Hoofdstuk 9

Door God geïnspireerde waarheid identificeren

Wist u dat hedendaagse hindoehervormers zoals Ramakrishna en Vivekananda door de bijbel werden beïnvloed? Mohandas Gandhi was er eveneens van overtuigd dat de bijbelse leringen ’de problemen van de hele wereld kunnen oplossen’. Zowel hindoes als sikhs zijn de bijbel dank verschuldigd voor hun bhakti-opvatting, die volgens Hindu World is ontstaan als gevolg van „de invloed van het christendom in de vroege eeuwen van ons huidige tijdperk”.¹ De bijbel heeft dus het respect van grote Indische denkers gewonnen.

Geschriften en wetenschap

² Het eerste vers van de bijbel, dat ongeveer 3500 jaar geleden werd geschreven, beschrijft de oorsprong van het universum aldus: „In het begin schiep God de hemel en de aarde” (Genesis 1:1). In overeenstemming met deze verklaring erkennen geleerden nu dat het universum inderdaad een begin, een genesis, heeft gehad.²

³ De bron van de materie in het universum, zo zegt de bijbel, is „de overvloed van [Gods] dynamische energie” (Jesaja 40:26). Thans, zo’n 2700 jaar nadat dit werd opgetekend, heeft de hedendaagse wetenschap ontdekt dat alle materie in wezen verstoffelijkte energie is.³

⁴ In een tijd waarin men geloofde dat het universum samengesteld was uit de paar duizend sterren die met het blote oog gezien konden worden, vergeleek de bijbel het aantal sterren met de zandkorrels aan de zeeoever (Genesis 22:17). Vroeger heeft men deze vergelijking sterk overdreven genoemd, maar in deze tijd is bewezen dat het aantal sterren inderdaad ontelbaar is.⁴ Evenzo was de bijbel de hedendaagse wetenschap ver vooruit door de aarde nauwkeurig te beschrijven als „rond” of als een bol die ’aan niets hangt’. — Jesaja 40:22; Job 26:7.

⁵ De bijbel verklaart dat Adam, de eerste mens, „uit stof van de aardbodem” werd geschapen (Genesis 2:7). Wij weten nu dat ons menselijk lichaam samengesteld is uit een aantal verschillende chemische elementen die alle in de aarde worden aangetroffen. Verbazingwekkend inzicht blijkt ook uit de in de bijbel opgetekende opmerking dat ’delen van een zich ontwikkelend embryo in een boek staan beschreven’. Dit was 3000 jaar voordat de moderne wetenschap de genetische code ontdekte die, als een boek, alle aspecten van een groeiend menselijk embryo bevat. — Psalm 139:14-16.

Een authentiek verslag

⁶ Geschiedenisstudenten zijn vaak verbaasd over de nauwkeurigheid van de bijbel. De Indische geleerde D. D. Kosambi zegt: „De historische waarde van de veda is tamelijk klein vergeleken met die van het Oude Testament van de bijbel, dat door mensen die contact met hun speciale land hebben onderhouden, altijd als geschiedenis is voorgesteld. Veel bijbelse gebeurtenissen worden ruimschoots door de archeologie van Palestina . . . bevestigd.”⁵

⁷ De bijbel bevat ook verslagen van belangrijke gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis en vermeldt hoe deze van invloed zijn geweest op andere natiën, met inbegrip van India. Beschouw bijvoorbeeld eens de Perzische invasie in India in de vijfde en zesde eeuw v.G.T., waardoor Darius Hystaspis de macht kreeg over Sind en gedeelten van de Punjab, zoals ze nu genoemd worden. Zoals wordt opgemerkt in Advanced History of India,  „bleef dit gebied deel uitmaken van het Perzische rijk onder Xerxes”.⁶ Dit historische feit werd omstreeks het jaar 475 v.G.T. nauwkeurig in de bijbel opgetekend in Esther 1:1 — een van de oudst bekende vermeldingen van India.⁷

Een reine vorm van aanbidding

⁸ De bijbel deelt ons mee dat er één ware God is. Alleen in de bijbel heeft hij ons zijn naam, JEHOVAH, onthuld. Hij verklaart daarin: „Vóór mij werd er geen God geformeerd, en na mij bleef het zo dat er geen was.” Jehovah heeft daarom geen avatara’s en ook bestaat hij niet in verschillende aspecten. Alle hoedanigheden en krachten die nodig zijn om de schepping te ondersteunen, bestaan in hem alleen. „Met wie kunt gijlieden God vergelijken, en welke gelijkenis kunt gij naast hem plaatsen?”, vraagt de profeet. — Jesaja 40:18; 43:10.

⁹ In Jehovah’s aanbidding wordt een rein gedrag, geen ritueel, vereist om zijn zegen te verwerven. God zegt: „Wat baat mij de veelheid van uw slachtoffers? . . . Reukwerk — het is mij iets verfoeilijks. Nieuwe maan en sabbat, het bijeenroepen van een samenkomst — ik kan het gebruik van magische kracht te zamen met de plechtige vergadering niet verdragen. . . . Ook al zendt gij veel gebeden op, ik luister niet; . . . houdt op kwaad te doen. Leert goed te doen.” — Jesaja 1:11-17.

¹⁰ Degenen die overeenkomstig de bijbel leven, worden goed beschermd tegen de gevaren van spiritisme. De bijbel geeft de raad: „Er dient onder u niemand te worden gevonden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, . . . noch iemand die voortekens zoekt, noch een tovenaar, noch iemand die anderen door een banspreuk bindt, noch iemand die een geestenmedium of beroepsvoorzegger van gebeurtenissen raadpleegt, noch iemand die de doden ondervraagt. Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor Jehovah.” — Deuteronomium 18:10-12.

 Een superieure morele gedragscode

¹¹ Nog een belangrijk verschil tussen de bijbel en andere heilige boeken, is zijn kracht ons te helpen een beter leven te leiden. De bijbel verklaart bijvoorbeeld: „Wie steelt, stele niet meer, maar laat hij liever hard werken, door met zijn handen goed werk te doen, opdat hij iets aan een behoeftige kan uitdelen. Laat geen verdorven woord uit uw mond voortkomen, maar elk woord dat goed is tot opbouw waar het nodig is . . . Alle kwaadaardige bitterheid en toorn . . . worde uit uw midden weggenomen, evenals alle slechtheid. Maar wordt vriendelijk jegens elkaar” (Efeziërs 4:28-32). Wat een schitterende raad!

¹² De superioriteit van de morele gedragscode van de bijbel blijkt ook uit het feit dat hij een beroep doet op iemands liefde voor God. Vrouwen worden er bijvoorbeeld in aangespoord: „Uw versiering besta niet in het uiterlijke vlechten van het haar en het omhangen van gouden sieraden of het dragen van bovenklederen, maar het zij de verborgen persoon van het hart in de onverderfelijke tooi van de stille en zachtaardige geest, die van grote waarde is in de ogen van God.” Mannen krijgen evenzo de raad hun vrouw „eer toe te kennen”, „opdat [hun] gebeden niet worden verhinderd”. — 1 Petrus 3:3, 4, 7.

Het allergrootste bewijs

¹³ Is de God van de bijbel de ware en levende God? Om zijn Godheid te bewijzen, nodigt Jehovah de goden van andere religies uit voor een test. „Roep de natiën op voor de terechtzitting”, zegt hij. „Welke van hun goden kan de toekomst voorzeggen? Welke god heeft voorzegd wat er nu gebeurt? Laten deze goden hun getuigen voortbrengen om te bewijzen dat ze gelijk hebben.” — Jesaja 43:9, Today’s English Version.

¹⁴ Wie heeft de belangrijke gebeurtenissen in de huidige wereld kunnen verklaren? Bijna 2000 jaar geleden voorzei de bijbel nauwkeurig de beroering waarvan de wereld sinds het jaar 1914 getuige is geweest. Wij lezen namelijk: „Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk; en er zullen grote aardbevingen zijn, en in de ene plaats na de andere pestilenties en voedseltekorten” (Lukas 21:10, 11). In tegenstelling tot de hindoeleringen bevat de bijbel, die nu in zijn geheel of gedeeltelijk in ongeveer 2000 talen en dialecten is vertaald, ware profetieën, die wij in onze tijd in vervulling zien gaan.

 ¹⁵ Tientallen jaren voordat de Eerste Wereldoorlog in 1914 begon, maakten Jehovah’s aanbidders de betekenis van dat jaar bekend. De Newyorkse World van 30 augustus 1914 legt uit: „Het uitbreken van de verschrikkelijke oorlog in Europa heeft een buitengewone profetie in vervulling doen gaan. De afgelopen vijfentwintig jaar hebben de ’Internationale Bijbelonderzoekers’ [zoals Jehovah’s Getuigen destijds bekendstonden] . . . de wereld via predikers en door middel van de pers bekendgemaakt dat de Dag der Gramschap waarover in de bijbel wordt geprofeteerd, in 1914 zou aanbreken.”⁸ Sedert de gewichtige gebeurtenissen van dat jaar, die alleen in de bijbel zo nauwkeurig waren voorzegd, bevindt het hele wereldsamenstel van dingen zich in zijn „laatste dagen”. — 2 Timotheüs 3:1-5.

¹⁶ De vervulling van vele andere bijbelse profetieën bevestigt dat de bijbel „door God geïnspireerd” is (2 Timotheüs 3:16). * U kunt daarom volledig vertrouwen stellen in de dingen die de bijbel leert en voorzegt. Hiertoe behoort ook Gods voornemen de aarde binnenkort te ontdoen van alle religie die God onteert (zoals de met bloedschuld beladen christenheid dit heeft gedaan) en voor altijd vrede en harmonie tussen alle rassen van de mensheid tot stand te brengen (Openbaring 18:4, 5). Het is dringend noodzakelijk acht te slaan op de aansporing: „Vreest God en geeft hem heerlijkheid, want het uur van het oordeel door hem is gekomen, en aanbidt daarom Degene die de hemel en de aarde . . . gemaakt heeft” (Openbaring 14:7). Wat is hiervoor nodig?

[Voetnoot]

[Kader op blz. 21]

Jehovah — Hoe verschillend?

Dr. S. Radhakrishnan vergeleek de hindoe-opvatting van God met die van andere religies en merkte op: „De God van de Hebreeën [Jehovah] is anders. Hij is persoonlijk en actief werkzaam in de geschiedenis en geïnteresseerd in de veranderingen en mogelijkheden van deze zich ontwikkelende wereld. Hij is een Wezen dat met ons communiceert.” — Hinduism and Its Rationalism, M. Hariharan, 1987, blz. 56.

[Kader op blz. 23]

Hoe voldoet de bijbel aan de volgende criteria?

Hij moet:

1. God verheerlijken en onze vragen over hem beantwoorden

2. Voor iedereen beschikbaar zijn

3. Gemakkelijk te begrijpen zijn

4. Ware leerstellingen en morele beginselen leren

5. Vrij zijn van mythen

6. Vrij zijn van demonisme

7. Oplossingen verschaffen voor onze problemen en een goede uitwerking hebben op ons leven

[Illustratie op blz. 21]

De bijbel kan nu, in zijn geheel of gedeeltelijk, in meer dan 130 Indische talen worden gelezen

[Illustraties op blz. 22, 23]

De bijbel is het enige heilige boek dat de wereldgebeurtenissen voorzegt die zich sinds het jaar 1914 hebben voorgedaan!