Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Werd Jezus Christus door God gezonden?

Werd Jezus Christus door God gezonden?

Hoofdstuk 6

Werd Jezus Christus door God gezonden?

1, 2. (a) Welk bewijs is er dat Jezus Christus werkelijk heeft bestaan? (b) Welke vragen in verband met Jezus worden opgeworpen?

BIJNA iedereen in deze tijd heeft wel van Jezus Christus gehoord. Zijn invloed op de geschiedenis is tot op de dag van vandaag groter dan die van enig ander mens. Zelfs de kalender die in de meeste delen van de wereld wordt gebruikt, is gebaseerd op het jaar waarin hij, naar men denkt, geboren is! Zoals The World Book Encyclopedia zegt: „Datums vóór dat jaar worden aangeduid met v. Chr., of vóór Christus. Datums na dat jaar worden aangeduid met A.D., of anno Domini (in het jaar onzes Heren).”

2 Jezus was dus geen denkbeeldig persoon. Hij heeft werkelijk als mens op aarde geleefd. „In oude tijden twijfelden zelfs de tegenstanders van het christendom nooit aan het [werkelijke bestaan] van Jezus”, merkt de Encyclopædia Britannica op. Wie was Jezus dan precies? Was hij werkelijk door God gezonden? Waarom is hij zo bekend?

HIJ HAD AL EERDER GELEEFD

3. (a) Wiens zoon zou volgens de woorden van de engel het kind van Maria zijn? (b) Hoe kon Jezus uit de maagd Maria geboren worden?

3 Jezus is de enige mens die uit een maagd geboren is. Haar naam was Maria. Een engel zei over haar kind: „Deze zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd” (Lukas 1:28-33; Matthéüs 1:20-25). Maar hoe kon een vrouw die nog nooit seksuele betrekkingen met een man had gehad, een kind krijgen? Dat kon alleen door middel van Gods heilige geest. Jehovah bracht het leven van zijn machtige geestenzoon vanuit de hemel naar de schoot van de maagd Maria over. Het was een wonder! Het spreekt vanzelf dat Hij die de eerste vrouw had gemaakt met het wonderbaarlijke vermogen om kinderen voort te brengen, ook kon bewerkstelligen dat een vrouw een kind kreeg zonder toedoen van een menselijke vader. De bijbel verklaart: „Toen de volledige tijdgrens was gekomen, zond God zijn Zoon uit, die uit een vrouw werd geboren.” — Galáten 4:4.

4. (a) Wat voor leven bezat Jezus voordat hij als kind werd geboren? (b) Uit welke woorden van Jezus blijkt dat hij voordien in de hemel had geleefd?

4 Dus voordat Jezus als mens op aarde werd geboren, had hij reeds als een machtig geestelijk schepsel in de hemel geleefd. Net als God had hij een geestelijk lichaam, dat voor mensen onzichtbaar was (Johannes 4:24). Jezus zelf sprak vaak over de hoge positie die hij in de hemel had bekleed. Op een keer bad hij: „Vader, verheerlijk gij nu mij naast uzelf met de heerlijkheid die ik naast u had voordat de wereld was” (Johannes 17:5). Ook zei hij tot zijn toehoorders: „Gij zijt van de rijken beneden; ik ben van de rijken boven.” „Wat dan wel, indien gij de Zoon des mensen zoudt zien opstijgen tot waar hij tevoren was?” „Vóór Abraham tot bestaan kwam, ben ik geweest.” — Johannes 8:23; 6:62; 8:58; 3:13; 6:51.

5. (a) Waarom werd Jezus het „Woord”, de „Eerstgeborene” en de „eniggeboren” Zoon genoemd? (b) Welk werk had Jezus samen met God verricht?

5 Voordat Jezus naar de aarde kwam, werd hij het Woord van God genoemd. Uit deze titel blijkt dat hij in de hemel Gods woordvoerder was. Hij wordt tevens Gods „Eerstgeborene” genoemd, alsook zijn „eniggeboren” Zoon (Johannes 1:14; 3:16; Hebreeën 1:6). Dit betekent dat hij vóór alle andere geestenzonen van God werd geschapen, en dat hij de enige is die rechtstreeks door God geschapen werd. De bijbel verklaart dat deze ’eerstgeboren’ Zoon met Jehovah samenwerkte bij het scheppen van alle andere dingen (Kolossenzen 1:15, 16). Toen God dus zei: „Laten wij de mens maken naar ons beeld”, sprak hij tot deze Zoon. Ja, deze Zoon van God die later naar de aarde kwam en uit een vrouw werd geboren, had een aandeel gehad aan het scheppen van alle dingen! Hij had reeds een onbekend aantal jaren bij zijn Vader in de hemel geleefd! — Genesis 1:26; Spreuken 8:22, 30; Johannes 1:3.

ZIJN LEVEN OP AARDE

6. (a) Welke gebeurtenissen vonden er kort voor en na Jezus’ geboorte plaats? (b) Waar werd Jezus geboren, en waar groeide hij op?

6 Maria was ten huwelijk beloofd aan Jozef. Maar toen hij vernam dat zij zwanger was, dacht hij dat zij seksuele betrekkingen had gehad met een andere man, en hij was dan ook niet van plan met haar te trouwen. Toen Jehovah hem echter vertelde dat het kind was verwekt door middel van Zijn heilige geest, nam Jozef Maria tot vrouw (Matthéüs 1:18-20, 24, 25). Later, tijdens een bezoek aan de stad Bethlehem, werd Jezus geboren (Lukas 2:1-7; Micha 5:2). Toen Jezus nog een baby was, probeerde koning Herodes hem te doden. Maar Jehovah waarschuwde Jozef, zodat hij met zijn gezin naar Egypte vluchtte. Na de dood van koning Herodes keerden Jozef en Maria met Jezus naar de stad Nazareth in Galiléa terug. Hier groeide hij op. — Matthéüs 2:13-15, 19-23.

7. (a) Wat gebeurde er toen Jezus twaalf jaar was? (b) Welk werk leerde Jezus toen hij opgroeide?

7 Toen Jezus twaalf jaar was, reisde hij met zijn familie naar Jeruzalem om het speciale feest dat het Pascha heette, bij te wonen. Daar bracht hij drie dagen in de tempel door, waar hij naar de leraren luisterde en vragen aan hen stelde. Alle mensen die naar hem luisterden, stonden er verbaasd over dat hij zoveel wist (Lukas 2:41-52). Terwijl Jezus in Nazareth opgroeide, leerde hij het timmermansvak. Hij werd ongetwijfeld voor dit werk opgeleid door zijn pleegvader, Jozef, die ook timmerman was. — Markus 6:3; Matthéüs 13:55.

8. Wat gebeurde er toen Jezus dertig jaar was?

8 Op dertigjarige leeftijd vond er een grote verandering in Jezus’ leven plaats. Hij ging naar Johannes de Doper en vroeg of die hem wilde dopen, hem volledig wilde onderdompelen in het water van de rivier de Jordaan. De bijbel bericht: „Nadat Jezus was gedoopt, kwam hij onmiddellijk omhoog uit het water; en zie! de hemelen werden geopend, en hij zag Gods geest gelijk een duif neerdalen en op hem komen. Zie! Ook kwam er een stem uit de hemelen, die zei: ’Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd’” (Matthéüs 3:16, 17). Het moest voor Johannes wel onomstotelijk vaststaan dat Jezus door God was gezonden.

9. (a) Wanneer werd Jezus in feite Christus, en waarom toen? (b) Waarvoor bood Jezus zich aan toen hij zich liet dopen?

9 Door Zijn geest op Jezus uit te storten, zalfde Jehovah hem of stelde hij hem aan om de koning te zijn van Zijn komende koninkrijk. Doordat Jezus aldus met de geest was gezalfd, werd hij de „Messías” of „Christus”, welke woorden in het Hebreeuws en Grieks „Gezalfde” betekenen. Daardoor werd hij in feite Jezus Christus, of Jezus de Gezalfde. Vandaar dat zijn apostel Petrus sprak over „Jezus, die van Nazareth was, hoe God hem met heilige geest en kracht heeft gezalfd” (Handelingen 10:38). Toen Jezus zich in water liet dopen, bood hij zich ook aan God aan om het werk ten uitvoer te brengen waarvoor God hem naar de aarde had gezonden. Waarin bestond dat belangrijke werk?

WAAROM HIJ NAAR DE AARDE KWAM

10. Voor het bekendmaken van welke waarheden is Jezus naar de aarde gekomen?

10 Jezus legde uit waarom hij naar de aarde was gekomen toen hij tot de Romeinse bestuurder Pontius Pilatus zei: „Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben ik in de wereld gekomen, om getuigenis af te leggen van de waarheid” (Johannes 18:37). Maar voor het bekendmaken van welke waarheden in het bijzonder was Jezus naar de aarde gezonden? Allereerst waarheden omtrent zijn hemelse Vader. Hij leerde zijn volgelingen bidden of de naam van zijn Vader „geheiligd” mocht worden (Matthéüs 6:9). En hij bad: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij . . . hebt gegeven” (Johannes 17:6). Ook zei hij: „Ik moet . . . het goede nieuws van het koninkrijk Gods bekendmaken, want hiertoe werd ik uitgezonden.” — Lukas 4:43.

11. (a) Waarom vond Jezus zijn werk zo belangrijk? (b) Waarvan weerhield Jezus zich nooit? Wat moeten wij dus doen?

11 Hoe belangrijk was dit werk van het bekendmaken van zijn Vaders naam en koninkrijk voor Jezus? Hij zei tot zijn discipelen: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig” (Johannes 4:34). Waarom vond Jezus Gods werk net zo belangrijk als voedsel? Omdat het Koninkrijk het middel is waardoor God zijn wonderbaarlijke voornemens met betrekking tot de mensheid zal verwezenlijken. Dit koninkrijk zal alle goddeloosheid tenietdoen en Jehovah’s naam zuiveren van de smaad die erop geworpen is (Daniël 2:44; Openbaring 21:3, 4). Jezus weerhield zich er dus nooit van Gods naam en koninkrijk bekend te maken (Matthéüs 4:17; Lukas 8:1; Johannes 17:26; Hebreeën 2:12). Hij sprak altijd de waarheid, of die nu populair was of niet. Daardoor verschafte hij een voorbeeld dat wij moeten navolgen als wij God wensen te behagen. — 1 Petrus 2:21.

12. Om welke andere belangrijke reden is Jezus naar de aarde gekomen?

12 Toch moest Jezus, om het voor ons mogelijk te maken eeuwig leven onder de heerschappij van Gods koninkrijk te verwerven, zijn levensbloed uitstorten in de dood. Zoals twee apostelen van Jezus zeiden: „Wij [zijn] nu door zijn bloed rechtvaardig . . . verklaard.” „Het bloed van Jezus, [Gods] Zoon, reinigt ons van alle zonde” (Romeinen 5:9; 1 Johannes 1:7). Een belangrijke reden waarom Jezus naar de aarde kwam, was dus om voor ons te sterven. Hij zei: „De Zoon des mensen [is] niet gekomen . . . om gediend te worden, maar om te dienen en zijn ziel [of leven] te geven als een losprijs in ruil voor velen” (Matthéüs 20:28). Maar wat wil het zeggen dat Christus zijn leven „als een losprijs” heeft gegeven? Waarom moest hij in het belang van onze redding zijn levensbloed uitstorten in de dood?

HIJ GAF ZIJN LEVEN ALS EEN LOSPRIJS

13. (a) Wat is een losprijs? (b) Wat is de losprijs die Jezus heeft betaald om ons van zonde en de dood te verlossen?

13 Het woord „losprijs” wordt dikwijls gebruikt in verband met ontvoeringen of gijzelingen. Als een ontvoerder iemand gegijzeld heeft, zegt hij vaak dat hij de persoon in kwestie zal vrijlaten indien er een bepaald bedrag als losprijs wordt betaald. Een losprijs is dus iets wat de bevrijding bewerkstelligt van iemand die gevangen wordt gehouden. Het is iets wat wordt betaald opdat hij zijn leven niet verliest. Jezus’ volmaakte mensenleven werd gegeven om voor de mensheid verlossing uit de slavernij aan zonde en de dood te verkrijgen (1 Petrus 1:18, 19; Efeziërs 1:7). Waarom was die verlossing nodig?

14. Waarom was de door Jezus verschafte losprijs nodig?

14 Omdat onze voorvader Adam tegen God in opstand was gekomen. Door zijn wetteloze daad werd hij een zondaar, omdat zoals de bijbel verklaart ’zonde wetteloosheid is’ (1 Johannes 3:4; 5:17). Ten gevolge hiervan werd hij niet waardig gerekend Gods gave van eeuwig leven te ontvangen (Romeinen 6:23). Adam verspeelde dus voor zichzelf volmaakt menselijk leven op een paradijsaarde. Hij verspeelde dit geweldige vooruitzicht ook voor alle kinderen die hij zou voortbrengen. Maar nu zult u misschien vragen: ’Waarom moesten al Adams kinderen sterven, terwijl híj feitelijk degene was die had gezondigd?’

15. Waarom moesten Adams kinderen lijden en sterven, terwijl híj feitelijk degene was die had gezondigd?

15 Dit komt doordat Adam, toen hij een zondaar werd, zonde en dood overdroeg op zijn kinderen, met inbegrip van alle mensen die nu leven (Job 14:4; Romeinen 5:12). „Allen hebben gezondigd en bereiken niet de heerlijkheid Gods”, zegt de bijbel (Romeinen 3:23; 1 Koningen 8:46). Zelfs de godvruchtige David zei: „Met dwaling werd ik met barensweeën voortgebracht, en in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen” (Psalm 51:5). Mensen zijn dus gestorven en sterven nog steeds wegens de zonde die zij van Adam hebben geërfd. Hoe was het dan mogelijk dat door het offer van Jezus’ leven alle mensen uit de slavernij aan zonde en de dood verlost zouden worden?

16. (a) Hoe toonde God bij het verschaffen van de losprijs respect voor zijn wet dat ’leven moest worden gegeven voor leven’? (b) Waarom was Jezus de enige mens die de losprijs kon betalen?

16 Er is een wettelijk beginsel uit Gods wet voor de natie Israël bij betrokken, namelijk dat ’leven moest worden gegeven voor leven’ (Exodus 21:23; Deuteronomium 19:21). Door zijn ongehoorzaamheid verloor de volmaakte mens Adam het volmaakte leven op een paradijsaarde voor zichzelf en al zijn kinderen. Jezus Christus gaf zijn eigen volmaakte leven om terug te kopen wat Adam had verloren. Ja, Jezus heeft zichzelf gegeven „als een overeenkomstige losprijs voor allen” (1 Timótheüs 2:5, 6). Omdat Jezus een volmaakt mens was, zoals Adam dat was geweest wordt hij „de laatste Adam” genoemd (1 Korinthiërs 15:45). Niemand anders dan Jezus had de losprijs kunnen verschaffen. Jezus is namelijk de enige mens die ooit heeft geleefd die gelijk was aan Adam als volmaakte menselijke zoon van God. — Psalm 49:7; Lukas 1:32; 3:38.

17. Wanneer werd de losprijs aan God betaald?

17 Jezus stierf toen hij 33 1/2 jaar oud was. Maar op de derde dag na zijn dood werd hij tot leven opgewekt. Veertig dagen later keerde hij naar de hemel terug (Handelingen 1:3, 9-11). Daar verscheen hij, nu weer als een geestelijk schepsel en met de waarde van zijn loskoopoffer bij zich, „ten behoeve van ons voor de persoon van God” (Hebreeën 9:12, 24). Op dat tijdstip werd de losprijs aan God in de hemel betaald. Nu was bevrijding voor de mensheid mogelijk. Maar wanneer zal men de voordelen ervan ontvangen?

18. (a) Hoe kunnen wij nu reeds voordeel trekken van de losprijs? (b) Wat wordt in de toekomst door de losprijs mogelijk gemaakt?

18 Nu reeds kan Jezus’ loskoopoffer ons tot voordeel strekken. Hoe? Door er geloof in te oefenen, kunnen wij in een reine positie voor het aangezicht van God staan en zijn liefdevolle en tedere zorg genieten (Openbaring 7:9, 10, 13-15). Velen van ons hebben misschien verschrikkelijke zonden bedreven voordat wij God leerden kennen. En ook nu maken wij fouten, soms heel ernstige fouten. Maar op basis van de losprijs kunnen wij God vrijuit om vergeving vragen, in het vertrouwen dat hij ons zal horen (1 Johannes 2:1, 2; 1 Korinthiërs 6:9-11). Bovendien zal de losprijs straks de weg voor ons banen om Gods gave van eeuwig leven in zijn rechtvaardige nieuwe wereld te ontvangen (2 Petrus 3:13). In die tijd zullen al degenen die geloof oefenen in de losprijs, volkomen verlost worden uit de slavernij aan zonde en de dood. Zij kunnen uitzien naar eeuwig leven in volmaaktheid!

19. (a) Welke uitwerking heeft de voorziening van de losprijs op u? (b) Hoe moeten wij volgens de apostel Paulus onze dankbaarheid voor de losprijs tonen?

19 Wat is uw reactie nu u dit over de losprijs te weten bent gekomen? Gaat uw hart niet warmer voor Jehovah God kloppen nu u weet dat hij zo veel om u geeft dat hij zijn geliefde Zoon ten behoeve van u heeft gegeven? (Johannes 3:16; 1 Johannes 4:9, 10) Maar sta ook eens stil bij de liefde die Christus heeft getoond. Hij is bereidwillig naar de aarde gekomen om voor ons te sterven. Moeten wij daar niet dankbaar voor zijn? De apostel Paulus legde uit hoe wij onze dankbaarheid dienen te tonen toen hij zei: „Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor hem die voor hen gestorven is en die werd opgewekt” (2 Korinthiërs 5:14, 15). Zult u uw dankbaarheid tonen door uw leven in dienst te stellen van God en zijn hemelse Zoon Jezus Christus?

WAAROM JEZUS WONDEREN VERRICHTTE

20. Wat leren wij over Jezus uit zijn genezing van de melaatse?

20 Jezus is heel bekend om de wonderen die hij verrichtte. Hij had diep medegevoel met mensen die in moeilijkheden verkeerden, en hij gebruikte de hem door God verleende kracht maar al te graag om hen te helpen. Zo kwam er bijvoorbeeld iemand die aan de verschrikkelijke ziekte melaatsheid leed, naar hem toe en zei: „Als u het alleen maar wilt, kunt u mij rein maken.” Jezus strekte „door medelijden bewogen . . . zijn hand uit, raakte hem aan en zei tot hem: ’Ik wil het. Word rein.’” En de zieke man werd genezen! — Markus 1:40-42.

21. Hoe hielp Jezus de scharen?

21 Sta eens stil bij een ander bijbels tafereel en probeer u dan in te denken hoe diep begaan Jezus was met de mensen die als volgt worden beschreven: „Toen kwamen er grote scharen naar hem toe, die kreupelen, verminkten, blinden, stommen en vele anderen bij zich hadden, en zij wierpen hen gewoonweg aan zijn voeten, en hij genas hen, zodat de schare verbaasd stond toen zij zagen dat de stommen spraken en de kreupelen liepen en de blinden konden zien, en zij verheerlijkten de God van Israël.” — Matthéüs 15:30, 31.

22. Waaruit blijkt dat Jezus werkelijk gaf om de mensen die hij hielp?

22 Dat Jezus werkelijk om deze gehandicapten gaf en hen oprecht wilde helpen, blijkt uit wat hij vervolgens tot zijn discipelen zei: „Ik heb medelijden met de schare, want zij zijn nu al drie dagen bij mij gebleven en hebben niets te eten; en ik wil hen niet wegzenden zonder dat zij eerst gegeten hebben. Anders bezwijken zij misschien onderweg.” En dus voedde Jezus, met slechts zeven broden en een paar visjes, op wonderbaarlijke wijze de „vierduizend mannen, de vrouwen en jonge kinderen niet meegerekend”. — Matthéüs 15:32-38.

23. Wat bewoog Jezus ertoe de gestorven zoon van een weduwe op te wekken?

23 Bij een andere gelegenheid stuitte Jezus op een begrafenisstoet die uit de stad Naïn kwam. De bijbel beschrijft het tafereel als volgt: Er „werd een dode uitgedragen, de eniggeboren zoon van zijn moeder. Bovendien was zij weduwe. . . . En toen de Heer haar gewaar werd, werd hij met medelijden jegens haar bewogen”. Haar diepe droefheid raakte zijn gemoed zeer. Daarom richtte Jezus zich tot de dode en gebood: „Jongeman, ik zeg u: Sta op!” En wonder boven wonder: „De dode ging overeind zitten en begon te spreken, en hij gaf hem aan zijn moeder.” Denkt u zich eens in hoe die moeder zich gevoeld moet hebben! Hoe zou u zich voelen? Het nieuws over deze opmerkelijke gebeurtenis verbreidde zich wijd en zijd. Geen wonder dat Jezus zo bekend is. — Lukas 7:11-17.

24. Wat toonden Jezus’ wonderen met betrekking tot de toekomst?

24 Toch waren de voordelen van Jezus’ wonderen slechts van tijdelijke aard. Mensen die door hem werden genezen, kregen opnieuw lichamelijke problemen. En degenen die hij uit de dood opwekte, stierven weer. Maar Jezus’ wonderen bewezen dat hij door God was gezonden, dat hij werkelijk Gods Zoon was. En ze bewezen dat met Gods kracht alle menselijke problemen opgelost kunnen worden. Ja, ze toonden op kleine schaal wat er op aarde zal gebeuren wanneer Gods koninkrijk regeert. Dan zullen de hongerigen worden gevoed, de zieken worden genezen en zullen zelfs de doden worden opgewekt! En nooit meer zullen ziekte, dood of andere moeilijkheden mensen ongelukkig maken. Wat een zegen zal dat zijn! — Openbaring 21:3, 4; Matthéüs 11:4, 5.

HEERSER VAN GODS KONINKRIJK

25. In welke drie onderscheiden periodes kan Jezus’ leven worden verdeeld?

25 Het leven van Gods Zoon kan in drie onderscheiden periodes worden verdeeld. Allereerst is er het onbekende aantal jaren dat hij bij zijn Vader in de hemel doorbracht voordat hij mens werd. Vervolgens de 331/2 jaar die hij na zijn geboorte op aarde doorbracht. En nu bevindt hij zich als geestelijk schepsel weer in de hemel. Welke hemelse positie bekleedt hij sedert zijn opstanding?

26. Tot het bekleden van welke positie betoonde Jezus zich waardig door zijn getrouwheid op aarde?

26 Het is duidelijk dat Jezus koning zou worden. De engel had Maria reeds de aankondiging gedaan: „Hij zal voor eeuwig als koning . . . regeren en aan zijn koninkrijk zal geen einde zijn” (Lukas 1:33). Tijdens zijn aardse bediening sprak hij voortdurend over het koninkrijk Gods. Hij leerde zijn volgelingen bidden: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op aarde.” En hij drong er bij hen op aan: „Blijft dan eerst het koninkrijk . . . zoeken” (Matthéüs 6:10, 33). Door zijn getrouwheid op aarde betoonde Jezus zich waardig koning van Gods koninkrijk te zijn. Begon hij als koning te regeren zodra hij naar de hemel was teruggekeerd?

27. (a) Wat deed Jezus na zijn terugkeer naar de hemel? (b) Wat was Jezus’ eerste daad als koning van Gods koninkrijk?

27 Neen, dat niet. De apostel Paulus verwijst naar Psalm 110:1 en legt uit: „Deze [Jezus] heeft voor altijd één slachtoffer voor zonden gebracht en is aan de rechterhand van God gaan zitten, van die tijd af wachtend totdat zijn vijanden tot een voetbank voor zijn voeten gesteld zouden worden” (Hebreeën 10:12, 13). Jezus wachtte op Jehovah’s bevel: „Ga onderwerpen te midden van uw vijanden” (Psalm 110:2). Toen dat tijdstip was aangebroken, begon hij de hemel te zuiveren van Satan en diens engelen. Het resultaat van die oorlog in de hemel wordt met de volgende woorden weergegeven: „Nu is gekomen de redding en de kracht en het koninkrijk van onze God en de autoriteit van zijn Christus, want de beschuldiger van onze broeders, die hen dag en nacht beschuldigt voor onze God, is neergeslingerd” (Openbaring 12:10). Zoals wij in een vorig hoofdstuk van dit boek hebben gezien, blijkt uit de feiten dat deze oorlog in de hemel al heeft plaatsgevonden en dat Jezus Christus nu te midden van zijn vijanden regeert.

28. (a) Wat zal Christus binnenkort doen? (b) Wat moeten wij doen om zijn bescherming te genieten?

28 Zeer binnenkort zullen Christus en zijn hemelse engelen stappen ondernemen om de aarde te ontdoen van alle huidige wereldse regeringen (Daniël 2:44; Openbaring 17:14). De bijbel zegt dat hij „een scherp lang zwaard” heeft „om daarmee de natiën te slaan, en hij zal hen weiden met een ijzeren staf” (Openbaring 19:11-16). Willen wij ons waardig betonen om tijdens deze komende vernietiging beschermd te worden, dan moeten wij geloof oefenen in Jezus Christus (Johannes 3:36). Wij moeten zijn discipelen worden en ons aan hem als onze hemelse Koning onderwerpen. Zult u dat doen?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 58]

Jezus zei het timmermanswerk vaarwel om zich te laten dopen en de gezalfde van Jehovah te worden

[Illustratie op blz. 63]

Jezus was precies gelijk aan de volmaakte mens Adam

[Illustraties op blz. 64]

Door medelijden bewogen hielp Jezus de zieken en de hongerigen

[Illustratie op blz. 67]

Door de doden op te wekken, toonde Jezus wat hij op veel grotere schaal zou doen wanneer Gods koninkrijk regeert