Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Christelijke opdracht

Christelijke opdracht

Lied 13

Christelijke opdracht

(Exodus 39:30)

1. Jehovah schiep in zijn almacht

Het schitterend heelal:

De aarde en de hemelen,

De sterren zonder tal.

Hij schonk de adem des levens

En toonde wonderbaar

Dat hij lof en eerbied waardig is

Als Schepper en Eigenaar.

2. Bij Sinaï gaf God wetten.

En wat zei Israel toen?

’Al wat Jehovah heeft gezegd

Zijn wij bereid te doen.’

Hun opdracht moesten zij trouw zijn,

Loyaal, aan God verknocht

Als Echtgenoot-Eigenaar die hen

Uit dienstbaarheid had gekocht.

3. Met Jezus’ doop, toen hij ned’rig

Rechtvaardigheid volbracht,

Bood hij zich aan om trouw Gods wil

Te doen met al zijn macht.

Toen kwam hij uit de Jordaan op

Als Gods gezalfde Zoon;

God had hem gewijd om dienst te doen,

Loyaal ondanks smaad en hoon.

4. Wij komen voor u, Jehovah,

Uw naam zij alle eer,

En ned’rig dragen wij ons op,

Zijn van onszelf niet meer.

U gaf uw Zoon, die als losprijs

Zijn levensbloed vergoot.

Wij leven voor u, niet voor onszelf,

Getrouw zelfs tot in de dood.