Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Verlichting tijdens „het besluit van het samenstel van dingen”

Verlichting tijdens „het besluit van het samenstel van dingen”

Hoofdstuk 5

Verlichting tijdens „het besluit van het samenstel van dingen”

1. Welk opmerkelijke huwelijk heeft de „Vredevorst” voor dit „besluit van het samenstel van dingen” voorzegd, en in welke gelijkenis?

MET betrekking tot „het besluit van het samenstel van dingen” zei de „Vredevorst” in Matthéüs 24:38 dat ’mannen zouden huwen en vrouwen ten huwelijk zouden worden gegeven’. Maar tijdens diezelfde periode begint in de hemel het allerbelangrijkste huwelijk. Over dit huwelijk wordt gesproken in Jezus’ illustratie van tien lampdragers, tien maagden. — Matthéüs 24:3; 25:1-12.

2. (a) Op welk tijdstip vindt in deze gelijkenis het huwelijk plaats? (b) Wat volgt er op de huwelijksplechtigheid, en hoe wordt er voor verlichting gezorgd?

2 Het toneel voor dit huwelijk is het Midden-Oosten. Het vindt ’s avonds laat plaats, bijna tegen middernacht. Eerst vindt de huwelijksplechtigheid van de bruid en haar bruidegom plaats en daarna trekt het gezelschap naar het huis waar het feest wordt gevierd. De weg is niet met straatlantaarns verlicht. Degenen die in de feeststoet meelopen, zorgen voor de verlichting, en toeschouwers kunnen de stoet zien langstrekken, waarbij zij de pasgehuwden gelukwensen.

3, 4. (a) Wie zijn geïnteresseerd in de optocht die volgt, en welke voorbereidingen treffen zij? (b) Van welk feit vormt de vervulling van deze gelijkenis nog een bewijs? (c) Wanneer kunnen wij ons gelukkig prijzen?

3 Vanwege hun vrouwelijke geaardheid, zijn maagden in dit huwelijk geïnteresseerd. En dus staan er langs de route tien maagden te wachten totdat de trouwstoet voorbijkomt. Zij willen de gelegenheid opluisteren, en daarom hebben zij allen een brandende lamp in hun hand, maar slechts vijf van hen hebben een noodvoorraad lampolie bij zich. Deze vijf zijn beleidvolle maagden. Wij in deze tijd dienen ons ervoor te interesseren hoe deze gelijkenis in vervulling gaat, want volgens Jezus Christus vormt dit er nog een bewijs van dat wij ons in het besluit van dit oude samenstel bevinden. — Matthéüs 25:13.

4 Wij kunnen ons gelukkig prijzen indien wij beleidvol zijn en de voltrekking van dit allerbelangrijkste huwelijk en de daarbij behorende bijzonderheden onderscheiden! Zijn er in deze tijd personen die het voorrecht ontvangen het feest bij te wonen en zo ja, wie zijn dat dan? Laten wij eens zien!

5. Welk onderscheid valt waar te nemen onder degenen die tot de tien maagden behoorden, en wat gebeurde er toen de bruidegom uitbleef?

5 De illustratie die Jezus over de tien maagden vertelde, heeft betrekking op „het koninkrijk der hemelen”, de wereldregering die tot zegen van de gehele mensheid zal zijn. Jezus Christus zei derhalve verder: „Het koninkrijk der hemelen [zal] gelijk worden aan tien maagden die hun lampen namen en de bruidegom tegemoet gingen. Vijf van hen waren dwaas en vijf waren beleidvol. Want de dwaze namen wel hun lampen mee, maar geen olie, terwijl de beleidvolle met hun lampen tevens olie in hun vaten meenamen. Toen nu de bruidegom uitbleef, dommelden zij allen in en vielen in slaap.” — Matthéüs 25:1-5.

6. (a) Wie werden door de tien maagden afgebeeld? (b) Waarom wordt er in de gelijkenis geen gewag gemaakt van een bruid?

6 Wie werden nu door deze tien maagden afgebeeld? Zij beeldden de toekomstige leden van de bruid van de geestelijke Bruidegom, Jezus Christus, af. Dit is ongetwijfeld de reden waarom er in Jezus’ illustratie geen gewag wordt gemaakt van een bruid; alleen de bruidegom komt in het beeld. Aldus ontstaat er geen verwarring over de uitleg, alsof de maagden weer een andere klasse zouden afbeelden.

7. Gedurende welke periode scheen het alsof de Bruidegom zijn komst had uitgesteld, en waarom leek dit zo?

7 De toekomstige leden van de bruidsklasse werden niet, zoals was verwacht, aan het einde van „de bestemde tijden der natiën” in 1914 met hun hemelse Bruidegom in het huwelijk verenigd (Lukas 21:24). Logischerwijs scheen het hun toe alsof de Bruidegom zijn komst had uitgesteld, hoewel hij inderdaad vanaf 1914 in zijn hemelse koninkrijk tegenwoordig was. Die trieste jaren van de Eerste Wereldoorlog bleken voor de maagdenklasse als een pikdonkere nacht te zijn.

8. (a) In welk opzicht dommelden de maagden, figuurlijk gesproken, in en vielen zij in slaap? (b) Met welk doel was de Bruidegom tot de tempel gekomen, en waarom ging dit de bruidsklasse aan?

8 Figuurlijk gesproken dommelden de maagden in en vielen in slaap. Aan de openbare prediking van het goede nieuws van Christus’ komende duizendjarige regering tot zegen van de gehele mensheid kwam praktisch een einde. Vanaf het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog brak er voor die figuurlijke maagden een kritieke oordeelsperiode aan. Dit was zo omdat de regerende Koning Jezus Christus tot de geestelijke tempel was gekomen. Bij zijn aankomst aldaar begon hij met oordeelswerkzaamheden ten einde degenen die waren aangesteld om tempeldienst voor Jehovah God te verrichten, te reinigen (Maleachi 3:1-3). Dit was de tijd voor zijn manifestatie, gedurende welke tijd hij, als de hemelse Bruidegom, de destijds reeds gestorven en goedgekeurde leden van de bruidsklasse bij zich thuis in de hemel zou ontvangen.

9. Wanneer was voor de maagdenklasse de tijd aangebroken om uit inactiviteit wakker geschud te worden, en met welk doel?

9 In 1919, nadat acht vooraanstaande leden van de Watch Tower Bible and Tract Society uit hun onrechtvaardige gevangenschap waren vrijgelaten, was voor de maagdenklasse die zich nog op aarde bevond, de bestemde tijd aangebroken om uit hun slaap van inactiviteit wakker geschud te worden. Er was werk voor hen te doen: wereldomvattende verlichting verschaffen. De tijd was voor hen aangebroken om de Bruidegom, die tot de geestelijke tempel was gekomen, met brandende lampen tegemoet te gaan. Hun werk zou ten doel hebben mensen uit alle natiën te helpen naar „het huis van Jehovah” te stromen, dat als het ware boven de toppen der bergen was verheven. — Jesaja 2:1-4.

Hun lampen in orde maken

10. Wat beeldde de olie af die uit de vaten van de beleidvolle maagden kwam?

10 De beleidvolle leden van de maagdenklasse hadden een noodvoorraad lampolie in hun vaten meegebracht. Terstond gingen zij ertoe over hun lampen bij te vullen. De vloeibare brandstof voor verlichting beeldde Jehovah’s verlichtende Woord en zijn heilige geest af. Wat beeldde dus de olie af die uit de vaten van de beleidvolle maagden kwam? De reservevoorraad van Jehovah’s geest die licht werpt op zijn geschreven Woord en die het gezalfde overblijfsel van door de geest verwekte discipelen van de Bruidegom in zich had toen het naoorlogse wereldomvattende verlichtingswerk met betrekking tot „het koninkrijk der hemelen” moest beginnen.

11. Waarvan waren de symbolische vaten waarin de olie werd bewaard, een afbeelding?

11 De vaten beeldden de figuurlijke beleidvolle maagden zelf af als degenen die in het bezit waren van de symbolische olie van verlichting. Dit wil niet zeggen dat de maagdenklasse toen pas met Jehovah’s geest werd gezalfd. Neen, de maagden zalven zichzelf niet met zijn geest. Dat doet hij! — Jesaja 61:1, 2; Lukas 4:16-21.

12. (a) Welke profetie van Joël zou ten aanzien van de beleidvolle maagden in vervulling gaan? (b) Wanneer brak voor hen de tijd aan om door middel van hun lampen licht te laten schijnen?

12 Omdat de beleidvolle maagden de toewijzing ontvingen om het enorme wereldomvattende verlichtingswerk met betrekking tot „het koninkrijk der hemelen” te verrichten, werden zij begunstigd met het voorrecht Joël 2:28, 29 ten aanzien van hen in vervulling te zien gaan. De apostel Petrus haalt die verzen als volgt aan: „’En in de laatste dagen’, zegt God, ’zal ik wat van mijn geest uitstorten op alle soorten van vlees, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren en uw jonge mannen zullen visioenen zien en uw oude mannen zullen dromen dromen’” (Handelingen 2:17). Vanaf 1919 moesten de beleidvolle leden van de figuurlijke maagdenklasse derhalve hun verlichtingsmiddelen ter hand nemen en moesten zij als symbolische lampen gaan schijnen. Dit deden zij ten einde allen die zich nog in geestelijke duisternis bevonden, verlichting te verschaffen. Vanwege het soort van leven dat zij onder invloed van Gods Woord en geest leiden, worden zij „lichtgevers in de wereld” (Filippenzen 2:15). Aldus begonnen zij in de voetstappen van de Bruidegom te treden, terwijl deze voorbereidingen trof om alle leden van de bruidsklasse na hun dood op aarde in het hemelse koninkrijk tot zich te nemen. — Matthéüs 5:14-16.

Consequenties van geestelijke dwaasheid

13. Hoe reageerden de beleidvolle maagden op het verzoek van de dwaze maagden?

13 Hoe staat het echter met de dwaze leden van de maagdenklasse? Jezus vervolgt met te zeggen: „De dwaze zeiden tot de beleidvolle: ’Geeft ons wat van uw olie, want onze lampen gaan bijna uit.’ De beleidvolle antwoordden en zeiden: ’Misschien is er net niet genoeg voor ons en u. Gaat in plaats daarvan naar hen die ze verkopen en koopt voor uzelf.’” — Matthéüs 25:8, 9.

14. Waarom waren de maagden die weigerden hun olie te delen, veeleer beleidvol dan zelfzuchtig?

14 Degenen die weigerden hun olie met de dwaze maagden te delen, waren niet zelfzuchtig, maar beleidvol. Zij hielden vast aan hun oorspronkelijke plan om tot vreugde van de Bruidegom de donkere omgeving voor hem te verlichten. Zij waren beslist niet verplicht om een compromis te sluiten; zij hoefden hun eigen voorraad van Jehovah’s heilige geest niet te verminderen om degenen die geestelijk dwaas waren, ter wille te zijn. Die dwaze maagden hadden zich er niet op voorbereid om het dienstvoorrecht dat hun in 1919 werd aangeboden, prompt op zich te nemen.

15. (a) Wie van de leden van de maagdenklasse begonnen, toen de periode van vrede aanbrak, neigingen in de richting van geestelijke dwaasheid te vertonen? (b) Waarom waren de beleidvolle maagden niet in staat de geestelijk dwaze maagden te helpen?

15 Toen de naoorlogse periode van vrede aanbrak, begonnen sommigen die beleden opgedragen, gedoopte verbondenen te zijn, van geestelijke dwaasheid blijk te geven. Na de dood van Charles Taze Russell, de eerste president van de Watch Tower Society, gingen zij niet volledig mee met de ontwikkelingen in verband met het zichtbare werktuig van Jehovah God onder de nieuwe president, J. F. Rutherford. Hun hart was niet werkelijk in overeenstemming met de wijze waarop de dingen werden gedaan. Zij toonden een gebrek aan waardering voor de wijze waarop Jehovah met zijn volk handelde. Degenen die als beleidvolle maagden waren, zagen dan ook geen kans bij deze dwaze personen die steeds meer van hen vervreemdden, de ware geest van oprechte samenwerking in te gieten.

16. Hoe trad geestelijke dwaasheid bij de dwaze maagden aan het licht?

16 Geestelijke dwaasheid trad dus aan het licht. Hoe bleek dit? Doordat zij geen symbolische olie bezaten op het gewichtige moment dat er een dringende behoefte aan geestelijke verlichting bestond omdat nieuwe ontwikkelingen op gang kwamen waardoor werd aangetoond dat de Bruidegom aanwezig was. Het was dus tijd om hem tegemoet te gaan met een helder brandende lamp, figuurlijk gesproken. Maar in plaats daarvan lieten degenen die op de dwaze maagden leken, wier lampen uitgingen, de beleidvolle in de steek en gingen hun eigen weg.

17. Welk onherstelbaar verlies lijden degenen die door de dwaze maagden worden afgebeeld, zoals in Matthéüs 25:10 te kennen wordt gegeven?

17 Wat een onherstelbaar verlies lijdt iemand die belijdt tot de maagdenklasse te behoren maar het nooit terugkerende voorrecht en de unieke gelegenheid om de geestelijke Bruidegom, Jezus Christus, te verwelkomen, voorbij laat gaan! Zo’n verlies lijden de dwazen onder de hedendaagse maagden, zoals te kennen wordt gegeven in de verdere woorden van Jezus’ illustratie: „Terwijl zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom, en de maagden die gereed waren, gingen met hem naar binnen naar het bruiloftsfeest; en de deur werd gesloten.” — Matthéüs 25:10.

18. (a) Welk voorrecht valt de dwaze maagden van deze eeuw niet ten deel? (b) Waarom blijken de dwaze maagden te laat te zijn om deel te nemen aan de bruiloftsoptocht en naar binnen te gaan naar het feest?

18 Wat een tragische ervaring voor de hedendaagse dwaze maagden! In deze donkerste periode van de gehele menselijke geschiedenis blijven zij in gebreke deel te nemen aan het werk dat erin bestaat verlichting te verschaffen voor degenen die in geestelijke duisternis zijn en zich in de schaduw bevinden van hun dood in „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige”! (Openbaring 16:14) Zonder olie in hun figuurlijke lampen om hun pad te verlichten, gingen zij weg en moesten zij zelf hun weg door het middernachtelijke duister vinden. Om deze reden komen zij te laat om de Bruidegom te volgen in de vreugdevolle optocht die door de deur naar binnen gaat naar het stralend verlichte bruiloftsfeest. Zij hebben hun identificatie als zijn volgelingen die ervoor in aanmerking komen met hem in het hemelse koninkrijk in het huwelijk verbonden te worden, verloren. Op de bestemde tijd blijken zij niet „gereed” te zijn. Wat een waarschuwend voorbeeld vormen zij!

19. Welke ervaring wacht ons wanneer wij de gebeurtenissen tot het einde toe volgen?

19 Dit pijnlijke feit wordt in het laatste gedeelte van de door Jezus Christus, de Bruidegom, gegeven illustratie in levendige bewoordingen geschilderd, in het bijzonder voor ons die in „het besluit van het samenstel van dingen” leven. Laten wij nu dus de gebeurtenissen verder volgen! Wanneer wij dit doen, staat ons vreugde-brengende verlichting te wachten, zoals wij in het volgende hoofdstuk zullen zien.

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 45]

Degenen die op de dwaze maagden lijken, zullen niet tot het bruiloftsfeest worden toegelaten