Hoofdstuk 1

God liefhebben in daad en waarheid

„Geef mij uw gehele hart, heb mij lief en vereer mij”, zegt de godheid in de Bhagavadgita. Hij noemt dit „de diepste van alle waarheden” in verband met de hoogste religie.¹ Maar hoe kunnen wij onze liefde voor God en onze toewijding jegens hem tonen?

² ’Toewijding omvat gehoorzaamheid aan de goddelijke wil’, merkt Swami S. Radhakrishnan op, omdat al het andere wat wij aan God kunnen offeren, Hem reeds toebehoort.² Goeroe Nanak verklaart eveneens dat iemand die ’God in zijn hart hoort, gehoorzaamt en liefheeft’, een grotere verdienste heeft dan iemand die enkel aalmoezen geeft of versterving beoefent.³

³ Bent u het met deze opmerkingen eens? De meeste oprechte mensen wel. Maar om God te kunnen gehoorzamen, moeten wij eerst weten wat zijn goddelijke wil is. Waartoe moeten wij ons wenden om goddelijke waarheid te vinden?

Is het Zelf een onthuller van waarheid?

⁴ Sommige hindoewijsgeren stellen dat geestelijke waarheid in ons hart ligt opgesloten en wordt onthuld door yogameditatie  of door het opzeggen van mantra’s. Swami Satprakashananda zegt daarentegen dat meditatie zonder voorafgaande kennis van God „allicht vatbaar is voor fantasie, die niet bij machte is onwetendheid te verwijderen en de Waarheid te onthullen”.⁴

⁵ De nadruk leggend op de beperkingen van menselijke redenatie verklaart Swami Vivekananda: „[De] vragen of er een onsterfelijke ziel is, . . . of er een hoogste intelligentie is die dit universum leidt of niet, kunnen niet beredeneerd worden. De rede kan er nooit een antwoord op geven. . . . Toch zijn deze vragen uitermate belangrijk voor ons. Zonder een juist antwoord op deze vragen is het menselijk leven zinloos.”⁵ Aangezien wij deze vragen niet door menselijke redenatie kunnen beantwoorden, waartoe kunnen wij ons dan wenden?

Heilige geschriften

⁶ Vooraanstaande hindoewijsgeren hebben altijd gezegd dat God zijn waarheid door middel van de geschriften openbaart. ’De geschriften vormen de enige bron van de waarheden betreffende het bovenzinnelijke’, zegt Sankaracarya.⁶ Ook de Gita verklaart: „Laat u bij het bepalen van wat goed en kwaad is door de Schrift leiden. Wanneer u eenmaal weet wat de verordening van de Schrift u opdraagt, dan dient u hier beneden de erin voorgeschreven werken te verrichten.”⁷

⁷ Zoals een bij die naar nectar verlangt een bloem moet vinden, zo moet iemand die God liefheeft Zijn waarheid ontdekken. Swami Prabhavananda zegt: „God is bovenal waarheid. Wie waarheid liefheeft, moet daarom uiteindelijk God liefhebben; wie geen waarheid liefheeft, zal nooit God liefhebben.”⁸

⁸ Is het in uw speurtocht naar waarheid redelijk te verwachten de oplossing uitsluitend bij uzelf te vinden? Waarom zou u niet verder kijken dan uzelf en de geschriften onderzoeken? Maar er zijn vele heilige geschriften die er aanspraak op maken van God te zijn. Hoe kunt u vaststellen welke geschriften Zijn waarheid bevatten?

[Kader op blz. 5]

Kunnen rituelen onze liefde voor God vervolmaken?

„Wij moeten [gauni bhakti] niet verwarren met de identieke rituelen, zoals het herhaald reciteren van Gods namen, hymnen, gebeden en aanbidding, [rituelen] die worden verricht door degenen die het Pad van het Verlangen volgen. . . . Zij willen iets uit de zinnelijke wereld in ruil voor hun aanbidding. Uit zulk gemarchandeer kan geen liefde groeien.” — Hinduism at a Glance, Swami Nirvedananda, 1979, blz. 94.

[Illustratie op blz. 4]

Kan de mens zelf bepalen hoe hij God het beste kan dienen?

[Illustratie op blz. 5]

’De geschriften vormen de enige bron van de waarheden betreffende het bovenzinnelijke’