„God heeft een blijmoedige gever lief”
Lied 12
„God heeft een blijmoedige gever lief”
1. Als u God dient, uw Vader, denk bij alles wat u doet:
Hij is edel, blijmoedig, vol liefde en goed.
Wat is hij een groot Gever: ja, hij schonk ons zelfs zijn Zoon,
Want hij geeft wie hem liefheeft, graag redding als zijn loon.
2. Laat ons trachten te volgen wat Gods voorbeeld ons hier leert.
Geven wij ook blijmoedig, dan wordt God geëerd.
Alles wat wij bezitten, is van God, die ons dit gaf.
Geven wij het Jehovah, dan dwalen wij nooit af.
3. Geven wij steeds blijmoedig, dan schenkt dit Jehovah vreugd,
Want wij tonen zo liefde, een godd’lijke deugd.
Geven heeft grote waarde als het opwelt uit het hart;
Dan verleent het ons blijdschap en lenigt vaak ook smart.
4. Dank Jehovah en Jezus voor de vreugde ons bereid,
En bevorder de ware aanbidding met vlijt.
Laat uw hart u zo leiden dat u steeds blijmoedig geeft;
Dan behaagt u Jehovah zolang u adem heeft.