Barmhartig zijn jegens anderen
Lied 215
Barmhartig zijn jegens anderen
1. Toen Jehovah besloot dat een zondvloed
Zou verdelgen een zondig geslacht,
Gaf hij Noach de volgende opdracht:
’Bouw een ark, kondig aan wat hun wacht!’
En heeft Noach die opdracht geweigerd,
Daar hij nimmer een ark had gebouwd?
Nee, hij loofde Gods goedheid en bouwde;
Tevens predikte hij onverflauwd.
2. Nu opnieuw een oud stelsel ten eind spoedt,
Heeft Jehovah barmhartig bepaald
Dat de mensheid gewaarschuwd moet worden.
Heb een aandeel, niet langer gedraald!
Zegt u nu: „Ik kan Gods woord niet spreken;
Ik ben niet zo bespraakt of bekwaam”?
Nee, als u Gods barmhartigheid smaakte,
Helpt zijn geest u, verhoog dus zijn naam.
3. Heel barmhartig schenkt God ons zijn waarheid,
En veel vreugde heerst nu in ons „land”.
’t Is een voorproef van Koninkrijkszegen,
Die Jehovah ons schenkt uit zijn hand.
Volg barmhartig dit hemelse voorbeeld
Door te zeggen tot ieder die leeft:
Handel snel! Draag u op aan Jehovah;
Dien zijn rijk, dat de mens vrede geeft.