Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Heel gij schepping, loof Jehovah!

Heel gij schepping, loof Jehovah!

Lied 5

Heel gij schepping, loof Jehovah!

(Psalm 148)

1. Heel gij schepping, loof Jehovah;

Prijs zijn hoogverheven naam.

Dag en nacht bezingen eng’len

Vreugdevol zijn grote faam.

2. Zon en maan en sterrenhemel

Tonen Gods volmaaktheid aan.

Stipt gehoorzaam aan zijn regels

Blijven ze altijd bestaan.

3. Van de aarde klinkt een lofzang.

Zie de „and’re schapen” blij

God, hun Grootse Schepper, dienen;

In zijn voorhof juichen zij.

4. Laat een grote schare stromen

Naar Jehovah’s tempelplein.

God is hun aanbidding waardig;

Hij alleen is Soeverein.