De hemel toont Gods glorie
Lied 175
De hemel toont Gods glorie
1. De hemel toont de glorie van Jehovah.
Het uitspansel onthult wat zijn hand heeft bereid.
Ja, dag na dag ontvouwt die pracht
En nacht na nacht toont kennis, macht en majesteit.
2. Jehovah’s wet, volmaakt, herstelt het leven.
Vermaningen van hem zijn wijsheid van omhoog.
Ja, Gods bevelen maken blij;
Het puur gebod van onze God verlicht ons oog.
3. De vrees voor God is zuiver en blijft eeuwig;
Zijn hemels raadsbesluit toont zijn rechtvaardigheid.
Meer waard is het dan veel fijn goud,
Dan honing, zoet, die sterkt en voedt — en nieuw altijd.
4. Dank voor uw wet, vermaningen, bevelen;
Het doen daarvan brengt ons beloning, rijk en fijn.
O, dat ons denken, al ons werk,
Zij zonder blaam, u aangenaam, o Soeverein!