Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De vrouwen zijn een groot leger

De vrouwen zijn een groot leger

Lied 82

De vrouwen zijn een groot leger

(Psalm 68:11)

1. Het woord werd door God zelf gesproken.

De vrouwen die prediken gaan

Zijn samen een heel machtig leger;

Zij zijn met de mensheid begaan.

Zij moeten vroeg op, in de morgen;

Hun huishouding vergt werk’lijk veel.

Door goed overleg maakt elk tijd vrij

En neemt aan de prediking deel.

2. Wij vragen God: Schenk hun uw zegen;

Zij dienen u trouw en oprecht.

’Hun prediking is heel succesvol’,

Wordt trots door de broeders gezegd.

Maar velen zijn weduwe, oud reeds,

Door zorg en problemen gekweld.

Bijeenkomsten missen zij zelden;

Men staat van hun wilskracht versteld.

3. Schenk aandacht aan al deze zusters,

Als moeders, als dochters, of vrouw.

Elk deelt in de vreugd van het oogsten;

Het reddingswerk doen zij getrouw.

Dit leger van vrouwen is waardig.

Veel goeds doen zij; steun hen oprecht.

Toon medegevoel, blijf hen helpen.

Gods „woord” werd niet ijdel gezegd.