zoals de oorlogen tussen katholieken en moslims, de kruistochten genoemd, de oorlogen tussen moslims en hindoes, en de oorlogen tussen katholieken en protestanten. Zij wijzen op het vermoorden van joden in de naam van Christus, en op de wrede katholieke inquisitie. Maar waren de religieuze leiders die voor deze afschuwelijke misdaden verantwoordelijk waren en die weliswaar beweerden dat God hun Vader was, niet evenzeer kinderen van de Duivel als de Farizeeën, die door Jezus werden veroordeeld? Moeten wij, daar Satan de god van deze wereld is, niet verwachten dat hij ook de religies beheerst die door mensen in de wereld worden beleden? — 2 Korinthiërs 4:4; Openbaring 12:9.

10. Wat zijn enkele dingen die in de naam van religie worden gedaan en die u niet goedkeurt?

10 Ongetwijfeld worden er thans in de naam van religie veel dingen gedaan die u niet juist acht. Zo hoort u misschien vaak over mensen die heel immoreel leven maar gerespecteerde kerklidmaten zijn. Misschien weet u zelfs van religieuze leiders die een heel slecht leven leiden maar toch als goede religieuze leiders in hun kerken worden geaccepteerd. Sommige religieuze leiders hebben gezegd dat er geen kwaad in schuilt als men homoseksualiteit bedrijft of seksuele betrekkingen heeft zonder getrouwd te zijn. Maar misschien weet u ook wel dat de bijbel dat niet zegt. God strafte zijn volk Israël zelfs met de dood omdat zij zulke dingen bedreven. Om dezelfde reden verwoestte hij Sodom en Gomorra (Judas 7). Binnenkort zal hij hetzelfde doen met alle hedendaagse valse religie. In de bijbel wordt deze religie, wegens haar immorele betrekkingen met de „koningen der aarde”, als een prostituée afgebeeld. — Openbaring 17:1, 2, 16.

AANBIDDING DIE DOOR GOD WORDT GOEDGEKEURD

11. Wat is een vereiste wil onze aanbidding aanvaardbaar zijn voor God?

11 Daar God niet alle religies goedkeurt, moeten wij ons afvragen: ’Aanbid ik God op de wijze die hij goedkeurt?’ Hoe kunnen wij dat weten? Niet een mens, maar God beoordeelt wat ware aanbidding is. Wil onze aanbidding dus aanvaardbaar zijn voor God, dan moet ze stevig geworteld zijn in Gods Woord der waarheid, de bijbel. Wij moeten er net zo over denken als de bijbelschrijver die zei: „God worde waarachtig bevonden, ook al wordt ieder mens een leugenaar bevonden.” — Romeinen 3:3, 4.

12. Waarom zei Jezus dat de aanbidding van de Farizeeën niet door God werd goedgekeurd?

12 De eerste-eeuwse Farizeeën dachten er niet zo over. Zij hadden hun eigen geloofsopvattingen en overleveringen en hielden zich daaraan, en niet aan Gods Woord. Met welk gevolg? Jezus zei hun: „Gij [hebt] het woord Gods krachteloos gemaakt ter wille van uw overlevering. Huichelaars, hoe passend heeft Jesaja over u geprofeteerd, toen hij zei: ’Dit volk eert mij met hun lippen, maar hun hart is ver van mij verwijderd. Tevergeefs blijven zij mij aanbidden, omdat zij mensengeboden als leerstellingen onderwijzen’” (Matthéüs 15:1-9; Jesaja 29:13). Indien wij Gods goedkeuring willen ontvangen, moeten wij ons er dus van vergewissen of dat wat wij geloven, wel in overeenstemming is met de leer van de bijbel.

13. Wat moeten wij volgens Jezus doen om door God goedgekeurd te worden?

13 Het is niet voldoende als wij zeggen dat wij in Christus geloven en dan doen wat naar onze mening juist is. Het is absoluut noodzakelijk dat wij nagaan wat Gods wil in deze kwestie is. Jezus toonde dit aan in zijn Bergrede toen hij zei: „Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen ingaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is.” Matthéüs 7:21.

14. Waarom zou Jezus ons, ook al verrichten wij „goede daden”, als „werkers der wetteloosheid” kunnen beschouwen?

14 Wij zouden zelfs in de naam van Christus dingen kunnen doen die naar onze mening „goede daden” zijn. Toch zou dat allemaal geen waarde hebben als wij niet Gods wil deden. Wij zouden in dezelfde positie verkeren als de mensen over wie Christus vervolgens zegt: „Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ’Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam demonen uitgeworpen, en in uw naam vele krachtige werken verricht?’ En toch zal ik hun dan in het openbaar bekendmaken: Ik heb u nooit gekend! Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid” (Matthéüs 7:22, 23). Ja, wij kunnen dingen doen waarvan wij denken dat ze goed zijn — dingen waarvoor anderen ons misschien bedanken en zelfs prijzen — maar als wij niet doen wat volgens God juist is, zullen wij door Jezus Christus als „werkers der wetteloosheid” worden beschouwd.

15. Waarom doen wij er verstandig aan dezelfde handelwijze te volgen als mensen in het oude Beréa?

15 Daar veel religies in deze tijd Gods wil niet doen, kunnen wij niet zonder meer aannemen dat de leerstellingen van de religieuze organisatie waartoe wij behoren, in overeenstemming zijn met Gods Woord. Louter het feit dat een religie de bijbel gebruikt, bewijst nog niet dat alles wat die religie leert en beoefent, ook in de bijbel staat. Het is belangrijk dat wij zelf onderzoeken of dit al dan niet het geval is. Mensen in de stad Beréa werden geprezen omdat zij, nadat de christelijke apostel Paulus tot hen had gepredikt, de Schrift onderzochten om er zeker van te zijn dat hetgeen hij hun vertelde, waar was (Handelingen 17:10, 11). De religie die door God wordt goedgekeurd, moet in elk opzicht met de bijbel kloppen; ze zal niet bepaalde delen van de bijbel aanvaarden en andere verwerpen. — 2 Timótheüs 3:16.

OPRECHTHEID ALLEEN NIET VOLDOENDE

16. Wat zei Jezus om aan te tonen dat oprechtheid alleen niet voldoende is om door God goedgekeurd te worden?

16 Maar, zo zou men kunnen vragen: ’Als iemand oprecht is in zijn geloof, zal God hem dan niet goedkeuren ook al is zijn religie onjuist?’ Jezus zei dat hij „werkers der wetteloosheid” niet zou goedkeuren, ook al geloofden zij dat zij het juiste deden (Matthéüs 7:22, 23). Oprechtheid alleen zou dus ook niet door God worden goedgekeurd. Op een keer zei Jezus tot zijn volgelingen: „Het uur komt waarin een ieder die u doodt, zal menen God een heilige dienst te hebben bewezen” (Johannes 16:2). Zulke moordenaars van christenen mochten dan oprecht geloven dat zij daarmee God dienden, maar dat was duidelijk niet zo. God keurt hun daden niet goed.

17. Wat deed Paulus voordat hij een christen werd, ook al was hij oprecht?

17 Voordat de apostel Paulus een christen werd, was hij medeplichtig aan de moord op Stéfanus. Later zocht hij manieren om nog meer christenen te doden (Handelingen 8:1; 9:1, 2). Paulus legde uit: „Ik [bleef] de gemeente van God tot het uiterste . . . vervolgen en verwoesten, en ik maakte grotere vorderingen in het judaïsme dan velen van mijn leeftijd in mijn ras, daar ik veel ijveriger was voor de overleveringen van mijn vaderen” (Galáten 1:13, 14). Ja, Paulus was oprecht, maar daarom was zijn religie nog niet juist.

18. (a) Welke religie beoefende Paulus toen hij christenen vervolgde? (b) Waarom moesten Paulus en anderen in zijn tijd van religie veranderen?

18 In die tijd behoorde Paulus tot het joodse religieuze stelsel, dat Jezus Christus had verworpen en dientengevolge door God werd verworpen (Handelingen 2:36, 40; Spreuken 14:12). Om Gods goedkeuring te verkrijgen, moest Paulus dus van religie veranderen. Hij schreef ook over anderen die „ijver voor God” hadden — die weliswaar oprecht waren, maar niet door God werden goedgekeurd omdat hun religie niet gebaseerd was op nauwkeurige kennis van Gods voornemens. — Romeinen 10:2, 3.

19. Waaruit blijkt dat de waarheid geen ruimte laat voor verschillende religieuze leerstellingen?

19 De waarheid laat geen ruimte voor al de verschillende religieuze leerstellingen in de wereld. Bijvoorbeeld: òf de mensen hebben een ziel die na de dood van het lichaam voortleeft, òf zij hebben die niet. De aarde zal eeuwig blijven bestaan òf niet. God zal een eind maken aan goddeloosheid òf niet. Deze en vele andere leerstellingen zijn hetzij juist of onjuist. Er kunnen geen twee versies van de waarheid zijn die niet met elkaar kloppen. Of het één of het ander is waar, maar niet allebei. Ook al gelooft u iets oprecht en brengt u dat geloof in praktijk, dan wordt het daardoor nog niet juist als het in feite onjuist is.

20. Hoe kunnen wij met betrekking tot religie de juiste „wegenkaart” volgen?

20 Hoe moet uw reactie zijn als het bewijs wordt geleverd dat wat u gelooft, onjuist is? Stel eens dat u in een auto zit en voor het eerst naar een bepaalde plaats rijdt. U hebt een wegenkaart, maar u hebt niet de tijd genomen om die nauwkeurig te bestuderen. Iemand heeft u gezegd welke weg u moet nemen. U vertrouwt hem en gelooft oprecht dat de weg die hij u heeft gewezen, juist is. Maar als dit nu eens niet zo is en iemand u op de fout wijst? En als hij, aan de hand van uw eigen kaart, aantoont dat u zich op de verkeerde weg bevindt? Zou u dan door trots of koppigheid weigeren toe te geven dat u zich op de verkeerde weg bevindt? Nu dan, als u door een onderzoek van uw bijbel verneemt dat u zich op een verkeerde religieuze weg bevindt, wees dan bereid van koers te veranderen. Vermijd de brede weg die naar de vernietiging voert; sla de smalle weg naar het leven in!

NOODZAKELIJK GODS WIL TE DOEN

21. (a) Wat is behalve het kennen van de waarheid nog meer noodzakelijk? (b) Wat zult u doen als u verneemt dat God bepaalde dingen die u doet, niet goedkeurt?

21 Het is belangrijk de waarheden uit de bijbel te kennen. Toch is deze kennis waardeloos als u God niet in waarheid aanbidt (Johannes 4:24). De waarheid beoefenen, Gods wil doen, dàt telt. ’Geloof zonder werken is dood’, zegt de bijbel (Jakobus 2:26). Om God te behagen, moet uw godsdienst dus niet alleen volkomen in overeenstemming zijn met de bijbel, maar ook in elke activiteit van het leven worden toegepast. Zult u daarom, als u verneemt dat u dingen doet die volgens God verkeerd zijn, de bereidheid bezitten daarin verandering aan te brengen?

22. Welke voordelen kunnen nu reeds en in de toekomst ons deel zijn als wij de ware religie beoefenen?

22 Er zijn grootse zegeningen voor u weggelegd als u Gods wil doet. Nu reeds zult u er profijt van trekken. Het beoefenen van de ware religie zal u tot een beter mens maken — een betere man, echtgenoot of vader, een betere vrouw, echtgenote of moeder, een beter kind. Het zal godvruchtige eigenschappen in u teweegbrengen waardoor u onder de andere mensen zult opvallen omdat u doet wat juist is. Maar meer nog: het zal betekenen dat u ervoor in aanmerking komt de zegeningen van eeuwig leven in geluk en volmaakte gezondheid op Gods paradijselijke nieuwe aarde te ontvangen (2 Petrus 3:13). Ja, het doet er wel degelijk toe welke religie u beoefent!

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 25]

Denkt u dat de religieuze leiders die Jezus trachtten te doden, God dienden?

[Illustraties op blz. 26, 27]

De meeste mensen bevinden zich op de brede weg die naar de vernietiging voert, zei Jezus. Slechts weinigen bevinden zich op de smalle weg die naar het leven voert

[Illustratie op blz. 28, 29]

„Zij maken in het openbaar bekend dat zij God kennen, maar zij verloochenen hem door hun werken.” — Titus 1:16.

In woord

In daad

[Illustratie op blz. 30]

Alleen omdat Paulus een andere religie beleed, had hij een aandeel aan de steniging van Christus’ discipel Stéfanus

[Illustratie op blz. 33]

Als u zich op de verkeerde weg bevond, zou u dan door trots of koppigheid weigeren dit toe te geven?