Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Aanvaardt elkaar”!

„Aanvaardt elkaar”!

Lied 155

„Aanvaardt elkaar”!

(Romeinen 15:7)

1. „Aanvaardt elkaar”, zoals ook Christus u eens heeft aanvaard!

Uw broeder, voor wie Jezus stierf, is uw aanvaarding waard.

Laat hen die sterk zijn, zwakken ondersteunen in hun strijd;

Versterk hun hoop, zij zoeken immers Gods rechtvaardigheid.

Want al wat Gods profeten eertijds schreven, tot ons nut,

Kan bouwen aan uw hoop; er wordt vertroosting uit geput.

Behaag dus niet uzelf en doe uw broeder nimmer pijn;

Beschouw steeds zijn belangen of ze uw belangen zijn.

2. Jehovah brengt een volk bijeen dat oorlog niet meer leert.

Zijn Zoon, die vree op aard herstelt, is Koning en regeert.

Uit elke natie, stam en taal trekt God veel mensen aan

En plant dan in hun hart en geest de wens zijn weg te gaan.

Tot eer van God aanvaarden wij dus zonder onderscheid

De vele soorten mensen die Jehovah thans bevrijdt.

Wij volgen Gods grootmoedigheid en lenigen veel smart.

Als volgelingen van zijn Zoon verruimen wij ons hart.

3. Kom, spoor nu alle volken aan Jehovah, onze Heer,

In eenheid met zijn natie te aanbidden, hem tot eer.

Vertel op straat, van huis tot huis, aan elk die u ontmoet,

Het goede nieuws van ’t Koninkrijk, dat komt met grote spoed.

De eer aldus Gods lof te zingen, eindigt evenwel;

Wij leven in de „laatste dagen” van dit samenstel.

Laat God daarom waarachtig zijn en heb uw broeders lief;

„Aanvaardt elkaar”, zo zegt Gods Woord, met liefde als motief.