De schepping hoopt op bevrijding
Lied 142
De schepping hoopt op bevrijding
1. Thans dreigt mislukking; men lijdt verdrukking.
De schepping zucht in dit geslacht.
God wordt bestreden; veel wordt geleden
Door wat men zelf heeft voortgebracht.
2. Slechts door Gods leiding komt er bevrijding;
Men dient tot hem om hulp te gaan.
God wil graag helpen, de tranen stelpen;
Wie zucht, biedt hij verlichting aan.
3. De vele mensen die redding wensen
Zien thans bevrijding in ’t verschiet.
Gods gunst verwerven, de prijs beërven,
Kan slechts door hulp die God ons biedt.
4. God zegent spoedig al wie zachtmoedig
In eenheid met zijn „natie” zijn,
Geduldig wachtend, Gods wil betrachtend:
In ’t Koninkrijk zal vreugde zijn.