De vrucht van de geest
Lied 163
De vrucht van de geest
1. De vrucht van Gods geest dient te groeien.
Ja, breng ze steeds voort, handel wijs,
Want daardoor betoont u God achting
En wacht u het aards Paradijs.
Schenk and’ren dus altijd een liefde
Die godd’lijk en puur is, nooit taant;
Zorg daarbij de vreugd te bewaren,
Want vreugde geeft kracht, houdt ons staand.
2. Als wij ook Gods vrede bezitten,
Gaat voorspoed met eenheid gepaard.
Lankmoedigheid maakt ons geduldig
Met mensen van allerlei aard.
Ook vriendelijkheid is erg nuttig;
Men leent ons dan willig het oor.
En goedheid spoort ons aan tot actie:
Wij geven Gods boodschap blij door.
3. Geloof zal ons moed blijven geven
Bij ’t streven naar ons levensdoel.
Zachtaardigheid werkt steeds kalmerend
Op strijd en op onlustgevoel.
Voeg daarbij beslist zelfbeheersing;
Dan zal u Gods gunst niet ontgaan.
Door al deze vruchten te dragen,
Verheugt u God; kweek ze dus aan.